Vlaamse trendwatchers voorspellen: ‘2015 wordt het jaar van de RenEssence’

Vanochtend kwamen de vier* Grote Vlaamse Namen uit Trendwatchland weer bijeen in het penthouse van InSites Consulting in Gent. In een ontbijtsessie presenteerden Herman Konings, Sven Mastbooms, Tom Palmaerts en Joeri Van den Bergh vier trends. Zij zien 2015 als het jaar van de ‘RenEssence’, de wedergeboorte van de essentie. We willen vooruit door terug te gaan naar waar het werkelijk om gaat: geen ultieme balans, maar een mix van het grijpbare (aarde), het ademende (lucht), het passionele (vuur) en het voedende (water) in een wereld die steeds complexer wordt.

‘THE AGE OF EVERYWARE’
In dit tijdperk van het Grote Ongeduld dienen bedrijven in te spelen op de uitgesproken drang naar instant bevrediging. Met alle logistieke gevolgen van dien: aan huis leveren verandert van binnen de 3 werkdagen naar binnen de 3 uren, betaling moeten naadloos ingelast zitten in het aankoopproces en het menselijke lichaam en waarom nog zelf nadenken over wat we willen aankopen als de retailer zelf intuïtief aanvoelt wat we nodig hebben. Shoppen was nog nooit zo ambient.

Herman Konings (Pocket Marketing/nXt) werpt eerst een blik op de voorspelling voor 2014, het jaar van de angst, die nog steeds doorloopt. ‘FUD’ (fear, uncertainty, doubt) is een uitstekende raadgever voor de industrie, daar kunnen marketeers wel wat mee. The Guardian heeft een Happy for Life-app, Unilever laat extreme authenticiteit zien in een film, Stockholm kent de taxi-therapeut, Canvas zendt Het voordeel van de twijfel uit en A.S. Colour neemt onzekerheid bij mannen weg, om enkele voorbeelden te noemen. In het verlengde daarvan gaat het over ‘shortcut revenge’ (denk aan Airbnb), ‘augmented intelligence’ (slimme BMW) en ’the age of impatient’ (Amazon doet aan ‘predictive shipping’).

Onderstaande video ziet er uit als de ‘natte drone’ van de marketeer, maar er is ook een tegenbeweging van mensen die niet altijd alles willen volgen; ‘JOMO, the joy of missing out’.

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=6566rss8M10]

Bits & bytes zijn alomtegenwoordig, maar het gaat om relevantie. Google Glass (“Ik zei twee jaar geleden al dat het een flop zou worden”) is een persoonlijke belediging voor je eigen integriteit, terwijl een Nymi wel van toegevoegde waarde is. Ook goed: Gap doet aan ‘reserve in store’, IBM stelt dat binnen vijf jaar lokaal kopen online zal verslaan en 20 kankerpatiënten kregen een unieke make-over van de Mimi Foundation.

‘THE END OF NAUGHTY’
“Sport u mijnheer? Ja, hoor, fietsen, zwemmen, wandelen met de hond!” — 2014 was waarschijnlijk het laatste jaar dat we met een leugentje om bestwil ons sportief en gezondheidsimago konden oppoetsen. Met kennis komt verantwoordelijkheid. Waarom the start of smart ook the end of stupid zal zijn.

Sven Mastbooms (Seven/Kindred Spirits) weet dat in 2014 technologie overal en altijd was, maar in 2015 gaat het over data, data en data. We meten alles wat er te meten valt. ‘Big data’ wordt eindelijk ‘smart data’.  Privacy en anonimiteit zijn daarbij belangrijke onderwerpen. Op basis van vier datapunten van een consumenten is al bekend wie het is, maar ook op basis van de snelheid van je auto (sowieso weten auto’s veel van hun berijders) of het invullen van postcode, leeftijd en geslacht bij polletjes is dat te achterhalen. Je unieke bewegingspatroon is even betrouwbaar als je vingerafdruk en bureaustoelen gaan advies geven voor ademhalingsoefeningen. Gezonde werknemers zijn immers beter voor de werkgever.

Hoe dan ook, er zal behoorlijk wat discussie nodig zijn over eigendom, verantwoordelijkheid en ethiek van data. Mooier gezegd: ‘Data is knowledge. Knowledge is power. With power comes responsibility.’ Het goede nieuws is dat we dankzij data gezonder, veiliger en verantwoorder kunnen leven. Het slechte nieuws is dat we zelf geen controle hebben over de data ‘out there’, hoewel we natuurlijk zelf verantwoordelijk voor ons eigen gedrag blijven. Er zijn echter middelen om gedrag te veranderen, om maatregelen te nemen, zoals de Pavlok die schokjes geeft als doelen niet gehaald worden.

