Nibud-studentenonderzoek 2015: ‘1 op de 3 lenende studenten leent om spaarrekening te spekken’

Ruim een derde (36%) van de hbo- en wo-studenten leent bij DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs). Van hen leent 33% onder andere om dit geld na de studie achter de hand te hebben, sommigen ook voor de aankoop van een eigen woning. Dit blijkt uit het Nibud Studentenonderzoek 2015* (pdf), uitgevoerd door het Nibud, met medewerking van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, ING en Studenten.net. Een derde van de lenende studenten zegt dat ze best minder zou kunnen lenen. Ook geeft 1 op de 3 aan dat ze maximaal leent ‘omdat het kan’. 

Bijna alle studenten krijgen studiefinanciering (93%). De rentedragende lening maakt daar een belangrijk onderdeel van uit. De studenten die een rentedragende lening hebben bij DUO lenen gemiddeld 484 euro per maand. Uit een bijbaan haalt 71% een deel van zijn inkomsten, gemiddeld 332 euro per maand. Van alle studenten krijgt 57% periodiek of op onregelmatige basis geld van de ouders, gemiddeld 179 euro per maand.

Als belangrijkste redenen om te lenen, geven de studenten aan:
1. De gunstige leenvoorwaarden bij DUO (63%)
2. Ouders raden het aan (58%)
3. Ouders niet willen belasten (57%)

Bij het Nibud hadden ze niet verwacht dat één op de drie lenende studenten leent om dat geld voor later of voor de aankoop van een woning te sparen, hoewel ze wel begrijpen dat de huidige lage rente studenten kan motiveren om maximaal te lenen en het geleende geld op een spaarrekening te zetten. Lenen om te sparen kan financieel slim lijken, maar het is risicovol als er onzorgvuldig met dit geleende geld omgegaan wordt. Een studieschuld is immers een langlopende financiële verplichting; gedurende deze periode kan er veel veranderen. Daarnaast heeft het invloed bij het aangaan van een hypotheek. Luxe is ook een reden om te lenen bij DUO: 15% van de studenten geeft dit als reden op.

hoeveel studenten lenen

Het Nibud verwacht dat studenten meer zullen lenen in het nieuwe studiefinancieringsstelsel. Door de afschaffing van de basisbeurs ontstaat er namelijk een gat in de begroting van ruim 100 euro voor thuiswonenden en ruim 286 euro voor uitwonenden. Hoe hoog het leenbedrag zal worden, kan het Nibud niet voorspellen, maar op dit moment lenen studenten die geen basisbeurs meer krijgen, gemiddeld 632 euro per maand. Het Nibud adviseert studenten nadrukkelijk om niet meer te lenen dan noodzakelijk is voor de maandelijkse uitgaven. Nu geeft 32% van de lenende studenten aan best minder te kunnen lenen om toch rond te kunnen komen.

Gemiddeld hebben studenten 768 euro per maand te besteden. De inkomsten van uitwonenden zijn beduidend hoger dan die van thuiswonenden: 894 euro tegen 541 euro per maand. Thuiswonende studenten kunnen met deze inkomsten hun maandelijkse uitgaven net betalen. Zij geven maandelijks gemiddeld 535 euro uit. Uitwonende studenten komen niet rond: hun uitgaven zijn gemiddeld 980 euro per maand.

Als studenten gevraagd wordt wat een gemiddelde student per maand uitgeeft, onderschatten zij wat studenten daadwerkelijk gemiddeld uitgeven. Bij thuiswonende studenten worden de gemiddelde uitgaven geschat op 343 euro per maand, 192 euro te laag. Bij uitwonende studenten worden de gemiddelde uitgaven geschat op 771 euro per maand, dat is 209 euro te laag.

Dit zijn de gemiddelde uitgaven per maand in euro’s:

uitgaven studenten per maand

Het Nibud adviseert studenten hun leenbedrag vast te stellen door hun eigen inkomsten en uitgaven op een rij te zetten. Zo kan worden voorkomen dat ze te veel of te weinig lenen. Op dit moment heeft één op de drie studenten zijn leenbedrag bepaald door te kijken naar wat er bij DUO maximaal mogelijk is. Dit heeft als grote valkuil dat zij hierdoor mogelijk meer lenen dan nodig is. Aan de andere kant kan het dat studenten die op basis van een globale inschatting de uitgaven te laag inschatten, juist minder lenen dan zij nodig hebben voor hun noodzakelijke uitgaven. Het risico bestaat dat zij dit tekort opvullen door rood te staan: een veel duurdere vorm van lenen.

