Trends in Kids- en Jongerenmarketing 2014

Elk jaar rond deze tijd is het weer een feest! Waarom hoor ik je denken, kerst is toch juist net geweest? En carnaval duurt toch nog ruim anderhalve maand? Nou, feest omdat we mogen gaan nadenken over het programma van het congres Trends in Kids- & Jongerenmarketing! Maar eerlijk gezegd worden we daardoor ook wel eens jaloers…. Want vorig jaar hadden we bijvoorbeeld Lars Silberbauer, head of social media van LEGO als spreker. En tja, wat is er nu leuker dan de hele dag met legoblokjes te spelen en op het einde van de dag, net voordat je naar je vrouw/man en kinderen gaat, nog even op Facebook, Twitter, Youtube, Google+, LinkedIn je Lego-creatie te delen met de rest van de wereld?! Er bestaan minder leuke dingen aan je baan kan ik me zo voorstellen…

Maar goed, voor ons is het nu dus ook elke dag feest, omdat we veel van dat soort sprekers en thema’s voorbij zien komen. Maar daar hebben we ook jouw hulp bij nodig! Want een inspirerend programma moet ook aansluiten bij jouw wensen, en aansluiten op de vraagstukken waar jij dagelijks tegenaan loopt.

Wat mogen wij niet missen

We zijn dan ook benieuwd wie jij nou altijd al eens hebt horen spreken over hoe hij/zij kids en/of jongeren bereikt met zijn/haar marketingacties. Of naar welke organisatie kijk jij, omdat ze altijd van die gave acties hebben bedacht? Kortom, we zouden het erg leuk vinden als je mee zou willen denken over het programma van Trends in Kids- & jongerenmarketing 2014.

Ik zie je reactie met veel belangstelling tegemoet. Mede dankzij jullie ideeën kunnen we ook dit jaar weer een interessant en actueel programma te ontwikkelen! En natuurlijk staat daar iets tegenover! Onder iedereen die heeft meegedacht over het programma verloten we 3 gratis toegangskaarten voor dit 2-daagse congres!

Hartelijk dank voor je tijd en moeite! 

PS Zet 25 & 26 juni 2014 alvast in je agenda, dan zorgen wij voor een inspirerend programma!!

Congresverslag (2): ‘Trends in Kids- en Jongerenmarketing’ — jongerendag #KJ13

Na de sterke 'kidsdag' gisteren draaide het vandaag op het congres Trends in Kids- en Jongerenmarketing om de doelgroep jongeren. Dit is een verslag van dag 2, de 'jongerendag'. Het ging over de druk die jongeren ervaren, over donkere wolken boven de toekomst, over het betrekken van jongeren bij merken en (eerlijke) marketing, over het belang van het luisteren naar de doelgroep en het begrijpen van hun behoeften. Het meest belangrijke woord dat gebezigd werd, is waarschijnlijk 'samen', iets om rekening mee te houden!

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 09.40u >

"De jeugd maakt van de nood een deugd." [Peter van Woensel Kooy]

PETER VAN WOENSEL KOOY van MarketingTribune presenteert de 'Jongereniconen 2013', een studie naar aanstaand jongerengedrag op basis van een groot aantal bronnen en experts. Dit zijn de negen trends van de 17de jaargang van dit lijstje:

  • Media: grenzen aan social, exit privacy (privacy bestaat niet meer op sociale media, onzeker is of iets of iemand online 'nep' is en er komen misstanden voor als Project X);
  • Eten: iedereen aan de spelt (jongeren willen zelf dingen regelen – Etsy.com, Kickstarter.com, Gidsy, Thuisbezorgd.nl en Peerby.com spelen daar op in – en gaan 'thuis telen', A-merken adverteren met een 'lager suikergehalte');
  • Sex & feestjes: participatie met open mond (modellen staan met open mond – pornopose – afgebeeld in reclame- en modefotografie, party's worden niet langer vóór maar dóór en samen met het publiek georganiseerd en participeren is het nieuwe consumeren);
  • Mode: met Marie Antoinette naar de paardenslager (smart budget, vintage, ruilburzen, zelf breien, paardrijd-look, skinny, vakjes voor tablets en smartphones in kleding zijn 'in');
  • Mind & drugs: fijn ingewikkeld doen (filosofie is in komst, we gaan op zoek naar de waarheid achter de waarheid en de Jägerbomb is drankje van het jaar);
  • Zelfredzaamheid & het Epke-effect (jongeren zijn onhandig, iedere klus staat tegenwoordig uitgelegd op YouTube en het Epke-effect is streven naar uniek vakmanschap);
  • Muziek: back to black & Gangnam 3.0 (wobwob ofwel dubstep als trend van het jaar en bij evenementen is de ervaring belangrijker dan de inhoud); 
  • Gezond: de app als medicijn (handig bij gênante klachten);
  • Entertainment: onrust achter de schermen (de mediavaardigheid van kinderen groeit, de smartphone ligt op het kussen en heeft de functie van het horloge overgenomen, YOLO).

