Kinderen willen zich online over het algemeen heel verantwoordelijk gedragen. Eerlijkheid en de privacy van anderen zijn belangrijke uitgangspunten bij hun gebruik van sociale media. Maar bij het controleren van feiten schiet die verantwoordelijkheid er nog wel eens bij in, zo blijkt uit het onderzoek Wat voor mediamaker ben jij? (pdf) naar de normen & waarden op sociale media, waaraan meer dan zesduizend kinderen tussen tien en twaalf jaar meededen. Het onderzoek werd gehouden in het kader van de Week van de Mediawijsheid.
Volgens Mary Berkhout, programmamanager van organisator Mediawijzer.net, ligt hier onder meer een taak voor professionele mediamakers weggelegd: “Zij moeten uiteindelijk het goede voorbeeld geven.”
De Week van de Mediawijsheid (20 t/m 27 november) stond dit jaar in het teken van ‘Media & Respect’. Om erachter te komen hoe respectvol kinderen zich online gedragen en wat hun overwegingen daarbij zijn, liet Mediawijzer.net onderzoek doen onder meer dan zesduizend basisschoolleerlingen. Kinderen uit groep 7 en 8 werden aan de hand van verschillende dilemma’s gevraagd welke keuzes ze zouden maken rond thema’s als commercie, privacy, blaming en shaming en fact checking. Op het laatste gebied is nog verbetering nodig, zo laat het onderzoek zien.
Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat het met het morele kompas van de meeste kinderen wel goed zit, viel ook Berkhout op: “Of het nu gaat om eerlijk zijn over gesponsorde producten in vlogs of om toestemming vragen voordat je een filmpje van een ander online zet: dit onderzoek laat zien dat kinderen zich online vaak heel verantwoordelijk gedragen.” Zo is bijvoorbeeld aan kinderen gevraagd of ze op een vlog een gesponsord product zouden laten zien, ondanks dat ze het eigenlijk maar rommel vinden. Eerlijkheid blijkt hierbij het voornaamste uitgangspunt: zowel bij de kinderen die ervoor kiezen het product wel te laten zien en eerlijk hun mening te geven (meer dan 70%), als bij de kinderen die het niet tonen om zo eerlijk te kunnen blijven (meer dan 60%).
Bij het controleren van een bericht voordat ze het delen op sociale media gaan kinderen minder voorzichtig te werk, zo komt uit het onderzoek naar voren. Meer dan een derde van de ondervraagde kinderen zou een gevoelig bericht doorsturen zonder te checken of de inhoud eigenlijk wel klopt. Bijvoorbeeld omdat ze vinden dat je de meeste berichten nu eenmaal niet zo serieus moet nemen (meer dan 50%), het niet als hun taak zien om berichten te checken (meer dan 30%) of niet weten hoe ze dat zouden moeten doen. Uit een Ofcom-studie bleek recentelijk al dat het in Engeland niet veel anders is dan in Nederland: ‘Te veel kinderen denken de werkelijkheid te vinden op Google en YouTube’, schreef ik vorige week.
Hier ligt een grote taak voor ouders, opvoeders én professionele mediamakers weggelegd, vindt Berkhout: “Kinderen bezitten alle basisvaardigheden om uit te groeien tot verantwoordelijke mediagebruikers én –makers, maar op het gebied van fact checking kan het nog beter. Ga als ouder of onderwijzer met kinderen in gesprek om duidelijk te maken hoe belangrijk het is om waar van onwaar te kunnen onderscheiden. En geef als professionele mediamaker het goede voorbeeld. Natuurlijk door eigen stukken goed te controleren, maar ook door heel duidelijk te melden wanneer berichtgeving niet klopt en waar dit dan uit blijkt. Zo kunnen we samen kinderen helpen om goede fact checkers te worden.”
Vanochtend overhandigt Mediawijzer.net de conclusies van dit onderzoek aan de Raad voor Cultuur, het adviesorgaan dat in het najaar van 2016 een nieuw advies over mediawijsheid uitbrengt.