Van de studenten komt 45% zelden of nooit geld tekort, tegelijkertijd geeft 18% aan vaak of altijd geld tekort te komen. Uit het Studentenonderzoek 2015 blijkt dat studenten die rood staan, vaker een financieel probleem ervaren: 17% van alle studenten geeft aan een financieel probleem te hebben, onder studenten die rood staan is dit 54%. Het Nibud adviseert studenten die zonder lenen niet rondkomen, te lenen bij DUO, om zo gebruik te maken van de meest voordelige vorm van lenen. Goed budgetteren blijft echter van groot belang en voorkomt mogelijke financiële problemen later. De onlangs verschenen Geldwijzer Studenten helpt studenten hierbij. Het Nibud heeft op basis van dit Studentenonderzoek de Handreiking Student & Financiën ontwikkeld, bedoeld voor professionals die voorlichting en advies geven aan (aankomende) studenten en hun ouders. De handreiking, gratis te downloaden, geeft een actueel beeld van de financiële situatie van hbo- en wo-studenten. 

ING heeft naar aanleiding van het onderzoek onderstaande infographic gemaakt.

ING-Infographic-Financieel-Fit-2015

*Het onderzoek is uitgevoerd onder studenten in het hoger onderwijs (hbo en wo), in de leeftijd tot 30 jaar. Van 2 tot en met 20 april 2015 konden de respondenten de vragenlijst online invullen. De respondenten die hebben deelgenomen zijn afkomstig van het studentenpanel van Studenten.net. Daarnaast zijn ongeveer 300 respondenten afkomstig van het panel van Opinieland van SSI. Dit resulteerde uiteindelijk in 2.723 compleet ingevulde vragenlijsten. De resultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd en opleidingsniveau. Een aantal resultaten is gebaseerd op de data van de Studentenmonitor Hoger Onderwijs 2014 van ResearchNed.

ING-onderzoek: ‘Nederlandse dance-industrie van toenemend economisch belang’

De druk op pop-/rockfestivals is groot (een ‘festival bubble’!?), maar in de dancehoek is wél groei. Met 170 dance-events per jaar, 2,7 miljoen bezoekers en Nederlandse DJ’s die de toplijsten domineren, is de dance-industrie belangrijk voor de Nederlandse economie. De Nederlandse dance-industrie is goed voor 1 op de 14 banen in de creatieve industrie en de exportwaarde van dance stijgt sinds 2008 gemiddeld met 50% per jaar. Als het huidige groeitempo doorzet, komt de exportwaarde in 2015 uit op bijna 200 miljoen euro, vergelijkbaar met de Nederlandse verdiensten aan kleding.

De dance-industrie wint hiermee de laatste jaren aan economisch belang en de aantrekkingskracht is nog niet over haar top heen, zo blijkt uit onderzoek van het ING Economisch Bureau. ING is ‘presenting partner’ van The Flying Dutch*, het grootste eendaagse dancefestival van Europa, en brengt in dit kader dance en economie samen, vandaar. De onderzoeksresultaten zijn samengevat in onderstaand infographic.

150511 ANP ING Infographic Flying Dutchman_v5

De grote populariteit van dance zorgt voor een miljoenenomzet in deze sector. DJ’s, VJ’s, agencies en producers zetten jaarlijks ongeveer 260 miljoen euro om. Via optredens, opnames en rechten voegde de totale export van de dance-industrie in 2013 bijna 120 miljoen euro toe aan de economie. Optredens genereren de grootste omzet, maar liefst 94% van het totaal. Als het groeitempo van de laatste jaren gehandhaafd blijft, komt de exportwaarde voor Nederland in 2015 uit op bijna 200 miljoen euro. Zo wordt dance steeds belangrijker voor de Nederlandse economie.

Wereldwijd wordt naar schatting 6 miljard euro verdiend in de dance-industrie. Het grootste deel van de inkomsten (67%) komt uit festivals en clubs. Overige inkomsten komen uit streaming via internet, muziekverkopen, en DJ soft- en hardware. De DJ’s profiteren zelf ook van de populariteit van dance. De top 10 best betaalde DJ’s halen inmiddels zo’n 208 miljoen euro per jaar binnen. Die inkomsten zitten flink in de lift. Gedurende de afgelopen twee jaar zijn ze zelfs meer dan verdubbeld (±114%). Op dit moment genereren de tien best verdienende voetballers nog anderhalf keer zo veel inkomsten als de top tien DJ’s. Zet de inkomstenstijging van de DJ’s zo door, dan hebben ze de top voetballers binnen twee jaar ingehaald.

