[Verslag] Trends in Kids-, Jongeren- en Familie-Marketing 2015 #KJ15

Het was alweer de 24ste editie van het congres Trends in Kids, Jongeren en Familie Marketing, vandaag op het IJburg College in Amsterdam. Weer even ‘back to school’ dus, een goede omgeving gezien het onderwerp. Het congres is van een aparte ‘kidsdag’ met daarna een ‘jongerendag’ teruggebracht naar één dag, waarbij de doelgroepen ‘baby, peuter, kleuter’ en ‘familie’ werden toegevoegd. Op die manier werd het volledige spectrum vertegenwoordigd, en konden de kleine 200 bezoekers presentaties bijwonen die het beste aansluiten bij hun werkveld.

Net als bij de voorgaande jaargangen geldt ook deze keer: je had erbij moeten zijn — een overzicht van de ontwikkelingen op het gebied van kids- en jongerenmarketing in de breedste zin van het begrip, plus een netwerk van vakgenoten voor het aanspreken, altijd leuk. Onderstaand een impressie van #KJ15, in de vorm van een samenvatting.

—————————————————————————————————————————————–

Oud-onderwijzer en ontwikkelingspsycholoog STEVEN PONT opende als dagvoorzitter het congres met een verhaal over het verdedigingsmechanisme rondom geld. Hij haalde de inauguratie van marketingprofessor Peter Verlegh aan, die het in zijn oratie (pdf) had over waarde creëren: we moeten niet alleen duidelijk maken dat een product waardevol is voor mensen, maar ook waarden-vol (dat hoeft elkaar niet te bijten!). Marketing is niet langer de push van het product, maar maakt déél uit van het product. Maatschappelijke legitimatie is het antwoord op de waarom-vraag — bedrijven die dat aantonen bouwen aan ‘merkgezag’. Het is een gemiste kans als daarover geen informatie te vinden is op de website van een merk. Want waarom maak je een product eigenlijk?

—————————————————————————————————————————————–

“Docenten heten hier geen docenten maar experts.” [Nico Moen]

NICO MOEN van het IJburg College miste het woord ‘verleiding’ in Stevens introductie. Zelf zou hij het niet erg vinden om een grote Apple op het gebouw te zetten, als dat meer geld oplevert. Maar bedrijven moeten wel iets meer brengen dan dozen alleen, en niet tegen de principes van de ‘gezonde school’ ingaan (hoewel, een poster van McDonald’s kan nog net). Zijn school telt inmiddels 1.500 leerlingen, zonder iets aan marketing te doen. Het belangrijkste om mee te beginnen is de visie op onderwijs, daar komt de missie vanzelf uit voort: “Leren over jezelf en de wereld om je heen.” Vandaar dat gewerkt wordt met opdrachten uit de praktijk — de organisatie van dit congres door het interne ‘bureau’ Crealisatie is daar een goed voorbeeld van. Het gevoel van trots zijn komt iedere keer terug.

—————————————————————————————————————————————–

“Kids zijn de sleutel tot het gezin en kidscommunicatie werkt.” [Rens Scheffers]

FRANK VAN EIJK en RENS SCHEFFERS van BrandDeli deelden enige resultaten uit het onderzoek Little Big Influencers, uitgevoerd in zes landen. Daaruit blijkt dat een meerderheid (62%) van de ouders nu een hechtere band met hun kinderen hebben dan hun ouders met hen hadden. Voor wat betreft de besluitvorming binnen het gezin spelen de moeder en daarna de vader nog steeds de grootste rol, maar kinderen beïnvloeden de besluitvorming wel degelijk: 78% van de kinderen vertelt hun ouders wat ze moeten kopen. Maar liefst 98% van de ouders betrekt hun kroost bij het aankoopproces (de mate waarin per categorie: de invloed is het grootst voor speelgoed en kleding). De mening van het kind wordt gewaardeerd (87%), het is makkelijker om naar het kind te luisteren (56%) en kinderen weten soms meer dan ouders weten (43%). Over (goede) reclame wordt veel gepraat, met ouders (80%) en vriendjes (84%), en word of mouth leidt vervolgens tot aankopen. Kortom, kidscommunicatie werkt, mits relevant voor kinderen. Een voorbeeld daarvan is de spaaractie met Moestuintjes van Albert Heijn. Om ook de moeilijke fase van het groeiproces (wachten tot er iets opkomt) leuk te maken, werden dagelijkse verzorgingstips op muziek ingezet, onder de aandacht gebracht via verschillende commercials op Nickelodeon.

In een andere campagne, voor Avonturenpark Hellendoorn, werd gekozen voor een duale strategie (‘familiepropositie’), want kinderen hebben een grote stem in familie-uitjes maar ouders moeten de kaartjes kopen. Daarom werd de ‘Familie Hellendoorn’ (de avontuurlijkste familie van Nederland) in het leven geroepen. Dit gezin checkte het park, en dat werd gefilmd. Echte mensen vertellen de boodschap, dat verhoogt de geloofwaardigheid (en: ‘seeing is believing’).

—————————————————————————————————————————————–

“Risk today = life skills tomorrow.” [Kevin Thompson]

KEVIN THOMPSON van Tapestry was ingevlogen om uit te leggen waarom generatie Z voor geluk kiest. Hij deelde resultaten uit zijn Happiness-onderzoek voor Coca-Cola (er werd niet ingegaan op de rol van het merk in het debat over obesitas en helaas ook niet op de veelal geslaagde marketingacties van het merk). Coca-Cola staat al voor geluk en optimisme sinds 1886, maar het bedrijf wil hier nog altijd meer over leren. Uit een onderzoek onder onder ruim drieduizend 15-19-jarigen blijkt dat geluk hoger op de agenda van tieners staat dan ooit tevoren. De maatschappij kan daar aan bijdragen; met meer blije volwassenen zouden er ook meer blije jongeren zijn. Tieners worden het meest gelukkig van vrienden, familie en hun sociale leven; geld wordt veel minder vaak genoemd. Ze zien dat ze zelf voor dat geluk moeten zorgen. 

Geluk voor tieners is trouw blijven aan je eigen ware zelf, ruimte houden voor gekheid, alledaagse vreugde omarmen, dingen doen buiten hun comfortzone (persoonlijke ontwikkeling!) en anderen ook blij laten zijn (als vrienden lachen, voelen ze zichzelf ook goed). Daar kunnen we allemaal iets van leren, volgens de spreker, maar daarvoor moeten we jongeren wel de ruimte geven. Lessen in geluk hebben zij niet nodig, volwassenen misschien wel.

—————————————————————————————————————————————–

“Slechts 40% van de commercials die grappig bedoeld zijn, worden grappig gevonden.” [Marian Cammaert]

MARIAN CAMMAERT van de STER heeft verschillende onderzoeken op het gebied van kidsmarketing gedaan. Kinderen zijn een belangrijke doelgroep voor de reclameverkopers van de NPO omdat dagelijks meer dan een half miljoen kinderen naar Zapp/Zappelin kijken. Samen met YoungWorks zijn family visits gedaan, om te kijken naar aankoopgedrag. In elke fase speelt een ander gezinslid de hoofdrol, en die rollen wisselen ook per producttype (met name bij de keuze voor speelgoed bijvoorbeeld is de invloed van kinderen groot; dankzij tv-reclame herkennen ze de producten in de winkel en folder — boven de tien jaar verandert het gedrag, dan komt de nadruk meer op elektronica te liggen en gaan kinderen zelf sparen voor wat ze willen hebben). Kinderen én (groot)ouders spelen een belangrijke rol in de aankopen van kinderproducten. Media en met name tv-commercials spelen een belangrijke rol bij het ontstaan van behoeften en ideeën. Hoe verser het product in het geheugen zit, hoe groter de kans dat gezinsleden het product in overweging nemen. Inhoudelijk is het aan te raden om in te spelen op de positieve interactie tussen gezinsleden en goede argumenten (voor zowel kinderen als ouders) aan te reiken.

De vraag of kinderen anno 2015 nog steeds lineair televisie kijken leverde enige discussie op; sommige aanwezigen zien deze groep alleen nog maar naar YouTube surfen, terwijl de STER uit onderzoek haalt dat het tv-toestel nog twee uur per dag de aandacht krijgt. Als kinderen voor de tv zitten, kijken ze reclameblokken door — omdat het vermaak biedt of omdat ze moe zijn en vrij consumptief tv kijken. Jonge kinderen (10-) zien reclame als een kort programma en moeten soms tijdens de reclame hun energie even kwijt (pauzemoment), oudere kinderen (10+) kijken met een kritischer oog naar reclame en zijn aan het multitasken tijdens tv-reclames. Kinderen vinden tv-commercials leuk als deze humor, kinderen, snel afwisselende beelden, auditieve prikkels en herkenbare elementen bevatten. 

—————————————————————————————————————————————–

“Je moet kinderen voorbereiden op een digitale toekomst.” [Ilse van Rillaer]

“We gaan de grenzen van de tablet verkennen.” [Jan Chalmet]

ILSE VAN RILLAER en JAN CHALMET van Studio 100 richten zich op 4-12-jarigen, ze noemen hun klanten ‘digital natives’. Met het platform Wanagogo willen ze een veilige omgeving voor deze doelgroep bieden, zonder in-app aankopen (er wordt gewerkt met abonnementen — kinderen zijn niet de kopers). Omdat gaming even belangrijk is in deze groep (82% speelt minstens wekelijks een digitaal spel), moest dat ook opgenomen worden. Er wordt met maar liefst 23 internationale partners samengewerkt, en er zijn veel gebruikerstesten gedaan (wat verwachten kinderen van een goed spel? — kinderen zijn geen kleine volwassenen). Omdat kinderen vaak de oude tablet van hun ouders toegeschoven krijgen, moeten de activiteiten op de iPad 2 kunnen draaien (vervelend voor bezitters van de eerste iPad, die is echt te oud). Kinderen worden continu op pad gestuurd binnen de digitale wereld, zo leren ze. Eigenlijk is Wanagogo een digitaal pretpark, met een virtuele wereld, gaming (activiteiten, thema’s) en een digitale bibliotheek (videoclips, shows, boeken, tv-programma’s) — reclamevrij. De ambitie is om breder te gaan: “Digitaal kent geen grenzen.”

—————————————————————————————————————————————–

“Mijn drie pijlers voor goede kidsmarketing zijn fun, herkenning en beleving.” [Bas Nadorp]

BAS NADORP (Cinekid), ILSE VAN RILLAER (Wanagogo) en kindercorrespondent TAKO RIETVELD gingen met elkaar in discussie over wat goede reclame voor kinderen is. Humor is belangrijk, vindt Ilse. Waarom? Als je lacht, onthoud je dingen beter, weet Tako. Bas vermijdt humor liever, want het kan z’n doel voorbij schieten — ‘fun’ is misschien een beter woord. Ook een actiecomponent (kinderen betrekken), consequent zijn (continu dezelfde vorm: herkenbaarheid), coolness, een spaarfactor, muziek/geluid, identificatie (leeftijdsgenoten) en aspiratie spelen een rol. Je moet het niet te ingewikkeld maken voor kinderen, hoe simpeler hoe beter, aldus Bas. En Tako praat uit ervaring als hij stelt dat kinderen anders naar de wereld kijken, ook naar reclame: “Je wordt continu verrast, ga met kinderen praten.”

—————————————————————————————————————————————–

Merkstrateeg ALJAN DE BOER van TrendsActive doet onderzoek naar gendertrends (mannen/vrouwen), generatietrends (millennials, generaties x,y,z) en maatschappelijke trends. Wij –als volwassenen- herkennen merken vrij snel. Jongeren (het gaat hier om de leeftijd 12-24 jaar) herkennen merken nog veel sneller. De reden is dat jongeren veel visueler zijn opgegroeid, zij komen uit de visuele cultuur. We moeten dus echt op een andere manier met jongeren communiceren, willen we ze blijven bereiken en boeien. Mensen kunnen beelden beter onthouden dan tekst. Jongeren weten niet beter dat alles in beelden wordt getoond. Communicatie in beelden gaat dan ook veel sneller. We navigeren ook met beelden. Jongeren zoeken ook met name visueel (vooral via YouTube — ‘How to…’ is vrij populair). Google is tekst, YouTube is visueel. 

