Techniek van grote invloed op besluitvorming van Kids en Jongeren

* Kids van 10 jaar geleden en nu: wat zijn de 3 opmerkelijkste verschillen?

Dat kinderen de afgelopen 10 jaar erg veranderd zijn, hoeven we denk ik geen ouder en zeker geen marketeer te vertellen. Waar we als Loekie in het verleden gewoon een zeer veilige kinderfiets wilde maken die werd aangekocht door ouder of grootouder, maken we nu hippe kinderfietsen die aansluiten bij de trends en de wensen van de kinderen.

Het kind beslist namelijk. En niet alleen in de aankoopfase heeft het kind een doorslaggevende rol. Al tijdens de oriëntatie neemt het kind het initiatief, zoekt naar zijn of haar volgende fiets, en vergelijkt wat er op de markt te verkrijgen is.

Techniek is van grote invloed geweest op de besluitvorming van kids en jongeren. Nog steeds is het zo dat met name de peers belangrijk zijn bij de keuze (wat hebben mijn vrienden), maar dat de trends van deze peers niet meer uit de buurt of schoolomgeving komen, maar in toenemende mate via moderne media. De oorzaak hiervan is de techniek. De tablet bijvoorbeeld was er eerst eenvoudigweg niet. Met de introductie van de tablet is het surfen op internet letterlijk kinderspel en is het internet altijd en overal toegankelijk.

Deze veranderingen hebben ook veel veranderd in zowel onze presentatie als voor ons product. Een website die zeer goed (en snel!) te vinden is en die voornamelijk geschikt is voor tablet en mobiel. Maar daarnaast een product dat het kind aanspreekt. Een fiets moet de authenticiteit van het kind weergeven, ze het gevoel geven dat ze gelijk kunnen meedoen en daarmee een belangrijk onderdeel van de vriendengroep zijn. En dat alles gebeurt nu, snel en moet direct beschikbaar zijn.

Wat we dus bij Loekie hebben gemerkt is dat in plaats van de het product, het kind centraal moet staan. Het kind heeft een aanzienlijk grotere rol in de customer journey gekregen en is meer dan ooit online georiënteerd.

* Hoe gebruiken kids social media?

Sociale media nemen ook toe bij kinderen tussen de 3 en 9 jaar. Hoewel de allerkleinste nog niet aan het posten en vloggen zijn, weten de kids ouder dan 7 jaar precies wat er online gebeurt. Informatie zoek je via Google en instructies bekijk je via video’s op YouTube. Ze bekijken graag vlogs van leeftijdsgenoten of (bekende) mensen waar zij zich mee willen identificeren. Niet zo zeer om hen na te doen maar om een eigen ik te vormen en authentiek te zijn. En dat gebeurt allemaal op hun eigen mobiele telefoon.

Typisch kenmerken van de generatie ‘google kids’.

Dat deze generatie opgegroeid is met de nieuwste technologieën en zich vaak meer dan 10 uur per week online bevindt, wil niet zeggen dat zij alle informatie tot zich kunnen nemen. Filteren in de informatie is lastig voor deze generatie, gezien het vele aanbod. Voor een bedrijf betekent het online aanwezig zijn dus niet dat het interessante informatie is die de doelgroep tot zich wilt nemen.

* In hoeverre heeft internet de marketing omtrent kids veranderd?

Internet is een grote bepalende succesfactor geworden van marketing voor deze generatie. Alles is namelijk altijd en overal bereikbaar, 24 uur per dag. Techniek is van grote invloed geweest op de besluitvorming van kids en jongeren. Iedere customer journey speelt zich steeds vaker (gedeeltelijk) online af. En dit zien we steeds meer uitbreiden. Omdat er altijd en overal online informatie is te vinden, is het van nog groter belang om online eenvoudig, snel en complete informatie aan te bieden. Daarbij is het een grote uitdaging bij te blijven met de technische ontwikkelingen.

In de marketing voor kids zie je dat zowel de techniek belangrijk is (tablet leading) als ook de media die via de tablets toegankelijk zijn (app advertising, bannering en display advertising in de kidsplatforms etc).

* Op welke manier heeft Loekie ingespeeld op het medium ‘online’?

Loekie heeft online nog veel te maken met de ouders van deze ‘google kids’ generatie. Ook zij verwachten dat informatie en producten overal en snel beschikbaar zijn. Hoewel we in een verouderde branche opereren, waarin we niet altijd alle informatie tot onze beschikking hebben die we zouden willen, verwacht de consument beschikbaarheid en snelle levering van een product. En hoewel we zelf geen webshop zijn, bieden we wel deze informatie op de website. Zo kan een consument zien waar onze producten beschikbaar zijn, zowel online als in een fysieke winkel in hun buurt.  Omdat de customer journey steeds vaker online afspeelt en ook de koop online is, willen we de consument online al de juiste informatie meegeven. Een interactieve fietsmaat configurator biedt hier kansen. Hiermee biedt je de consument online informatie die nodig is om tot koop over te gaan.

* Wat is het succes van Loekie?

We hebben met de huidige fietscollectie een groot succes gehad. De fietsen raken de wensen en verwachtingen van onze dealers en van de consument. Maar de kern van het succes op dit moment is het feit dat we onze producten niet langer als het belangrijkste zien. Een product kan nog zo goed en mooi zijn, als de eindgebruiker dit niet zo ziet of vindt, heb je geen succes. Daarom staat bij Loekie de consument centraal. Die kleine Lucas, Sophie en Emma zijn ons uitgangspunt. Zij spelen in hun natuurlijke omgeving, met hun vriendjes. En van deze situatie is de Loekie kinderfiets een onderdeel. Vaak wordt er vanuit het bedrijf alleen maar naar het kernproduct gekeken. Je wordt blind voor de dingen om je heen en er wordt een mogelijkheid gezocht om het product in de markt te zetten. Loekie bekijkt de markt nauwkeurig en ziet het product van een afstandje. De fiets wordt passend bij de situatie van het kind gemaakt, in plaats van andersom.

Daarin blijven we veranderen en vooruit kijken. Want succes is een momentopname. Wat vandaag succesvol is, kan morgen alweer verouderd zijn.

Sanne Weber, Marketing Coordinator, Loekie, spreekt op het congres Trends in kids, jongeren en familie marketing, op 26 september a.s. in Apenheul, Apeldoorn.