Dance is zeer populair onder de Nederlandse bevolking. Ruim vier op de tien Nederlanders van zestien jaar en ouder geeft aan liefhebber te zijn van deze muziekstroming. De muziek is niet alleen populair bij jongeren, ook 40% van de vijftigers en 20% van de zestigplussers geeft aan graag naar dance te luisteren. Maar liefst één op de zeven Nederlanders heeft vorig jaar één of meerderen keren een groot evenement (meer dan 3.000 bezoekers) bezocht, dit komt neer op zo’n twee miljoen unieke Nederlandse bezoekers. In totaal kent Nederland gemiddeld 170 dancefestivals per jaar die 2,7 miljoen bezoekers trekken. Dat is gelijk aan een jaar lang, elke week, een uitverkochte Amsterdam ArenA.

Een bezoeker is al snel gemiddeld 140 euro kwijt aan een festivalbezoek. De entreekosten liggen rond de 50 euro. Aan eten en drinken is een bezoeker daarnaast zo’n 40 euro kwijt. Ook wordt er vaak een nieuwe outfit van gemiddeld 26 euro aangeschaft en is men zo’n 20 euro kwijt aan overige kosten, zoals kosten voor reizen en kluisjes.

Zie ook onderstaande video.

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=eZXFfVztc18]

*Op zaterdag 30 mei kwamen ’s werelds beste DJ’s van Nederlandse bodem samen in hun thuisland tijdens de eerste editie van The Flying Dutch. Met 100.000 bezoekers is dit event zes keer zo groot als een gemiddeld dance festival en tevens het grootste eendaagse outdoorevent van Europa. Afrojack, Armin van Buuren, Fedde Le Grand, Hardwell, Nicky Romero, Oliver Heldens, Showtek, Sunnery James & Ryan Marciano, W&W en Yellow Claw zorgden op drie locaties tegelijk (Amsterdam, Rotterdam en Eindhoven) voor een onvergetelijke dance experience voor hun thuispubliek. ING is presenting partner van The Flying Dutch en organiseert dit unieke event in samenwerking met House of Orange, bestaande uit twee grote merken in de muziek John Ewbank en ALDA Events. Aangezien ondergetekende op een ander festival verbleef, lees je dit met enige vertraging. ;-) 

ING introduceert nieuwe ING Fame Game om jongeren te stimuleren hun talent te ontwikkelen

ING heeft een nieuwe versie van de ING Fame Game beschikbaar gemaakt — een mobiele app voor jongeren tussen de 10 en 15 jaar, gericht op financiële educatie. De game helpt jongeren spelenderwijs bij het leren omgaan met geld. Met de eerste versie van de ING Fame Game, die in januari 2013 gelanceerd werd, kon de doelgroep uitgroeien tot een muzikale beroemdheid. De nieuwe versie is gericht op de verschillende talenten van jongeren. In de game worden zij gestimuleerd om hun talenten verder te ontwikkelen, korte filmpjes van hun skills op te nemen en financiële keuzes te maken.

“Iedereen heeft zijn eigen talent. In de game krijgen jongeren opdrachten en werken ze stap voor stap aan een zelfgekozen vaardigheid. De één is goed in sport, de ander in dans en weer een ander heeft bijzondere kookkunsten. In deze nieuwe game worden jongeren gestimuleerd dit talent verder te ontwikkelen. Tegelijkertijd helpt de app jongeren bewustzijn te creëren over geldzaken op een manier die bij hen past. Wij vinden het belangrijk dat jongeren goed leren omgaan met geld. Jongeren die vroeg leren omgaan met geld, hebben in de toekomst minder financiële problemen en zijn meer Financieel fit.” [Heidi van Eijk, ING]

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=19-k9SHJKKQ]

Met de app kunnen jongeren een videoclip van hun eigen talent maken, die ze via de ING Fame Game-afspeellijst op YouTube kunnen delen met hun vrienden. De bekende videoartist Eboman, wereldwijd een pionier op het gebied van videosampling en realtime videobewerking, heeft speciaal voor deze ING Fame Game mash-ups gemaakt waarmee jongeren hun zelfgemaakte filmpjes tot een videoclip kunnen pimpen.

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=8tzPFArhMBk]

“De vernieuwde app sluit aan bij de ambitie van ING: heel Nederland Financieel fit. ING vindt het belangrijk dat Nederlanders hun geldzaken op orde hebben en houden, ook met het oog op de toekomst. Dit geldt niet alleen voor volwassenen maar ook voor de jongere generatie. Met de ING Fame Game proberen we ze op een leuke en verantwoorde wijze hierbij te helpen. Immers jong geleerd is oud gedaan.” [nogmaals Heidi van Eijk]

De game is in samenwerking met zes jongeren bedacht en vormgegeven om de game optimaal te laten aansluiten bij hun belevingswereld. De app is vooralsnog alleen geschikt voor de iPhone, maar naar verwachting zal begin 2015 ook een Android versie worden uitgebracht.

