NJi lanceert Toolbox Mediaopvoeding: ‘Wát kind met media doet belangrijker dan tijd die het eraan besteedt’

Kinderen besteden steeds meer tijd aan media, op steeds jongere leeftijd, en dit roept bij ouders veel vragen op. Daarom presenteert het Nederlands Jeugdinstituut vandaag de Toolbox Mediaopvoeding: Media? Gewoon opvoeden!. Een reeks factsheets biedt professionals betrouwbare informatie en adviezen waarmee zij ouders, met vragen over mediagebruik van kinderen van 0 tot en met 18 jaar, kunnen begeleiden. De nadruk ligt daarbij op de kansen die media bieden en het kiezen van geschikte inhoud.

Ouders, docenten en andere mede-opvoeders hebben veel vragen over media. Kijkt mijn kind niet te lang televisie? Met wie heeft mijn kind contact via de sociale media en wat gebeurt daar dan? En wat zijn geschikte en leerzame apps of spelletjes? Lastige opvoedvragen, waarbij ouders niet weten waar ze goede antwoorden kunnen vinden. Ook veel professionals zijn op zoek naar goede informatie en adviezen over mediagebruik en mediaopvoeding.

mediaopvoedproblemen

“Onderzoek laat zien dat professionals willen weten hoe kinderen zich ontwikkelen in relatie tot mediagebruik en hoe je geschikte media kunt beoordelen en risico’s kunt inschatten. Professionals willen ouders informatie en achtergronden kunnen geven, waarmee ouders zelf hun grenzen kunnen bepalen.” [Peter Nikken van het Nederlands Jeugdinstituut en hoogleraar mediaopvoeding bij de Erasmus Universiteit Rotterdam]

De Toolbox Mediaopvoeding biedt professionals in de opvoedingsondersteuning en het onderwijs een totaaloverzicht met factsheets, tips en adviezen, gebaseerd op actuele wetenschappelijke kennis. Deze is volgens de initiatiefnemers vernieuwend omdat deze gevalideerde en gebundelde informatie geeft, opgedeeld is in leeftijdsgroepen, vooral ingaat op de positieve kanten van mediagebruik en kiezen van geschikte inhoud en aandacht besteedt aan media en kinderen met een LVB en het voorkomen van risico’s van internetgebruik zoals sexting, grooming, cyberpesten en financiële problemen.

Uit onderzoek blijkt dat veel ouders denken dat gewoon speelgoed beter is dan media. Opvoeders richten zich vaak op de hoeveelheid tijd die hun kind aan media besteedt, en minder op de inhoud ervan. Een gemiste kans, want media kunnen het kind stimuleren en een positieve invloed hebben op de ontwikkeling. Via games en apps leren ze bijvoorbeeld samenwerken, problemen oplossen en informatie opnemen.

“Media zijn onontkoombaar voor kinderen. Ze gebruiken ze constant. Veel volwassenen denken dat het enkel voor vermaak is, maar kinderen gebruiken media juist om zich te ontwikkelen. Het is daarom belangrijk dat ouders hun kinderen daarin goed begeleiden. En daarvoor is het belangrijk dat beroepskrachten goede informatie hebben om ouders en kinderen te kunnen ondersteunen.” [nogmaals Peter Nikken]

Een op de drie ouders heeft ook moeite met ongewenste invloeden van media op hun kind. Media kunnen risico’s met zich meebrengen als cyberpesten, online misbruik en virtuele diefstal. Wanneer ouders hier bewust mee omgaan, de (online) grenzen bepalen en het gesprek hierover aangaan met hun kind, kunnen deze zoveel mogelijk worden voorkomen.

“Bij het aanpakken van cyberpesten kun je veel van dezelfde strategieën inzetten als bij ‘gewoon’ pesten. Bij sexting en grooming (online kinderlokken) is het vooral belangrijk om je kind weerbaar te maken, en goed met geld leren omgaan helpt je kind ook om online aankopen en reclames te weerstaan. Het gaat vaak over gewoon opvoeden, waarbij de toolbox extra handvatten geeft voor als het specifiek om media gaat. Ofwel: Media? Gewoon opvoeden!” [Krista Okma van het Nederlands Jeugdinstituut en expert opvoeden en opgroeien]

De Toolbox Mediaopvoeding is vanaf vandaag online te bestellen of per sheet kosteloos te downloaden via nji.nl/ToolboxMediaopvoeding. Voor beroepskrachten zijn factsheets en tipsheets beschikbaar voor verschillende leeftijdscategorieën, en daarnaast vinden ouders een aantal documenten waarmee ze aan de slag kunnen.