Een visueel beeld krijgt vele malen meer likes dan een tekst bericht. De visuele sociale media groeien daarom erg hard, bijvoorbeeld Snapchat. De verwachting en de werkelijkheid van beelden vervaagt. Je kunt straks gaan betalen met een selfie, bij Domino’s kun je pizza bestellen met een emoij. Jongeren gebruiken steeds meer visuele middelen en ze zien ook dat bedrijven dat gaan doen. Overigens zijn stockfoto’s uit den boze, zet echt mensen in. Organisaties die zich op jongeren richten moeten dus bijvoorbeeld zo min mogelijk tekst op een site zetten, veel meer met visuals werken. Mars introduceert bijvoorbeeld een nagenoeg merkloze verpakking en jongeren kunnen zelf hun eigen Mars maken.

—————————————————————————————————————————————–

FRANK VAN EIJK (BrandDeli), TIM MAAS (Beiersdorf) en ANNEMARIE VAN DER POL (MEC) deelden een case uit de praktijk over Niveau Invisible for Black & White. Millennials zijn hiervoor de doelgroep. Deze doelgroep begint merkloyaliteit te ontwikkelen, en dus belangrijk voor de toekomst. Kenmerken van deze generatie is dat ze hun leven delen online, het leven vieren, niet van saai houden. Zij maken de toekomst. De vijf kenmerken van campagnes om millennials te bereiken zijn humor, creativiteit, nieuwsgierigheid, sociaal/deelbaar en passie of interessegebied (actief of passief, educatief, brand utility (heeft het een doel of dienst), bevestiging van anderen). Ook MTV omarmt deze kenmerken voor campagnes gericht op millennials. De zender nodigt jongeren uit om zelf filmpjes te plaatsen. Een ander voorbeeld is de actiematige campagne van Napoleon waarbij jongeren hun ‘Napoleon face’ konden uploaden.

Dan de Niveau-case. Niveau heeft in deze online campagne gewerkt vanuit het inzicht dat millennials een grote mate van interesse hebben in fashion. Nivea moet haar marktaandeel zien te behouden en laten groeien. De doelgroep wordt gevormd door oudere dames maar -zoals gezegd- is de jongere generatie ook erg belangrijk voor het merk. Beiersdorf heeft gemerkt dat het segment ‘anti-stains’ (geen vlekken door deodorant op je kleding) heel belangrijk is waarbij Rexona en Dove de grootste concurrent zijn. Als product heeft Niveau de Invisible for Black & White-producten.

Beiersdorf geloofde erin dat de samenwerking met de Fashion Week het merk waarde zou toevoegen. Ze zijn vervolgens gaan samenwerken met een van de bekendste beautyvloggers van Nederland (Serena Verbon), waarbij consumenten in een winactie een foto van hun zwart/wit-outfit konden uploaden waarmee ze kaartjes voor dit evenement konden winnen. De awareness van het product is sterk gestegen. Het marktaandeel binnen het segment is gegroeid ten opzichte van hun concurrenten, er is 30% meer omzet behaald.

—————————————————————————————————————————————–

Tijdens een expertpanel over jongeren met PAUL JANSEN (Footlocker Europe), LINA JUVENS (Trendwolves) en JAN WICHERS (Clear Channel Hillenaar) werden onder leiding van ALJAN DE BOER (TrendsActive) enkele stellingen neergelegd. De conclusie van de deskundigen was dat de combinatie van on- en offline het beste zal werken (ook wel ‘inline’ of ‘fygital’ genoemd). Voor Hello Bank bijvoorbeeld is naast de mobiele propositie ook gecommuniceerd over workshops voor jongeren in de fysieke wereld. Maar ook werd geconstateerd dat bedrijven vaak online gaan omdat ze geen budget hebben voor offline. Er ontstond een aardige discussie over de stelling dat als iemand eenmaal een merk kiest, de merkvoorkeur nauwelijks verandert. De ene expert gelooft daar heilig in, de ander helemaal niet. Wat is het effect van een slechte ervaring, wat speelt er in de omgeving? Je moet consumenten vooral niet teleurstellen. 

En wat is de rol van influencers (popsterren, modellen, vloggers, etc.) bij het bereiken van jongeren? Er worden wellicht te veel influencers ingezet tegenwoordig. Voorheen maakten ze gewoon hun video’s in hun slaapkamer, dat was aspirationeel en herkenbaar voor jongeren. Nu reizen de vloggers de wereld af, rijden in dure auto’s en dat is veel minder herkenbaar en aspirationeel voor jongeren. Het gaat dus verder van hen  afstaan en is daarom mogelijk minder effectief: “Je moet relevant blijven want je kunt je volgers in één klik verliezen. De vloggers worden te commercieel en dus minder geloofwaardig.” Bij TrendWolves geloven ze meer in innovators, bijvoorbeeld kunstenaars of mensen met een bijzonder kenmerk.

—————————————————————————————————————————————–

“Jongeren bereiken met online ads werkt nauwelijks meer, wel bereik je jongeren met relevante content.” [David Barends]

DAVID BARENS,  oprichter en uitgever van Ondertussen.nl, vertelde in een rondetafelsessie over zijn nieuwssite, gericht op jongeren tussen de 16 en 24 jaar. Adverteerders kunnen content overbrengen in news feeds, ING sponsort bijvoorbeeld content in de rubriek Geld. De bank levert actualiteit over geld om aan te geven dat ING op latere leeftijd de partij is voor financiële zaken. De voorwaarden voor het succes van de site zijn van waarde zijn (relevant nieuws — in de leefwereld van jongeren komen); realisme optimisme en inspiratie; samen met jongeren (in de doelgroep zelf); jongeren serieus nemen (niet belerend zijn, vragen stellen en antwoorden opnemen als content); snel actief worden op nieuwe kanalen; veel visueel en bewegend beeld; optimaliseren op delen van content; mobile first; niet alleen heel serieus nieuws (ook positief nieuws).

—————————————————————————————————————————————–

JON GEERARS is eigenaar van Scholieren.com, een site voor middelbare scholieren. Het is een platform om huiswerk, werkstukken en boekreviews uit te wisselen, met jaarlijks 90 miljoen page views en per maand ongeveer 2,5 miljoen unieke bezoekers (terwijl er maar 900.000 jongeren zijn, maar ook onze zuiderburen, ouders en leraren bezoeken de site). Jon wilde eigenlijk zijn huiswerk en werkstukken online delen, zo ontstond de site. Alles wat op school geproduceerd wordt kan erop staan; het wordt gerubriceerd, niet gecontroleerd maar kan wel geranked worden. Het gaat Jon met name erom dat hij de doelgroep heel erg leuk vindt. Hij snapt ook wel dat scholieren school niet echt leuk vinden, maar zijn site combineert het nuttige met het aangename: door de site heeft de scholier meer tijd over voor leuke dingen. 

—————————————————————————————————————————————–

“Instagram is meer een podium. Snapchat is meer in het nu, rauw en tijdelijk.” [Rik Spruijt]

RIK SPRUIJT van YoungWorks daagde in zijn rondetafelsessie de aanwezigen uit om de kenmerken van Snapchat op te sommen: mobile only, praten met foto en video, content 24 uur zichtbaar/eenmalig, op andere social media blijft content vindbaar, chat (persoonlijk, 1 of meerdere personen je snap delen) en verhalen (delen met alle volgers) — 71% van de tieners (12-19) gebruikt Snapchat. Jongeren ontwikkelen in hun pubertijd hun eigen identiteit. Snapchat en Instagram spelen daar heel goed op in en past heel goed bij de doelgroep. 

Snapchat is erg geschikt voor activatie. Omdat de content maar tijdelijk is sturen jongeren het makkelijk door. Voorbeeld is H&M, dat feestjes organiseert op tijdelijke locaties, waarvoor ze Snapchat gebruiken. Jongeren konden kaartjes winnen door H&M te volgen; ze kregen clou’s van H&M in hun tijdlijn. Soms worden ook bekende mensen benaderd (die veel volgers hebben) en ingezet voor campagnes.

—————————————————————————————————————————————–

“We zijn vooral een ’trial & error’-bedrijf.”

GEERT TORFS (de mooiste functienaam van de dag: ‘Chief Crazy Ideas’) van Your’in legde uit dat zijn muziekfestivals veilige en fijne evenementen zijn voor de leeftijdsgroep van 10-15 jaar (ouders zijn er niet bij). Aan ouders wordt beloofd dat er niets fouts gebeurt; tegen kinderen wordt het tegenovergestelde gezegd en worden juist de gevaarlijke hoekjes getoond — zo word je cool en betrouwbaar tegelijkertijd. Kortom: vertel wat ze willen horen, begin van daaruit verder te bouwen. Artiesten mogen maximaal 20 minuten zingen, en dan alleen hun hits (daarnaast is er 20 minuten voor signeren en evenveel tijd voor een meet & greet). De verpakking is belangrijker dan inhoud, een meer coole verpakking leidt tot meer verkopen. Over reclame/sponsoring is men open. Op elke editie wordt van alles geprobeerd, wat werkt gaat over naar de volgende editie. Bedoeling is om ook de stap naar Nederland te maken. 

—————————————————————————————————————————————–

“Het eerste dat ouders opgeven is hun carrière.” [Filip Lemaitre]

AMELIE ROMBAUTS en FILIP LEMAITRE van Trendwolves hebben jonge gezinnen geïnterviewd voor een boek dat binnenkort verschijnt: Ygenzinnige ouder(s). Ze kwamen tot de conclusie dat generatie Y de opvoeding totaal anders aanpakt dan generatie X en babyboomers, en dat vrienden daarbij belangrijk (en een antwoord op een noodzaak) zijn. Voor deze trend hebben ze de term ‘Framilies’ omarmd, een samenvoeging van ‘families’ en ‘friends’. Want: framily is de nieuwe familie — voor generatie Y zijn vrienden als familie en hebben deze zelfgekozen familieleden een grote rol in hun leven en dat van hun kinderen. Voor die ontwikkeling noemde de twee deskundigen aan hun ‘ronde tafel’ een aantal oorzaken: migratie, grootouders met een eigen leven, de opkomst van eenlingen (die af en toe andere mensen moeten inschakelen), gezinnen met minder dan twee kinderen (die anderen zoeken om kinderen samen te laten zijn), jonge ouders die connected zijn en het gegeven dat jonge ouders nog altijd jonge mensen zijn (de ‘Slash Generation’: verschillende rollen). Er zijn verschillende typen framilies te onderscheiden: ‘co-housing’, ‘singleton’, ‘boomerang’, ‘kangooroo’ en ‘multi-generational houses’. Ze zijn dynamisch en flexibel, kunnen groeien.

Dit gegeven heeft de nodige impact, maar biedt ook kansen. Producten en diensten moeten makkelijk te delen zijn; relevantie is essentieel, en “useful is the new cool.” In marketing en communicatie moeten framilies zich kunnen herkennen in de gekozen waarden en beelden. Ook ligt een uitdaging in het creëren van ervaringen die het delen waard zijn voor de hele framily.

—————————————————————————————————————————————–

“Een marketeer zonder data heeft geen toekomst.” [Robert Feltzer]

ROBERT FELTZER van EDM (mooi motto: ‘verstand van data, gevoel voor marketing’) kijkt met zijn bedrijf naar feitelijke inzichten. Het viel hem op dat data nauwelijks aan bod komt op dit congres, terwijl het een belangrijk onderwerp (en in opkomst) is. Hij heeft kort geleden de EDM Familybase gelanceerd, waarin 3 miljoen kinderen in kaart zijn gebracht, dus hij weet waarover hij het heeft. Data moet je onderhouden, verandert elke dag. Om wettelijke, ethische (in de praktijk ook economische — relletjes in de pers voorkomen) redenen wordt veel data niet gebruikt. Waar het om gaat, is relevant zijn, en dat is makkelijker als je de doelgroep beter kent. Aan de hand van data kan je bijvoorbeeld anonieme bezoekers herkennen op websites. Data wordt vooral gebruikt voor analyses, profielen samenstellen, targeting en voorspellingen (en tegenwoordig ook fraudebestrijding). Anonimiteit online bestaat niet, maar data wordt wel anoniem gebruikt. En een feitje uit de praktijk: post werkt beter dan email, en kent minder strenge regelgeving.

