UGent ontwikkelt game voor meer reclamewijsheid

Afgelopen vrijdag vond in Living Tomorrow (Vilvoorde, België) het kick-off event van AdLit plaats. Dit project verenigt vier universiteiten (UGent, KU Leuven, UA en VUB) en heel wat partners die samen onderzoeken hoe ze de reclamewijsheid van minderjarigen kunnen verhogen. Daarvoor worden educatieve pakketten en een game gemaakt, zijn sensibiliseringscampagnes gepland en worden reclamecues ontwikkeld waardoor kinderen en jongeren reclame sneller kunnen herkennen. AdLit formuleert ook aanbevelingen voor beleid en zelfregulering.

AdLit werd enkele maanden geleden in het leven geroepen als vierjarig IWT-project. Tijdens het kick-off event werden de eerste onderzoeksresultaten en de concrete doelstellingen van dit project nader toegelicht voor de verschillende stakeholders en partners uit de onderwijs- en reclamewereld. In enkele interactieve world cafés werd gedebatteerd over allerlei stellingen en inzichten rond reclamewijsheid. Tot slot presenteerde het Center for Persuasive Communication (CEPEC) van de Universiteit Gent er haar gameproject. Daarin worden de bestaande inzichten binnen het academisch onderzoek rond reclamewijsheid vertaald naar jongeren en het brede publiek aan de hand van een serious game.

Een serious game wil spelers spelenderwijs iets aanleren. De kunst is echter om een goede balans te vinden tussen het leer– en het ‘fun’-aspect. Daarom wordt het concept samen met jongeren ontwikkeld. Zij krijgen zeggenschap over het spelverloop en de grafische elementen. Dit 2-jarig project ging in september 2014 van start en gaat uit van de Universiteit Gent. Het game zal in het voorjaar van 2015 online beschikbaar zijn en gelanceerd worden via sociale media.

Met de oproep van kinder- en jeugdpsychiater Peter Adriaenssens tot het boycotten van tablets en smartphones voor kinderen en het succes van het nieuwe sociale netwerk Ello, de reclamevrije concurrent van Facebook, is media- en reclamewijsheid weer een ‘hot topic’ geworden. En dit is maar goed ook. Kinderen en jongeren worden dagelijks overspoeld met reclame, via verschillende media en in verschillende vormen. Reclame is dan ook overal aanwezig en is zelfs steeds moeilijker te herkennen: de smokey eye-tutorial van L’Oréal op YouTube? Reclame. Die coole game waarin je de mini-M&M’s moet zien te verzamelen? Reclame. Of de Coca-Cola Light-blikjes in Lady Gaga’s kapsel in de clip van Telephone? Je raadt het al … reclame.

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=HAM2LN0Xqpg]

Op zich is dit zeker niet negatief want reclameboodschappen kunnen kinderen en jongeren helpen om geïnformeerde keuzes te maken. Hiervoor moeten ze echter over de capaciteit en mogelijkheid beschikken om de reclameboodschappen te herkennen en de intentie van de reclamemakers te begrijpen. Met andere woorden: om kritisch met reclame om te kunnen gaan, moeten kinderen en jongeren voldoende reclamewijs zijn. Onderzoek wijst er echter op dat deze reclamewijsheid meestal zeer laag is voor de nieuwe reclamevormen. Kenmerkend voor deze nieuwe vormen is namelijk dat ze de reclameboodschap integreren in populaire media-inhoud, waardoor het vaak moeilijk is om het onderscheid te maken tussen reclame en media, bijvoorbeeld product placement, advergames, …

Hierdoor verwerken minderjarigen de reclameboodschappen niet op een kritische manier, wat kan leiden tot onbewuste beïnvloeding met mogelijke negatieve effecten als gevolg, zoals toenemend materialisme, een verlaagd zelfbeeld,… Hoog tijd dus om na te gaan hoe we kinderen en jongeren kunnen leren omgaan met reclame, zodat ze opgroeien tot kritische, geïnformeerde consumenten die zelf bewuste keuzes kunnen maken.

[Via X, Y of Einstein]

KU Leuven: ‘Ook in het digitale tijdperk lezen kinderen nog graag boeken’

Lezen kinderen nog wel boeken nu ze omringd worden door tablets, smartphones en computers? Dat was de centrale vraag van professor Jan Van Coillie en zijn collega Mariet Raedts van KU Leuven. Ze stelden de vraag aan 2.000 Vlaamse kinderen tussen 9 en 12 jaar. Daarbij gingen de onderzoekers ook na hoe vaak de kinderen een boek lazen en welke plaats lezen inneemt in hun vrijetijdsbesteding. De data werden april/mei 2012 verzameld op 30 basisscholen in Vlaanderen en in het Brussels Nederlandstalig onderwijs, maar het zeer uitgebreide, degelijke rapport Zijn digikids nog boekenbeesten? (pdf) is ‘nu pas’ in 2014 gepubliceerd (door Stichting Lezen). Wat blijkt: driekwart van de kinderen leest graag strips, zes op tien leest graag fictie. En maar liefst 40% van de kinderen rekent lezen tot zijn/haar favoriete activiteit.

Vooral stripverhalen blijken populair: 75% van de kinderen leest ze graag. Bijna 60% van de kinderen is ook fan van fictie. Meisjes blijken vaker fictie te lezen dan jongens, met respectievelijk 70% en 49% veellezers. Voor strips is dat verschil er niet. Verder grijpen jongens in hun vrije tijd al snel naar een videogame, meisjes kiezen voor hun gsm.

hoe vaak lees je

Uit het onderzoek blijkt ook dat de vrijetijdsbesteding van Vlaamse kinderen 9-12-jarigen niet gedomineerd wordt door de ‘nieuwe’ media. Buiten spelen blijft veruit de populairste activiteit: 63% van de kinderen zet dit in hun top 5. Dit wordt gevolgd door sporten (54%) en televisie kijken (52%). 50% van de kinderen zet gamen in de top 5 van wat ze het liefste doen in hun vrije tijd, voor lezen is dit 38%, voor chatten 34% en internetten 32%.

“In vergelijking met de nieuwe media moet lezen zeker niet onderdoen, enkel gamen is populairder. Wel blijkt dat kinderen die intensief gebruik maken van nieuwe media minder van boeken houden en er ook minder tijd aan besteden.” [Jan Van Coillie]

De onderzoekers namen ook de achtergrond van de kinderen onder de loep. Kinderen van niet-westerse origine blijken globaal niet minder graag te lezen, toch telt die groep dubbel zoveel kinderen die nooit een boek of een strip lezen. Deze kinderen kijken meer televisie en chatten vaker, ze besteden ook meer tijd aan hun gsm. Kinderen van hoog opgeleide ouders hebben een voorkeur voor stripverhalen. Deze kinderen plaatsen het lezen van boeken en strips ook hoger op hun lijstje van favoriete vrijetijdsbestedingen. Kinderen van laag opgeleide ouders besteden liever tijd aan chatten of hun gsm.

[Via Knack]

PS  In Nederland is in de NOM Kids Monitor najaar 2013 ook naar het leesgedrag gevraagd. Van de 8-9-jarige meisjes leest 56% vaak boeken, van meisjes van 10-12 jaar is dat 51%. Bij de jongens is dat respectievelijk 42% en 28%. Van de totale steekproef (6 t/m 12 jaar) leest 31% vaak strips, 55% doet dat af en toe. Bij tijdschriften is dat respectievelijk 16% en 56%.

Kids en Jongeren Marketing blog website is van Euroforum BV. Privacy statement | Cookie statement | Copyright © 2021