Zie voor meer uitleg de eerdere blogpost over dit overzicht.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 10.05u >

"Bij mij in de buurt kijken kinderen op de parkeerautomaten om te zien hoe laat het is." [Paul Sikkema]

PAUL SIKKEMA van Qrius doet een interactieve quiz in de vorm van 'petje-op-petje-af', daarmee terugkijkend op 25 jaar Jongeren-onderzoek. Hij vertelt dat sommige enqêteurs in het verleden, toen het onderzoek nog face-to-face werd uitgevoerd, verliefd werden op de respondenten. Anno 2013 geven jongeren hun moeder het rapportcijfer 8,9. Het WNF is het favoriete goede doel.

In 1997 wist 55% van de 12-14-jarigen zeker dat ze nooit internet zouden gaan gebruiken. En toen bestond het nog niet, nu gebruikt 75% van de middelbare scholieren Whatsapp. Jongeren van 15 t/m 19 jaar besteden bijna 5,5 uur per dag actief aan media (inclusief sociale media). Wat opvalt is de enorme druk die is gekomen op deze doelgroep, op wat hen afkomt (keuzestress, digitaal en analoog, alles uitzetten).

Tot slot een waarschuwing: de 'brony' (jonge mannen die fan zijn van tekenfilmserie My Little Pony) rukt ook in Nederland op.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 10.30u >

"Ik geloof echt in een nieuwe generatie die een kloof gaat maken, totaal verschillend van de ouders." [Tom Palmaerts]

TOM PALMAERTS van Trendwolves verhaalt op zijn bekende, sympathieke wijze over de trends voor de komende vijf jaar, op basis van onderzoek. Geen blij verhaal. Tom keek nog even terug op het congres in 2012, waar rapper Kleine Viezerik zei: "Hiphop geeft ons hoop, hiphop geeft ons een droom." Die zin is Tom bijgebleven. Onderwijs geeft geen hoop, het aantal werklozen ook niet. Dan hoop je dat hiphop gaat groeien. In Antwerpen is een hiphopschool gestart, de intiatiefnemer werd persoon van het jaar.

Beelden die Trendwolves van jongeren ontving waren behoorlijk donker, somber. Onderstaande game-trailer is daar een voorbeeld van.

Het einde-van-de-wereld-gevoel past in de trend 'total lost', doemdenken. Jongeren zijn negatief over de toekomst maar positief over zichzelf. Kranten verkopen meer als ze een negatief beeld op de cover zetten. We hebben blijkbaar graag de apocalyptische beelden. Vampieren zijn te romantisch (seks & bloed), zombies geven dat gevoel veel beter weer.

Een andere trend is 'raw culture'. Het mag ruwer, vuiler zijn. Graffiti-kunstenaar ROA spuit zwarte verf op de muren zonder het erg te vinden dat het snel weer verwijderd wordt. Mensen die vallen, delen foto's van hun verwondingen online en strijden verder ('survival of the bravest'). De 'female warrior' heeft zich ontwikkeld van een onrealistisch Playboy-model-met-een-man-achter-zich tot een 'echte vrouw' die het alleen kan. Een voorbeeld van de 're-civilize civilization' is de 'Paleo-lifestyle', dat zich bijvoorbeeld uit in gastronomie voor 'holbewoners'.

Er wordt gezocht naar een nieuwe esthetiek. We moeten niet allemaal Barbie willen zijn. Jongeren zijn met dingen bezig waar niemand iets van snapt. Wat er aan komt qua kleding en stijl, komt niet meer overeen wat wij mooi vinden, het gaat veel verder. Kijk maar eens naar Azealia Banks.

In het kader van 'suspicious minds' worden gezichten online steeds vaker onherkenbaar gemaakt ('de-facing'), met maskers of door ze te blurren. McAfee biedt al sociale bescherming aan.

Ook over het 'European Youth Trend Report 2013' van Trendwolves verscheen eerder al een blogpost. Inclusief lichtpuntjes! Het verschil met de 'het is gedaan'-punkgedachte uit de jaren '80 is dat de jongeren van tegenwoordig proberen om daar uit te geraken. Zie ook deze video (YouTube) en bijbehorende presentatie (Slideshare) van een ander evenement over de 'dreamotion'-trend.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 11.30u >

"Jongeren zijn onze doelgroep, en dat zijn vrienden van ons, of vrienden van vrienden van ons." [Robert van Hoesel]

De 19-jarige ROBERT VAN HOESEL was marketingmanager van *Bliep, maar is daar vorige week mee gestopt (hij gaat nu samen met Jeroen Boschma verder met Young Creators). *Bliep wilde een eerlijke provider zijn zonder kleine lettertjes. Een grote groep jongeren is om het merk heen verzameld in de loop ter tijd, "met toffe campagnes." Hoeveel gebruikers deze hebben opgeleverd, bleef een goedbewaard geheim, "dat doet er niet toe."

Veel belangrijker is dat de energie van jonge mensen heeft het merk in korte tijd heeft opgebouwd. Bij de lancering bijvoorbeeld werden jonge twitteraars ingeschakeld; 1.800 jongeren plaatsen binnen no time een *Bliep-logo als balkje over hun profielfoto, waardoor leeftijdsgenoten om uitleg gingen vragen. Jongeren die een merk runnen, marketing door en voor vrienden, zo kan het ook.