—————————————————————————————————————————————–

“Het woord toekomst is fundamenteel fout, het gaat om toekomsten.” 

TOM PALMAERTS van Trendwolves, vandaag niet op sneakers maar strak-in-het-pak, kijkt bij zijn werk vijf tot tien jaar vooruit, zodat bedrijven de tijd hebben om te innoveren aan de hand van zijn forecast. Als het om dergelijke voorspellingen gaat, denken mensen al snel aan technologische innovaties als Google Car of Amazon Prime Air, maar dergelijke ontwikkelingen duren langer dan verwacht en het gaat daarnaast over cultuur: wie zijn de consumenten? Bezorgen op dezelfde dag als de bestelling doet Amazon nu op fietsen — die zijn misschien wel meer de toekomst dan drones. Het verleden wordt vaak te eenvoudig voorgesteld, waardoor we denken dat de toekomst ook eenvoudig zijn. Er zijn echter verschillende scenario’s/toekomsten mogelijk. We moeten afstappen van dat ene beeld van technologische innovatie; wie om zich heen kijkt ziet bijvoorbeeld bedrijven die de oceaan probeert te redden, scholieren die tuintjes onderhouden en jongeren die zelf uitvindingen doen om problemen op te lossen. Tom ging in zijn inspirerende verhaal in op drie trends die iets gaan betekenen als een van de toekomsten.

‘Raw Culture’
In veel (animatie)films spelen vrouwen een krachtige hoofdrol. Het ‘brave buurmeisje’ Taylor Swift heeft dit jaar laten zien dat ze ook binnen deze ruwe trend past. Sieraden en kleding kunnen ruwheid uitstralen. Auto’s worden in stoere kleuren geleverd (steen, woestijn), chocolade hoeft niet langer glad te zijn, de pop-up stores van Hello Bank moeten kracht uitstralen, enzovoort. Ook in de Happiness-reclame die Coca-Cola op jongeren richt komt die ruwheid terug.

‘Intox Detox’
Onze bucket list is gigantisch lang, er is teveel te doen — denk aan Netflix of het aantal berichtjes dat beantwoord moet worden; voordat je het weet is het midden in de nacht. We gaan dingen tot in het extreme doen: drie dagen non-stop werken, Club-Mate drinken op het moment dat koffie niet meer helpt of clubs en cafés zonder alcohol en breakfast raves bezoeken. We moeten voor onze producten en communicatie nadenken hoe we gaan overleven in het extreme.

‘Bad Style’
Deze trend is belangrijk voor iedereen die bezig is met vormgeving en design. Het begint met het inzicht dat schoonheid mainstream is; zelfs grootouders en dorpelingen weten dat witte sokken en Comic Sans niet meer kunnen. Hoe gaat een creatief zich dan onderscheiden? Bijvoorbeeld met absurde zelfportretten, experimenteel websitedesign, bijeengeplakte uitnodigingen of vette hotdogs in combinatie met exclusieve champagne. 

Tom besluit zijn presentatie, de laatste van de dag, met het advies om te experimenteren. ‘WTF’ staat immers ook voor ‘what the future’. In onderstaande Diesel-advertentie zit een goed advies: misschien moeten we wel stupid zijn, al is het maar omdat het vaak een beter verhaal oplevert. En natuurlijk moeten we meer als water zijn, ons continu kunnen aanpassen.

stupid

—————————————————————————————————————————————–

PS  Naast een plenair programma was er een groot aantal parallelsessies in de vorm van een ‘bootcamp’ en ‘round tables’. Daardoor is bovenstaande samenvatting verre van compleet. Met dank aan Mylene Samuels (Move Jongerenmarketing Consultancy) zijn de presentaties van TrendsActive, Beiersdorf, Ondertussen.nl en YoungWorks, en het jongerenexpertpanel, aan dit verslag toegevoegd. Op Allesoverjongeren.nl schrijft Nina Hoek van Dijke nog iets meer over de presentatie van Tom Palmaerts.

Congresverslag (2): ‘Trends in Kids- en Jongerenmarketing’ — jongerendag #KJ14

Na een succesvolle ‘Kidsdag’ gisteren, staan vandaag jongeren centraal op de 23ste editie van het congres Trends in Kids- en Jongerenmarketing, in DeFabrique in Utrecht. Prima sprekers, inhoudelijk inspirerend, veel leuke mensen, goede koffie (met dank aan Young Advertising), en dus… te weinig tijd. Belangrijkste bevindingen van de dag: dé jongere bestaat niet, meten is weten, goed doen loont, de inhoud en de manier waarop het gebracht wordt (authenticiteit!) zijn belangrijker dan het kanaal, laat de doelgroep bijdragen (of vertel wat ze kúnnen doen).

Hieronder een korte samenvatting van de meeste sessies.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 09.45u >

“Wat ik ooit geleerd heb: je kunt niet zomaar iemand in een restaurant om een date vragen, tenzij het date-avond is… of je Iggy bent.” [Pim de Witte]

De jongste sprekers van de dag, PIM DE WITTE en IGGY HARMSEN (Soulsplit), beide 19 jaar, trappen de ‘Jongerendag’ af. Pim had wat tijd over en ontwikkelde in zijn slaapkamer de ‘massive online game’ Soulsplit (deze trailer geeft een beeld), die een flink succes werd. De learnings die de gameliefhebbers opdeden: ‘social is key’, werk mét jongeren (aanpassingsvermogen, creativiteit, begrip in communiceren met spelers) en ‘data driven decision-making’ geeft rust bij het ondernemen (uit de data wordt duidelijk hoe ze ervoor staan, bijvoorbeeld hoe de betaalmethode van invloed is op de gebruikerservaring). Inmiddels zijn een miljoen unieke accounts geregistreerd.

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=Qw91Lr6vhd0]

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 10.15u >

“Bezig zijn met gezonde voeding werkt statusverhogend voor jongeren.” [Rutger van den Berg]

RUTGER VAN DEN BERG (YoungWorks) onderzoekt jeugdcultuur en duidt de jongerentrends. Best lastig, want dé jongere bestaat niet. Maar over het algemeen zijn jongeren van nu heel positief, opgegroeid in een periode dat alles mogelijk was. Ze ontwikkelen een soort van doe-het-zelf-mentaliteit. Ambitie: van afhankelijkheid naar zelfredzaamheid. Veel jongeren willen een eigen bedrijf beginnen en ambachten krijgen weer respect (bedrijven als Schorem en Brandt & Levie worden tof gevonden). Gelukkig worden is het hoogste doel voor jongeren, een zware missie — van zelfmaakbaarheid naar zingeving. Bezinning is momenteel een kernwaarde; zelfbewustzijn is de weg naar geluk (ook jongens worden meegenomen naar yoga, maar dan heet het ‘broga’). Statussymbolen veranderen voor jongeren; geld en macht drijven wat meer naar de achtergrond, en eigenzinningheid en autonomie worden belangrijker (dagvoorzitter LUDO KEIZER is daar een goed voorbeeld van ;-)). Gezonde voeding is een statusmiddel; de Instagram-accounts van jongeren staan vol met ‘healfy’s’. Aan de ene kant wordt diepgang gezocht, aan de andere kant scoren ‘oppervlakkige’ dating-apps als Tinder en Carrot, al is het maar om even te weten ‘wat je waard bent op de markt’.

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=n_1KHhIItxE]

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 10.40u >

“Breng mini-segmenten aan.” [Sylvie Verbiest]

EDWIN RIETBERG (Aegis) heeft data over jongeren gebundeld — in een mediaplanning-tool met de naam CCS en in een boekje met de naam Focus on Teens — om betere plannen te kunnen maken. Merken zijn belangrijk voor jongeren, om te laten zien waar ze bijhoren (en waar ze niet bijhoren). Ook hier geldt: jong geleerd, is oud gedaan. Een dag niet ‘geliked’, is een dag niet geleefd. De digitale wereld is belangrijk, maar andere media zijn nog steeds aanwezig; ook in 2014 wordt veel naar de radio geluisterd en naar de televisie gekeken. Populaire programma’s dienen als ‘social currency’; het Eurovisie Songfestival was het populairste programma onder jongeren — levert gespreksstof op.

SYLVIE VERBIEST en CATELIJNE RUTTEN (SMALL) schetsen hun werkwijze (“het is niet zo dat je weet wat er leeft, omdat je zelf ook jong bent geweest”). Differentiatie is belangrijk, bijvoorbeeld naar schoolfase. Ze kijken binnen hun onderzoeken naar het systeem, dus niet alleen naar kinderen en jongeren zelf maar ook naar hun omgeving, van ouders tot sporttrainers. Voor het genoemde boekje zijn tieners ondervraagd. Wat onder andere blijkt is dat ‘multiscreen’ voor jongeren geen begrip is, maar de gewoonste zaak van de wereld. Ze zijn ze zich er ook niet van bewust dat ze de hele dag online zijn…

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 11.10u >

“Het klinkt makkelijker dan dat het is.” [Ilco van der Linde]

ILCO VAN DER LINDE (MasterPeace) gaat uit van een mooi motto: ‘It’s all about creating heart connections’. Op zijn 13de begon hij met zijn eerste actie, omdat hij het belachelijk vond dat Nelson Mandela vast zat. Hij leerde dat je in communicatie dicht moet blijven bij wat je voelt (“houdt het echt, authentiek”), anders gaat de deur voor je neus dicht. Daarna richtte hij Bevrijdingspop op (“gewoon een kwestie van vragen en doen”); met een startkapitaal van een honderdje is het een van de grootste jongerenevenementen voor jongeren geworden in Europa. Helikoptervluchten en songs die specifiek voor het onderwerp werden geschreven bleken ook tot de mogelijkheden te behoren. Ook startte Ilco met Dance4Life, wat uitgroeide tot een internationale beweging waarbij de populairste dj’s en veel agents of change betrokken zijn. De essentie is simpel; jongeren zijn blij dat ze íets kunnen doen.

“Elk land heeft een Bono.” [Ilco van der Linde]

Momenteel richt Ilco zich op MasterPeace, waarmee hij samen met een beoogd aantal van 400.000 ‘peace builders’ (“de nieuwe Mandela’s”) wereldwijd vrede wil bewerkstelligen: ‘music above fighting, dialogue above judgment, bread above bombs, creation above destruction’. Zo’n movement was er nog niet. Iedereen wordt uitgenodigd om mee te bouwen. Primeurtje: de campagne die binnenkort gestart wordt voor dat doel, heeft als boodschap: ‘Be a Nelson.’

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=OE4Zv9FdbTA]

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 12.15u >

“Als het niet op Twitter of Facebook staat, bestaat het niet.” [Linda Hartman]

LINDA HARTMAN (ING) laat enkele resultaten zien uit social media-onderzoek van Newcom. Naarmate de leeftijd stijgt, gebruiken jongeren steeds meer Facebook en LinkedIn en steeds minder Twitter. Het is verleidelijk om te focussen op die kanalen, maar de onderliggende strategie is veel belangrijker, waarbij het moet gaan om de lange termijn en relevante content. Leitmotiv in de aanpak voor jongeren en studenten, is om hen te helpen meer uit hun krappe budget te halen. Daarbij laat de dienstverlener jongeren zelf aan het woord. Zo gaan de reporters Sjors en Etienne koken voor 3 euro (‘Prakkie voor een Prikkie’, zie onderstaande video). Een ander voorbeeld: bijna driekwart (73%) vraagt geen belastinggeld terug en laat zo 250 euro liggen, wat een mooi haakje was voor een relevante actie over een saai onderwerp.