Social media zijn geen marketingtools

  • Kids van 10 jaar geleden en nu: wat zijn de 3 opmerkelijkste verschillen?
    • Kinderen zijn veel visueler ingesteld. Ze leunen heel sterk op visuele communicatie, kijk maar naar de populariteit van Snapchat en Facetime. Woorden worden vervangen door emojis en een post die alleen bestaat uit tekst krijgt nauwelijks nog bereik.
    • Kinderen consumeren meer media. Er is veel meer keuze en die media gebruiken ze bij voorkeur tegelijk om niets te hoeven missen. Tijdens het huiswerk maken zitten kinderen continue op internet, een telefoongesprek is vervangen door Snapchat en Whats app, tijdens het tv kijken wordt Instagram gecheckt en tijdens een saaie fietsrit naar school worden YouTubefilmpjes bekeken. Multitasken is hun tweede natuur. Media zijn ook veel eerder bereikbaar dan tien jaar geleden. Toen was de eerste kennismaking met het internet rond de 5 jaar, nu rond 1 jaar. Een telefoon kocht je rond je adolescentie. Nu is het niet ongebruikelijk dat een kind van 7 jaar een eigen telefoon krijgt.
    • Kinderen hebben ander soort helden. 10 jaar geleden was een onbereikbare acteur of zangeres hun grote held. Kinderen hadden een poster op hun kamer van hun held en lazen een interview. Nu ben je pas een held als je bereikbaar bent, persoonlijke dingen uit het leven deelt, exclusief voor volgers op dat medium. Een held laat ook een scheet, een held moet ook huilen, een held laat zijn of haar dagelijkse leven zien en een held reageert bij voorkeur persoonlijk op vragen van zijn of haar fans. De grootste sterren zijn net zoals jij en ik.
  • Hoe gebruiken kids social media?
    Op sociale media staan kinderen in contact met een merk of persoon waarmee ze zich verbonden voelen, waar ze zichzelf kunnen laten horen, waar ze kunnen zijn wie ze willen zijn en waarmee je altijd en overal op de hoogte bent. Het gaat bij de doelgroep van Zapp om verbinding, interactie en vermaak.
    Op Facebook uit zich dit vooral in posts met nieuwswaarde, zoals linksposts naar acties en artikelen of video’s. Dit wordt afgewisseld met meer entertainment gerichte posts, zoals spelletjes en prijsvragen of posts die vooral ‘likeable’ zijn of die ze kunnen delen met anderen (taggen). Facebook-posts kunnen getarget worden op doelgroep (leeftijd, jongen/meisje) wat de inhoud van de posts doelgerichter maakt.
    Instagram wordt ook gebruikt om op de hoogte te blijven, maar vooral voor de entertainment. Kinderen geven hier de voorkeur aan grappige, gekke posts waar ze het liefst hun mening over kunnen geven of anderen in kunnen taggen. Wij komen ze daarin tegemoet door posts te plaatsen met keuzes of waarin om een mening wordt gevraagd.
    Snapchat wordt bovenal gebruikt voor de entertainment. Ook zien kinderen de Zappers hier in een meer persoonlijke vorm terug: niet in een tv-programma, maar rechtstreeks pratend naar jou en in hun persoonlijke voorkomen (niet in een rol). Daarnaast krijgen kids spelletjes voorgeschoteld waar ze aan mee kunnen doen, d.m.v. screenshots of chats. Belangrijk bij Snapchat is de persoonlijkheid en interactie: het gevoel dat jij alleen een bericht stuurt naar Zapp, antwoord krijgt en invloed hebt.
    Op YouTube doen we als Zapp zijnde het minst, omdat we niet beschikken over eigen content om daar te plaatsen. Kinderen komen wel steeds meer op YouTube om vloggers te volgen en leuke video’s te bekijken. Een goed voorbeeld hiervan is Junior Songfestival, wat inmiddels niet meer op tv te zien is maar alleen op online, ten gevolge van slechte kijkcijfers op tv tegenover heel goede online cijfers.
  • In hoeverre heeft internet de marketing omtrent kids veranderd?
    Door de komst van internet is het lastiger om de doelgroep te bereiken: ze zitten niet meer alleen achter de televisie, kinderen zijn overal. Met alleen een tv-reclame bereik je de doelgroep nauwelijks meer. In tegenstelling tot de generatie voor het internet, bepalen kinderen nu zelf waar, wanneer en hoe marketing geconsumeerd wordt. Hier wordt op ingespeeld door kinderen rechtstreeks te benaderen. Internet heeft de mogelijkheid gegeven om het dialoog met de consument aan te gaan. Een marketeer kan niet alleen meer informeren, een marketeer moet verbinden, meningen vragen en entertainen. Door een overvloed aan keuzes zijn kinderen kritischer geworden. Kinderen vormen zelf een beeld van wat leuk is en wat niet. Ze hebben ook invloed op de keuzes van hun ouders. Wat vroeger eenrichtingsverkeer was van ouder naar kind gaat nu in beide richtingen.
  • Op welke manier heeft Zapp ingespeeld op het medium ‘online’?
    Zappelin is in 2000 begonnen met de online portal Zappelin.nl voor kinderen van 2 tot en met 5 jaar. Vier jaar later volgde de portal Zapp.nl voor kinderen van 6 tot en met 12 jaar. Het doel van Zapp.nl is om alle content die de omroepen rondom de Zapp-tvprogramma’s maken centraal aan te bieden. Volg je Zapp, dan mis je niets.
    Deze portalfunctie heeft de website tegenwoordig nog steeds, maar is aangevuld met -op volgorde van aanwezigheid- de komst van Hyves (†), Facebook, YouTube, Twitter, de Zapp-app voor Android en iOS, Instagram, en Snapchat. Via de social media kunnen we de interactie aangaan met de doelgroep. Die interactie is belangrijk. Niet alleen voor de kinderen, ook voor de creatie van content.
    Op Snapchat konden kinderen onlangs iedere dag een kijkje krijgen in het leven van een van de Zappers. Een presentator nam kinderen mee in een brainstorm, een actrice liet zien hoe het er backstage aan toe ging en een presentatrice liet haar verborgen talenten zien. Kinderen mochten écht zelf opdrachten bedenken, die de ene Zapper via Snapchat overbracht naar de andere Zapper voor de volgende dag.
    Deze maand kunnen kinderen meedoen aan een actie waarbij ze écht de baas van Zapp kunnen worden voor een dag. Ze kunnen via al onze kanalen laten weten waarom zij de baas van Zapp willen worden. De winnaar mag eind augustus echt bepalen wat er op tv wordt uitgezonden.
    Ook de omroepen staan niet stil op online Zapp-gebied. Zo is er bijvoorbeeld een Zapp-tekenapp gemaakt waarbij je ingestuurde tekening live op tv kan komen, kun je online speuren naar het mysterie van het Verborgen Eiland en produceert Brugklas zeer succesvolle vlogs die je als trouwe kijker niet wil missen.
    We merken dat de vervaging van on-en offline ook doorwerkt in de programma-formules en de verhalen die worden verteld zich hoofdzakelijk multimediaal afspelen. Er wordt aangenomen dat iedereen toegang heeft tot minimaal één device met internetverbinding. Gezien de bereidheid van de jonge doelgroep om mee te gaan met nieuwe online trends maakt dat Zapp online een mooie experimenteerplek is voor succesvolle programmaformats en hoe je je publiek mee kunt nemen in een verhaal. Hierbij nemen we wel mee dat de online activiteiten veilig moeten  gebeuren en dat kinderen geen gegevens verspreiden over zichzelf waar de ouders niet van op de hoogte zijn.
  • Wat is het succes van Zapp?
    Zapp vertelt echte verhalen en heeft een rijke Nederlandstalige programmering. Zapp is bereikbaar, daagt kinderen uit en neemt ze serieus. Dat maakt het niet alleen bij ouders, maar ook bij kinderen zelf favoriet. Online hebben we dat doorgetrokken met heldere navigatie, duidelijke functionaliteit en inhoud met humor. Natuurlijk ook heel belangrijk bij online producten: het moet gewoon werken. Wij zorgen ervoor dat onze sites en apps betrouwbaar en vertrouwd de jeugdcontent van de publieke omroep ontsluiten.
    Het succes van Zapp behelst meer dan alleen de populariteit. Kinderen ontdekken nieuwe dingen op Zapp, worden verrijkt, en voelen zich verbonden. Die verbinding wordt gefaciliteerd op social media en de subsites van Zapp.nl waar ze alles over hun favoriete programma’s kunnen vinden.
  • Graag een ‘sneak peak’ over jouw bijdrage aan het event.
    Social media zijn geen marketingtools. Merken moeten niet streven naar conversie vanuit deze kanalen, maar Facebook, Snapchat en Instagram zien als een van hun eigen kanalen, waar je juist bezoekers naar toe wil trekken.
    Kinderen volgen NPO Zapp niet op social media wanneer ze promo’s voor tv-uitzendingen zien. De doelgroep wil unieke content zien die ze nergens anders kunnen vinden, anders haken ze af. Je mag ze ook niet plat spammen met een onderwerp of programma, want ook dan haken ze af. Wanneer blijven kinderen jouw merk interessant vinden op social media en wanneer haken ze af? Dat vertelt Liesbeth Demmenie-Lergner, portalmanager van Zapp, aan de hand van het succesvolle project Zapp Your Planet. In een maand tijd kregen posts rondom Zapp Your Planet op Facebook en Instagram bijna 100.000 likes. Hoe bereik je deze jonge doelgroep? Wat vinden ze leuk en welke keuzes maak je? Liesbeth vertelt niet alleen de successen, maar ook de learnings; de momenten waarop kinderen afhaakten en wat een volgende keer beter moet.
    Zapp Your Planet is een jaarlijkse actie van de publieke kinderzender NPO Zapp. Sinds 2012 vragen de Zapp-presentatoren aandacht voor een goed groen doel. Met de vijfde editie van Zapp Your Planet vroegen Zapp en het WNF afgelopen voorjaar aandacht voor de bedreigde Afrikaanse olifant. In een tien uur durende live tv-uitzending werd samen met kinderen uit het hele land 275.982 euro opgehaald wat volledig wordt gebruikt om de olifant te beschermen.
    Een aanzienlijk deel van dit bedrag is opgehaald met de online veiling. Ouders van kinderen konden bieden op unieke producten en belevenissen die niet ‘in de winkel te koop zijn’, zoals een luchtballonvaart met Klaas van Kruistum, een muurschildering bij jou thuis van Jill of een rondleiding bij het Jeugdjournaal. In één week tijd zijn er meer dan 2000 biedingen uitgebracht.
    Ruim 10.000 bezoekers kwamen langs bij de tv-marathon in Hilversum, maar lang niet alle actievoerende kinderen in Nederland konden komen. Om al deze kinderen toch een podium te bieden gaf presentatrice Saskia Weerstand twee keer per uur een update op tv via haar social wall. Hierop werden de meest bijzondere foto’s, filmpjes en berichtjes met #ZYP van de social media kanalen uitgelicht.
    Kinderen konden de uitzending niet alleen volgen op tv, online, en live in de studio, ze kregen ook een kijkje achter de schermen via onze social media kanalen YouTube, Facebook, Instagram en Snapchat.