Robert geeft aan oprecht verbaasd te zijn hoe jongerenmarketing vandaag de dag gebeurt. Vroeger kochten mensen een merk om beter van te worden. In veel markten is dat omgedraaid. Wíllen jongeren wel rondlopen met jouw merk? Het betrekken van jonge talenten kan een enorme shift binnen bedrijven bewerkstelligen.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 11.50u >

"Every moment is a moment of truth." [Lars Silberbauer]

'Head of Social Media' LARS SILBERBAUER van de LEGO Group (na Mattel de tweede speelgoedfabrikant in de wereld, al vijf achtereenvolgende jaren meer dan 15% groeiend) start met de quote dat architectuur begint als je twee blokjes op elkaar stapelt en dat geldt ook voor LEGO. Hij acht het van groot belang om dichtbij de consument te staan. Wie zich binnen LEGO wil bezighouden met sociale media moet daar een cursus voor volgen en examen doen; een post richting 4,5 miljoen mensen op Facebook is dan best spannend.

Als het gaat om sociale media, gaat het om sociale behoeften, waardecreatie en realtime. De technologie versterkt onze sociale mogelijkheden, meer is het niet. Mensen zijn sociaal van nature. We moeten hun behoeften begrijpen:

  • Het plezier van samen bouwen; daar omheen worden campagnes ontwikkeld en evenementen georganiseerd.

  • Het trots zijn op een creatie (op Flickr staan meer dan 4 miljoen foto's van mensen die hun bouwwerk delen). De Happy Holiplay-wedstrijd van eind vorig speelde hier op in.

De sociale behoefte van klanten bepaalt tesamen met de bedrijfstrategie de socialemediastrategie. Verschillende activiteiten hebben verschillende doelen (merkbinding, verkoop, marketingefficiency, damage control). Sociale media zouden in alle fasen een rol moeten spelen, ook bij verkoopbevordering (een promotie op Facebook rond de Star Wars-lijn, die een kwartiertje werk had gekost, leidde ruim 8.000 gebruikers naar de e-shop).

YouTube wordt gebruikt als tv-kanaal rond de Chima-lijn, maar ook om video's over het merk te delen. The Lego Story werd vier miljoen keer bekeken, niet door betaalde media aangejaagd; ruim 500.000 uur aan 'gratis' aandacht voor het merk.

Marketing was ooit een kwestie van de lange termijn (maandenlang bouwen richting het moment van de waarheid), in sociale media kan je geen moment voorbij laten gaan. Yep, ook LEGO doet aan humoristisch bedoelde 'Photoshop-for-Facebook-inhakers, bijvoorbeeld rond de introductie van de iPhone 5. Hieronder een ander voorbeeld.

Helaas was er geen tijd om in te gaan op de 'Life of George'-campagne. Volgens Lars zijn er geen trucs ("You can't fake it"), maar moet je hard werken voor de juiste timing en relevantie, en daarnaast dapper zijn en het persoonlijk maken.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 12.35u >

In een debat discussieerden vier bekende namen over het betrekken van de nieuwe generatie jongeren bij hun organisatie. Het ging er pittig aan toe; dat kan je aan de energieke en betrokken dagvoorzitter Ludo Keizer wel overlaten.

RENÉ HERREMANS (Ahold) heeft zo'n 60.000 jongeren werken in zijn winkels, in eerste instantie omdat ze geld nodig hebben. Geprobeerd wordt hen meerwaarde te bieden, zij mogen ook meepraten, om een verbinding te creëren. Zijn conclusie: "Jongeren zijn ook gewoon mensen."

ROLAND KAHN (Coolcat) stelt dat iedereen die positief is ambassadeur kan zijn. Er wordt met een aantal ROC's samengewerkt; het blijkt dat jongeren hun verantwoordelijkheid kunnen nemen. Met een steek onder water naar eerdere spreker Robert van Hoesel: "Wij zijn niet zo elitair dat het alleen voor onze vrienden is." Waarop Robert reageerde: "*Bliep-gebruikers vinden Coolcat niet meer cool." Wat de oorzaak was van deze 'fittie' werd niet duidelijk, maar jong en oud stonden lijnrecht tegenover elkaar. Om over na te denken: moet je wel (Coolcat) of niet (*Bliep) voor de massa gaan?

DAVE FRAUENFELDER (Hi) hoort van jongeren dat ze alleen nog bellen met hun moeder. Daarom staat vooral mobiel internet centraal. Het team van Dave doet huisbezoeken bij de doelgroep, wat tot inzichten leidt dat jongeren hun contacten niet willen verliezen en niet voor verrassingen willen komen te staan. Dat leidt tot aanbod en campagnes als 'pokkie foetsie' en 'all you can tweet, post en whatsapp', samen met jongeren gemaakt. Kortom: "Als je de ambitie hebt om een merk voor jongeren te zijn, moet je er middenin staan."