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=nXX0XGyJQq4]

Linda kan kort nog twee andere cases benoemen. Met drie ondernemende studenten werd ING Jumstart opgestart. Wie een gouden business-idee had, kon dat via Facebook aandragen, wat meer dan 100 plannen opleverde (de winnaars kregen vervolgens advies van ING-experts). Via sociale media werd 91% van de doelgroep studenten bereikt, filmpjes werden meer dan 200.000 keer bekeken en de instroom van nieuwe studenten was 23% hoger dan het jaar ervoor. De Fame Game was een campagne om tieners te helpen om slimmer met geld om te gaan — een Twittercampagne die met hulp van boyband Mainstreet viraal ging. De Fame Game krijgt in september een vervolg, in cocreatie met jongeren.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 12.35u >

“De smartphone is enorm vervuild, het vaatdoekje en de wc-bril zijn er niets bij.” [Mayke Calis]

Journalist/tekstschrijver MAYKE CALIS schreef het boek Socialbesitas. Ze definieert het fenomeen als de druk om sociaal te zijn en het gevoel om online vrienden altijd overal te moeten volgen, meteen moeten reageren, mateloos en dwangmatig. Het is logisch dat we er verknocht aan zijn, want sociale media zijn overal en het vertier sluit aan bij menselijke behoeften (zelfwaardering). Ook speelt de druk van leeftijdsgenoten een rol. Wie lijdt aan socialbesitas, heeft last van meerdere kwalen: ‘FOMO’ (fear of missing out), het phantom vibration syndrome, ‘SOG’ (studieontwijkend gedrag), infobesitas, minder focus, body dismorphic disorder, je niet meer kunnen vervelen, vluchten voor problemen, digitale identiteitsschade, psychische klachten, achteruitgang van schoolprestaties, slecht slapen en verslaving. En: privacy voelt anders op straat dan op sociale media.

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=JgScpIKj8Fg]

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 13.00u >

“Binnen vijf jaar komt minimaal 20% van de verkoop via online.” [Willem Wijnen]

In een soort van interactieve paneldiscussie geven twee experts hun visie op de grote jongerenmerken van de toekomst. WILLEM WIJNEN (The Sting) ziet zijn bedrijf niet erg als jongerenmerk, hoewel het wel veel jongeren aantrekt. De inrichting en de muziek bij de kledingretailer zorgen meer voor een clubsfeer dan voor een winkelsfeer, om een ervaring te creëren. Het meten van resultaten — alles wat klanten doen en zeggen — is fundamenteel. ILCO VAN DER LINDE (MasterPeace) adviseert om je merk echt ergens over te laten gaan, eventueel te verbinden aan een goed doel (dat wordt gewaardeerd door jongeren), en op te houden met zenden. Communicatie moet verleidingskunst zijn. En denk niet dat jongeren alles al weten.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 14.10u >

“Wat ik gehoord heb van meerdere jongeren: dieren zijn betrouwbaarder dan mensen.” [Angela Weghorst]

ANGELA WEGHORST (TwinQ) is bezig met een grootschalig en diepgaand onderzoek naar kinderen en jongeren anno nu. Ook zij weet: dé jongeren bestaat niet, er zijn enorm grote verschillen — leeftijd, geslacht, persoonlijkheid, tijdsgeest, familie en vrienden zijn allemaal van invloed, daar moet je rekening mee houden. Elke jongere heeft een rugzak met eigen specifieke gedragingen, dromen en problemen. Heel veel jongeren hebben het idee dat ze anders zijn, anders (lees: minder) dan anderen. Velen zijn hoogsensitief, maar daar is nog weinig aandacht voor. Ondernemende jongeren volgen hun hart, gaan gewoon aan de slag. Advies: geef jongeren een handelingsperspectief.

Voor deze generatie geldt:  ‘be yourself’ — het belang van echtheid is voor henzelf van belang maar ook voor bedrijven. Jongeren krijgen een overdosis aan prikkelingen, je moet ze echt in hun hart raken. Bijvoorbeeld door persoonlijk aanspreken met hun eigen naam of richten op een bepaalde levensfase (zie ook onderstaande video als voorbeeld).

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=NEcZmT0fiNM]

Ouders zijn helden (die kan je vertrouwen, daar kan je op terugvallen), die moet je als marketeer of onderzoeker niet belachelijk maken. Ouders van nu willen hun kinderen gelukkig zien, stimuleren hen — compleet anders dan vroeger (Hallmark maakte hier een mooi filmpje over). En natuurlijk zijn vrienden enorm belangrijk, maar zij zorgen ook voor druk om net iets stoerder te doen, bijvoorbeeld om te roken of alcohol te drinken. Binnen vriendschappen worden ervaringen gedeeld, daar kunnen adverteerders bij aanhaken. Zo maakt Walibi foto’s van coole momenten, die de jonge bezoekers vervolgens kunnen delen.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 15.30u >

“We noemen ze trendsetters, maar eigenlijk zijn het trendvolgers.” [Thea Hazel-Stals]

MARJON VAN DER VEEN en THEA HAZEL-STALS (Stichting Weet Wat Je Besteedt) beginnen met een filmpje om uit te leggen wat WWJB is. De organisatie ontwikkelt samen met jongeren nieuwe initiatieven om hiermee de financiële zelfredzaamheid van jongeren te vergroten. In samenwerking met YoungWorks en Motivaction is het Moneymindsets-model (pdf) ontwikkeld, waarin jongeren gesegmenteerd worden in ‘levensgenieters’, ’trendsettters’, ‘regelaars’ en ’toekomstplanners’. Uit MoneySkills-onderzoek bleek dat de twee eerstgenoemde groepen meer moeite hebben om hun zaakjes op orde hebben, vandaar dat zij de primaire doelgroep vormen.

Aan de hand van de case Financieel Studieplan wordt uitgelegd hoe co-creatie leidt tot succes en meer impact. Studenten, en niet alleen de ‘regelaars’ en ’toekomstplanners’, zijn in alle fasen van het project betrokken, tegen een behoorlijke vergoeding (en pizza). Het idee werd geboren dat je iets moet hebben dat heel weinig tijd kost: een tool die studenten meer zicht geeft op hun inkomsten en uitgaven — ze zijn weliswaar wat lui, maar willen ook niet in de problemen komen. De bijbehorende website trok ruim 88.00 bezoekers, waarvan er bijna 19.000 een persoonlijk plan hebben gemaakt. Omdat cocreatie leidt tot veel ideeën, wordt in projecten altijd met jongeren samengewerkt.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 16.20u >

“Donderdag is dichterbij de toekomst dan woensdag.” [Herman Konings]

Veranderingspsycholoog/trendwaarnemer HERMAN KONINGS heeft geen zekerheid over de toekomst maar probeert deze naar aanleiding van gesprekken met wetenschappers en aan de hand van cijfers wel te vermoeden. Uit een demografische analyse blijkt bijvoorbeeld dat er minder 11-15-jarigen zijn dan 51-55-jarigen, dus valt er minder speelgoed te verkopen, om maar wat te noemen. Maar wel degelijk is deze groep interessant, want uit schuldgevoel voor te weinig aandacht of door de nieuwe vriend van pa/ma wordt er tóch veel speelgoed voor hen gekocht. Meer dan een miljoen babyboomers gaan binnenkort met pensioen om hun behoorlijke vermogen te spenderen, ze zijn de eerste symbolische consumptiegeneratie, die extra voor merken betaalt (niet voor niets heeft BMW speciaal voor hen een auto ontwikkeld, de Active Tourer).

De generatie ‘digitale inboorlingen’ (ook wel: generatie ADHD, naar Any Device Head Down) groeit anders op dan de millennials. Generatie Y houdt van verrassingen (thaasofobie: de angst voor de verveling, voor de voorspelbaarheid). Dat verklaart het succes van collaboratieve bootcamp-evenementen als Tough Mudder. Er is geen generatiekloof meer tussen babyboomers en hun kinderen.

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=gVY220ECU2A]

Het is niet waar dat jongeren alleen maar met technologie bezig zijn. De laatste jaren zijn er veel nieuwe ambachtelijke koffiebars geopend, en een relatief jonge website rond naaien als BurdaStyle heeft 800.000 geregistreerde leden (gemiddelde leeftijd 29 jaar). Het moet authentiek zijn. En liefst ook met aandacht voor convergentie, zoals bijvoorbeeld bij de Shirt Bar. Het paradoxale is kenmerkend voor de voorkeuren van jongeren.

Zie ook mijn eerdere recensie van Hermans trendboek De tafel van 7, een aanrader.

< < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < 17.00u <

PS  Het middagprogramma bestond uit parallelsessies, waardoor ik helaas niet alle sessies kon bijwonen. Laat het weten je aanwezig was en aanvullingen op bovenstaande hebt!

Zie ook het uitgebreide verslag van Pretwerk.

Congresverslag (1): ‘Trends in Kids- en Jongerenmarketing’ — kidsdag #KJ14

De 23ste(!) editie van het congres Trends in Kids- en Jongerenmarketing vindt plaats in DeFabrique in Utrecht. In een volle  zaal — ruim 100 aanwezigen — is er dit jaar met name veel aandacht voor een verantwoorde aanpak binnen marketing richting de jeugd, voor ‘gezinspraak’ en voor de rol van mobiele apparaten. Veelgehoord advies is om het simpel te houden. Dagvoorzitter LUDO ‘moderne troubadour’ KEIZER koos ‘content is king, marketing is queen’ als quote van de dag. Hieronder een samenvatting van de meeste sessies van de ‘Kidsdag’, morgen volgt de ‘Jongerendag’.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 09.45u >

“Kinderen plaatsen via Festisite graag hun naam op het Starbuck-logo, terwijl ze geen koffie drinken.” [Suzanne Dölle]

SUZANNE DÖLLE (YoungWorks) start de dag met een interactieve kidsquiz, voorzien van informatieve én leuke toelichtingen. Wat blijkt: Instagram is het favoriete sociale medium onder tweens (‘een soort Twitter met  plaatjes’),  mods & skins zijn features bij Minecraft (onzettend populair bij jongens én meisjes, toegejuicht door ouders), kinderen tot 11 jaar willen liever een tablet, 30% van alle thuiswonende kinderen maakt deel uit van een allochtoon gezin waarbij één van de ouders in  het buitenland is geboren, het Dumb Ways To Die-filmpje (zie hieronder) van Metro Trains Melbourne is een YouTube-kidshit, ouders besteden in de ochtend meer tijd aan hun mobiel en aan sociale media dan aan hun kinderen, modeontwerper scoort als beroep het hoogst onder tweens, loomen én longboarden gaan het worden deze zomer, en 74% van de kinderen denken dat Nederland het WK Voetbal wint.

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=IJNR2EpS0jw]

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 10.10u >

“Ouders, grootouders en kinderen communiceren op gelijk niveau met elkaar.” [Krista Kleinveld]

KRISTA KLEINVELD (FamilyFactor) presenteert bevlogen over verantwoorde en succesvolle kindermarketing. De emancipatie van de kinderconsument begon met het boek Kids as Customers en daarna ontplofte de categorie, met als tegenbeweging de bescherming van de kinderconsument. Kindermarketing is negatief in het nieuws, terwijl we zouden moeten uitgaan van het positieve. Merken zouden zich moeten bevinden op het snijvlak van ouders, kinderen en maatschappij. Handvatten daarvoor zijn een gemeenschappelijke waardenwereld (denk aan de wijze waarop OERRR, Okki of Innocent fun toevoegen), leren van elkaar (kinderwaarden zijn aspiratief voor volwassenen, zoals bijvoorbeeld bij Olli, de Annie-commercial hieronder van Dell, of een kinderadviesraad van een kinderziekenhuis) en een concept voor meer omgevingen (zoals bij De lente loeit weer van Campina of kinderparticipatie bij de gemeentespeeltuin).

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=B7eH1daIm2c]

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 10.35u >

“Vodafone wil gezien worden als een betrouwbare provider voor families.” [Floor Klein]

FLOOR KLEIN (Vodafone) en HEIDE GORIS (Mediawijzer.net) leggen hun partnership uit. De relatie is voortgekomen uit het debat over de risico’s van digitale media en kinderen. Vodafone wil verantwoordelijkheid nemen voor deze kwetsbare doelgroep. Door daar aandacht aan te besteden kunnen ze hun reputatie verbeteren. Getracht wordt om ouders vroegtijdig te ondersteunen, onder andere via Safety Net. Bij Mediawijzer werd expertise gevonden; door deze samenwerking kon de boodschap van Vodafone versterkt worden. Het leidde onder andere tot het magazine WIJS over digitaal opvoeden. Beide sprekers zijn van mening dat dit de potentie heeft om groter te worden, en dus gaan ze samen verder.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 10.55u >

“Onze producten worden gekocht door ouders en niet door kinderen.” [Olivier Zwolsman]

In een wat rommelig onderdeel over de verantwoorde aanpak naar kinderen in de praktijk — wordt het een paneldiscussie of toch powerpointpresentaties? — gaven drie experts weer hoe zij een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van kinderen.