Liesbeth Demmenie-Lergner, portalmanager van Zapp

Generation Swipe: Van YOLO naar serious living

* Jongeren van 10 jaar geleden en nu: wat zijn de 3 opmerkelijkste verschillen?

  • Van YOLO naar serious living;
    • Generation Swipe heeft een serieuze kijk op het leven. De tijd van YOLO is voorbij. Het is zaak om je zaken goed op orde te hebben. Voor nu, maar ook met het oog op ‘later’. Studeren kost serieus geld, dus daar kun je maar beter alvast voor sparen. En voor heel veel vervolgopleidingen, ongeacht het niveau, moet je een overtuigende motivatie hebben. Vakkenvullen bij de supermarkt is geen vrijblijvende bijbaan meer, maar een teken dat je al een hele tijd serieus nadacht over een retailopleiding.  En als je dan een opleiding kiest, kun je maar beter iets kiezen waar je straks werk mee kan vinden. Deze generatie heeft immers van dichtbij gezien wat een crisis kan doen; ouders (je eigen of die van vrienden) die een baan kwijtraken, huizen die onder water staan; ze zitten er niet op te wachten. Wat ze in ieder geval helder hebben: dit moeten zij zien te voorkomen. En daarom kun je dus maar serieus werk maken van je toekomst!
  • Van ‘dit is mijn leven’  naar ‘ik voel de druk van buitenaf’:
    • Generation Swipe voelt de druk. Niet alleen zelf om een goede opleiding te kiezen en een basis te leggen waarmee je jezelf kunt redden in de toekomst. Maar ook druk van buitenaf. De studieduur is flink bekort, een vervolgopleiding veel geld. Een foute keuze is al snel een dure keuze. Het is de generatie die bewust meemaakt dat de leeftijd waarop ze alcohol mogen gebruiken omhoog gaat. Niet dat ze zich daar allemaal wat van aantrekken, maar helemaal langs hen heen gaat het ook niet. Het lezen van ingrediëntendeclaraties, begrijpen van voedingsmiddelen, inzicht in calorieën en gezonde eetgewoontes; het is onderdeel van de lesstof. Het vraagt van je om kritisch na te denken over je voeding en wat je eet. Voor Swipe is het dagelijkse koek. De toch al serieuze inslag van Swipe wordt versterkt of bevestigd door deze manier waarop volwassen zich in hun wereld mengen.
  • Van ‘the world is at my feet’ naar ‘the world is a dangerous place’

Als je 16/17 bent, zoals de Swipers die we in dit project betrokken hebben, ben je op een leeftijd dat de wereld voor je open ligt; een wereld die je wil ontdekken. Voor Swipers ligt dat een beetje anders. Met 9/11 op hun geboortekaartje, terroristische aanslagen die helemaal geen ver van je bed show meer zijn en een vluchtelingenstroom die volwassen ook al niet onder controle krijgen, is de wereld niet persé een open plek vol mogelijkheden die je graag wil ontdekken. En ook de online vrijheid kent zijn grenzen. Het ‘world wide web’ heeft jongeren lange tijd het gevoel gegeven dat de hele wereld onder handbereik was, een wereld om te ontdekken, om mee te connecten en in te feesten. Generation Swipe heeft geleerd dat deze wereld ook zijn gevaren heeft. Sexting, phishing om er maar eens twee te noemen; ze kennen allemaal voorbeelden van mensen in hun omgeving die er mee te maken gehad hebben. So be aware and watch out is het devies van Swipe!

*Hoe gebruiken jongeren social media?

  • Waar we vanuit de marketing context nog graag spreken over offline en online, slaat dit voor Generation Swipe nergens meer op. Het is één wereld en voor veel dingen heb je je smartphone nodig. Dat is zoals zij er naar kijken. WhatsApp is het verlengde van de gesprekken die je toch al voert met de mensen die je goed kent. Op Insta bouw je een aantrekkelijke versie van jezelf en Snapchat is er voor de vluchtige, dagelijkse updates en om eventueel iets uit te proberen dat je later op Insta wil zetten. Uiteraard is je smartphone je beste vriend. Hij is er altijd, ook als je je even geen houding weet te geven of je verveelt. Om muziek te luisteren, te gamen, filmpjes te kijken. Het equivalent van wat ooit een sigaret deed voor jongeren. Wat zou je zonder moeten.

* In hoeverre heeft internet/online de marketing omtrent jongeren veranderd? En offline?

  • Internet / online; het zijn vooral kanalen waarop je jongeren kunt vinden. En zoals voor alle goede marketing geldt: je past je boodschap en de vorm aan op de context waarin mensen die tot zich nemen. Een abri vraagt om een andere invulling dan een tv commercial. En zo geldt dat ook voor internet / online; een online omgeving vraagt om een boodschap en vorm die daarbij past. Veel interessanter is het dat de rol van merken aan het veranderen is. Merken zou je kunnen zien als een brug die je de verbinding slaat tussen de behoeften van consumenten en de producten / diensten die onder het merk vallen. Simpel gezegd: doordat het merk voor bepaalde waarden staat, weten consumenten wat ze er wel en niet van kunnen verwachten en of ze er wel of niet voor willen gaan. Voor jongeren wordt deze rol overgenomen door hun favo bloggers / vloggers / you tubers. Beauty bloggers die vertellen dat je lippenstift van Chanel moet kopen, maar je ogenschaduw rustig bij de Action kunt halen. Dat zijn de nieuwe merken die richting geven aan hoe deze jonge consumentengroep keuzes maakt.

(mw.) Gaby Siera, Managing Partner, Beautiful Lives, spreekt op het congres Trends in kids, jongeren en familie marketing, op 26 september a.s. in Apenheul, Apeldoorn.

Frisdrank, chips, koekjes en ijs: wie stopt met verpakking als kinderlokker?

Verpakkingen van ongezond eten en drinken worden eindelijk minder aantrekkelijk voor kinderen: het Bestuur van Stichting Ik Kies Bewust (eigenaar van het “Vinkje”) heeft besloten om kindermarketing te verbieden op voedingsmiddelen met het Vinkje met de blauwe cirkel. Het blauwe Vinkje is voor producten die je niet te vaak zou moeten eten of drinken zoals frisdrank, chips, koekjes en ijs. Hoe pakt de voedingsindustrie door op dit besluit?

De verpakking als grote kinderlokker

“Een goede verpakking verstaat de kunst van het verleiden… Door een mooie foodverpakking krijgt de consument nog meer trek” aldus verpakkingsexpert in zijn blog voor MarketingTribune van 5 juli 2016. Het is niet voor niets dat de Alliantie Stop kindermarketing ongezonde voeding pleit voor een ban op de marketing van ongezonde voedingsmiddelen richting kinderen via o.a. de verpakking. Kinderen hebben het recht om op te groeien in een gezonde omgeving.

Wat betekent het besluit van Stichting Ik Kies Bewust in de praktijk? Wat gaat er precies veranderen?

Er is besloten dat voor producten met het blauwe Vinkje geen kindermarketing meer is toegestaan. Dit betekent dat fabrikanten bijvoorbeeld onderstaande verpakkingen moeten aanpassen als zij het blauwe Vinkje erop willen houden. De kindermarketingelementen moeten eraf.

plaatje food hartstichting

Wat gaat er af: Vinkje of kindermarketing?

De Stichting IKB, en dus de deelnemende bedrijven, schrijft dat ze zich via het Vinkje “inzetten voor een gezonder etende Nederlander”. Het besluit van het Vinkje zie ik als een test: wat doet de fabrikant? Neemt hij zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid of kiest hij voor een ongezonde omgeving? Met andere woorden, kiezen de voedingsmiddelenfabrikanten voor:

  1. de kindermarketing eraf en het blauwe Vinkje erop laten; óf
  2. het blauwe Vinkje eraf en kinderen blijven verleiden via de verpakking?

Een concreet voorbeeld: kiest de fabrikant van Raak kindercola ervoor om Kuifje van de verpakking af te halen of laten ze Kuifje erop zitten en halen ze het blauwe Vinkje eraf?

Ook vraag ik me af hoe het zit met de producten die geen blauw Vinkje hebben. Wat doen de fabrikanten, die gekoppeld zijn aan de Stichting IKB, met hun producten die te ongezond zijn voor het blauwe Vinkje maar wel kindermarketingelementen bevatten? Gaan die fabrikanten nu voor hun hele portfolio stoppen met kindermarketing op de verpakking van ongezonde voedingsmiddelen? Ik zou het vreemd vinden als fabrikanten er alleen mee stoppen voor hun producten met het blauwe Vinkje en ondertussen doorgaan met kindermarketing voor hun overige ongezonde voedingsmiddelen. Jij?

