Trendwatcher Herman Konings heeft wat met het geluksgetal 7, en dus wilde hij zijn nieuwe boek de numerieke titel 14 geven, verwijzend naar onder andere dit nieuwe jaar. Zijn uitgever vond dat echter te saai, waarna een compromis werd gevonden in De tafel van 7.* Imho ook geen sterke titel, maar -om maar met de deur in huis te vallen- eigenlijk is dat het enige minpuntje dat ik kan bedenken over het boek. Uitgeverij Lannoo prijst het aan als een “mustread voor iedereen die in onzekere tijden geïnspireerd wil handelen”, en dat kan ik alleen maar benadrukken.
In de publicatie worden de zeven trends aangesneden die de auteur het meeste aanspreken, waarbij de nadruk ligt op wat van anderen geleerd kan worden (“gluren bij nabije of verre buren”). Konings heeft veel goede, voor mij onbekende voorbeelden gevonden die -samen met fraaie foto’s en illustraties- werkelijk inspireren om zelf aan de slag te gaan. Hoewel deze vondsten helder en krachtig beschreven worden, staan in de kantlijn tientallen adressen van webpagina’s vermeld voor wie meer wil weten (een verkorte url was soms handig geweest). En daarnaast zijn pagina’s opgenomen die via de Layar-app een extra laag van augmented reality in de vorm van filmpjes kunnen oproepen.
Alsof dat nog niet genoeg is, krijgen diverse gastauteurs elk een paar pagina’s de ruimte om hun stokpaardje te berijden. Soms waardevol (de marketingexpert die stelt dat consumer-to-consumer een van de belangrijkste kanalen aan het worden is), soms leerzaam (de kennistechnoloog die uitlegt waarom monoculturen ongezond zijn), soms vraagtekens oproepend (de brand journalist die brand journalism promoot). Zo krijgen we niet alleen de mening van de hoofdauteur voorgeschoteld, maar ook die van experts van naam — een aardige toevoeging die niet per se nodig was geweest. “De beste manier om de toekomst te voorspellen, is ze voor te stellen”, aldus Konings, “en dan ben je bij wetenschappers doorgaans aan het goede adres”. Vandaar deze bijdragen en de verwijzingen naar andere ‘vernieuwers’ door de tekst heen.
Dit zijn de zeven trends die in evenveel hoofdstukken ter tafel komen:
- Meer met minder voor meer (wat kunnen westerse ondernemers leren van hun collega’s in de groeilanden?);
- De digiboorlingen (wat pikken opvoeders op van de digitale natives, en wat kan technologie leren van hun analoge ouders?);
- Onderscheidend onvermogen (wat kunnen we leren van de millennials, twintigers en jonge dertigers die ondanks hun ‘onvermogen’ aan tijd en geld zich toch willen onderscheiden?);
- De persoonlijke informatie economie (hoe slim gaan systemen om met data over ons, en wat krijgen we ervan terug?);
- De hospitology (wat kan de hele retailsector leren van de ervaring met gastvrijheid in de horeca?);
- De amortaliteit (wat betekent de wetenschap voor de gezondheid van ons, leeftijdslozen, en wat leert technologie van het menselijk lichaam?);
- Het nieuwe subliem (hoe kunnen we het beste uit verleden en toekomst, schoonheid en onooglijkheid, beeld en geluid, tijd en ruimte laten samenvloeien?).
Het eerste hoofdstuk M4L4M (lees: meer voor minder voor meer) is waarschijnlijk het meest opvallende en vernieuwende: innovatie volgens het beginsel van ‘jugaad’ (lees: slimme daden met beperkte middelen), zoals een reclamezuil die voor water zorgt in woestijnsteden. Maar gezien de focus van dit blog (het heet niets voor niets Kidsenjongeren.nl) wil ik vooral even wijzen op hoofdstuk 2, over ‘generatie ADHD’ (de afkorting staat voor Any Device Head Down), die wordt grootgebracht door sharents (parents who like to share). Deze schets van de jeugd van tegenwoordig wordt op boeiende wijze uitgewerkt aan de hand van begrippen als digitale spiegels, natural born hackers en zwangerschapspensioen. De conclusie: scholen, bedrijven en overheden staan voor een uitdaging om om te gaan met de nieuwe generatie. In het derde hoofdstuk staan millennials centraal, de slimme zelfredzame jongvolwassenen “die de hoge verwachtingen van marktmakers ‘net niet’ blijken te kunnen inlossen”, maar zich beseffen dat ze alle middelen hebben om de wereld aan te kunnen. Delen, gebruiken en recyclen is bij hen steeds meer in trek, en ze voelen zich aangetrokken door het ambachtelijke, het lokale en het collaboratieve.
