Kinderen apen elkaar na met eten en kunnen dus gezonder gaan eten door sociaal aanpassingsgedrag

Als kinderen elkaars eet- en snoepgedrag nabootsen, kun je dan via leeftijdsgenoten ook proberen om kinderen minder of gezonder te laten eten? Daar lijkt het wel op. Kirsten Bevelander deed er onderzoek naar, waarop ze eind deze maand promoveert aan de Radboud Universiteit Nijmegen. De gedragswetenschapper onderzocht of leeftijdgenoten elkaar beïnvloeden in voedselkeuze (gezond of ongezond) en voedselinname (veel of weinig snoepen). Ze deed dat bij kinderen van de basisschoolleeftijd, en niet in een lab, maar op hun eigen scholen en in een supermarkt.

Op grond van verschillende experimenten concludeert Bevelander dat kinderen elkaar inderdaad beïnvloeden, en dat dit ook onbewust kan gaan. “Kinderen hebben vaak niet door dat ze het eetgedrag van een ander kopiëren. Zelfs als je ze een dag voor het experiment verteld hebt hoe imitatiegedrag werkt, hebben ze op de dag zelf niet door dat ze dat doen. Het gaat ook enorm snel: als een door ons geïnstrueerd kind iets te eten of snoepen pakte, had het andere kind dat van niks wist, een grote kans om binnen vijf seconden ook wat te pakken.” Niet dat deze bevinding haar nou zo verbaast: “Ik ben zelf vijf jaar met dit onderwerp bezig en ik betrap mezelf er soms nog op dat ik mijn eetgedrag aanpas aan dat van mijn gezelschap. Ik zal het wel eerder door hebben dan een ander, maar eraan ontsnappen kan ik ook niet.”

Niet alle kinderen reageren hetzelfde. Sommige kinderen laten zich minder of meer leiden door het gedrag van een leeftijdgenoot dan anderen. Zo hebben kinderen met overgewicht meer dan kinderen met een gezond gewicht de neiging om in gezelschap van iemand die veel eet, ook veel te eten. Kinderen met een gezond gewicht stopten eerder met eten. Ook kinderen met een laag zelfbeeld zijn meer geneigd zich aan te passen aan het eetgedrag van een ander.

Dat sociale invloed zo sterk werkt, is ook te gebruiken om gezond eetgedrag te bevorderen, denkt Bevelander. “Want kinderen gaan ook minder eten als een leeftijdgenoot minder eet. En ze zijn, blijkt uit mijn supermarktexperiment, ook te beïnvloeden om gezondere producten te kiezen. Daarbij moet ik overigens wel een voorbehoud maken voor de jongste kinderen – want de 6- tot 8-jarigen lusten niet alles en staan soms huiverig tegenover nieuwe producten. Voor hen is die huiver vaak net wat sterker dan wat een leeftijdsgenoot doet.”

Haar onderzoeksresultaten wijzen erop dat het creëren van een gezonde omgeving, waarin goed voorbeeld makkelijk tot goed volgen leidt, zin heeft. En daarmee kan het beste begonnen worden op school – want daar zijn de meeste leeftijdgenoten bij elkaar. “Als kinderen opgroeien in een gezin dat ongezond eet en leeft, wordt het lastig om gezond eetgedrag vol te houden, dat is zeker zo. Maar als ze op school dingen doen als zelf groente kweken en proeven, als de meeste kinderen daar een appel eten in de pauze in plaats van een chocoprins, dan kunnen er toch andere gewoontes of normen ontstaan. Al zijn het er maar een paar, alle beetjes helpen.”

PS   Bovenstaande afbeelding is afkomstig uit onderstaande case van fruitmerk Fyffes, dat eerder dit jaar een ‘Banana Comic Week’ organiseerde in de strijd tegen fastfood en snoepgoed. Met behulp van een laser-printtechniek werden avonturen van stripfiguurtje ‘FYFE’ (een jongen die in een superheld veranderde door het eten van bananen) op bananenschillen geprint. Naar verluidt was deze actie behoorlijk succesvol op de scholen waar deze gevoerd werd. Deze campagne staat weliswaar los van de beschreven studie, maar vormt een aardige illustratie van wat bijvoorbeeld mogelijk is in de praktijk.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Congres Kids en Jongeren website is van Euroforum BV. Privacy statement | Cookie statement | Copyright ©2024