Makkelijk opgelost: doe niet aan kindermarketing voor ongezond eten en drinken

Wat mij betreft kan de voedingsindustrie het zichzelf makkelijk maken: blauw Vinkje of niet, deelnemer van Stichting Ik Kies Bewust of niet, doe niet aan kindermarketing voor ongezond eten en drinken, al helemaal niet via de verpakking.

Wie doet er mee en stopt met de verpakking als kinderlokker?

Carolien-Martens-hartstichting

Carolien Martens, Relatiemanager Public Affairs, Hartstichting

Het is niet online of offline zijn, kinderen zien het als 1 wereld: onlife

Kids van 10 jaar geleden en nu: wat zijn de 3 opmerkelijkste verschillen?

De afgelopen jaren heeft het gezinsleven een verandering doorgemaakt. Kinderen groeien anders op dan vroeger. Ze zijn mondiger en veel wereldwijzer. Dit komt mede doordat ze aan veel informatie worden blootgesteld, (vooral) gefaciliteerd door internet en televisie. Ze beschikken over veel meer mobiele devices en krijgen zo veel meer prikkels. Ook worden ze opgevoed met een andere denkwijze dan vroeger. Tegenwoordig word je niet iemand, je bent al iemand! Ook wel emancipatie van het individu genoemd. Kinderen beslissen mee! Er is een opkomst van het onderhandelingsgezin.

 

Hoe gebruiken kids social media?

Dat kinderen social media gebruiken is een feit. Facebook, Snapchat, YouTube, Instagram en nog veel meer. Wat belangrijk is om te beseffen, is dat kinderen dit als één wereld zien. Het is niet online of offline zijn. Deze trend wordt ook wel onlife genoemd. Kinderen delen alles en krijgen van alles binnen via deze kanalen. Op deze manier ontdekken ze ook hun eigen ik. Daarnaast hebben ouders veel minder invloed en toezicht op deze wereld.

 

In hoeverre heeft internet de marketing omtrent kids veranderd?

Er zijn veel meer mogelijkheden. Je kunt crosmediaal opereren. Bijvoorbeeld van een tv-commercial verwijzen naar een app of spelletje die weer een aanvulling is op een supermarkt actie. Marketing schuift mee met de doelgroep en kids zijn tegenwoordig online te vinden, dus het is logisch dat internet een grote rol speelt bij marketing gericht op kinderen. Je bent zo dicht bij het kind, je kunt ze letterlijk bereiken via hun broekzak.

 

Op welke manier heeft de Efteling ingespeeld op het medium ‘online’? En ‘offline’?

Binnen de Efteling proberen we onze kindercontent op verschillende kanalen te verspreiden. Denk bij offline aan boekjes, magazines en merchandise. Online doen we dat via onze speciale kids website efteling.com/kids, apps, YouTube, social media en online branded campagnes.

 

Wat is het succes van de Efteling/Sprookjesboom?

Met ons kinderlabel Sprookjesboom laten we kinderen op een speelse, vrolijke, educatieve en humoristische wijze (voor het eerst) in contact komen met (sprookjes-) verhalen en de bekende Sprookjesbosbewoners die hier bij horen. In principe is het label Sprookjesboom de kinderversie van het sprookjesbos. Sprookjesboom vertelt wat er gebeurt als de poorten sluiten en wat voor avonturen de Sprookjesbosbewoners samen beleven. Met dit label spreken we de kinderdoelgroep aan en het label dient binnen de doelgroep een voorkeurspositie te krijgen. Via dit label zorg je dan dat de Efteling top of mind is, elke dag weer.

 

Graag een ‘sneak peak’ over jouw bijdrage aan het event:

Het label Sprookjesboom bestaat 10 jaar. Maar hoe zorgen we ervoor dat het merk up to date blijft en het de doelgroep blijft aanspreken? We gaan o.a. iets vertellen over verschillende onderzoeken die we hebben gedaan bij de doelgroep, de totale restyling van het merk en het nieuwe mediaformat. Daarnaast zullen we toelichten hoe wij als Efteling omgaan met kindermarketing.

Robine van den Hurk, Brand Marketeer, Efteling B.V. spreekt op het congres Trends in kids, jongeren en familie marketing, op 26 september a.s. in Apenheul, Apeldoorn.

Lees meer over Trends in Kids Jongeren en Familie marketing

Ouders en kindermarketing: wat is hun mening eigenlijk?

hartstichtingMijn zoon van 5 is binnenkort jarig. Op zijn verlanglijstje staat een boomhut en “dat ding met een netje waar je je vuile kleren in kunt gooien en dat het dan in een soort mand valt”. Hij bedoelt een basketbalnet met een wasmand eronder. Hij heeft het over een tv-reclame die hij maanden geleden één keer heeft gezien. Die reclame heeft duidelijk indruk op hem gemaakt, want hij heeft het er nog steeds over. Het laat zien hoe effectief reclame kan zijn. Vind ik dit erg? Niet bij dit product, maar wel als het gaat om ongezond eten en drinken. Hier sta ik niet alleen in als ouder.

Discussie over kindermarketing losgebarsten

De discussie over wat wij (= de maatschappij) acceptabel vinden als het gaat om kindermarketing van (ongezonde) voedingsmiddelen is weer losgebarsten.

  • “Alleen gezond” zegt de Alliantie Stop kindermarketing ongezonde voeding. Een samenwerkingsverband van gezondheids- en consumentenorganisaties, diëtisten, kinderartsen, jeugdartsen en wetenschappers, dat ik met veel plezier coördineer.
  • De voedingsindustrie (FNLI) vindt de bestaande regels streng genoeg.
  • De Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) wenst: In de aanpak van overgewicht bij kinderen moeten regels ingevoerd worden om de marketing van ongezonde voedingsmiddelen terug te dringen.

Maar wat willen ouders eigenlijk? Dat wilde ik ook wel weten. Dus heeft de Hartstichting onderzoeksbureau GfK gevraagd ouders (n = 1000) met kinderen tussen de 3 en 13 jaar hierover te bevragen.

Wat vinden ouders van kindermarketing?

Ik vind het interessant om te zien dat ouders duidelijk onderscheid maken tussen kindermarketing voor gezond en ongezond eten en drinken:

  • Een meerderheid van ouders vindt dat kindermarketing voor gezond eten en drinken mag en ook een meerderheid vindt dat dit niet mag voor ongezond eten en drinken.
  • Wat mij opviel is dat het lijkt dat de omgeving bepalend is voor wat ouders acceptabel vinden. 74% van de ondervraagde ouders vindt dat bij sportverenigingen wel kinderreclame voor gezond eten en drinken gemaakt mag worden. Gevraagd of dit ook mag voor ongezond eten en drinken, antwoordt 71% van de ondervraagden: nee, dit mag niet voor ongezond.
  • 61% is van mening dat kinderidolen/tekenfilmfiguren niet op de verpakking mogen staan van ongezonde voedingsmiddelen. Als het gaat om het inzetten van kinderidolen/tekenfilmfiguren als reclamemiddel op de verpakking van gezond eten en drinken, vindt 72% dat prima.
  • Er is een substantiële groep ouders (39%) die denkt dat minder kinderen overgewicht zullen krijgen als er geen kindermarketing meer is voor ongezond eten en drinken.

De boodschap van ouders richting marketeers lijkt mij duidelijk: zet kindermarketing alleen in voor de promotie van gezonde voedingsmiddelen. Ik zie het zelf als een bevestiging van waar wij als Alliantie Stop kindermarketing ongezonde voeding naartoe werken. In september ga ik naar het congres De jonge consument, waar ik hoop nog meer te leren over kinderen op een positieve manier te beïnvloeden. Het lijkt me leuk om je daar te zien.

Lees hier de onderzoeksresultaten naar de mening van ouders over kindermarketing.

Wat wil de Alliantie Stop kindermarketing ongezonde voeding?

kids

 Carolien Martens

Relatiemanager Public Affairs, Hartstichting

De Hartstichting is initiatiefnemer en partner van de Alliantie Stop kindermarketing ongezonde voeding; een actief samenwerkingsverband dat de strijd aangaat tegen op kinderen gerichte marketing van ongezonde voedingsmiddelen. Lees ons volledige standpunt op: www.stopkindermarketing.nl.

carolien martens

 

Viva la France! Voor wie juichen we eigenlijk?

Normaliter zou het reeds een gekte van jewelste zijn. Het Europees Kampioenschap voetbal begint bijna! Het toernooi dat onze helden in ’88 wonnen ten koste van de Sovjet-Unie. Dit jaar moeten we helaas overslaan. Dan rijst de vraag; voor wie juichen we dan wel? We zullen wel allemaal zo onze eigen favoriet hebben. Die van mij is Belgie. Een leuk en variërend spelend team met supersterren uit de Premier League.

