Bijna iedereen (94%) kijkt Nederlandse films. De grootste groep (81%) doet dit via de gratis tv-zenders en meer dan de helft (53%) van de Nederlanders betaalt ook voor Nederlandse films in de bioscoop, het filmtheater of om die thuis te zien. In vergelijking met tien jaar geleden spreekt de Nederlandse filmproductie tegenwoordig bredere groepen aan, zo wordt geconcludeerd op basis van het grootschalige onderzoek ‘Het publiek en de Nederlandse speelfilm – een verkenning van de Nationale markt’ (pdf)*.
Drie van de vijf landgenoten (60%) vinden Nederlandse films beter geworden. Vooral onder jongeren (16-23 jaar) is de waardering in tien jaar sterk toegenomen. De concurrentiekracht van Nederlandse films ten opzichte van het Amerikaanse aanbod is eveneens in de afgelopen tien jaar geleden groter geworden. Als het publiek blindelings zou moeten kiezen geeft 21% van de Nederlanders de voorkeur aan een Nederlandse film en 38% aan een Amerikaanse. De rest van het publiek heeft geen specifieke voorkeur. Tien jaar geleden zou nog maar 15% kiezen voor een Nederlandse film.
De taal en herkenbaarheid zijn belangrijk voor de uitgesproken voorkeur voor Nederlandse films. Dat is vooral de reden voor de populariteit van Nederlandse films bij jongeren, ouderen (55+), ouders met jonge kinderen, lager opgeleiden en het publiek dat niet in de grote steden woont. Ouderen geven om die reden zelfs eerder de voorkeur aan Nederlandse films dan aan Amerikaanse.
Jongeren van 10-15 jaar willen films met leeftijdsgenoten
Van de jongeren van 10 t/m 15 jaar kijkt 91% naar Nederlandse films; 34% kijkt alleen thuis naar Nederlandse films en 56% ziet ook Nederlandse films in de bioscoop. Een duidelijke voorkeur voor films van eigen bodem heeft deze groep niet: 43% kijkt graag naar Nederlandse films, maar 41% maakt het niets uit en 17% kijkt zelfs liever niet naar Nederlandse films. In de leeftijdsgroep 10 t/m 15 jaar lijken Nederlandse films alleen voor meisjes te worden gemaakt; jongens beginnen af te haken als ze 10 of 11 jaar zijn, want het huidige aanbod spreekt ze weinig aan — het is te kinderachtig en te meisjesachtig.
Ze kijken vooral graag naar Nederlandse films vanwege de taal. Ook herkenbaarheid (lotgevallen van leeftijdgenoten), bekende en leuke Nederlandse acteurs, en de humor spelen een belangrijke rol om Nederlandse films graag te zien. Als redenen om niet graag naar Nederlandse films te kijken noemen ze vooral dat de films slecht geacteerd zijn, langdradig of saai, met te weinig actie en niet spannend genoeg. Amerikaanse films worden meer gewaardeerd.
De voorkeurgenres van jonge tieners zijn komedies, familiefilms, spannende films, films met veel avonturen en actie, en films over jongeren van hun eigen leeftijd. Ze worden vooral gemotiveerd om een film te zien als ze weten dat het een spannende film is, dat er veel gelachen kan worden, dat er veel actie en spektakel in zit en omdat het een film is voor iemand van hun leeftijd. Hun ideale film gaat over alledaagse dingen, zoals het leven op school en wat leeftijdgenoten meemaken. Daarnaast noemen ze als onderwerpen: spanning, fantasy en superhelden, verliefdheid, sport en dans, avonturen zoals schat zoeken, en ook pesten.
Hun favoriete Nederlandse films zijn Achtste-Groepers Huilen Niet, Mees Kees, Verliefd Op Ibiza en New Kids. De favoriete buitenlandse films zijn Skyfall, Harry Potter, Ice Age en The Twilight Saga. Nederlandse films die ze stom of niet leuk vinden zijn Flodder, Gooische Vrouwen en Alles Is Liefde.
Televisie en school en vrienden zijn de voornaamste informatiebronnen van tieners. Daarnaast zijn ook reclame in de bioscopen en spotjes en clips op internet, zoals op YouTube, belangrijke bronnen over film voor de jongeren. Wat betreft film spelen sociale media alleen een rol bij de meisjes vanaf 12 jaar en jongens van 14 en 15 jaar. Meisjes zijn veel meer bezig met sociale contacten en uitwisseling van informatie over film met hun vriendinnen, dan de jongens.
Breder aanbod kan zorgen voor meer betalend publiek
De Nederlandse filmproductie kan zijn marktpositie op afzienbare termijn uitbreiden met 1,5 miljoen filmconsumenten die nu nog niet betalen voor Nederlandse films, maar die dat wel zouden willen. Een belangrijke voorwaarde voor het bereiken van dat nieuwe publiek is de productie van een breder aanbod van genres en type films – voor een groot publiek, crossover en arthouse – en een groter productievolume dan nu het geval is. Daarmee zou de Nederlandse filmproductie beter kunnen inspelen op de wensen van de verschillende publieksgroepen. Ook de frequentie van het bioscoop- en filmtheaterbezoek aan Nederlandse films kan worden verhoogd. Dat kan onder meer worden gestimuleerd door een betere spreiding door het jaar van de uitbreng van nieuwe Nederlandse films. Het publiek krijgt dan de gelegenheid het hele jaar door uit een breed scala van Nederlandse films te kiezen.
Voor het verhogen van het bereik bi j10-15-jarigen zouden er meer films gemaakt moeten worden met een ‘volwassen’ karakter. Dat wil zeggen écht spannend, met veel actie en spektakel, en met scherpe humor. Films die in hun ogen een flinke afstand nemen van de kinderwereld wat betreft verhaal, toonzetting en personages. Voor de jongens geen romantische komedies, maar films als New Kids, Oorlogswinter en Sint, en voor de oudere meisjes films als Verliefd Op Ibiza en Alles Is Liefde.
*Het onderzoek is uitgevoerd door de Stichting Filmonderzoek en Paul Verstraeten/Filmtest, in opdracht van EYE Film Instituut Nederland, de Nederlandse Vereniging van Bioscoopexploitanten (NVB) en de Nederlandse Vereniging van Filmdistributeurs (NVF). Het onderzoek bestaat uit deskresearch, een enquête onder filmmarketeers en een kwantitatief onderzoek (door Ruigrok-NetPanel); ruim 4.000 Nederlanders van 16 jaar en ouder beantwoordden vragen over hun voorkeuren en behoeften ten opzichte van Nederlandse speelfilms en daarnaast is een aanvullend onderzoek uitgezet onder ruim 600 10-15-jarigen.