[Recensie] Boek ‘Ik was 10 in 2015’ van Pedro de Bruyckere en Bert Smits in 10 oneliners

In het boek Ik was 10 in 2015 (ondertitel: Kinderen vandaag opvoeden voor de toekomst) beschrijven Pedro de Bruyckere en Bert Smits tendensen die een invloed zullen hebben op de levens van kinderen en jongeren. Moeten ouders hun verwachtingen bijstellen? In 240 pagina’s worden ze in ieder geval stevig bijgepraat over het belang van (brede) kennis, leren omgaan met diversiteit, schaarste en overvloed, op eigen benen staan, samenwerken, probleemoplossend vermogen, robotisering, vluchtelingenstromen en oorlogen.

Daarbij wordt niet gedaan aan glazenbolvoorspellingen, maar wordt aangetoond waar we staan en waar het met de wereld naartoe gaat. Waar zullen onze kinderen later wonen? Zal er nog werk zijn voor hen? Zullen ze ooit een partner vinden? Gaan ze eigenlijk wel gelukkig worden? De auteurs* hebben zich tot doel gesteld om een duidelijk en optimistisch antwoord op de vragen van ongeruste ouders, opvoeders en leraren te formuleren en heel wat onderzoek en inzichten op een bevattelijke manier te delen, en dat is behoorlijk goed gelukt, hoewel veel vragen niet eenduidig te beantwoorden zijn.

Na schetsen in de eerste twee hoofdstukken van een globale context waarin we nu leven en van verschillende toekomstbeelden, wordt in het boek ingegaan op onder andere bovenstaande vragen over de toekomst van onze kinderen. Ter illustratie zijn steeds korte kaderteksten opgenomen met suggesties of weetjes, en om het wat persoonlijker te maken wordt met enige regelmaat de 10-jarige ‘Ella’ als voorbeeld opgevoerd. In de laatste twee hoofdstukken wordt aangegeven wat kinderen moeten leren en hoe het met hen zal gaan in de toekomst. En laat ik de conclusie alvast verklappen: ‘Ons boek zou mislukt zijn als je nu de toekomst somber inziet.’ 

Aan alles merk je dat de auteurs slimme mensen zijn die hun bronnen goed op orde hebben en weten waarover ze het hebben. Ze weten hun verhaal knap te onderbouwen, maar de enorme hoeveelheid informatie – feiten, cijfers, studies, literatuurverwijzingen, kanttekeningen, scenario’s, nuances – zit de leesbaarheid ook enigszins in de weg. Aangezien zo’n beetje alles de toekomst van kinderen raakt, weidt het boek breed uit, en dus lees je ook waar de stad begint en eindigt of hoe het zit met autonomie als voorwaarde om met veranderingen om te gaan. Daarnaast hadden enkele gemeenplaatsen van mij in de eindredactie mogen sneuvelen (‘verliefdheid blijft niet duren, maar liefde kan ontstaan en dat is op zich ook zeer mooi’ — pfff…).

Boven alles geeft het boek echter een mooi, compleet aanvoelend overzicht van de hedendaagse jeugd. Goed om te weten dat jongeren schrik hebben van eenzaamheid, meer rust én meer drukte willen, baat hebben bij ongestructureerde vrije tijd, dat ‘vergeten’ zo belangrijk in hun ontwikkeling is en dat we ze moeten leren omgaan met overvloed en schaarste.

Om een beter beeld van de inhoud te schetsen, ben ik zoals gebruikelijk zo vrij om het boek samen te vatten in de vorm van de tien meest opvallende oneliners:

  • ‘Een slogan die de tijdgeest bij jongeren goed samenvat is everything is fucked, everything is ok.’ (pagina 38)
  • ‘We zullen onze kinderen hoe dan ook op ‘collectievere’ vormen van samenleven en -wonen moeten voorbereiden’ (73)
  • ‘We willen een diploma herformuleren als een startbewijs: een teken dat je mag starten met werken, maar vooral ook starten met … verder leren’ (113)
  • ‘Via zogenaamde wearables zoals horloges, brillen, kledij met sensoren, … wordt surfen misschien weer een actief werkwoord’ (128)
  • ‘De centrale vraag is niet of er nog privacy zal zijn, maar wel hoe we als samenleving omgaan met de beschikbare data‘ (140)
  • ‘De prins op het witte paard laat echt ook wel winden, prinsessen trouwens ook’ (159)
  • Jeugdcultuur staat vandaag onder druk en dat ligt niet zozeer aan de ‘kidults’, wij volwassenen die in feite ons jong-zijn niet kunnen en willen loslaten’ (164)
  • ‘Het verhaal van tijdgebrek verhult in feite vooral dat we vandaag onze kinderen niet meer leren kiezen‘ (175)
  • ‘Of het nu gaat om grote keuzes met veel impact op iemands leven of kleine dagelijkse keuzes, de overvloed dreigt ons te verlammen’ (214)
  • ‘Dat veel jongeren zich relatief goed voelen en braaf zijn, wil vooral niet zeggen dat alle jongeren zich goed voelen of braaf zijn, noch dat elke jongere zich steeds gelukkig voelt of in de pas loopt’ (227)

Het boek is hier te bestellen (€24,99).

*Pedro De Bruyckere is pedagoog en onderzoeker aan de Arteveldehogeschool. Hij is een veelgevraagd spreker over onderwijs, jongeren en jongerencultuur en blogt daar fanatiek over op X, Y of Einstein?. Hij verdiept zich al jaren in de leefwereld van jongeren en is een zelfverklaarde verslaafde aan populaire cultuur.Bert Smits is sociaal pedagoog en maatschappelijk ondernemer. Hij begeleidt organisaties, overheden en bedrijven in complexe transitieprocessen vanuit Levuur. Samen of met andere auteurs schreven ze eerder onder andere al Is het nu Generatie X, Y of Einstein?, De jeugd is tegenwoordig, Meisjes kijken en Jongens zijn slimmer dan meisjes, waar in deze nieuwe publicatie veelvuldig naar verwezen wordt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Congres Kids en Jongeren website is van Euroforum BV. Privacy statement | Cookie statement | Copyright ©2024