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=-UYUS2ZlwNM]

‘PROUDLY IMPERFECT’
Waar Instagram, PhotoShop en andere tools ons dagelijks helpen om de wereld en onszelf er beter te laten uitzien, missen we een persoonlijk gevoel van echtheid en authenticiteit. We waarderen de schoonheid van imperfectie en verwelkomen lelijk fruit, misvormde pizza’s en modellen zonder model. Bad isn’t so bad after all.

Joeri Van den Bergh (InSites Consulting) heeft veel bewijsmateriaal over de drang naar echtheid. Zo sturen vrienden elkaar nu lelijke selfies, geeft de tumbr-pagina Filter Fakers een overzicht van #nofilter-fakers en zijn ‘pretty girls making ugly faces’ erg populair. Als iedereen weet hoe je een perfecte zelfportretje kan maken is, is het voor jongeren namelijk niet meer cool. Bovendien worden mensen meer authentiek gevonden door hun fouten, zo bevestigden negen van de tien respondenten in een JWT-onderzoek.

Brené Brown schreef succesvolle boeken over de kracht van kwetsbaarheid en gaf een van de meest bekeken TED-talks. Imperfecte mensen, zoals Beth Ditto (The Gossip) en Lena Dunham (Girls), liggen goed in de markt. Bekendheden maken van hun imperfectie hun kracht, weten zich daarmee te onderscheiden. Een nummer als Ugly Boy van Die Antwoord is daar een aardige illustratie van. Niet perfecte mensen en producten duiken ook steeds vaker op in de media en reclame, hoewel vooralsnog vooral in de mode-industrie.

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=W5YIrf84C24]

Imperfectie is goed. In mode, make-up, haarstijl en juwelen worden imperfecties toegelaten. Maar ook lelijke groenten en fruit zijn terug in de gratie bij veel retailers: Kromkommer, CulinARy MiSfiTs, pizza met bubbels van Pizza Hut, ruwe chocolade, enzovoort. Software wordt steeds sneller gelanceerd, als de fouten er nog in zitten. En Pinstrosity verzamelt o.a. recepten die níet gelukt zijn. Of kijk naar de negatieve reacties op de ‘perfect body’-campagne van Victoria’s Secret. Meer reclames en producten zouden een ‘failosophy’ moeten hebben. Dat werkt, omdat millennials het gevoel hebben nog fouten te mogen maken.

https://www.youtube.com/watch?v=m9CY9GSyQQM

‘IMPULSE ACTING’
Alles is zo disruptief, dat we blijkbaar niet steeds een beroep kunnen doen op onze kennis van het verleden. De belangrijkste eigenschap voor de toekomst is je kunnen aanpassen aan verandering. We trainen ons intuïtief gevoel en flexibiliteit.

 Tom Palmaerts (Trendwolves) is in een filosofische bui en hangt zijn verhaal op aan de vraag hoe we de toekomst gaan overleven. Hij stelt voor dat we stoppen met nostalgie en retro: vroeger was het niet beter! We moeten naar de toekomst dúrven kijken, en het advies van Bruce Lee opvolgen: ‘Be like water’ — net als parkourrunners en skaters reageren op het moment zelf, onszelf voortdurend aanpassen. Initiatieven als Bliep*, Tesla en Rent the Runway trekken zich niets aan van regels of van hoe het voorheen ging, maar hanteren een andere manier van denken.

We zien de ene disruptie na de ander, maar aan de andere kant — werk, school, software — verandert er opvallend genoeg weinig. De wereld verandert, maar de context niet. We moeten uitgedaagd worden om om te gaan met veranderingen, daar niet jaren op wachten. Misschien helpt het als we ons omringen met ‘spontane kunst’? ‘Learn to unlearn’!

B4aGrirCEAI6SOD

*Voor de volledigheid: virtueel was de vijfde Grote Naam, Steven Van Belleghem, er ook nog even bij met enkele voorbeelden uit zijn nieuwe boek When digital becomes human. Menselijk contact wordt waardevoller in een digitale wereld.

Updates:

(10/12): zie ook de blogpost op HCBSY over de ‘perfectly imperfect’-trend.