[Creatie door Fonk Mobile, met medewerking van YoungWorks]

Nibud-onderzoek: ‘70% van de kinderen op de basisschool krijgt zakgeld’

Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) vindt dat in principe ieder kind zakgeld nodig heeft, omdat het daarmee leert omgaan met geld. Het instituut adviseert om rond zes jaar met zakgeld te beginnen. Uit het Nibud Kinderonderzoek 2013* (pdf) blijkt zo’n 45% van alle vijfjarigen al zakgeld te krijgen. Het Nibud is verrast over dit hoge percentage en had niet verwacht dat zoveel ouders al aan hun vijfjarigen zakgeld geven. In totaal krijgt 70% van de kinderen op de basisschool zakgeld.

Het Nibud is verbaasd over het hoge percentage tienjarigen dat nog geen zakgeld krijgt: 19%. De belangrijkste reden voor deze ouders om geen zakgeld te geven is dat zij vinden dat hun kind geen zakgeld nodig heeft, omdat zij alles voor hun kind betalen.

Eén op de zes tienplussers is nog op geen enkele manier met geld bezig. Ze spelen niet met geld, tellen hun geld niet en vinden het niet leuk om zelf iets te kopen. Dit gebeurt met name bij kinderen die geen zakgeld krijgen. Maar liefst 13% van de tienplussers denkt dat geld onbeperkt uit de geldautomaat komt. Het Nibud vindt ouders die geen zakgeld geven  onverstandig. Kinderen met zakgeld kunnen de waarde van geld en producten beter inschatten, kopen vaker zelf dingen van hun eigen geld en maken vaker een spaarplan. Zo leren ze keuzes maken en planmatig met geld om gaan. De twee belangrijkste redenen van ouders om geen zakgeld te geven zijn: het kind is nog niet met geld bezig (25%) en zakgeld is overbodig omdat de ouder alles betaalt (20%).

De meeste kinderen krijgen iedere week zakgeld. Een kind van vijf krijgt doorgaans € 0,50 per week. Een kind van elf jaar € 2,-. De hoogte van het inkomen van de ouders blijkt niet van invloed op de hoogte van het zakgeld. Wel denkt een kwart van de ouders met een inkomen beneden modaal minder zakgeld te geven dan gemiddeld. Het onderzoek van het Nibud wijst echter uit dat deze gedachte ongegrond is. Het Nibud benadrukt in het onderzoek dat je niet te weinig zakgeld kunt geven. Belangrijker is dat het zakgeld op een vast moment wordt gegeven en dat er afspraken zijn gemaakt over wat het kind wel en niet mag doen met het geld. Zo leert een kind keuzes maken met een vast budget. Nu krijgt driekwart van de kinderen op een vast moment zakgeld. Eén op drie kinderen is volledig vrij in het besteden van het geld. Dit laatste vindt het Nibud een gemiste kans. Kinderen moeten juist leren dat een bepaald gedeelte van het geld is bedoeld voor bijvoorbeeld cadeautjes of om mee te sparen, daardoor leren kinderen planmatig met geld om te gaan.

hoogte zakgeld

Bijna tweederde (64%) van de tienplussers heeft een mobiele telefoon. Meestal betalen de ouders alle kosten, tenzij er een overschrijding van het afgesproken bedrag plaats vindt. De meeste 10- en 11- jarigen zijn zo’n vijf euro per maand kwijt aan telefoonkosten. Driekwart van de ouders hebben met hun kind afgesproken wat het wel en niet met de telefoon mag doen. Een minderheid (45%) heeft afspraken gemaakt over wie de telefoon betaalt als deze kapot gaat of kwijtraakt. Het Nibud raadt ouders aan ook daar afspraken over te maken, omdat kinderen op die manier leren dat je geld moet reserveren voor het vervangen van spullen als ze kapot gaan of aan vervanging toe zijn.

Ouders spelen door hun eigen (financiële) opvoeding, houding en gedrag een belangrijke rol bij het geldgedrag van hun kinderen. Uit het Nibud-kinderonderzoek blijkt dat ouders die meer op de korte termijn zijn gericht, minder vaak zakgeld geven en dat hun kinderen minder vaak sparen dan kinderen van ouders die meer op de lange termijn zijn gericht. (64% versus 71% ). Het Nibud vindt het positief om te zien dat de meeste ouders altijd aanwezig zijn als hun kind een aankoop doet en het begeleiden bij het pinnen. De meeste ouders geven hun kind stapsgewijs meer vrijheid bij het omgaan met geld.