JEROEN BOSCHMA dacht tot 2007 dat hij een (goede) jongerenmarketeer was, nu durft hij te zeggen dat hij het niet meer weet. Jongeren moeten in de driver's seat gezet worden, zij weten het veel beter dan wij. Er is een gevecht gaande tussen de oude en nieuwe wereld. Volgens Jeroen houdt 80% van de marketeers niet van zijn eigen merk ('het is werk'), hoe anders zou dat zijn als jongeren het voor het zeggen hebben.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 14.10u >

"Een like is ook een dialoog." [Karsten Mosterd]

"De jeugd wordt steeds brutaler, daar moeten we op inspelen." [Tommy Janmaat]

Volgens FEMKE MARCAR van ToTwenty is de 'Facebook-exodus' van jongeren (Emerce) een opgeklopt verhaal. Het advertentiebereik onder tieners is in Nederland de afgelopen drie maanden niet gedaald, in de VS wel. Op basis van onderzoek binnen het eigen netwerk komt de daling van Hyves naar voren, maar geen tekenen dat Facebook afgedaan heeft.

Jongeren hebben een mobile first mentality; 86% is mobiel online. Mobiel campagneverkeer is met 1200% gestegen in 2012. Slechts 9% van de Facebookcampagnes is echter geoptimaliseerd voor mobiel.

Mobile messaging apps maken een enorme groei door. Kijk naar Kakao Talk (65 miljoen gebruikers in Korea, LINE (100 miljoen gebruikers in Japan), WeChat (300 miljoen gebruikers in China), Whatsapp (10 miljard berichten per dag), Instagram (30 miljoen gebruikers). Azië loopt voorop! 'Gesloten omgevingen' zijn in opkomst; in Whatsapp-achtige applicaties wordt word-of-mouth-belangrijker. Hoe zorg je ervoor dat jongeren over je merk blijven praten?

KARSTEN MOSTERD, binnen Sundio Group werkend voor jongerenreisorganisatie GOGO, heeft drie ontdekkingen gedaan die werken om van likers (65.000 fans) klanten te maken:

  • Start de dialoog (creëer een community, een gevoel van gemeenschappelijkheid met anderen – als je veel veel interactie hebt op Facebook, wordt je bereik groter.);
  • Inspireer en leer (durf fouten te maken);
  • Vertrouw en converteer.

Voor GOGO is januari de boekingsmaand, maar buiten die maand wil men ook onder de aandacht blijven. In de contentstrategie wordt niet het hele seizoen over vakantie gepraat (dat raakt de doelgroep beu), maar over gerelateerde onderwerpen, soms op het randje. Karsten adviseert om content te maken waar makkelijk mee te interacteren is (tag, like, share, comment), waar geen lange teksten in staan, waar een tijdelijke community uit kan ontstaan en wat het beste oogt op Facebook (content wordt mobiel anders gepresenteerd). Het aantal boekingen door Facebook neemt toe.

Karstens collega TOMMY JANMAAT is met X-Travel tevens concurrent, wat zich lijkt te uiten in een wedstrijdje likes verzamelen. Tommy ziet zoveel 'like, share & win'-acties dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Om zich te onderscheiden werd het 'Hangmatties'-spel gecreëerd (maak je hangmat aan, nodig je vrienden erbij uit en maak kans op een vakantie). Dit werd gepromoot met advertenties en aanjaagposts.

De actie van vijf weken leverde 11.000 likers op, en daarna liep de fanbase niet leeg. Wat nu? Facebook wordt gebruikt voor verkoop (één of twee aanbiedingen per week), informatie (tips van gasten en van de reisleiding) en interactie (service, reacties, advies, klachten en boekingen).

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 15.15u >

"Verzekeringen is uien, zeggen we zelf; leuk is het niet." [Cindy de Vries]

CINDY DE VRIES en MAAIKE SMEELE van FBTO weten dat jongeren en verzekeringen een heel lastige combinatie vormen. Tot vorig jaar waren er geen jongerenproposities en geen directe communicatie met jongeren; ouders ontvingen een brief ('uw zoon of dochter wordt 18 jaar'), maar dat werkte niet. Het moest dus anders, en dus werd een aantal jongeren uitgenodigd in Leeuwarden. De grootste les: jongeren zijn net mensen.

Jongeren gaven aan dat het enige dat ze willen is dat ze serieus genomen willen worden, zonder fratsen. Er werd een jongerenpropositie voor de FBTO Zorgverzekering ontwikkeld. Omdat het kennisniveau van jongeren over verzekeringen erg laag is, werd een website puur met informatie ontwikkeld ("want teveel poespas werkt alleen maar averechts").

Een app voor declareren werd door de doelgroep briljant gevonden. Daarnaast werden aanvullende modules voor therapie en buitenland gewaardeerd. Alles gekoppeld aan een aantrekkelijke prijs. Dat werd rechtstreeks aan de jongere zelf gecommuniceerd (niet aan de ouders) via een mix van middelen, kort en krachtig en zonder spectaculaire cadeaus. Een kleine 4.000 17-jarigen ontvingen een brief ("want e-mails lezen ze niet"). Na een eerste brief liet 57% gegevens achter op de website voor een passend aanbod (de doelstelling was 35%).