(14/12): Joeri, Herman, Tom en Sven hebben zelf gezamenlijk ook een samenvattend verslag (pdf) opgesteld van de bijeenkomst, aangevuld met achtergrondinformatie. Als ik dat toch eerder had geweten… ;-)

 

[Recensie] Herman Konings’ trendboek ‘De tafel van 7’ in 14 oneliners

Trendwatcher Herman Konings heeft wat met het geluksgetal 7, en dus wilde hij zijn nieuwe boek de numerieke titel 14 geven, verwijzend naar onder andere dit nieuwe jaar. Zijn uitgever vond dat echter te saai, waarna een compromis werd gevonden in De tafel van 7.* Imho ook geen sterke titel, maar -om maar met de deur in huis te vallen- eigenlijk is dat het enige minpuntje dat ik kan bedenken over het boek. Uitgeverij Lannoo prijst het aan als een “mustread voor iedereen die in onzekere tijden geïnspireerd wil handelen”, en dat kan ik alleen maar benadrukken.

In de publicatie worden de zeven trends aangesneden die de auteur het meeste aanspreken, waarbij de nadruk ligt op wat van anderen geleerd kan worden (“gluren bij nabije of verre buren”). Konings heeft veel goede, voor mij onbekende voorbeelden gevonden die -samen met fraaie foto’s en illustraties- werkelijk inspireren om zelf aan de slag te gaan. Hoewel deze vondsten helder en krachtig beschreven worden, staan in de kantlijn tientallen adressen van webpagina’s vermeld voor wie meer wil weten (een verkorte url was soms handig geweest). En daarnaast zijn pagina’s opgenomen die via de Layar-app een extra laag van augmented reality in de vorm van filmpjes kunnen oproepen.

Alsof dat nog niet genoeg is, krijgen diverse gastauteurs elk een paar pagina’s de ruimte om hun stokpaardje te berijden. Soms waardevol (de marketingexpert die stelt dat consumer-to-consumer een van de belangrijkste kanalen aan het worden is), soms leerzaam (de kennistechnoloog die uitlegt waarom monoculturen ongezond zijn), soms vraagtekens oproepend (de brand journalist die brand journalism promoot). Zo krijgen we niet alleen de mening van de hoofdauteur voorgeschoteld, maar ook die van experts van naam — een aardige toevoeging die niet per se nodig was geweest. “De beste manier om de toekomst te voorspellen, is ze voor te stellen”, aldus Konings, “en dan ben je bij wetenschappers doorgaans aan het goede adres”. Vandaar deze bijdragen en de verwijzingen naar andere ‘vernieuwers’ door de tekst heen.

Dit zijn de zeven trends die in evenveel hoofdstukken ter tafel komen:

  • Meer met minder voor meer (wat kunnen westerse ondernemers leren van hun collega’s in de groeilanden?);
  • De digiboorlingen (wat pikken opvoeders op van de digitale natives, en wat kan technologie leren van hun analoge ouders?);
  • Onderscheidend onvermogen (wat kunnen we leren van de millennials, twintigers en jonge dertigers die ondanks hun ‘onvermogen’ aan tijd en geld zich toch willen onderscheiden?);
  • De persoonlijke informatie economie (hoe slim gaan systemen om met data over ons, en wat krijgen we ervan terug?);
  • De hospitology (wat kan de hele retailsector leren van de ervaring met gastvrijheid in de horeca?);
  • De amortaliteit (wat betekent de wetenschap voor de gezondheid van ons, leeftijdslozen, en wat leert technologie van het menselijk lichaam?);
  • Het nieuwe subliem (hoe kunnen we het beste uit verleden en toekomst, schoonheid en onooglijkheid, beeld en geluid, tijd en ruimte laten samenvloeien?).

Het eerste hoofdstuk M4L4M (lees: meer voor minder voor meer) is waarschijnlijk het meest opvallende en vernieuwende: innovatie volgens het beginsel van ‘jugaad’ (lees: slimme daden met beperkte middelen), zoals een reclamezuil die voor water zorgt in woestijnsteden. Maar gezien de focus van dit blog (het heet niets voor niets Kidsenjongeren.nl) wil ik vooral even wijzen op hoofdstuk 2, over ‘generatie ADHD’ (de afkorting staat voor Any Device Head Down), die wordt grootgebracht door sharents (parents who like to share). Deze schets van de jeugd van tegenwoordig wordt op boeiende wijze uitgewerkt aan de hand van begrippen als digitale spiegels, natural born hackers en zwangerschapspensioen. De conclusie: scholen, bedrijven en overheden staan voor een uitdaging om om te gaan met de nieuwe generatie. In het derde hoofdstuk staan millennials centraal, de slimme zelfredzame jongvolwassenen “die de hoge verwachtingen van marktmakers ‘net niet’ blijken te kunnen inlossen”, maar zich beseffen dat ze alle middelen hebben om de wereld aan te kunnen. Delen, gebruiken en recyclen is bij hen steeds meer in trek, en ze voelen zich aangetrokken door het ambachtelijke, het lokale en het collaboratieve.