Boek Patti Valkenburg over schermgaande jeugd: ‘Mediagebruik hoeft geen struikelblok in opvoeding te zijn’

Waarom zijn veel jongeren vergroeid met hun smartphone? Is gamen slecht voor de ontwikkeling van kinderen? Zijn de effecten van seks in de media alleen maar schadelijk? Veel ouders tobben met de vraag of ze hun kinderen moeten beschermen voor hun mediagebruik en hoe ze dat het beste kunnen doen. In haar nieuwe boek Schermgaande jeugd bespreekt Patti Valkenburg, universiteitshoogleraar Media, Jeugd en Samenleving aan de UvA, de laatste stand van zaken rond het gebruik, de aantrekkingskracht en de effecten van media onder kinderen.

Jongeren zitten iedere dag zes uur voor een scherm, meer tijd dan ze op school doorbrengen. Valkenburg laat zien dat de meeste kinderen baat hebben bij de nieuwste generatie schermmedia: hun cognitieve en sociale vaardigheden nemen toe, en hun vriendschappen en zelfvertrouwen worden gestimuleerd. Bij een kleine groep gaat het echter minder goed. Deze kinderen vertonen aandachtsproblemen en online risicogedrag. Ze worden gepest, of raken verslaafd aan games of sociale media. Ook kunnen zij agressief en opgefokt raken van gewelddadige games. Vijf procent van de jongeren is verslaafd aan games.

“In het maatschappelijk debat wordt gamen regelmatig verward met pathologisch gamen. Het is belangrijk om een duidelijk onderscheid te maken, want de sociale effecten van gamen liggen anders voor gameverslaafden dan voor normale gebruikers. Gamen gaat in het algemeen samen met minder eenzaamheid, terwijl pathologische gamers wel vaak eenzaam zijn en die eenzaamheid neemt toe naarmate de verslaving toeneemt.”

Tieners dulden niet gemakkelijk inmenging in hun mediagebruik, omdat ze menen dat het – net als vrienden en kleding – binnen hun persoonlijke domein valt. Dit maakt dat veel ouders het reguleren van het schermgedrag van tieners moeilijk vinden. Valkenburg sluit haar boek daarom af met een aantal op wetenschappelijk onderzoek gebaseerde adviezen voor een proactieve mediaopvoeding. In zo’n opvoeding zijn er duidelijke afspraken over gedragsregels, die passen bij het ontwikkelingsniveau, en die consistent worden gehandhaafd.

“Omgaan met de verleidingen van smartphones, games en apps vereist zelfcontrole. Als je je kind hierbij wilt helpen, werkt een autonomie-bevorderende opvoeding het beste. Bijvoorbeeld: geen apparaten aan tafel tijdens het eten of geen telefoon na een bepaalde tijd in de avond. Maak deze afspraken bij voorkeur vóórdat de smartphone, game of app wordt aangeschaft.”

Ze benadrukt ook het belang van het voorkomen van gewoontevorming: “In de kindertijd kan mediagebruik – net als veel ander gedrag – al snel een gewoonte vormen. Als dat gebeurt, is het nog maar moeilijk af te leren. Een mediaopvoeding is pas proactief als deze erop gericht is te voorkomen dat tieners de gewoonte vormen om altijd bereikbaar te zijn.”

Updates:

  • (3/12): In een interview met Mijn Kind Online legt Patti Valkenburg uit dat ze met dit boek ouders vooral hoop wil meegeven: “Je hoort van zoveel ouders dat de opvoeding zoveel moeilijker is geworden en dat ze enorme moeite hebben het mediagebruik van hun kinderen binnen de perken te houden, vooral bij pubers. Maar uit het wetenschappelijk onderzoek dat er nu ligt, blijkt dat er over het algemeen best hoop is.”
  • (10/12): In een interview met de Volkskrant lezen we dat de meest gestelde vraag aan Patti Valkenburg is wat ouders moeten doen: “Kinderen en jongeren verschillen onderling sterk. Dus zeg ik tegen ouders: u kent u kind het beste, u ziet hoe het reageert op enge films of een heftige game. Ouders zijn de eerste verantwoordelijken. Als je kind onrustig of bang wordt, dan laat je het toch niet kijken?”
Kids en Jongeren Marketing blog website is van Euroforum BV. Privacy statement | Cookie statement | Copyright © 2021