Het traject leverde de volgende learnings op:

  • Communiceer rechtstreeks met doelgroep zelf op gepaste wijze;
  • Wees duidelijk en to the point (geen blabla);
  • Als het belangrijk is: stuur een brief (dat maakt indruk);
  • Wees eerlijk;
  • Doe waar je goed in bent (houd het bij verzekeren in plaats van festivals etc.);
  • Maak het niet leuker dan dat het is.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 16.05u >

"Iedereen kan vandaag de dag alles doen. Een internetbedrijf kan brillen maken. Het is oorlog." [Hans Koeleman]

Tweevoudig Olympiër HANS KOELEMAN ('Chief Disruptive Officer' bij Binding) deelt ervaringen uit zijn tijd bij Nike aan de hand van een aantal bekende commercials, zoals Revolution, Good vs Evil (de eerste voetbal-spot) en Pre Lives.

Bij Nike staat alles in het teken van de sporter ('iedereen met een lichaam') en het elke keer weer ontketenen van een revolutie. Neem de jeugd met je mee. Marketeers bij Nike zijn geen schoenenverkopers maar verhalenvertellers. Het verhaal moet eigenlijk zó goed en spannend zijn dat je het product al wilt hebben voordat je weet wat het is. 

Doel is om inspiratie in de ogen van mensen weten te krijgen ("als je dat kan…"), zoals kinderen kunnen vragen: 'Echt waar, kan dat echt?' (er wordt na miljoenen views nog steeds over gesproken over Ronaldinho die vier keer achter elkaar op de lat schiet en de bal weer opvangt; echt of niet?). Met dit gegeven valt ook te spelen:

Nike staat voor visie, DNA ('no inside, no outside'), het juiste doen, kern & meer en anticiperen op de dingen die gaan veranderen. Als dé trend van de toekomst ziet Hans het samenbrengen van mensen, zoals bijvoorbeeld in de Nike+ Run Club gebeurt. Iedereen kan presteren.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 16.40u >

"Ik heb een zoon die niet dood gevonden wil worden in zo'n Zeeman-shirt." [Marijke Vos]

MARIJKE VOS van Stichting Weet Wat je Besteedt reikte de eerste PIRA Awards uit ('Positieve Invloed door Reclame voor jongeren'). Een jongere ziet 600.000 boodschappen voor z'n 16de. WWJB wil bedrijven uitdagen eerlijke communicatieuitingen te produceren voor jongeren, zodat zij weloverwogen financiële beslissingen kunnen nemen. Wie dat goed doet, maakt kans op deze prijs.

Uit de nominaties zijn de volgende PIRA-winnaars gekozen:

  • Vrije tijd: navulbare drinkfles Dopper;
  • Gadgets: mobiele jongerenprovider *Bliep;
  • Geldzaken: 'Control€'-campagne van ABN AMRO;
  • Digitaal: 'Control€'-campagne van ABN AMRO;
  • Piraat (de prijs die niemand wil winnen): KFC (NB naar verluidt is de campagne inmiddels gestopt).

< < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < 17.05u <

NB  Het middagprogramma bestond uit parallelsessies, waardoor ik niet alle sessies live kon bijwonen. In de hand-outs (voor zover beschikbaar) van die bijeenkomsten vond ik onderstaande learnings ter aanvulling op bovenstaande:

"Onze jonge medewerkers maken het merk zoals zij hun tosti's maken." (René Herremans)

RENÉ HERREMANS (Ahold; auteur van De Merkmotor) over merkrelaties opbouwen met jongeren:

  • Albert Heijn weet grote groepen jongeren te verbinden en te binden, op basis van een goed product en goed werkgeverschap, drie C’s (contact, connect, contributie), persoonlijke aandacht en samenwerken met leeftijdgenoten.
  • Loyaliteit en vertrouwen van jonge medewerkers en klanten moeten merken iedere dag weer verdienen. Het vermogen om merkrelaties aan te gaan is bepalend voor merkreputaties ('medewerkers maken je merk'). Merkambassadeurschap is vrijwilligerswerk, gebaseerd op drijfveren en energie, niet als opdracht of verplichting.
  • Om succesvol te zijn moet je denken vanuit de belevingswereld van jongeren. Door merkbetekenis, dialoog en ruimte bepalen jongeren of ze ook energie in je merk willen steken, dán heb je een relatie. 
  • Jongeren zoeken kortetermijnmeerwaarde en geen langetermijnbelofte. Ze hebben iets afwachtends over zich ('probeer mij maar voor je te winnen, ik wil vermaakt worden'). De betrokkenheid die dan ontstaat kan heel diep gaan en voor langere tijd post vatten, zolang je toegevoegde waarde en relevantie blijft leveren/hebben.
  • Medewerkers betrekken bij je organisatie is de sleutel tot succes. Er komt bij AH steeds meer ruimte voor een eigen inbreng. Zo beslissen werknemers mee over de werkkleding, organiseren ze een voetbaltoernooi en worden ze betrokken bij het maken van een campagne. Ze voelen zich dan verantwoordelijk en trots op de winkel. 