En dan volgen er nog vier hoofdstukken hè, waarin onder andere relevante onderwerpen als big knowledgesocial currencies, lab culture, het ‘internet der lijven’ en ‘digitaal dieet’ besproken worden (wellicht anders dan het voorgaande doet vermoeden, blijft het aantal Engelstalige buzzwoorden beperkt). Konings is vindingrijk in zijn taalgebruik. Zo verricht generatie Y “genyale handelingen”, wordt de afkeerreactie op een overdaad aan nostalgie “not-stalgie” genoemd en is “ver-te-veling” een creatiever woord voor keuzestress.

Maar los van zijn onderhoudende schrijfstijl boeit en inspireert Konings met de inhoud. We weten allemaal dát de wereld verandert, nu wordt op inzichtelijke wijze het hoe en wat duidelijk gemaakt, en dat alles op z’n kop staat. Wat betekent het bijvoorbeeld voor restaurants dat hobbykoks hun bereidingen gaan verkopen en wat gaan fabrikanten ervan merken dat consumenten zelf producten kunnen 3D-printen? Wie zijn ogen even sluit voor de boze buitenwereld (berichten in het nieuws over criminaliteit etc. staan héél ver weg van De tafel van 7) en zijn blik richt op dit boek, krijgt een positieve, meer duurzame en hoopgevende toekomst in beeld.

Om een betere indruk van de inhoud te geven, ben ik -zoals gebruikelijk in mijn reviews- zo vrij om het boek samen te vatten in de vorm van de meest opvallende oneliners. Normaal gesproken zijn dat er tien, maar in dit geval kan ik niet anders dan voor een meervoud van 7 kiezen:

  • “Met kleine inpanningen het grote verschil maken, dat is de essentie van jugaad innovatie, en de nieuwe economische groeieilanden fungeren als trotse labs voor het vermoeid ogende Westen” (pagina 34)
  • “Jonge kinderen weten niet beter dan dat hun nog kleine wereld gevuld is met hun evenbeeld, op alle mogelijke schermen, met alle mogelijke grimassen” (59)
  • “De cloud is als de platenkast van opa” (60)
  • “Als merk of overheid heb je de taak de juiste bouwstenen te leveren, te inspireren en het experimenteren aan te moedigen” (70)
  • “De liefhebber is dood, leve de bijna-professional!” (110)
  • “Dat baksteen nog altijd ‘leeft’ bij de Digitale Diva’s wordt door een grote meerderheid onderschreven: 70% beschouwt een reële, tastbare kledingwinkel als essentieel voor het nemen van modebeslissingen” (115)
  • “We zijn beland in het ‘overaltijdperk’, the Age of Everyware, waar informatie over consumentengedrag uit aan het internet gekoppelde aparaten onverwijld, overal en altijd, aan megasystemen worden overgedragen” (136)
  • “We zijn in menig opzicht steeds minder consument en steeds meer product” (145)
  • “Gezien worden als experimenteel, open en collaboratief is vandaag gezien worden als attractief, vooruitstrevend en jong” (170)
  • “De moderne man omarmt forward-to-basics waarden: hij is graag geïnspireerd door innovatie, techniek en technologie, maar ook gericht op eenvoud en essentie, en heeft een grotere appreciatie voor zijn lichaam (gezondheid) en zijn huis (familie)” (179)
  • “Zelfbedrog is voor boomers een overlevingsstrategie” (209)
  • “Tieners zien er verdacht volwassen uit” (213)
  • “Millennials zijn uit op het vormen van ‘bonden van gepassioneerden’, waarin passies en interesses gedeeld worden en waarin leeftijd, geslacht, etniciteit, professionele of seksuele oriëntatie van ondergeschikt of geen belang zijn” (214)
  • “Mensen verlangen naar diepere interacties, waarop een groeiend aantal sociale websites en apps antwoordt met services die de zaken wat afremmen: de slowcial media” (253)

Het boek is hier te bestellen. Het moge duidelijk zijn: dat is een aanrader.

*De titel De tafel van 7 verwijst naar de 7 beschreven trends voor het jaar 14 van de 21ste eeuw, geschreven door een 49-jarige in zijn 21ste professionele jaar als veranderingspsycholoog, met bijdragen van 14 gastauteurs.

Kids en Jongeren Marketing blog website is van Euroforum BV. Privacy statement | Cookie statement | Copyright © 2021