CORINE VAN IMPELEN (Wit Communicatie, voorheen Achmea) zegt dat het voor Achmea belangrijk is dat kinderen en jongeren sporten, vandaar de deelname aan EYOF 2013 (lees: de Jeugd Olympische Spelen) en de organisatie van de High Five Challenge. Samen met ANOUK LAST (BrandDeli) en mediapartner Nickelodeon werd een succesvolle campagne gevoerd om sporten bij kids op de kaart te zetten. Als marktleider en kids-expert die bovendien maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt (denk aan de jaarlijkse Buitenspeeldag) was Nickelodeon een logische keuze. Topsporters werden ingezet in de communicatie, en het evenement was zichtbaar in de stad (Utrecht) en er werden maar liefst 20.000 jongeren in beweging gebracht. De learnings: wees aanwezig (gebruik de juiste platformen en zorg dat er op het schoolplein over je wordt gesproken), zet je kidsbril op (verplaats je in de wereld van de doelgroep), wees relevant (speel in op de trends binnen de kidswereld), herhaal de boodschap (kids houden van herhaling en de boodschap blijft dan ook beter hangen), en: als het maar leuk is.

OLIVIER ZWOLSMAN (Ferrero) geeft aan met het merk Kinder verantwoorde consumptie te willen stimuleren (lees: ouders te helpen), aan de hand van verantwoorde communicatie (geen reclame in media richting publiek waarvan ten minste 25% van de kijkers jonger is dan 13 jaar en geen samples op scholen of schoolplein) en de portiegrootte (Kinder-producten behoren vanaf het begin tot de  kleinste in hun categorie). Daarnaast wordt een actieve levensstijl aangejaagd, als partner van JOGG.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 11.50u >

“Wat ze doen op die apparaten? Gamen, gamen en nog eens gamen.” [Irena Petric]

IRENA PETRIC (NOM) deelt een aantal resultaten uit de NOM Kids Monitor, een grootschalig representatief onderzoek naar het mediagedrag van kinderen in de leeftijd van 6 t/m 12 jaar. Van de Nederlandse kinderen gebruikt 93% een laptop, 73% een tablet, 72% een spelcomputer, 62% een draagbare spelcomputer en 57% een smartphone of mobiele telefoon. Meisjes zijn meer bezig met smartphones dan jongens, die zich meer richten op de spelcomputer. Gamen (95%), filmpjes kijken (93%) en muziek luisteren (76%) vormen de top 3 voor wat betreft apparaatgebruik. En er wordt ook nog steeds gelezen vanaf papier: 94% leest wel eens tijdschriften (Donald Duck is binnen deze doelgroep verreweg het grootst) en 38% dagbladen (afhankelijk van wat in het huishouden aanwezig is).  Samenvattend: kinderen zijn media-omnivoren, maar doen daarnaast nog altijd aan buitenspelen (99%), sporten (95%) en spelletjes (94%).

Zie voor meer informatie de eerdere uitgebreide blogpost over dit onderwerp.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 12.15u >

“Er zijn zo’n 100 mensen met een Google Glass in Nederland en onze app daarvoor is 50 keer gedownload, toch mooi een bereik van 50%.”  [Lara Ankersmit]

LARA ANKERSMIT (NOS) houdt zich als Hoofd Digitale Media bezig met bereik, innovatie en crossmedia. In sneltreinvaart gaat ze langs voorbeelden als de WK-app, de Koningshuis-website en HBBtv. De NOS ziet een enorme groei op mobiel (“dat is een gewoonte geworden”). Het Jeugdjournaal (doelgroep: 8 t/m 12 jaar) doet het goed qua bereik: 800.000 kijkers per maand, 13.000 gebruikers van de app en een veelbezochte website. Kinderen ontdekken spelenderwijs de wereld en hun positie daarin. Welke mediastrategie past bij het Jeugdjournaal? Gekozen is om het merk centraal te stellen en daaromheen producten te ontwikkelen.

Vandaag is een nieuwe Jeugdjournaal-app gelanceerd (voor Android), die volgend jaar 75.000 keer moet zijn gedownload. Basisfuncties zijn het laatste nieuws, uitzendingen en stellingen.

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=k5-3tzeHF9M]

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 12.45u >

“Ieder meisje gaat ooit in haar leven door een prinsessenfase.” [Koen Vroman]

KOEN VROMAN (Studio 100) stelt de prinsessen voor uit de nieuwe serie Prinsessia. Heel belangrijk: het zijn echte actrices, de doelgroep kan ze dus ook in het echt tegenkomen voor een meet & greet. Van het thema prinsessen is men heel zeker dat het aanspreekt, en roze blijft een belangrijke rol spelen. In de eerste jaren van een nieuw concept probeert Studio 100 zich op een wat oudere doelgroep te richten (lees: niet uitsluiten), en later verjongt zich dat. De enige concurrentie van de prinsessen werd in eigen huis gevonden: K3. Qua positionering moest het nieuwe merk daarom anders zijn. ‘Content is king, marketing is queen’, dat is de leus bij Studio 100. Er wordt in eerste instantie een beperkt aantal producten om het merk heen gelanceerd.

Gemerkt wordt dat het medialandschap aan het veranderen is. Er zijn veel kinderzenders bijgekomen. Marketing bij een lancering van een nieuw product is belangrijker dan ooit. Televisie blijft het allerbelangrijkste (85% van de kinderen kijkt elke dag tv), maar ter aanvulling is digitaal (lees: YouTube) erbij gekomen. Vandaar dat voor de lancering van de nieuwe serie al een videoclip van de single online werd gezet.

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=4QznqRlNLgA]

En ja, de vraag werd gesteld of jongens ook fan van Prinsessia mogen worden. Dat mag. ;-)

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 13.30u >

Tijdens de lunch organiseerde SMALL een ‘praatjesmakersessie. Waar het de rest van de dag óver kinderen ging, werd op dit moment mét hen gesproken. Altijd leuk, je had erbij moeten zijn.  ;-)

10313450_676496415755786_991779200467181127_n

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 14.00u >

“De kracht zit in de eenvoud.” [Bas Post]

BAS POST (Center Parcs) heeft families met kinderen als primaire doelgroep. Het aanbod is aan die doelgroep aangepast. De gezinssamenstelling is de afgelopen 20 jaar sterk veranderd (hét gezin bestaat niet), dus eigenlijk moet je gezinnen opsplitsen in verschillende groepen. En dan begint het met het definiëren van die groepen (segmentatie), waarbij het zaak is om het simpel te houden. De leeftijd van het kind is belangrijk in de behoeften (van zekerheid en gemak wanneer je voor het eerst met je pasgeborene op vakantie gaat, tot vrijheid en avontuur voor tieners). Onderzoek kan inzicht geven in wat die behoeften precies zijn. Op basis daarvan werden Pack&Go-producten ontwikkeld (verschillende leeftijden, verschillende pakketten), die door het anders verpakken van het bestaande aanbod beter aansluiten bij de behoeften van de doelgroep. (helemaal niet ingewikkeld: een poffertjespakket — in relevantie zit de crux).

Kinderen hebben een belangrijke invloed gekregen in de keuze van hun ouders. Het gezin heeft zich ontwikkeld tot DMU. Met die ‘gezinspraak’ moet je dus rekening houden, en je richten op alle leden van het gezin en de voordelen voor die verschillende gezinsleden benoemen. Voor tieners bijvoorbeeld werd “een geweldig pakket” ontwikkeld (op deze kindervakantie kiezen ze zelf of ze binnen of buiten slapen), wat echter niet automatisch een garantie voor succes is (aanbod kan ook te vol en te complex zijn, waardoor het te weinig oplevert). Op Nickelodeon is Cool Factor uitgezonden, een variant op Fear Factor waarbij het aankomt op lef en doorzettingsvermogen, opgenomen in de Center Parcs-parken. Een voorbeeld van een goed ‘verhaal’ om de doelgroep aan te spreken; om het verblijf voor kinderen en hun ouders nog aantrekkelijker te maken, mooie promotie bovendien.

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=Gv2bgJdP9cQ]

Het advies: communiceer op het juiste moment, met het juiste verhaal, via de juiste kanalen. Met eenvoud, relevantie en fun als kernwaarden.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 15.15u >

“Nieuwe media is allang niet meer nieuw. Voor die kleintjes is het de gewoonste zaak van de wereld.” [Bas Nadorp]

BAS NADORP (Cinekid) weet met een beperkt budget (en daardoor een mede-afhankelijkheid van gunsten, subsidies en fondsen) heel veel mensen te bereiken. Direct contact met kinderen en hun ouders, er zijn niet zoveel evenementen waar dat kan. Naast het jaarlijkse tiendaagse festival worden tal van andere zaken in de markt gezet, zoals het Cinekid Filmspel en het Cinekid AppLab. Elk jaar weer innovatief en vooroplopend. Cinekid wil inspireren door kwaliteit, kinderen leren om media te begrijpen door deconstructie en contextualisering, het eigen maken van vaardigheden, creativiteit, een stem geven. Men neemt de tijd en ruimte om het kinderen uit te leggen, om kids uit te dagen en samen onontdekte talenten te herkennen. De vier V’s van Cinekid: verken, verbeeld, verbreed en verwonder.

[vimeo 74201414 w=560 h=315]

Bij de producties en promoties worden kinderen betrokken, en tevens als ambassadeurs ingezet. In de promotie is print geschrapt omdat het effect ervan lastiger te meten was, en online is groter geworden. Wie alvast een voorproefje wil van wat op het komende festival te zien is, klikt hier. En wie nog een leuke app zoekt om kleurplaten tot leven te wekken, klikt hier.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 15.15u >

“Alle kinderen gaan naar school, en één klas zit vol leerlingen van dezelfde leeftijd, en jong geleerd is oud gedaan.” [Peet van de Wiel]

PEET VAN DE WIEL (Podium) en IGNAS VAN SCHAICK (EMS FILMS) verhaalden over het succes van De Nieuwe Wildernis: 750.000 bioscoopbezoekers, 5 miljoen kijkers naar de tv-serie, 7 miljoen euro aan mediawaarde, enzovoort. Ook: 4.000 aangemelde scholen voor het educatieve pakket. De Nieuwe Wildernis in de klas moet kinderen zich laten verwonderen over natuur (dichtbij huis in eigen land), kinderen gericht leren te kijken naar de natuur, kennis uitbreiden over kringloop en samenhang binnen ecologisch systeem en kinderen aanzetten zelf erop uit te gaan. Succesfactoren voor gebruik lesmateriaal betreffen aansluiten op kerndoelen en methodes, een aantrekkelijke mailing, inspelen op actualiteit, gebruik maken van digitalisering, leuker maken van de les, stimulerende werkvormen (zelf ontdekken), weinig voorbereidingstijd, modulair/flexibel, gratis en een goede basis voor spreekbeurten. Mooi uitgangspunt is daarnaast om in te spelen op het ervaringsgericht leren: naar buiten!

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 16.15u >

“Een kind kan in zijn leven zo’n twee tot zeven hechtingsfiguren aan.” [Steven Pont]

Ontwikkelingspsycholoog/systeemtheoreticus/tv-bekendheid STEVEN PONT was vorig jaar de best beoordeelde spreker, dus mag in 2014 op herhaling. Met een ander maar weer een goed en boeiend verhaal: de basisemotie van kinderen is angst, verantwoordelijk voor veel gedrag. Ze spelen ook met die angst, met onveiligheid, want dat trekt ze aan. Hechten is het antwoord daarop. De belofte van een hechtingsrelatie is dat het leven oké is, waarbinnen experimenteren met spanning mogelijk is. Maar: drie van de tien kinderen in Nederland is níet veilig gehecht. Hoe spannender iets is, hoe veiliger de omgeving moet zijn (bang maakt defensief). De aloude angst voor verstoting verklaart meteen het gedrag van tieners: ‘fit in, stand out’. De omgeving blijkt een grote invloed te hebben op gedrag, op de betekenisgeving van wat men doet. Ook voor volwassenen is het van belang of ze bekeken óf gezien worden (er is een groot verschil tussen kijken en zien!). Hoe zie je iets? Zijn drie haren veel of weinig? Naar Toon Hermans: op je hoofd weinig, in je soep veel.

< < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < 17.00u <

PS  Het middagprogramma bestond uit parallelsessies, waardoor ik helaas niet alle sessies kon bijwonen. Laat het weten je aanwezig was en aanvullingen op bovenstaande hebt! Wellicht dat ik later op basis van de hand-outs ook nog een en ander toevoeg.

Congresverslag (2): ‘Trends in Kids- en Jongerenmarketing’ — jongerendag #KJ13

Na de sterke 'kidsdag' gisteren draaide het vandaag op het congres Trends in Kids- en Jongerenmarketing om de doelgroep jongeren. Dit is een verslag van dag 2, de 'jongerendag'. Het ging over de druk die jongeren ervaren, over donkere wolken boven de toekomst, over het betrekken van jongeren bij merken en (eerlijke) marketing, over het belang van het luisteren naar de doelgroep en het begrijpen van hun behoeften. Het meest belangrijke woord dat gebezigd werd, is waarschijnlijk 'samen', iets om rekening mee te houden!

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 09.40u >

"De jeugd maakt van de nood een deugd." [Peter van Woensel Kooy]

PETER VAN WOENSEL KOOY van MarketingTribune presenteert de 'Jongereniconen 2013', een studie naar aanstaand jongerengedrag op basis van een groot aantal bronnen en experts. Dit zijn de negen trends van de 17de jaargang van dit lijstje:

  • Media: grenzen aan social, exit privacy (privacy bestaat niet meer op sociale media, onzeker is of iets of iemand online 'nep' is en er komen misstanden voor als Project X);
  • Eten: iedereen aan de spelt (jongeren willen zelf dingen regelen – Etsy.com, Kickstarter.com, Gidsy, Thuisbezorgd.nl en Peerby.com spelen daar op in – en gaan 'thuis telen', A-merken adverteren met een 'lager suikergehalte');
  • Sex & feestjes: participatie met open mond (modellen staan met open mond – pornopose – afgebeeld in reclame- en modefotografie, party's worden niet langer vóór maar dóór en samen met het publiek georganiseerd en participeren is het nieuwe consumeren);
  • Mode: met Marie Antoinette naar de paardenslager (smart budget, vintage, ruilburzen, zelf breien, paardrijd-look, skinny, vakjes voor tablets en smartphones in kleding zijn 'in');
  • Mind & drugs: fijn ingewikkeld doen (filosofie is in komst, we gaan op zoek naar de waarheid achter de waarheid en de Jägerbomb is drankje van het jaar);
  • Zelfredzaamheid & het Epke-effect (jongeren zijn onhandig, iedere klus staat tegenwoordig uitgelegd op YouTube en het Epke-effect is streven naar uniek vakmanschap);
  • Muziek: back to black & Gangnam 3.0 (wobwob ofwel dubstep als trend van het jaar en bij evenementen is de ervaring belangrijker dan de inhoud); 
  • Gezond: de app als medicijn (handig bij gênante klachten);
  • Entertainment: onrust achter de schermen (de mediavaardigheid van kinderen groeit, de smartphone ligt op het kussen en heeft de functie van het horloge overgenomen, YOLO).

Zie voor meer uitleg de eerdere blogpost over dit overzicht.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 10.05u >

"Bij mij in de buurt kijken kinderen op de parkeerautomaten om te zien hoe laat het is." [Paul Sikkema]

PAUL SIKKEMA van Qrius doet een interactieve quiz in de vorm van 'petje-op-petje-af', daarmee terugkijkend op 25 jaar Jongeren-onderzoek. Hij vertelt dat sommige enqêteurs in het verleden, toen het onderzoek nog face-to-face werd uitgevoerd, verliefd werden op de respondenten. Anno 2013 geven jongeren hun moeder het rapportcijfer 8,9. Het WNF is het favoriete goede doel.

In 1997 wist 55% van de 12-14-jarigen zeker dat ze nooit internet zouden gaan gebruiken. En toen bestond het nog niet, nu gebruikt 75% van de middelbare scholieren Whatsapp. Jongeren van 15 t/m 19 jaar besteden bijna 5,5 uur per dag actief aan media (inclusief sociale media). Wat opvalt is de enorme druk die is gekomen op deze doelgroep, op wat hen afkomt (keuzestress, digitaal en analoog, alles uitzetten).

Tot slot een waarschuwing: de 'brony' (jonge mannen die fan zijn van tekenfilmserie My Little Pony) rukt ook in Nederland op.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 10.30u >

"Ik geloof echt in een nieuwe generatie die een kloof gaat maken, totaal verschillend van de ouders." [Tom Palmaerts]

TOM PALMAERTS van Trendwolves verhaalt op zijn bekende, sympathieke wijze over de trends voor de komende vijf jaar, op basis van onderzoek. Geen blij verhaal. Tom keek nog even terug op het congres in 2012, waar rapper Kleine Viezerik zei: "Hiphop geeft ons hoop, hiphop geeft ons een droom." Die zin is Tom bijgebleven. Onderwijs geeft geen hoop, het aantal werklozen ook niet. Dan hoop je dat hiphop gaat groeien. In Antwerpen is een hiphopschool gestart, de intiatiefnemer werd persoon van het jaar.

Beelden die Trendwolves van jongeren ontving waren behoorlijk donker, somber. Onderstaande game-trailer is daar een voorbeeld van.

Het einde-van-de-wereld-gevoel past in de trend 'total lost', doemdenken. Jongeren zijn negatief over de toekomst maar positief over zichzelf. Kranten verkopen meer als ze een negatief beeld op de cover zetten. We hebben blijkbaar graag de apocalyptische beelden. Vampieren zijn te romantisch (seks & bloed), zombies geven dat gevoel veel beter weer.

Een andere trend is 'raw culture'. Het mag ruwer, vuiler zijn. Graffiti-kunstenaar ROA spuit zwarte verf op de muren zonder het erg te vinden dat het snel weer verwijderd wordt. Mensen die vallen, delen foto's van hun verwondingen online en strijden verder ('survival of the bravest'). De 'female warrior' heeft zich ontwikkeld van een onrealistisch Playboy-model-met-een-man-achter-zich tot een 'echte vrouw' die het alleen kan. Een voorbeeld van de 're-civilize civilization' is de 'Paleo-lifestyle', dat zich bijvoorbeeld uit in gastronomie voor 'holbewoners'.

Er wordt gezocht naar een nieuwe esthetiek. We moeten niet allemaal Barbie willen zijn. Jongeren zijn met dingen bezig waar niemand iets van snapt. Wat er aan komt qua kleding en stijl, komt niet meer overeen wat wij mooi vinden, het gaat veel verder. Kijk maar eens naar Azealia Banks.

In het kader van 'suspicious minds' worden gezichten online steeds vaker onherkenbaar gemaakt ('de-facing'), met maskers of door ze te blurren. McAfee biedt al sociale bescherming aan.

Ook over het 'European Youth Trend Report 2013' van Trendwolves verscheen eerder al een blogpost. Inclusief lichtpuntjes! Het verschil met de 'het is gedaan'-punkgedachte uit de jaren '80 is dat de jongeren van tegenwoordig proberen om daar uit te geraken. Zie ook deze video (YouTube) en bijbehorende presentatie (Slideshare) van een ander evenement over de 'dreamotion'-trend.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 11.30u >

"Jongeren zijn onze doelgroep, en dat zijn vrienden van ons, of vrienden van vrienden van ons." [Robert van Hoesel]

De 19-jarige ROBERT VAN HOESEL was marketingmanager van *Bliep, maar is daar vorige week mee gestopt (hij gaat nu samen met Jeroen Boschma verder met Young Creators). *Bliep wilde een eerlijke provider zijn zonder kleine lettertjes. Een grote groep jongeren is om het merk heen verzameld in de loop ter tijd, "met toffe campagnes." Hoeveel gebruikers deze hebben opgeleverd, bleef een goedbewaard geheim, "dat doet er niet toe."

Veel belangrijker is dat de energie van jonge mensen heeft het merk in korte tijd heeft opgebouwd. Bij de lancering bijvoorbeeld werden jonge twitteraars ingeschakeld; 1.800 jongeren plaatsen binnen no time een *Bliep-logo als balkje over hun profielfoto, waardoor leeftijdsgenoten om uitleg gingen vragen. Jongeren die een merk runnen, marketing door en voor vrienden, zo kan het ook.

Robert geeft aan oprecht verbaasd te zijn hoe jongerenmarketing vandaag de dag gebeurt. Vroeger kochten mensen een merk om beter van te worden. In veel markten is dat omgedraaid. Wíllen jongeren wel rondlopen met jouw merk? Het betrekken van jonge talenten kan een enorme shift binnen bedrijven bewerkstelligen.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 11.50u >

"Every moment is a moment of truth." [Lars Silberbauer]

'Head of Social Media' LARS SILBERBAUER van de LEGO Group (na Mattel de tweede speelgoedfabrikant in de wereld, al vijf achtereenvolgende jaren meer dan 15% groeiend) start met de quote dat architectuur begint als je twee blokjes op elkaar stapelt en dat geldt ook voor LEGO. Hij acht het van groot belang om dichtbij de consument te staan. Wie zich binnen LEGO wil bezighouden met sociale media moet daar een cursus voor volgen en examen doen; een post richting 4,5 miljoen mensen op Facebook is dan best spannend.

Als het gaat om sociale media, gaat het om sociale behoeften, waardecreatie en realtime. De technologie versterkt onze sociale mogelijkheden, meer is het niet. Mensen zijn sociaal van nature. We moeten hun behoeften begrijpen:

  • Het plezier van samen bouwen; daar omheen worden campagnes ontwikkeld en evenementen georganiseerd.

  • Het trots zijn op een creatie (op Flickr staan meer dan 4 miljoen foto's van mensen die hun bouwwerk delen). De Happy Holiplay-wedstrijd van eind vorig speelde hier op in.

De sociale behoefte van klanten bepaalt tesamen met de bedrijfstrategie de socialemediastrategie. Verschillende activiteiten hebben verschillende doelen (merkbinding, verkoop, marketingefficiency, damage control). Sociale media zouden in alle fasen een rol moeten spelen, ook bij verkoopbevordering (een promotie op Facebook rond de Star Wars-lijn, die een kwartiertje werk had gekost, leidde ruim 8.000 gebruikers naar de e-shop).

YouTube wordt gebruikt als tv-kanaal rond de Chima-lijn, maar ook om video's over het merk te delen. The Lego Story werd vier miljoen keer bekeken, niet door betaalde media aangejaagd; ruim 500.000 uur aan 'gratis' aandacht voor het merk.

Marketing was ooit een kwestie van de lange termijn (maandenlang bouwen richting het moment van de waarheid), in sociale media kan je geen moment voorbij laten gaan. Yep, ook LEGO doet aan humoristisch bedoelde 'Photoshop-for-Facebook-inhakers, bijvoorbeeld rond de introductie van de iPhone 5. Hieronder een ander voorbeeld.

Helaas was er geen tijd om in te gaan op de 'Life of George'-campagne. Volgens Lars zijn er geen trucs ("You can't fake it"), maar moet je hard werken voor de juiste timing en relevantie, en daarnaast dapper zijn en het persoonlijk maken.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 12.35u >

In een debat discussieerden vier bekende namen over het betrekken van de nieuwe generatie jongeren bij hun organisatie. Het ging er pittig aan toe; dat kan je aan de energieke en betrokken dagvoorzitter Ludo Keizer wel overlaten.

RENÉ HERREMANS (Ahold) heeft zo'n 60.000 jongeren werken in zijn winkels, in eerste instantie omdat ze geld nodig hebben. Geprobeerd wordt hen meerwaarde te bieden, zij mogen ook meepraten, om een verbinding te creëren. Zijn conclusie: "Jongeren zijn ook gewoon mensen."