"Participatie zorgt voor intrinsieke motivatie." [Otto van de Sanden]

OTTO VAN DE SANDEN (Attacom) en MIRJAM VAN DER BLIJ (GGD West-Brabant) over succesvolle campagnes met jongerenparticipatie:

  • Think before you drink is een regionaal alcoholmatigingsproject om de trend te doorbreken dat jongeren steeds vaker, steeds meer en op steeds jongere leeftijd alcohol drinken. Doel was om jongeren en hun ouders bewust(er) te maken van de schadelijke gevolgen van alcohol, jongeren weerbaar(der) te maken ('nee zeggen is ok') en het beperken van de beschikbaarheid van alcohol voor jongeren.
  • Bij de aanpak zijn jongeren betrokken, dit sluit aan bij beleving en is krachtiger/effectiever (serieus nemen). Dit is gedaan via o.a. jongerenpanels, Frisse Blik op de Zaak, een stagiaire HBO communicatie, Hiphop Factory, scholen en sociale media.
  • Wat werkt: fysiek zichtbaar zijn, verleiden, ervaren, ludiek, humor, gedrag concreet maken (het moet te filmen zijn), aansluiten bij de beleving van jongeren, korte termijn (direct resultaat) en sociale groepsdruk meenemen. Door aan te sluiten bij de visie van jongeren, met hen in gesprek te gaan ('what’s in it for me?'), het visueel aantrekkelijk te maken, een spelelement toe te voegen, online en offline aanwezig te zijn, het eenvoudig te houden en de gezonde keuze leuk en makkelijk te maken.
  • Het betrekken van jongeren is intensief, maar zeker de moeite waard (al is het maar omdat je op de hoogte blijft van de actuele trends). Jongeren zijn trots op hun resultaat. Je leven zelf in de hand hebben is voor jongeren belangrijk. Film en muziek werkt.

"Je moet 'peer educators' niet zien als spreekbuis van álle jongeren." [Marlous van Gastel]

MARLOUS VAN GASTEL (Stedelijk Museum Amsterdam) en MIRELVA BERGHOUT (Alumnus Blikopener) over het inzetten van peers om jongeren te bereiken:

  • Je kan jongeren inzetten om thema’s bespreekbaar te maken die veel van hun leeftijdsgenoten saai vinden, of die een taboe of politiekgevoelig zijn. Uitgangspunten zijn de leefwereld van jongeren en het aangaan van positieve confrontaties aangaan.
  • In het Stedelijk geven jongeren ('Blikopeners') rondleidingen, ze organiseren workshops en evenementen, ze adviseren het museum en ze zijn host van de Blikopener-spot (eigen museumzaal). Dit leidt tot o.a. diversiteit, enthousiasme binnen en buiten, en diverse evenementen en activiteiten.
  • De do’s: intern goed voorbereiden, peer educators inzetten voor andere peer groups, steeds meer verantwoordelijkheid geven, serieus nemen, tijd nemen. En de don’ts: invloed onderschatten, al te snel naar buiten toe verwachtingen wekken, binnen een kader forceren, denken dat peer educators namens alle jongeren spreken, groepsdynamica onderschatten. 

"Een game is meetbaar." [Manon Beurskens]

MANON BEURSKENS (Flavour) over hoe je met games jongeren bereikt:

  • Game dynamics (intrinsieke motivatie; willen in plaats van moeten) zijn competitie, uitdaging, belonging, sociaal, progressie, status en feedback.
  • Gamification betreft het toepassen van speldynamieken op niet-spel omgevingen, met als doel deze waardevoller, leerzamer en leuker te maken en om spelers intrinsiek te motiveren. Denk aan het TTT-model: tell, trigger & teach.

"Denk groter." [Piet van Ierland]

PIET VAN IERLAND (Fontys) over marketing & Communicatie in het onderwijs:

  • Voor naamsbekendheid en imago is het van belang dat belevenissen doorverteld worden. De kern is dat het product goed moet zijn. Daarnaast worden nieuwe belevenissen gecreëerd waarover studenten gaan praten, in plaats van zelf zenden; van buiten naar binnen en vice versa. Er wordt ingezet op PR. Men is naar eigen zeggen klaar voor issues.
  • Het belangrijkst voor het bevorderen van het marktaandeel onder studenten is ervoor zorgen dat de juiste student op de juiste plek zit.

PS  De grote vraag die onbeantwoord bleef, is hoeveel gebruikers mobiele jongerenprovider *Bliep toch heeft. Wie het weet, mag het zeggen.

Congresverslag (1): ‘Trends in Kids- en Jongerenmarketing’ — kidsdag #KJ13

Vandaag startte de 22ste editie van het jaarcongres Trends in Kids- en Jongerenmarketing, in het Museum voor Communicatie in Den Haag deze keer. Dit is een verslag van dag 1, de 'kidsdag'. Zo'n 120 aanwezigen waren getuige van een zeer informatieve dag met alleen maar prima presentaties, mede dankzij dagvoorzitter Ludo Keizer in een goede sfeer. Opvallend: er was minstens zo veel aandacht voor opvoeden, (groot)ouders en educatie als voor marketing. Wellicht kunnen we het één niet zonder het ander zien?