Niet alleen vanuit sportief oogpunt is het spijtig, ook voor marketeers is het een gemist platform om op originele manier hun imago of marktaandeel te verbeteren.

Binnen de wereld van spaarprogramma’s is Nederland koploper op het gebied van voetbalacties gedurende een WK of EK. In de afgelopen jaren (2012 en 2014) waren er wereldwijd drieënvijftig voetbalpromoties bij foodretailers. 45% hiervan, vierentwintig acties vonden plaats op Nederlandse bodem. Het totaal aantal acties van bedrijven loopt in de honderden. Kortom, Nederland is voetbal(actie) gek.

Gelukkig hebben we tijd genoeg om een actie voor te bereiden die we hopelijk in kunnen zetten tijdens het WK 2018 in Rusland.

 

Welke elementen zijn belangrijk bij het opzetten van een spaaractie?

1. Formuleer je doel.

Waarom doe je wat je doet? Imagoverbetering? Nieuwe klanten? Verkennen van nieuwe markten? Hogere besteding van bestaande klanten? Verbeteren van prijsperceptie?

2. Wie is je eindgebruiker?

Pas je producten en communicatie aan op je eindgebruiker.

3. De kenner of verkenner?

Richt je je op de echte voetbalkenner met een branded voetbalpromotie (bv. voetbalplaatjes) of ga je voor de verkenner: de massa, de fans, het bredere publiek (bv. fan-items).

4. Welk verhaal wil je vertellen?

Wij zien een toenemende vraag naar campagnes. Een promotie met een verhaal. Wat is jouw verhaal? Wat wil je écht vertellen?

5. Heeft jouw actie de juiste mix?

Een actie is succesvol als het de juiste conceptelementen heeft. Dit is per actie verschillend en afhankelijk van je doel maar ik noem een aantal belangrijke: Aantrekkelijkheid: hoe graag wil je (potentiële) klant het product hebben?
Show-off factor: hoe graag wil je klant het product laten zien aan anderen en wat wil je dat hij/zij over jouw product vertelt?
Sexe: is het zowel voor mannen/jongens als vrouwen/meisjes?

6. Welk budget heb je beschikbaar voor executie en activatie van je actie?

Meevaren op de gekte van een EK of WK is fijn, maar ook een moment dat er veel vissen in dezelfde vijver zwemmen. Zonder gedegen plan voor executie en activatie wordt het moeilijk je beoogde doel te behalen.

7. Plan je actie.

Je actie plannen omvat meer dan (laten) voorbereiden en een moment uitkiezen. Zorg dat er tijdens de actie een gedegen projectplan ligt zodat je resources opgewassen zijn tegen een extra tijdsinvestering. Laat de actie niet je hoofdactiviteit worden, een actie moet bijdragen.

8. Evalueer.

Binnen onze acties onderscheiden we twee soorten impact: emotionele en transactionele impact. Hoe hebben deze factoren bijgedragen aan je geformuleerde doel?

BrandLoyalty verkocht dit jaar in negen landen twaalf spaaracties gericht op het EK. We hopen in 2018 ook weer in Nederland van de partij te zijn!

 

ThijsDoor: Thijs Driessen, Concept Development Manager, BrandLoyalty Special Promotions B.V.
Als Concept Development Manager bij BrandLoyalty Special Promotions B.V. houd ik mij bezig met de ontwikkeling van (kinder)spaaracties bij internationaal opererende foodretail organisaties. Dit kunnen vraaggestuurde concepten zijn welke aansluiten bij de marketingcampagne van een retailer, maar ook door ons zelf bedachte acties rondom bijvoorbeeld het EK voetbal.

Examenspannen

Scholieren lui en niet betrokken?

De huidige generatie middelbare scholieren wordt vaak verweten dat ze lui zijn en totaal niet betrokken. Uit het OESO onderzoek dat onlangs gepubliceerd werd, bungelden de Hollandse scholieren wederom onderaan bij het hoofdstuk ‘motivatie’. Als oplossing wordt vaak genoemd dat het onderwijs persoonlijker moet; ‘op maat’ of ‘gedifferentieerd’. Toch wil ik graag een voorbeeld geven van hoe juist zoiets als de centraal georganiseerde eindexamens bij scholieren kunnen zorgen voor een explosie aan motivatie, saamhorigheidsgevoel en strijdbaarheid.

Hoe toch te enthousiasmeren, enkele voorbeelden!

Stel je een online platform voor, waarop een grote groep scholieren dagelijks actief is. Waarop vrijwel alle scholieren bijdragen, elkaar helpen, elkaar steunen en elkaar vermaken. Klinkt als een droom voor veel digi-onderwijsprofessionals. Tijdens de eindexamens kwam deze droom uit, en wel op het door jongerenmarketeers vrijwel afgeschreven Facebook. Een registratie.

Ergens vlak na de eindexamens van 2015 lanceerde Jon, eigenaar van Scholieren.com, uit speelsheid alvast het Facebookevent Centraal Eindexamen 2016 VMBO – HAVO – VWO. “Voor iedereen die de goede verhalen gehoord heeft en niet kan wachten”. Dit event was gelinkt aan de door Scholieren.com beheerde pagina Eindexamens 2016. Gedurende het schooljaar druppelden de deelnemers aan het event binnen, tot uiteindelijk 45.000 van de 200.000 examenkandidaten op ‘aanwezig’ stonden.

De examenperiode brak aan. Tegelijk met de examens, ontstond twee-en-een-halve week lang een superactieve community zowel op de Facebookpagina als in het bijbehorende event. Een aantal statistieken om te illustreren hoe actief de eindexamenkandidaten zelf waren:

  • Het aantal likes op de pagina Eindexamens 2016 steeg tijdens de examens van een paar honderd tot 6.500 duizend.
  • Ruim 600.000 unieke personen werden bereikt met de pagina en het event
  • Ruim 380.000 acties werden uitgevoerd, wat betekent dat berichten zijn gepost, geliked of gedeeld.

Tijdens de eindexamens waren vooral de grappige Facebookpolletjes en meme’s uitermate populair. Daarmee reflecteerden de scholieren zelf op de toetsen door in de vragen en antwoordopties toespelingen te maken op de examens. Zo vermaakten en steunden de kandidaten elkaar en gebruikten ze het event als een uitlaatklep om even te ontspannen. Het ‘elkaar helpen’ gebeurde eerder, zo vanaf eind maart. Scholieren deelden hun samenvattingen, hielpen elkaar met handige sites en tips en er was een levendige handel in examenbundels. En dit allemaal zonder dat een docent, ouder, organisatie of instantie dit aanmoedigde.

Toetsweken centraliseren?

Het valt ons elk jaar weer op dat de examenperiode een periode is van extreme verbondenheid en strijdbaarheid onder scholieren onderling. Iedereen streeft immers naar hetzelfde doel: dat diploma binnenslepen. Je ziet het aan het enorme aantal klachten (samen klagen schept een band) en ook aan de bezoekersrecords die op Scholieren.com elk jaar weer gebroken worden (dit jaar hadden we voor het eerst meer dan een miljoen pageviews op de examenblogs).

Natuurlijk zien wij ook kansen in het motiveren van scholieren door ze gepersonaliseerde lessen aan te bieden die aansluiten bij hun talenten en interesses. Alleen als alles gepersonaliseerd wordt, verlies je ook dat mooie saamhorigheidsgevoel dat een gezamenlijk ‘strijd’ kan bieden. Het is zelfs bijna jammer dat dit hoogtepunt van motivatie slechts een keer per jaar plaatsvindt, tijdens die twee-en-een-halve week in mei. Ik durf het bijna niet te zeggen, maar wat als we in plaats van het afschaffen van de centrale examens eens álle toetsweken zouden centraliseren?

roos smetsers_150

Roos Smetsers (26), algemeen directeur bij Scholieren.com. Ik heb communicatiewetenschappen gestudeerd, gevolgd door een master Jeugdstudies. Mijn baan bij Scholieren.com is een ideale combinatie van deze twee studies. Ik ben hier in 2011 begonnen met een bijbaan naast mijn studie. Inmiddels bepaal ik samen met eigenaar Jon Geerars de koers en stuur ik de techniek en redactie aan. Ik vind het vooral tof dat Scholieren.com zo middenin de doelgroep staat. Wekelijks werken er scholieren bij ons op kantoor en we hebben een creatieve groep jonge bloggers in dienst. Het is elke dag een feestje om te werken aan onze missie: scholieren in staat stellen elkaar te helpen. Samen ben je slimmer!”