ROLAND KAHN (Coolcat) stelt dat iedereen die positief is ambassadeur kan zijn. Er wordt met een aantal ROC's samengewerkt; het blijkt dat jongeren hun verantwoordelijkheid kunnen nemen. Met een steek onder water naar eerdere spreker Robert van Hoesel: "Wij zijn niet zo elitair dat het alleen voor onze vrienden is." Waarop Robert reageerde: "*Bliep-gebruikers vinden Coolcat niet meer cool." Wat de oorzaak was van deze 'fittie' werd niet duidelijk, maar jong en oud stonden lijnrecht tegenover elkaar. Om over na te denken: moet je wel (Coolcat) of niet (*Bliep) voor de massa gaan?

DAVE FRAUENFELDER (Hi) hoort van jongeren dat ze alleen nog bellen met hun moeder. Daarom staat vooral mobiel internet centraal. Het team van Dave doet huisbezoeken bij de doelgroep, wat tot inzichten leidt dat jongeren hun contacten niet willen verliezen en niet voor verrassingen willen komen te staan. Dat leidt tot aanbod en campagnes als 'pokkie foetsie' en 'all you can tweet, post en whatsapp', samen met jongeren gemaakt. Kortom: "Als je de ambitie hebt om een merk voor jongeren te zijn, moet je er middenin staan."

JEROEN BOSCHMA dacht tot 2007 dat hij een (goede) jongerenmarketeer was, nu durft hij te zeggen dat hij het niet meer weet. Jongeren moeten in de driver's seat gezet worden, zij weten het veel beter dan wij. Er is een gevecht gaande tussen de oude en nieuwe wereld. Volgens Jeroen houdt 80% van de marketeers niet van zijn eigen merk ('het is werk'), hoe anders zou dat zijn als jongeren het voor het zeggen hebben.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 14.10u >

"Een like is ook een dialoog." [Karsten Mosterd]

"De jeugd wordt steeds brutaler, daar moeten we op inspelen." [Tommy Janmaat]

Volgens FEMKE MARCAR van ToTwenty is de 'Facebook-exodus' van jongeren (Emerce) een opgeklopt verhaal. Het advertentiebereik onder tieners is in Nederland de afgelopen drie maanden niet gedaald, in de VS wel. Op basis van onderzoek binnen het eigen netwerk komt de daling van Hyves naar voren, maar geen tekenen dat Facebook afgedaan heeft.

Jongeren hebben een mobile first mentality; 86% is mobiel online. Mobiel campagneverkeer is met 1200% gestegen in 2012. Slechts 9% van de Facebookcampagnes is echter geoptimaliseerd voor mobiel.

Mobile messaging apps maken een enorme groei door. Kijk naar Kakao Talk (65 miljoen gebruikers in Korea, LINE (100 miljoen gebruikers in Japan), WeChat (300 miljoen gebruikers in China), Whatsapp (10 miljard berichten per dag), Instagram (30 miljoen gebruikers). Azië loopt voorop! 'Gesloten omgevingen' zijn in opkomst; in Whatsapp-achtige applicaties wordt word-of-mouth-belangrijker. Hoe zorg je ervoor dat jongeren over je merk blijven praten?

KARSTEN MOSTERD, binnen Sundio Group werkend voor jongerenreisorganisatie GOGO, heeft drie ontdekkingen gedaan die werken om van likers (65.000 fans) klanten te maken:

  • Start de dialoog (creëer een community, een gevoel van gemeenschappelijkheid met anderen – als je veel veel interactie hebt op Facebook, wordt je bereik groter.);
  • Inspireer en leer (durf fouten te maken);
  • Vertrouw en converteer.

Voor GOGO is januari de boekingsmaand, maar buiten die maand wil men ook onder de aandacht blijven. In de contentstrategie wordt niet het hele seizoen over vakantie gepraat (dat raakt de doelgroep beu), maar over gerelateerde onderwerpen, soms op het randje. Karsten adviseert om content te maken waar makkelijk mee te interacteren is (tag, like, share, comment), waar geen lange teksten in staan, waar een tijdelijke community uit kan ontstaan en wat het beste oogt op Facebook (content wordt mobiel anders gepresenteerd). Het aantal boekingen door Facebook neemt toe.

Karstens collega TOMMY JANMAAT is met X-Travel tevens concurrent, wat zich lijkt te uiten in een wedstrijdje likes verzamelen. Tommy ziet zoveel 'like, share & win'-acties dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Om zich te onderscheiden werd het 'Hangmatties'-spel gecreëerd (maak je hangmat aan, nodig je vrienden erbij uit en maak kans op een vakantie). Dit werd gepromoot met advertenties en aanjaagposts.

De actie van vijf weken leverde 11.000 likers op, en daarna liep de fanbase niet leeg. Wat nu? Facebook wordt gebruikt voor verkoop (één of twee aanbiedingen per week), informatie (tips van gasten en van de reisleiding) en interactie (service, reacties, advies, klachten en boekingen).

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 15.15u >

"Verzekeringen is uien, zeggen we zelf; leuk is het niet." [Cindy de Vries]

CINDY DE VRIES en MAAIKE SMEELE van FBTO weten dat jongeren en verzekeringen een heel lastige combinatie vormen. Tot vorig jaar waren er geen jongerenproposities en geen directe communicatie met jongeren; ouders ontvingen een brief ('uw zoon of dochter wordt 18 jaar'), maar dat werkte niet. Het moest dus anders, en dus werd een aantal jongeren uitgenodigd in Leeuwarden. De grootste les: jongeren zijn net mensen.

Jongeren gaven aan dat het enige dat ze willen is dat ze serieus genomen willen worden, zonder fratsen. Er werd een jongerenpropositie voor de FBTO Zorgverzekering ontwikkeld. Omdat het kennisniveau van jongeren over verzekeringen erg laag is, werd een website puur met informatie ontwikkeld ("want teveel poespas werkt alleen maar averechts").

Een app voor declareren werd door de doelgroep briljant gevonden. Daarnaast werden aanvullende modules voor therapie en buitenland gewaardeerd. Alles gekoppeld aan een aantrekkelijke prijs. Dat werd rechtstreeks aan de jongere zelf gecommuniceerd (niet aan de ouders) via een mix van middelen, kort en krachtig en zonder spectaculaire cadeaus. Een kleine 4.000 17-jarigen ontvingen een brief ("want e-mails lezen ze niet"). Na een eerste brief liet 57% gegevens achter op de website voor een passend aanbod (de doelstelling was 35%).

Het traject leverde de volgende learnings op:

  • Communiceer rechtstreeks met doelgroep zelf op gepaste wijze;
  • Wees duidelijk en to the point (geen blabla);
  • Als het belangrijk is: stuur een brief (dat maakt indruk);
  • Wees eerlijk;
  • Doe waar je goed in bent (houd het bij verzekeren in plaats van festivals etc.);
  • Maak het niet leuker dan dat het is.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 16.05u >

"Iedereen kan vandaag de dag alles doen. Een internetbedrijf kan brillen maken. Het is oorlog." [Hans Koeleman]

Tweevoudig Olympiër HANS KOELEMAN ('Chief Disruptive Officer' bij Binding) deelt ervaringen uit zijn tijd bij Nike aan de hand van een aantal bekende commercials, zoals Revolution, Good vs Evil (de eerste voetbal-spot) en Pre Lives.

Bij Nike staat alles in het teken van de sporter ('iedereen met een lichaam') en het elke keer weer ontketenen van een revolutie. Neem de jeugd met je mee. Marketeers bij Nike zijn geen schoenenverkopers maar verhalenvertellers. Het verhaal moet eigenlijk zó goed en spannend zijn dat je het product al wilt hebben voordat je weet wat het is. 

Doel is om inspiratie in de ogen van mensen weten te krijgen ("als je dat kan…"), zoals kinderen kunnen vragen: 'Echt waar, kan dat echt?' (er wordt na miljoenen views nog steeds over gesproken over Ronaldinho die vier keer achter elkaar op de lat schiet en de bal weer opvangt; echt of niet?). Met dit gegeven valt ook te spelen:

Nike staat voor visie, DNA ('no inside, no outside'), het juiste doen, kern & meer en anticiperen op de dingen die gaan veranderen. Als dé trend van de toekomst ziet Hans het samenbrengen van mensen, zoals bijvoorbeeld in de Nike+ Run Club gebeurt. Iedereen kan presteren.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 16.40u >

"Ik heb een zoon die niet dood gevonden wil worden in zo'n Zeeman-shirt." [Marijke Vos]

MARIJKE VOS van Stichting Weet Wat je Besteedt reikte de eerste PIRA Awards uit ('Positieve Invloed door Reclame voor jongeren'). Een jongere ziet 600.000 boodschappen voor z'n 16de. WWJB wil bedrijven uitdagen eerlijke communicatieuitingen te produceren voor jongeren, zodat zij weloverwogen financiële beslissingen kunnen nemen. Wie dat goed doet, maakt kans op deze prijs.

Uit de nominaties zijn de volgende PIRA-winnaars gekozen:

  • Vrije tijd: navulbare drinkfles Dopper;
  • Gadgets: mobiele jongerenprovider *Bliep;
  • Geldzaken: 'Control€'-campagne van ABN AMRO;
  • Digitaal: 'Control€'-campagne van ABN AMRO;
  • Piraat (de prijs die niemand wil winnen): KFC (NB naar verluidt is de campagne inmiddels gestopt).

< < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < 17.05u <

NB  Het middagprogramma bestond uit parallelsessies, waardoor ik niet alle sessies live kon bijwonen. In de hand-outs (voor zover beschikbaar) van die bijeenkomsten vond ik onderstaande learnings ter aanvulling op bovenstaande:

"Onze jonge medewerkers maken het merk zoals zij hun tosti's maken." (René Herremans)

RENÉ HERREMANS (Ahold; auteur van De Merkmotor) over merkrelaties opbouwen met jongeren:

  • Albert Heijn weet grote groepen jongeren te verbinden en te binden, op basis van een goed product en goed werkgeverschap, drie C’s (contact, connect, contributie), persoonlijke aandacht en samenwerken met leeftijdgenoten.
  • Loyaliteit en vertrouwen van jonge medewerkers en klanten moeten merken iedere dag weer verdienen. Het vermogen om merkrelaties aan te gaan is bepalend voor merkreputaties ('medewerkers maken je merk'). Merkambassadeurschap is vrijwilligerswerk, gebaseerd op drijfveren en energie, niet als opdracht of verplichting.
  • Om succesvol te zijn moet je denken vanuit de belevingswereld van jongeren. Door merkbetekenis, dialoog en ruimte bepalen jongeren of ze ook energie in je merk willen steken, dán heb je een relatie. 
  • Jongeren zoeken kortetermijnmeerwaarde en geen langetermijnbelofte. Ze hebben iets afwachtends over zich ('probeer mij maar voor je te winnen, ik wil vermaakt worden'). De betrokkenheid die dan ontstaat kan heel diep gaan en voor langere tijd post vatten, zolang je toegevoegde waarde en relevantie blijft leveren/hebben.
  • Medewerkers betrekken bij je organisatie is de sleutel tot succes. Er komt bij AH steeds meer ruimte voor een eigen inbreng. Zo beslissen werknemers mee over de werkkleding, organiseren ze een voetbaltoernooi en worden ze betrokken bij het maken van een campagne. Ze voelen zich dan verantwoordelijk en trots op de winkel. 