Enkele andere noemenswaardige bevindingen die meerdere keren terugkwamen: vaders lijken eindelijk de erkenning te krijgen die ze verdienen, ondanks de opkomst van digitaal hebben we de televisie nog altijd nodig, kindermarketing anno 2013 móet verantwoord zijn en kinderen moeten meer naar buiten voor een beetje 'Oerrr-gevoel'. Hieronder de meeste sessies samengevat.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 09.50u >

"Van alleen wortels word je eerst oranje, dan ga je dood." [Steven Pont]

Ontwikkelingspsycholoog STEVEN PONT weet naar eigen zeggen weinig van marketing. Wel heeft hij verstand van de vier belangrijke opvoedstijlen die ouders hanteren: onverschillig, vrijlaten, autoritair of bezorgd. In ideale zin is het een mix van die vier. Net zoals je niet alleen wortelen moet eten (hij zei het echt!), moet je ook niet te stellig vasthouden aan slechts één stijl.

Een overbezorgde stijl bijvoorbeeld zorgt ervoor dat kinderen geen 'training' krijgen voor hun latere leven. We vervangen de ervaring door een instructie; dat begint al met de pedagogisch medewerker die op het kinderdagverblijf probeert te voorkomen dat een blokkentorentje omvalt. Ook negatieve ervaring in de jeugd zijn echter belangrijk; mensen hebben er later last van als ze alleen gevoed worden met 'pedagogisch witbrood'. Kinderen krijgen een burn-out van alle instructies van hun ouders. Er is een enorme behoefte bij kinderen om te mogen ervaren. Vandaar dat ze zich terugtrekken uit het pedagogisch domein waarin ze te vaak 'doe niet' horen.

Kinderen leren door twee manieren: spelen (experimenteren) en leren (instructies). Jongens en meisjes verschillen (laat ze maar eens met klei spelen, bij jongens zit het dan op het plafond), maar het zijn wel allebei kinderen. Het is pedagogisch veel rijker om jongens eerst ervaring op te laten doen en dan pas instructies te geven. Jongens spelen liever áchter het schuurtje, meisjes maakt het niet zoveel uit waar ze spelen.

Als een jongetje van 7 zijn zin begint met 'mag ik…' gaat er bij vrouwen automatisch een deurtje in het brein open dat zorgt voor de reactie 'doe maar niet'. Vaders worden reeds steeds meer in het domein van de opvoeding getrokken. Is het geen tijd voor de eerste masculinistische golf als trend voor 2014? Steven werkt er hard aan mee om die te bewerkstellingen. Het gaat daarbij niet om macho-gedrag, maar om het toestaan van risico – leren via de ervaring, en niet via de gebruiksaanwijzing. Er is nu teveel bescherming. De 'wet van Pont': terug naar de ervaring, weg van de angst.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 10.40u >

"Misschien hebben we de natuur vergelijkbaar gemaakt met sperziebonen of spinazie, iets wat gezond is en moet, iets waar teveel druk op ligt." [Suzanne Dölle]

SUZANNE DÖLLE van Qrius kijkt met een kidsquiz terug op 25 jaar Jongeren-onderzoek, vragen en antwoorden over kids toen & nu. Om te beginnen: hoe omvangrijk is die groep kinderen van 0-12 jaar in 2013 in Nederland? Het zijn er 2,5 miljoen. Er worden steeds minder kinderen geboren, nu 1,7 kind per gezin. De meeste kleine kinderen groeien op in de grote steden. Ze gebruiken graag afkortingen; 'OMG, kapot faya' betekent 'oh mijn god, wat erg'.

Wie de afzender is van onderstaande commercial? Voor kinderen is het een raadsel wat deze met McDonald's te maken heeft, hoewel ze het baldadige gedrag wel leuk vinden; een plusje op likeability, een min op boodschapoverdracht.

In 1997 maakte slechts 1% van de 6-11-jarige kinderen wekelijks gebruik van internet, in 2012 was dat 76%. Nu heeft eenderde van de gezinnen een tablet, waardoor het internetgebruik van jonge kinderen verder zal toenemen. In 2003 was het 'digitale schoolplein' MSN (inmiddels vervangen door Skype) de populairste site onder tweens. Voor de toekomst wordt verwacht dat 'social' visueler wordt, als een soort plakboeken met weinig tekst. Nieuwkomers als Poke, Instagram, Snapchat en Pinterest zijn nog niet door kinderen ontdekt, maar dat is een kwestie van tijd.

In 2009 was Spele.nl nog de populairste gamesite onder 8-12-jarigen. Inmiddels neemt het casual gamen af, ten gunste van offline apps (zoals Plants vs. Zombies en Pou) en social gamen (Hyves, Movie Star Planet, Minecraft). De digitale toekomst brengt een game wallet, digitale giftcards en VIP-abonnementen als cadeau. Ouders zijn dol op educatieve apps en spelen graag samen met hun kinderen.

Ruim een kwart (28%) van de 6-9-jarigen heeft een mobiele telefoon, van de 10-11-jarigen is dat 64%. De iPod Touch is populair onder kinderen, bijvoorbeeld voor een toepassing als iButterfly. Ondertussen is de jeugd minder sport gaan beoefenen; meer beeldschermen, minder buiten. Ze lezen beter, maar hebben daar minder plezier in. Een tegentrend wordt verwacht (Natuurmonumenten probeert daar met Oerrr aan bij te dragen.

