Vlaamse campagne over online privacy in de klas: ‘Denk na voor je iets online zet’

Omgaan met privacy op sociale netwerksites is een belangrijke uitdaging op dit moment, en scholen hebben daarbij een belangrijke rol te spelen. Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits heeft daarom een nieuwe campagne over online privacy gelanceerd, om leraren en leerlingen uit het secundair onderwijs bewust te maken van de thematiek van online privacy in de klas. De boodschap die de jeugd krijgt: ‘Denk na voor je iets online zet’. Het doel is kinderen en jongeren vaardigheden bij te brengen zodat ze zich verantwoord en veilig op het internet kunnen begeven.

Voor de campagne is er het nieuwe boek Mediawijs Online, er is een nieuw lespakket over online privacy, een privacy-handleiding voor leraren en een ‘EHBO-kit voor privacy en sociale media’. Alle secundaire scholen in Vlaanderen hebben recent het nieuwe lesmateriaal ontvangen.

“De sociale media zijn niet meer weg te denken uit de leefwereld van kinderen en jongeren. Ze vormen een belangrijke bron van communicatie thuis en op school en dragen bij tot hun mediawijsheid. Het is essentieel om verantwoord en veilig met sociale media om te gaan. Deze campagne over online privacy in de klas wil jongeren en leraren wijzen op de risico’s en reikt tips aan hoe hiermee om te gaan.” [Hilde Crevits]

Drieluik
In het verleden waren er al campagnes over cyberpesten en online reclame. De nieuwe campagne wil leraren én leerlingen ondersteunen om de thematiek van online privacy in de klas aan te pakken. De campagne bestaat uit drie ‘luiken’:

  • Een informatief luik in de vorm van het boek Mediawijs Online, tot stand gekomen door een samenwerking van Mediawijs.be en de Universiteit Antwerpen;
  • Een educatief luik in samenwerking met UGent, bestaande uit een privacyhandleiding voor leraren en drie lespakketten (over respectievelijk commerciële risico’s, contactrisico’s en inhoudsrisico’s op sociale netwerksites);
  • Een sensibiliseringsluik met een wedstrijd waaraan scholen tot 15 januari 2015 klassikaal kunnen deelnemen en de ‘EHBO-kit voor privacy en sociale media’.

De campagne richt zich op scholen (leraren en leerlingen) uit het secundair onderwijs. Dat gebeurt vanuit de vaststelling dat vanaf de leeftijd van 12-14 jaar jongeren actief gaan experimenteren met sociale netwerksites en zich een online identiteit aanmeten. Bovendien vermindert het ouderlijk toezicht naarmate kinderen en jongeren ouder worden, wat risicogedrag eveneens doet toenemen.

Mediawijsheid
Jongeren groeien op in een digitale wereld en dat is een goede zaak. Jongeren maken op school en in hun vrije tijd vaak gebruik van sociale media. Die sociale media geven jongeren de toegang tot een wereld van informatie en nieuws. Het is een verhaal van kansen en van talentontwikkeling. Onderwijs vertrekt vanuit het idee dat jongeren gevormd worden tot kritische, betrokken, autonome, verdraagzame en creatieve mensen.

Het is belangrijk dat jongeren verantwoord en veilig met sociale media omgaan. Dat vraagt een gedeelde verantwoordelijkheid van de ouders en van het onderwijsveld. Mediawijsheid vormt een essentieel onderdeel van de nieuwe geletterdheid. Het werken aan digitale competenties, mediageletterdheid en ICT-vaardigheden maakt sinds 2007 deel uit van de eindtermen. Leerlingen moeten ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier kunnen communiceren.

Cijfers
Uit recent Apestaartjaren-onderzoek blijkt dat 89% van de 12-18-jarigen en 35% van de 9-12-jarigen een profiel op Facebook hebben. Jongeren gebruiken sociale netwerksites om te communiceren, om foto’s en filmpjes te delen, om statusupdates te posten en om berichten te posten op een profiel van vrienden. Bijna de helft van de jongeren gebruikt sociale media ook voor schoolwerk. Naast de vele mogelijkheden zijn er ook wel risico’s verbonden aan online media.

Van de kinderen die Facebook gebruiken, zegt 18,5% bevriend te zijn met mensen die ze nog nooit in het echt hebben gezien. Bij jongeren is dat niet veel anders: 27% van de jongeren voegt soms onbekenden toe. Ongeveer 10% van de 9-16-jarigen antwoordt positief op de vraag of ze het afgelopen jaar iets storends hadden meegemaakt of gezien op internet. Meisjes (14%) rapporteren dubbel zoveel negatieve ervaringen dan jongens (6%).

Inhoudsrisico’s, zoals de (ongewilde) confrontatie met pornografische beelden komen meest voor; 12% ontving seksueel getinte boodschappen en 10% had een face-to-face ontmoeting met iemand die hij of zij via internet had leren kennen. 7% van de onderzochte groep was slachtoffer van cyberpesten, voornamelijk via sociale media.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Congres Kids en Jongeren website is van Euroforum BV. Privacy statement | Cookie statement | Copyright ©2024