"Participatie zorgt voor intrinsieke motivatie." [Otto van de Sanden]

OTTO VAN DE SANDEN (Attacom) en MIRJAM VAN DER BLIJ (GGD West-Brabant) over succesvolle campagnes met jongerenparticipatie:

  • Think before you drink is een regionaal alcoholmatigingsproject om de trend te doorbreken dat jongeren steeds vaker, steeds meer en op steeds jongere leeftijd alcohol drinken. Doel was om jongeren en hun ouders bewust(er) te maken van de schadelijke gevolgen van alcohol, jongeren weerbaar(der) te maken ('nee zeggen is ok') en het beperken van de beschikbaarheid van alcohol voor jongeren.
  • Bij de aanpak zijn jongeren betrokken, dit sluit aan bij beleving en is krachtiger/effectiever (serieus nemen). Dit is gedaan via o.a. jongerenpanels, Frisse Blik op de Zaak, een stagiaire HBO communicatie, Hiphop Factory, scholen en sociale media.
  • Wat werkt: fysiek zichtbaar zijn, verleiden, ervaren, ludiek, humor, gedrag concreet maken (het moet te filmen zijn), aansluiten bij de beleving van jongeren, korte termijn (direct resultaat) en sociale groepsdruk meenemen. Door aan te sluiten bij de visie van jongeren, met hen in gesprek te gaan ('what’s in it for me?'), het visueel aantrekkelijk te maken, een spelelement toe te voegen, online en offline aanwezig te zijn, het eenvoudig te houden en de gezonde keuze leuk en makkelijk te maken.
  • Het betrekken van jongeren is intensief, maar zeker de moeite waard (al is het maar omdat je op de hoogte blijft van de actuele trends). Jongeren zijn trots op hun resultaat. Je leven zelf in de hand hebben is voor jongeren belangrijk. Film en muziek werkt.

"Je moet 'peer educators' niet zien als spreekbuis van álle jongeren." [Marlous van Gastel]

MARLOUS VAN GASTEL (Stedelijk Museum Amsterdam) en MIRELVA BERGHOUT (Alumnus Blikopener) over het inzetten van peers om jongeren te bereiken:

  • Je kan jongeren inzetten om thema’s bespreekbaar te maken die veel van hun leeftijdsgenoten saai vinden, of die een taboe of politiekgevoelig zijn. Uitgangspunten zijn de leefwereld van jongeren en het aangaan van positieve confrontaties aangaan.
  • In het Stedelijk geven jongeren ('Blikopeners') rondleidingen, ze organiseren workshops en evenementen, ze adviseren het museum en ze zijn host van de Blikopener-spot (eigen museumzaal). Dit leidt tot o.a. diversiteit, enthousiasme binnen en buiten, en diverse evenementen en activiteiten.
  • De do’s: intern goed voorbereiden, peer educators inzetten voor andere peer groups, steeds meer verantwoordelijkheid geven, serieus nemen, tijd nemen. En de don’ts: invloed onderschatten, al te snel naar buiten toe verwachtingen wekken, binnen een kader forceren, denken dat peer educators namens alle jongeren spreken, groepsdynamica onderschatten. 

"Een game is meetbaar." [Manon Beurskens]

MANON BEURSKENS (Flavour) over hoe je met games jongeren bereikt:

  • Game dynamics (intrinsieke motivatie; willen in plaats van moeten) zijn competitie, uitdaging, belonging, sociaal, progressie, status en feedback.
  • Gamification betreft het toepassen van speldynamieken op niet-spel omgevingen, met als doel deze waardevoller, leerzamer en leuker te maken en om spelers intrinsiek te motiveren. Denk aan het TTT-model: tell, trigger & teach.

"Denk groter." [Piet van Ierland]

PIET VAN IERLAND (Fontys) over marketing & Communicatie in het onderwijs:

  • Voor naamsbekendheid en imago is het van belang dat belevenissen doorverteld worden. De kern is dat het product goed moet zijn. Daarnaast worden nieuwe belevenissen gecreëerd waarover studenten gaan praten, in plaats van zelf zenden; van buiten naar binnen en vice versa. Er wordt ingezet op PR. Men is naar eigen zeggen klaar voor issues.
  • Het belangrijkst voor het bevorderen van het marktaandeel onder studenten is ervoor zorgen dat de juiste student op de juiste plek zit.

PS  De grote vraag die onbeantwoord bleef, is hoeveel gebruikers mobiele jongerenprovider *Bliep toch heeft. Wie het weet, mag het zeggen.

‘Trends in Kids- en Jongerenmarketing’, dag 2

Een lange dag met opnieuw haperende techniek en te krappe zitruimte, maar het hogere niveau in vergelijking tot gisteren maakte veel goed. Esther Langerhorst van MTV begon de dag met de constateringen dat jong zijn niet hetzelfde is als jong doen, dat het dragen van dezelfde kleding niet dezelfde mening betekent en dat merken uitdrukking geven aan de individualiteit binnen de groepscontext. Vervolgens mocht Diane Steinhaus van MTV's onderzoeksbureau Qrius de jongerentrends van 2006 opsommen, waaronder witte kleding, multiculturele muziek, muntthee, gezond eten en vooral: jezelf zijn.

Prof. Cor Molenaar las voor uit de Donald Duck, gaf aan dat jongeren ("jongelui") van nu vooral zekerheid willen (in plaats van voor zichzelf beginnen) en dat zinnen steeds korter worden (de gemiddelde zinslengte is nu zes woorden, terwijl Vestdijk nog zinnen van driekwart pagina schreef). Emoticons zouden wel eens de toekomst van communicatie kunnen zijn, wat de cirkel rond zou maken want dan zijn we weer terug in de tijd van grottekeningen waar gedachten ook met beelden werden overgebracht.

Voordat Marleen Klijn haar bekroonde site Long Legged Lucy op vermakelijke wijze toelichtte, liet Sandra van Wersch van "portal" msn enkele commerciële toepassingen van msn Messenger (binnenkort Windows Live Messenger) zien. Op vragen over de segmentatiemogelijkheden kwam helaas geen bevredigend antwoord.

Dennis Hoogervorst van Sanoma Uitgevers Young ging in sneltreinvaart door het YoungMentality-model heen en liet tevens nieuwe onderzoeksresultaten zien. Uit YoungMentality-vervolgonderzoek onder 600 jongeren (8-18 jaar) blijkt dat jongeren hun tijd online vooral besteden aan chatten, gamen en downloaden, activiteiten waar veel adverteerders beperkt terecht kunnen, die te ver van hun bed zijn of waarmee ze niet geassocieerd willen worden. In hoeverre is ‘internet’ als (advertentie)medium te zien? Pas op plaats vier komt surfen, een activiteit waar sites wel een ‘veilige omgeving’ kunnen bieden en die meer vergelijkbaar is met de ‘traditionele’ media. Opvallend is overigens ook dat lang niet zoveel jongeren actief zijn als vaak gedacht wordt.

 

Jongeren vinden het fijn om af en toe helemaal niets te doen (81%), willen heel burgerlijk trouwen (81%) / kinderen krijgen (84%) en kijken liever naar soaps dan naar het nieuws (51%). Waarbij aangetekend moet worden dat jongeren geen heterogene groep vormen en dat rekening gehouden moet worden met de leefwerelden van de verschillende mentaliteitsgroepen. Opvallend was overigens dat 87% vindt dat er alleen filmpjes/foto's van mensen op internet geplaatst mogen worden als zij dat goed vinden.

Hoewel Willem Stegeman van FunX zich vastpraatte over het uitzenden van commercials op plekken waar de doelgroep niet komt ("pure waste"), had hij enkele intrigerende oneliners: nieuwe truttigheid is dé trend, Turkse muziek wordt gedraaid omdat het erbij hoort en niet omdat het goed is, en reggae wordt héél groot deze zomer. Hij vertelde dat de zender niet té gelikt mag zijn, dat de FunX-krant ontstaan is vanuit marketingbehoefte en niet vanuit behoefte van de doelgroep, en dat de zender commercieel (nog) niet te dragen is.

Hyves-oprichter Raymond Spanjar gaf aan dat 30 tot 40 procent van de populairste Hyves merkengerelateerd zijn (de buiten H&M opgezette H&M-Hyve is nummer 1 met 21.000 'vrienden'). Merken zouden daar veel meer mee moeten doen en er ook in moeten springen; gebruikers stellen het op prijs als merken de dialoog aangaan. Ook ging Raymond in op de '10 geboden': de meeste pagina's hebben geen reclame, maar de uitingen díe geplaatst worden zijn wel relevant. Bovendien kan op campagnes gereageerd worden en worden campagnes die niet bevallen stopgezet.

Jonas de Groot van GoGo Tours tracht jongeren ambassadeur te laten worden, ze moeten zelf doorvertellen hoe geweldig de GoGo-vakanties zijn. Jonas liet vol enthousiasme nog eens de communicatie rond de 'dump je schatje'-campagne van vorig jaar zien, die weliswaar op het randje was maar kamervragen en aandacht van CNN opleverde. Daar stak het verhaal van "academisch trendwatcher" Carl Rohde mager tegen af. De met Engelstalige termen doorspekte omschrijvingen van de hot spots 'feeling connected' en 'give me interactive kicks' waren een paar jaar leuk, maar dat geloven we nu wel. Tijd voor vernieuwing.

De conclusie na twee dagen? Weinig nieuws gehoord, maar ja, je moet erbij zijn.

‘Trends in Kids- en Jongerenmarketing’, dag 1

Vandaag en morgen brengen jongerenmarketeers hun dag door in Madurodam, waar het jaarlijkse congres 'Trends in Kids- en Jongerenmarketing' plaatsvindt. Foodfabrikanten waren massaal afwezig en Campina haakte zelfs af als spreker; de obesitasdiscussie ligt blijkbaar te gevoelig. Hieronder een impressie van enkele sprekers die het wel aandurfden.

Volgens dagvoorzitter Paul Sikkema is wat 'in' is vluchtig en variabel. Stefanie Jansen van IPM Kidwise laat zien dat het spelen van een 'design game' met kinderen focus en richting kan aangeven bij het ontwikkelen van nieuwe producten, zodat deze meer aansluiten bij behoeften. Dat is nodig, want naar verluidt mislukt 90% tot 99% van de producten die voor kinderen op de markt worden gebracht! Later op de dag mocht Stefanie met een collega ook nog de trends in 'character licensing' opsommen: een revival van nostalgische characters, nog meer en nog sneller achter elkaar en een professionalisering van eigen characters. Opnieuw werd opgemerkt dat het soms beter is om je op jongens óf meisjes te richten in plaats van op beiden.

Elena Enthoven van Wanadoo vertelde dat tweederde van de ouders zich geen zorgen maakt over het internetgebruik van hun kinderen, die 'always connected' zijn. Ze kunnen op eigen houtje het internet verkennen (weinig toezicht, geen privacy); volwassenen missen 'understanding' van wat kinderen online doen. Opvallend is dat veel adverteerders op kindersites kinderen niet aanspreken, dus niet gericht bezig zijn.

Nadat Mariëlle Slenders van Jetix de kans had gegrepen om HotNews.nl te promoten, stond Ronald Laureijsen van IRI Nederland op het podium met een aantal interessante constateringen: verjaardagspartijtjes zijn een enorme markt (deze worden bijna niet meer thuisgevierd). Ouders die hun kinderen meenemen naar de supermarkt rekenen meer af bij de kassa. Communicatie richting kinderen is vooral op 'fun' gericht (eenzijdige aanpak). Characters zijn geen garantie voor succes, maar kúnnen bijdragen tot een enorme omzetgroei. Wat gebeurt er met een product als het character over de top heen is? In de top 10 van character-producten komt SpongeBob zes keer voor; Kabouter Plop, Pokémon en K3 zijn uit de top 15 verdwenen. Volgens Laureijsen is de visie op kids nog onvoldoende ontwikkeld in Nederland, er gebeurt nog een heleboel niet. In Groot Brittannië heeft elke retailer een eigen merk voor kinderen; we kunnen nog veel leren van ASDA en Sainsbury.

In de pauze mocht meidenband Kus zichzelf onder de aandacht brengen met twee liedjes en een folder met de mogelijkheden tot merkexploitatie.

Qrius en zusterbureau Combat hebben gezamenlijk 'De 10 geboden van de Kindermarketing' opgesteld: I Kruip in de huid van een kind II Gebruik meerdere media III Ga niet door de knieën (gebruik geen kindertaal) IV Houd het visueel V Houd rekening met sekseverschillen VI Scheer 6-12-jarigen niet over één kam VII Eert de moeders en vaders ('gezinspraak': kinderen en ouders overleggen en discussiëren samen over aankopen, een succesvol product verbindt ouders en kinderen met elkaar) VIII Eert het gezin (zorg dat alle gezinsleden aan hun trekken komen) IX Gij zult ze niet dik maken X Gij zult het ethisch verantwoord houden.

Tot zover de kidsdag, morgen de jongerendag.

Kids en Jongeren Marketing blog website is van Euroforum BV. Privacy statement | Cookie statement | Copyright © 2021