Je vervelen hoeft met sociale media nooit meer. Heerlijk om jezelf te verliezen in berichten op Twitter en grappige filmpjes op Facebook. Wachten op treinen en bussen én daarin vervoerd worden is minder vervelend geworden. Verdiept in hun telefoon, houden medereizigers eindelijk hun mond. Deze trouwe vriend is tenminste altijd bij ons. Toch raken we geïrriteerd als hij niet doet wat wij willen of als de verbinding wordt verbroken in een weiland of tunnel. En dringt hij zich soms hinderlijk op als we net even met iets anders bezig zijn.
Ons brein vindt sociale media fijn. Iedere keer dat we bevestigd worden door leuke reacties op onze spitsvondigheden in 140 tekens maken onze hersenen dopamine aan. Dan voelen we ons prettig. Dus laten we ons keer op keer verleiden om toch even te kijken, terwijl we bezig zijn met iets anders. Vooral jongeren kunnen daar last van hebben. Het zijn immers vrienden die staan te dringen op de groepswhatsapp. Vrienden waar ze graag bij willen horen. Dat is van levensbelang voor pubers, die nog moeten uitvinden wie ze zelf zijn en waar ze bij willen horen. De norm is reageren en wel onmiddellijk. ‘Tien minuten niks horen vind ik lang’, zegt een 15-jarig meisje.
De druk om overal op te reageren, altijd bereikbaar te zijn en alles te volgen noemen we socialbesitas. Het moet omdat iedereen het zo doet. Als ouders of docenten het gedrag niet begrenzen gaat het maar door. ‘Ze moeten er toch mee leren omgaan’, zeggen de ouders. Of: ‘Zijn smartphone gaat mee naar bed als wekker’. Zestig procent van de jongeren neemt zijn telefoon ’s avonds mee naar de slaapkamer en kijkt er voor het slapen gaan nog op (bron: Jongerenpanel Eén Vandaag, 25-3-2014). Vroeger had je ’s avonds af en toe één vriendje over de vloer, nu heb je iedere avond de hele klas thuis en de hockeyclub erbij. Docenten klagen dat veel leerlingen overdag moe zijn en dat hun resultaten achteruit gaan. Ach, ze moeten er gewoon mee leren omgaan.
Ouders en docenten vinden het moeilijk om jongeren te begrenzen op sociale media omdat ze er zelf vaak te weinig van weten of omdat ze het zelf ook veel te leuk vinden. Toch geven jongeren aan dat ze graag door ouders begrensd willen worden (bron: Calis & Kisjes Socialbesitas, 2013). Maar wel met kennis van zaken. Jongeren willen graag praten over conflicten op de groepswhatsapp, over scheldpartijen op Twitter en over die ene kennis van wie de naaktfoto eindeloos is doorgestuurd. Maar dan wel met ouders die het verschil weten tussen Tinder en Snapchat.
Dus leg die telefoon af en toe weg. Ook ouders, die vaak te pas en te onpas op hun telefoon of iPad zitten te turen. Nee, maar dat is werk. ‘Dit is even écht belangrijk, jongens’. Nee echt belangrijk is een goed gesprek met je kinderen over wat die telefoon teweegbrengt in hun jonge levens.