 

Overheid geeft de voedingsindustrie opdracht maatregelen te treffen in kindermarketing

Goed nieuws: er is steeds meer aandacht voor het onderwerp kindermarketing van (ongezonde) voedingsmiddelen. Onlangs pleitte ik samen met mijn partners van de Alliantie Stop kindermarketing ongezonde voeding bij de politiek voor strengere maatregelen, en met succes: De Tweede Kamer en staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid hebben zich weer (31 maart jl.) actief gemengd in de discussie wat wel of niet acceptabel is.

Zo deed staatssecretaris Van Rijn een oproep aan de voedingsindustrie om met de volgende maatregelen te komen:

  1. Verpakkingsmaatregelen rondom de inzet van kinderidolen
  2. De jaarlijkse monitoring naar kindermarketing van voedingsmiddelen door de Federatie Nederlandse Levensmiddelenindustrie (FNLI) moet meer mediakanalen omvatten.

Kinderidolen: ieders kind beste vriend

Zoals iedereen weet zijn kinderen makkelijk te verleiden met verpakkingen voorzien van hun grote idool. Bijvoorbeeld, K3. Vaak worden kinderen op jonge leeftijd al beïnvloed, terwijl van alle productverpakkingen met een verkoopstrategie gericht op kinderen zo’n 90% voor ongezond eten en drinken is (Van Assema, 2011). Ik ben dan ook blij te horen dat Van Rijn de voedingsindustrie vraagt om met concrete maatregelen te komen om deze vorm van verleiding voor ongezonde voedingsmiddelen te beperken. Ik weet er wel raad mee: zet kinderidolen (dan wel getekende- en/of animatiefiguren) uitsluitend in voor gezonde voedingsmiddelen, zoals groente en fruit.

20160422-Blog-(2)-Foto_foodwatch-overgewicht-bij-kinderen-verpakkingen

Foto: foodwatch

Scope monitoring kindermarketing moet breder en onafhankelijker worden gedaan

Het idee dat we willen weten in welke mate de voedingsindustrie zich houdt aan de regels voor kindermarketing van (ongezonde) voedingsmiddelen juich ik van harte toe. Er zijn wel 35 vormen van marketing. Bijvoorbeeld: tv, radio, bioscoop, print, online (vloggers, websites, viral, online chat, filmpjes, sociale netwerken, (video/adver) games), mobiele telefoon (sms, games), apps, sponsorship, productplaatsing, peer-to-peer, sales promotie, email, direct marketing, kidsclubs, films, verpakking, point-of-sale-materiaal etc. Uitsluitend over een 3-tal verantwoording afleggen is dan erg summier.

Erg fijn dat de scope van de monitoring dus (enigszins, want nog niet alle vormen worden meegenomen) wordt verbreed, maar eigenlijk zou het onafhankelijk moeten zijn, want:

  • Monitoring wordt op dit moment gedaan door de Afdeling Compliance van de Stichting Reclamecode, dit in opdracht van de voedingsmiddelenindustrie. Doordat de FNLI bepaalt wanneer de monitoring plaatsvindt, kan de situatie zich voordoen dat haar leden op voorhand worden gewaarschuwd over de aankomende monitoring. In welke mate worden dan de resultaten beïnvloed?
  • Ander punt is welk deel van het monitoringsrapport uiteindelijk openbaar wordt gemaakt. Zo heeft de FNLI bijvoorbeeld ervoor gekozen het rapport over 2014 in zijn geheel niet te openbaren.

 

Voorstel volgende oproep Van Rijn aan voedingsindustrie

Mijn suggestie voor de volgende oproep van Van Rijn aan de voedingsindustrie is het volgende: aanscherping van de voedingscriteria zodat kindermarketing van bijvoorbeeld frisdrank, chips, koekjes en ijs niet meer mogelijk is.

 

Carolien-Martens-hartstichtingAuteur: Carolien Martens, Relatiemanager Public Affairs, Hartstichting

De Hartstichting is initiatiefnemer en partner van de Alliantie Stop kindermarketing ongezonde voeding; een actief samenwerkingsverband dat de strijd aangaat tegen op kinderen gerichte marketing van ongezonde voedingsmiddelen. Lees ons volledige standpunt op: www.stopkindermarketing.nl.

 

Meten is Weten!

Nederland is en blijft een fietsland, voor jong en oud. Er zijn zelfs meer fietsen in Nederland dan dat er mensen zijn. Op iedere hoek van de straat zit de bekende fietsenmaker die er al jaren zit en de zaak van zijn ouders of grootouders heeft overgenomen. Of de talloze online shops waarbij een kinderfiets al de volgende dag thuis bezorgd wordt.

‘Kunstjes’

We hebben het vroeger allemaal gedaan en ervaren; even een rondje fietsen op de fiets van jouw oudere broer of zus. Of op de fiets van jouw kleine buurmeisje, om te voelen ‘hoe dat ook al weer was’, terwijl je zelf net 8 jaar oud was.

Loekie meten is wetenIk kan me nog goed herinneren hoe ik op een eigenlijk veel te grote fiets stapte, nét niet bij het zadel kon en al staand een rondje door de straat reed. Waarbij ik de bochten zoveel mogelijk vermeed, omdat ik dan eigenlijk moest afstappen door te weinig balans en te weinig snelheid. Maar wat vond ik mezelf stoer!

Iets minder stoer vond ik mezelf toen ik op die kleine fiets van mijn buurmeisje, die nog met zijwieltjes fietste, in volle vaart onderuit ging. Nooit gedacht dat het zo moeilijk kon zijn om weer met zijwieltjes te fietsen.

Zoals iedereen vast weleens gekke stunts op de fiets uithaalde, heb ik dat ook volop gedaan met mijn zusje en vriendinnen. Met zijn drieën op één fiets, waarbij iemand op het zadel zat, iemand op de trappers stond en fietste en waarbij de derde het liefste op het achterrekje stónd. Allemaal niet volgens de voorschriften, zeker niet nu ik productmanager ben van kinderfietsen, maar wel onwijs leuk! Of achterop bij een vriendin waarbij je dan achterste voren op het achterrekje ging zitten, of nog gekker, de armen ging kruizen op je stuur. Linkerhand op je rechter handvat, en je rechterhand op het linker handvat. Dat heb ik helaas moeten bekopen met een traan.

Welke maat fiets kind

Maar de vraag als ouder blijft; wat is de juiste maat voor een kinderfiets? Je wilt niet binnen een jaar en een groeispurt verder wéér een nieuwe fiets voor jouw kind aanschaffen. Daarom een paar vuistregels en tips om de juiste maat kinderfiets te kopen.

  1. Kinderfietsen worden in inches weergegeven. De inchmaat is de doorsnede van de fietsband.
  2. Koop een fiets nooit op de groei. Een kind moet op het zadel kunnen zitten, bij de trappers kunnen, en met beide voeten bij de grond komen om het evenwicht te bewaren.
  3. De binnenbeenlengte geeft de juiste maat van de fiets weer. Als je de binnenbeenlengte weet van jouw kind, is het uitzoeken van een kinderfiets wat eenvoudiger. Zet de benen ongeveer 15 centimeter uit elkaar, en meet de lengte van het kruis loodrecht tot de grond. Dit is de minimale maat van de fiets die jouw kind nodig heeft, waarbij het zadel nog verder omhoog gezet kan worden naar mate jouw kind groeit.
  4. De kledingmaat geeft ook een goede indicatie om de juiste maat kinderfiets te kopen, maar is iets onnauwkeuriger dan de binnenbeenlengte. Bekijk de tabel om te zien welke inchmaat fiets bij jouw kind past.
  5. Wist je dat de lengte van jouw kind de kledingmaat weergeeft? Zo heb je dubbel voordeel van de tabel!
  6. Bepaal eerst welke maat jouw kind nodig heeft, alvorens de fiets uit te zoeken. Als een kind eenmaal een mooie fiets heeft gezien, die niet in de juiste maat leverbaar is, is de kans groot dat je toch met de verkeerde maat fiets naar huis gaat. Iets zoals die mooie schoenen toch maar kopen terwijl ze net een maatje te klein zijn…

Maattabel kinderfiets

Leeftijd (in jaren)

 

Kledingmaat/lengte

 

Binnenbeenlengte (in cm)

 

Inchmaat

 

3 – 4 92-104

 

43-53

 

12,5 inch

 

4 – 6 104-116

 

54-56

 

16 inch

 

4 – 8 110-122 57-59 18 inch

 

5 – 8

 

116-122

 

60-69

 

20 inch

 

5 – 9

 

122-128

 

63-73

 

22 inch

 

8-10

 

134-140

 

74-77

 

24 inch

 

9-12

 

146-158

 

78-81

 

26 inch

 

Auteur:

Sanne Weber, 25 jaar en werkzaam als Productmanager bij Loekie. Na mijn studie Communicatie in Utrecht en mijn Master of Business in Australië, ben ik aan de slag gegaan bij Sparta als Online Marketeer wat in eerste instantie een tijdelijke functie was. Gelukkig ben ik aan boord bij Sparta/Loekie gebleven. Ik heb een ontzettend leuke baan waarbij ik de marktbehoefte vertaal naar onze producten en deze dan weer in de markt positioneer. Een compleet plaatje waar ik mijn eigen draai kan geven aan de leukste kinderfietsen van Nederland!