De populairste uitgavenpost van kinderen is kleine ‘speeltjes’ (accessoires/gadgets), dit geldt voor alle leeftijden. De helft van de kinderen wil graag spullen hebben die zij op de televisie zien.

uitgaven

invloed reclame

Uit het Nibud-kinderonderzoek blijkt ook dat 47% van basisschoolleerlingen een eigen bankrekening heeft. Hoe ouder hoe vaker ze dat hebben. Van de kinderen van 10 jaar en ouder heeft 63% een eigen bankrekening, een kwart heeft een pinpas en 15% pint weleens. Het Nibud stelt dat kinderen vanaf hun twaalfde in staat moeten zijn te leren pinnen. Wel vindt het Nibud belangrijk dat kinderen al eerder leren omgaan met digitaal geld en zou het Nibud graag zien dat meer kinderen van tien jaar en ouder een eigen bankrekening hebben. Bovendien zou het leerzaam zijn als kinderen ook zelf hun bankrekening en afschrijvingen  (leren) bekijken, nu doet 60% van de kinderen met een bankrekening dat niet.

*Het Nibud-kinderonderzoek 2013 is representatief voor alle kinderen op de basisschool. Voor dit onderzoek zijn 1.622 ouders van kinderen tussen 5 en 12 jaar die op de basisschool zitten ondervraagd. De ouders zijn geworven via het Opinieland panel van Survey Sampling International (SSI). De veldwerkperiode liep van 31 mei tot en met 10 juni 2013. Het onderzoek tot stand gekomen met hulp van de ING.

ING introduceert ‘Fame Game’ op iPad om jongeren over geld te leren

ING introduceert deze week de ‘Fame Game’, een gratis mobiele game voor de iPad waarin 10-15-jarigen kunnen uitgroeien tot een muzikale beroemdheid. Door het maken van de juiste (financiële) keuzes kunnen ze virtueel geld verdienen en tegelijkertijd bouwen aan hun supersterimago. Het is de eerste game in Nederland met de speciale ‘iPawn®’-technologie: de combinatie van een game op de iPad met speciale fysieke appCards®. De ‘Fame Game’ is ontwikkeld in samenwerking met onder andere spellenfabrikant Koninklijke Jumbo en Universal Music.

“ING vindt het belangrijk om jongeren te helpen met het leren omgaan met geld en daar ook over in gesprek gaan met hun ouders. Wij zijn ervan overtuigd dat ‘jong geleerd, oud gedaan’ zeker ook opgaat als het gaat om verstandig met geld omgaan. Daarom sluiten we met onze iPad-game aan bij de belevingswereld van jongeren met games en muziek. In de game leren jongeren op een interactieve manier dat financiële keuzes maken hoort bij het omgaan met geld.” [Vincent van den Boogert, ING]

Het spel bouwt voort op het succes van de ‘iPawn’-spellen van Jumbo. Door het plaatsen van de speciale interactieve appCards op de iPad is de categorie ‘Specials’ te unlocken. Hiermee kunnen jongeren nog meer fame verwerven en hun profiel unieker maken. Ze kunnen hun profiel op hun ING Betaalpas zetten en er een poster van laten maken. De kaarten zijn onder andere verkrijgbaar op de kantoren van ING.

In de ‘Fame Game’ komen jongeren op hun route naar succes voor financiële dilemma’s te staan en moeten ze keuzes maken, bijvoorbeeld tussen sparen of uitgeven, extra geld bijverdienen of lenen. Spelers kunnen luisteren naar hun favoriete muziek, een eigen ‘sterprofiel’ maken en prijzen winnen. Jongeren die de game spelen en zich opgeven op ing.nl/superster maken kans om de ‘Fame Game’ een dag in het echt te beleven. Hiphop-artiest Kraantje Pappie zal de jongeren een dag meenemen en hen vertellen hoe het is om een ster te zijn en vooral wat je daarvoor moet doen (en laten).

.

ING bood ouders en jongeren al op een interactieve manier de helpende hand met de Jeugd- en Geldwijzer en met de online seminars Kind & Geld. De 'Fame Game' is een nieuw instrument dat past bij de doelstelling van ING om jongeren kennis te laten maken met geld. Het spel voldoet aan de leerdoelen en competenties voor jongeren die het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) heeft opgesteld over verantwoord omgaan met geld. De game is door iedereen – ook voor niet-klanten van ING – gratis te downloaden via Apple's App Store.

Kids en Jongeren Marketing blog website is van Euroforum BV. Privacy statement | Cookie statement | Copyright © 2021