En dan volgen er nog vier hoofdstukken hè, waarin onder andere relevante onderwerpen als big knowledge, social currencies, lab culture, het ‘internet der lijven’ en ‘digitaal dieet’ besproken worden (wellicht anders dan het voorgaande doet vermoeden, blijft het aantal Engelstalige buzzwoorden beperkt). Konings is vindingrijk in zijn taalgebruik. Zo verricht generatie Y “genyale handelingen”, wordt de afkeerreactie op een overdaad aan nostalgie “not-stalgie” genoemd en is “ver-te-veling” een creatiever woord voor keuzestress.
Maar los van zijn onderhoudende schrijfstijl boeit en inspireert Konings met de inhoud. We weten allemaal dát de wereld verandert, nu wordt op inzichtelijke wijze het hoe en wat duidelijk gemaakt, en dat alles op z’n kop staat. Wat betekent het bijvoorbeeld voor restaurants dat hobbykoks hun bereidingen gaan verkopen en wat gaan fabrikanten ervan merken dat consumenten zelf producten kunnen 3D-printen? Wie zijn ogen even sluit voor de boze buitenwereld (berichten in het nieuws over criminaliteit etc. staan héél ver weg van De tafel van 7) en zijn blik richt op dit boek, krijgt een positieve, meer duurzame en hoopgevende toekomst in beeld.
Om een betere indruk van de inhoud te geven, ben ik -zoals gebruikelijk in mijn reviews- zo vrij om het boek samen te vatten in de vorm van de meest opvallende oneliners. Normaal gesproken zijn dat er tien, maar in dit geval kan ik niet anders dan voor een meervoud van 7 kiezen:
- “Met kleine inpanningen het grote verschil maken, dat is de essentie van jugaad innovatie, en de nieuwe economische groeieilanden fungeren als trotse labs voor het vermoeid ogende Westen” (pagina 34)
- “Jonge kinderen weten niet beter dan dat hun nog kleine wereld gevuld is met hun evenbeeld, op alle mogelijke schermen, met alle mogelijke grimassen” (59)
- “De cloud is als de platenkast van opa” (60)
- “Als merk of overheid heb je de taak de juiste bouwstenen te leveren, te inspireren en het experimenteren aan te moedigen” (70)
- “De liefhebber is dood, leve de bijna-professional!” (110)
- “Dat baksteen nog altijd ‘leeft’ bij de Digitale Diva’s wordt door een grote meerderheid onderschreven: 70% beschouwt een reële, tastbare kledingwinkel als essentieel voor het nemen van modebeslissingen” (115)
- “We zijn beland in het ‘overaltijdperk’, the Age of Everyware, waar informatie over consumentengedrag uit aan het internet gekoppelde aparaten onverwijld, overal en altijd, aan megasystemen worden overgedragen” (136)
- “We zijn in menig opzicht steeds minder consument en steeds meer product” (145)
- “Gezien worden als experimenteel, open en collaboratief is vandaag gezien worden als attractief, vooruitstrevend en jong” (170)
- “De moderne man omarmt forward-to-basics waarden: hij is graag geïnspireerd door innovatie, techniek en technologie, maar ook gericht op eenvoud en essentie, en heeft een grotere appreciatie voor zijn lichaam (gezondheid) en zijn huis (familie)” (179)
- “Zelfbedrog is voor boomers een overlevingsstrategie” (209)
- “Tieners zien er verdacht volwassen uit” (213)
- “Millennials zijn uit op het vormen van ‘bonden van gepassioneerden’, waarin passies en interesses gedeeld worden en waarin leeftijd, geslacht, etniciteit, professionele of seksuele oriëntatie van ondergeschikt of geen belang zijn” (214)
- “Mensen verlangen naar diepere interacties, waarop een groeiend aantal sociale websites en apps antwoordt met services die de zaken wat afremmen: de slowcial media” (253)
Het boek is hier te bestellen. Het moge duidelijk zijn: dat is een aanrader.
*De titel De tafel van 7 verwijst naar de 7 beschreven trends voor het jaar 14 van de 21ste eeuw, geschreven door een 49-jarige in zijn 21ste professionele jaar als veranderingspsycholoog, met bijdragen van 14 gastauteurs.