Ruzies en leuke filmpjes in de groepsapp

‘Kijk eens wat een leuk filmpje, mama.’ Daar krijg ik inderdaad een grappig filmpje van mijn dochter en haar vriendinnen onder mijn neus geduwd. Hun armen versneld draaiend, hun gezichten vervormd met een grappig deuntje eronder. Ook de kat en de cavia hebben geregeld hoofdrollen in haar producties. Mijn 11-jarige heeft de app Musically ontdekt.

Socialemediagebruik

“Ik kan het allemaal niet bijhouden wat ze doen”, hoor ik ouders vaak verzuchten op ouderavonden over het socialemediagebruik van hun kinderen. “Er is iedere week wel iets nieuws.” Dus laten ze het maar gaan en moeten kinderen hun eigen weg op sociale media zien te vinden. Dat is jammer. Het is onmiskenbaar waar dat kinderen de techniek van nieuwe apparaten en apps beter beheersen dan veel ouders. Ook de lol zien zij er direct van in. Maar de inhoud, hoe je bijvoorbeeld met elkaar communiceert per app, is niet altijd meteen duidelijk. Zonder gezichtsuitdrukking en non-verbaal gedrag kun je woorden nogal eens verkeerd uitleggen. Wat zeg je wel en niet in een groepsapp? Wordt een geintje door de ontvanger ook zo ervaren? Welke foto’s van anderen zet je wel en niet in de groep? Wat doe je als je het niet meer zo leuk vindt? Daarin hebben ouders en docenten een belangrijke rol.

Tips en adviezen online

Socialbesitas-logo111Zeker omdat kinderen steeds vroeger een telefoon krijgen (vanaf groep zes). Waarom moet een kind van negen/tien jaar alles alleen uitvogelen? Dan doen we ook offline niet. Dan zitten de meeste ouders er bovenop; we willen weten met wie en waar onze kinderen spelen. Online zou dat ook niet gek zijn. Juist op die leeftijd zijn kinderen heel ontvankelijk voor tips en adviezen. Mits die gegeven worden door ouders/docenten die de lol van de kinderen proberen te snappen. Als je meekijkt, begrijp je ook beter wat wel en niet geschikt is, wordt het gemakkelijker om grenzen te stellen en komen kinderen eerder naar je toe als het misgaat op de appgroep.

En natuurlijk is dat niet eenvoudig. Mijn dochter werd een keer door een klasgenootje voor ‘monchol’ uitgemaakt in de huiswerkgroepsapp, nadat ze had opgemerkt dat het rondsturen van dertig regels aan emoij niet geschikt was voor deze app. Dochter was boos en wilde direct terug appen. Begrijpelijk maar niet echt handig. Na even stoom afgeblazen te hebben, was ze daarna ook wel blij dat ze niet had gereageerd. Hoe lastig is het om je schouders op te halen en je zelfbeheersing niet te verliezen als je gekwetst wordt? Niet alleen voor kinderen. Wij moeten onze kinderen niet het bos in sturen met de boodschap ‘zoek het maar zelf uit op sociale media’. Onze kinderen hebben ons daarbij nodig. Ook als publiek voor de leuke filmpjes en foto’s die ze maken.

Mayke Calis is journalist en tekstschrijver. Ze schreef samen met verslavingsdeskundige Herm Kisjes het boek Socialbesitas. Sociale media: van vertier tot verslaving. Naast haar schrijfwerk geeft ze ook ouderavonden op scholen (po en vo) over socialemediagebruik onder jongeren. www.maykecalis.nl en www.socialbesitas.nl.

Van Netflix tot de Gierige Gasten

Nieuwe cijfers over bewegend beeld & jongeren

Fascinerend, om te zien en te horen hoe allerlei deskundigen in de afgelopen maanden los gingen op de ondergang van V&D. Hoe verouderd de winkelformule wel niet was, hoe weinig lijn er in de strategie had gezeten, hoe het warenhuis zichzelf in de loop der jaren overbodig had gemaakt.

 

Maar toch had de V&D ook wel oog voor nieuwe ontwikkelingen. Vorig jaar liep ik bijvoorbeeld over de Schoolcampus en struikelde over de kartonnen borden van Teske de Schepper. Bijna full-size, lachend en met kaftpapier in haar armen moedigde ze scholieren aan om toch vooral hun schoolspullen bij de V&D te kopen. Er stond nog net niet onder: “Ze hebben het nodig!”

 

Ik had haar vlog over dit onderwerp natuurlijk gemist. Dat zou trouwens ook zo zijn geweest als ik nog een middelbare scholier was, want ik neig toch wat meer naar een ander soort content. Maar goed, anders had ik geweten dat Teske het helemáál niet leuk vond op de middelbare school, maar er wel altijd heel erg naar uit keek om schoolspullen te gaan kopen.

 

Het fenomeen ‘vloggers’ en ‘YouTubers’ neemt inmiddels een enorme vlucht. Een beetje middelbare scholier wil tegenwoordig YouTuber worden en is ook al vol optimisme begonnen. En ook adverteerders die jongeren willen bereiken hebben het over bijna niets anders. Iedereen lijkt het erover eens dat tv “dood” is onder jongeren. En dat Facebook er tegenwoordig alleen nog maar voor ouders is, “en wie wil er nou op hetzelfde netwerk zitten als zijn moeder.” Je moet toch wat als je jongeren wil bereiken: deze jonge influencers vormen een uitkomst.

 

Het is absoluut zo dat bewegend beeld steeds belangrijker wordt voor jongeren. In hun vrije tijd, op school, onderweg … Daarom besteden we in de nieuwe editie van ons Jongerenonderzoek, Jongeren 2015/2016, uitgebreid aandacht aan bewegend beeld.

 

Wat blijkt onder meer uit dit onderzoek? Ik beperk me even tot middelbare scholieren en studenten. Op de eerste plaats dat televisie nog niet zo dood is als vaak beweerd wordt. Meer dan 70% van alle scholieren en studenten kijkt nog steeds iedere dag ‘live’ televisie. Denk aan programma’s die ze meteen willen zien, zoals voetbalwedstrijden of Widm. Of aan het meekijken op verloren momenten met (delen van) programma’s die door andere gezinsleden bekeken worden.
Ook zien we dat het kijken naar betaalde zenders steeds belangrijker wordt. 35% van de scholieren en studenten kijkt iedere dag naar één of meer betaalde zenders. Netflix neemt op dit terrein een sterke positie in en zou nog veel meer bekeken worden als de zender gratis zou zijn.

Verder kijkt 56% iedere dag ook nog ‘uitgesteld’ televisie. Bijvoorbeeld naar GTST.
In het medium televisie zit dus nog steeds beweging.

Maar het wordt wel minder belangrijk. Het percentage jongeren dat iedere dag naar video’s op YouTube kijkt is inmiddels groter dan het % kijkers naar televisie: 85%. En daar draagt die steeds groter worden groep YouTubers natuurlijk actief aan bij.

Op een gemiddelde dag kijkt:
85% naar video’s op YouTube. Bijna 10% doet dit 2 uur of langer per dag.
71% ‘live’ televisie. Het grootste deel hiervan kijkt minder dan een uur.
56% ‘uitgesteld’ televisie. Ook in dit geval kijkt het grootste deel minder dan een uur.
35% naar een betaalde zender. Bijvoorbeeld naar Netflix.

Bron: Qrius; Jongeren 2015/2016; april 2016. De cijfers hebben betrekking op middelbare scholieren en studenten.

 

 

Het onderzoek laat ook zien hoe enorm de diversiteit aan influencers is die door jongeren gevolgd worden. Het zijn er duizenden, met vaak aansprekende namen, van Croco Jill tot Danisnotonfire en van Gekke Markie tot Gierige Gasten. Dat maakt het lastig voor een adverteerder om te bepalen wie hij het beste uit kan kiezen en welke ‘mix’ aan vloggers en/of YouTubers de meeste kans biedt op succes.

 

Tot slot nog even terug naar Teske. Helaas heeft haar sympathieke steun de V&D en de Schoolcampus niet kunnen redden, evenmin als de steun van Mert en Lifesplash. Nu ben ik benieuwd welke leveranciers van schoolspullen, vloggers en YouTubers gaan proberen om dit gat succesvol op te vullen. Ik heb al wel een vermoeden …

Paul Sikkema is directeur van Qrius (van het Engelse ‘curious’; gespecialiseerd in onderzoek onder kinderen en jongeren) en medeoprichter van Nowsy (communicatie gericht op jonge doelgroepen).

De gegevens zijn afkomstig uit de nieuwe editie van ons Jongerenonderzoek, Jongeren 2015/2016, die in april verschijnt.

 

Paul Sikkema1

 

 

 

 

 

Paul Sikkema2

Emoji-marketing: beelden zeggen meer dan 1000 woorden

Chat apps, zoals WhatsApp, worden steeds populairder onder jongeren. Zo heeft WhatsApp met 9,8 miljoen gebruikers in Nederland inmiddels Facebook (9,6 miljoen gebruikers) verslagen. Deze verschuiving naar chat apps is een trend die vooral bij jongeren wordt waargenomen en is te verklaren doordat ze niet meer hun hele leven publiekelijk met alles en iedereen willen delen. Dus stappen jongeren massaal over naar chat apps waar ze in kleine, hechte groepjes met elkaar communiceren. Wie vandaag de dag jongeren wil bereiken doet er dus slim aan om mogelijkheden via chat apps te overwegen. Maar hoe? Want hoewel chat apps marketeers een enorme kans biedt om hun doelgroep te bereiken, zijn de advertentiemogelijkheden via deze apps op dit moment beperkt. Maar kansen zijn er om niet onbenut te laten, en dus ontwikkelt emoji-marketing zich op dit moment in rap tempo.

Emoji is een taal die bestaat uit de bekende kleine afbeeldingen die je mee kan sturen met berichten. Een taal die wereldwijd geaccepteerd wordt (zeker door jongeren) en ook nog eens universeel bruikbaar is. Emoji bestond in eerste instantie uit slechts een paar afbeeldingen die bedoeld waren om emoties toe te voegen aan een tekstbericht. Maar inmiddels bestaat de standaardlijst (Unicode Standard) uit honderden afbeeldingen die jaarlijks steeds verder wordt uitgebreid. Voor 2016 zijn 57 potentiële nieuwe emoji’s geselecteerd, waaronder de selfie. Dat emoji’s steeds populairder worden zie je bijvoorbeeld ook doordat winkels als CoolCat shirtjes verkopen met afbeeldingen van populaire emoji’s. Maar het gaat veel verder. Want wat dacht je van een boek compleet vertaald met emoji’s? Peter Pan en de bijbel kan je al in deze nieuwe taal ‘lezen’.

 

Dagelijks worden er wereldwijd miljarden berichten via chat apps verstuurd die gedeeltelijk en soms zelfs volledig uit emoji’s bestaan. Emoji’s worden vooral door jongeren gebruikt om zich te onderscheiden en gevoelens uit te drukken. Maar de standaard emoji’s kennen de jongeren nu wel. En echt onderscheidend zijn ze hier niet meer mee. Dus zijn jongeren op zoek naar nieuwe emoji’s. Bijvoorbeeld door zelf emoji’s te maken. Of door gebruik te maken van branded emoji’s. En omdat branded emoji’s vaak subtiel naar een merk verwijzen, zullen jongeren dit niet zo zeer als reclame bestempelen en dus veel eerder accepteren dan reguliere online marketinguitingen. Coca Cola was een van de eerste bedrijven die met hun EmotiCoke insprong op deze nieuwste vorm van marketing. Maar ook bedrijven als Ikea, Vodafone en Unicef ontwikkelden al hun eigen emoji’s. Of neem het voorbeeld van Unilever die ontdekte dat er geen emoji’s met krullend haar waren. Hier koppelde ze een shampoo-merk aan en voilà hun emoji-marketingcampagne was een feit.

 

Dat emoji’s niet meer weg te denken zijn uit online communicatie bij jongeren is nu wel duidelijk. Maar wat vinden jullie van het idee om emoji’s te integreren in jullie marketingstrategie? Zien jullie hier potentie in? Of laten jullie deze hype links liggen?

 

Ingelien Poutsma is afgestudeerd in de richting Youth & Media en werkt nu als marketingmanager bij MEIS & MAAS. Een jeugduitgeverij die werkt met merken als LEGO®, Star Wars en Minecraft. ‘Ik ben van mening dat het cruciaal is om kids en jongeren te betrekken bij de ontwikkeling van producten en campagnes. Met hun eigen ideeën, idealen en motivaties weten ze mij keer op keer te verrassen. Ik ga dan ook graag en vaak met de doelgroep in gesprek’.

 

Voelen is onthouden

Elke dag zijn wij bij Blink bezig kinderen en jongeren uit te dagen om zichzelf en hun talenten te ontwikkelen en de wereld te ontdekken. Dat doen we met concepten voor thuis en op school zoals tijdschriften, websites, apps en digitale lesmethoden.

Als je kinderen en jongeren echt wilt prikkelen of stimuleren in hun ontwikkeling dan is het belangrijk de juiste snaar te raken. Want als je iets eenmaal echt hebt gevoeld of ervaren dan onthoud je het ook. Dit wordt de laatste jaren ook nog eens ondersteund door hersenonderzoek – bij een emotie blijkt er in onze hersenen een stof vrij te komen die maakt dat we dingen beter onthouden. We hebben o.a. veel gesproken met Jelle Jolles van de Vrije universiteit van Amsterdam: “Emoties zijn de motoren van de herinnering”. En ook met Erik Scherder over de effecten van muziek op het brein.

Maar hoe zorg je ervoor dat je, met deze wetenschap in je achterhoofd, een kind echt raakt? Dat is nog niet zo eenvoudig en begint al ver voor een product idee, door op zoek te gaan naar de wezenlijke drijfveren van kinderen. Wij doen dat door elke dag weer met een frisse nieuwsgierige blik te kijken naar wat kinderen bezighoudt en waarom. Niet achter een bureau maar in co-creatie met kinderen, ouders, leerkrachten, experts en creatieven.

Er zijn een aantal factoren die er mede voor zorgen dat je ook echt achter blijft op “de harde schijf” van een kind. Dan & Chip Heat hebben hier veel interessants over te melden in hun boek Made to stick, Why some ideas survive and others don’t.

Je hebt de plakfactor als je een verhaal of een boodschap hebt gebracht die goed te begrijpen is, die onthouden wordt en die effectief is in het veranderen van gedachten of gedrag.

Deze zes principes helpen om dit voor elkaar te krijgen:

  • Houd het simpel: Wat is de kern van de boodschap die je over wilt brengen? Hanteer de kunst van het weglaten. Maar let op, een boodschap moet niet alleen kort zijn, maar vooral ook ‘diep’, dus echt betekenis hebben. Niet perse eenvoudig, maar de essentie rakend.

Dus niet: Zonnen, de voorzorgsmaatregelen en gevaren. Maar bijvoorbeeld: Zonnen, hoe vroegtijdig oud te worden.

  • Onverwachts: Hoe trek je de aandacht? Probeer tegen de verwachtingen in te gaan. Het gaat niet alleen om verrassen, maar ook om interesse en nieuwsgierigheid opwekken. Zo ging warenhuis Nordstorm, het overhemd strijken voor een klant die het meteen aan moest.
  • Ben concreet: Hoe maak je je ideeën duidelijk? Niet door vage woorden, wel door concrete voorbeelden en krachtige beelden. Niet voor niks is er het spreekwoord ‘een beeld zegt meer dan duizend woorden’.
  • Geloofwaardigheid is belangrijk: Hoe zorg je dat mensen je ideeën of je boodschap ook geloven? Het helpt als de boodschap ‘in zichzelf geloofwaardig’ is en als mensen dat ook voor zichzelf kunnen nagaan.
  • Emotioneel: We zitten zo in elkaar dat we iets voelen voor mensen en niet voor statistieken. Indrukwekkende cijfers over hongersnood hebben minder effect dan het verhaal over het leven van een arm zevenjarig meisje.
  • Story-telling. Hoe zorg je dat mensen ook het gewenste egdrag gaan vertonen? Verhalen helpen daar bij en zijn een soort blauwdruk “hoe je te gedragen”

Hoe wezenlijk deze principes ook zijn, uiteindelijk geven de gebruikers van je product of dienst je antwoord op de vraag hoe goed je product of dienst is. Daarom gaat er geen dag voorbij of wij zijn op wat voor manier dan ook in co-creatie met kinderen en hun omgeving. Om echt het verschil te maken.

[Auteur] Yvonne Keasberry, directeur Blink media. Blink ondersteunt ouders, leerkrachten en andere partners met concepten voor kinderen voor thuis en op school zoals tijdschriften, websites, apps en digitale lesmethodes.

 

Kids en Jongeren Marketing blog website is van Euroforum BV. Privacy statement | Cookie statement | Copyright © 2021