De invloed van kids neemt af op het gebied van snoep en frisdranken. Een toegenomen voedingsbewustzijn, aandacht voor overgewicht of indirecte invloed? Er komen steeds meer characters van apps of games op producten.

Ouders van nu hebben een autoritatieve opvoedstijl, met veel structuur en regels maar ook met communicatie en aandacht. De hoeveelheid tijd voor kids is verdubbeld. Nederlandse kinderen zijn de gelukkigsten van de wereld. Opvoeders van tegenwoordig worden ook wel 'ik-kom-zo-ouders' en 'applaus-ouders' genoemd. Kidsmarketing is verschoven van 'kind als mini-volwassene' (voor 1990) via een childdriven aanpak naar familydriven marketing ('gezinspraak') vanaf 2000. Het speelveld is veranderd: van zeurterreur naar harmonie, van ongezond naar gezond, van offline naar online, van 'kids' naar 'forever young' en van ver(mis)leiding naar regulering. Het advies: laat kinderen kinderen blijven, geef ze de ruimte.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 11.10u >

"Mix fun and education messages together. People want to party!" [Jacqueline Harding]

JACQUELINE HARDING van Tomorrow’s Child (UK) belooft de code naar de 'Cosmic Digital Media Generation' (CDMG) in een grenzeloze wereld te kraken. Je wilt je merk immers niet in het museum, maar als blijvend aansprekend voor de kinderen van vandaag.

Het belangrijkste advies van Jacqueline: "Make the world a better place." Als je dat doet, overweegt 83% van de consumenten je product aan te schaffen. Mensen kijken naar waarde, niet naar saaie zaken als prijs. Daarbij is het niet langer moeders wereld. Ook mannen en grootouders kijken naar de boodschap van het merk.

Er zijn daarnaast nog meer begrippen met de letter M om rekening mee te houden: 'move it' (dag wordt nacht en andersom, leren wordt spelen; educatie betreft niet alleen intellect, kinderen moeten ook leren falen), 'mobility' (hoe flexibel is je merk?), 'mind it' (het belang van media en spiegelneuronen; kinderen willen interactie met merken), 'mash it up' (een mix van plezier en educatie maakt je merk relevanter; je merk/product/dienst wordt emotioneel gekozen) en 'multi-talk it' (er zijn vele manieren om je boodschap over te brengen).

In de middag gaf Jacqueline een tweetal inspirerende masterclasses. Ze vertelt over de veranderde rol en behoefte van ouders bij het bereiken van de jonge doelgroep. Waar kun je en moet je rekening mee houden als marketeer? Er is een enorme enorme verschuiving opgetreden ten opzichte van zo'n tien jaar geleden, toen het voor een merk genoeg was om te zeggen hoe goed/cool en goedkoop het is. Nu neemt het belang van de intrinsieke waarden van het merk de overhand; zeg waar het op staat, wees eerlijk, wees authentiek; 'be genuine' is de hoofdboodschap.

Ouders maken zich zorgen om andere zaken dan tien jaar geleden (of zelfs één jaar geleden). Kijk maar naar educatie en de toekomst; ze zijn op zoek naar manieren/producten om 'de wereld een betere plek te maken' – een tip voor marketeers.

Moeders van nu zoeken volop naar informatie, naar bevestiging om een bepaald merk te kopen. Vaders spelen een steeds grotere rol, maar willen op een andere manier aangesproken worden dan moeders; ook hier moeten we rekening mee gaan houden. En zo is ook de snelheid van informatiebehoefte is enorm toegenomen.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 12.00u >

"Social media is een machtige partner." [Liesbeth Janssen]

"Content is king, context is queen." [Ellen van Schaik]

LIESBETH JANSSEN en ELLEN VAN SCHAIK van WPG Uitgevers België leggen uit hoe ze de digitalisering van Suske en Wiske hebben aangepakt. Negen van de tien Vlamingen en acht van de tien Nederlanders kennen Suske en Wiske, het is de meest verzamelde strip (in Nederland op Donald Duck) na. De naam bestaat bijna 70 jaar, maar is flink in beweging, vanuit het hart van het merk. Zo werd de cover veranderd na marktonderzoek; de striphelden werden volgens kinderen te klein afgebeeld, en daarom moest karakteristieke oranje rand verdwijnen (verzamelaars waren daar niet blij mee).

Geconfronteerd met een fenomeen op YouTube – iemand met teveel tijd had de plaatjes van een strip over FC De Kampioenen ingescand en het luisterboek eronder gemonteerd – dat tienduizenden keren bekeken werd, concludeerde men dat de consument dat blijkbaar wil. En dus werd een mobiele toepassing met animatie en geluid ontwikkeld voor iPhone en iPad (elk met een andere prijsstelling, want een andere ervaring) en later voor Android.

Bij de lancering werden 103.000 gratis downloads geteld (en meer dan 15.000 betaalde). Sinds december 2010 staat Suske en Wiske: De Stuivende Stad onafgebroken in de lijst van meest opbrengende applicaties. Social awareness leidde tot een hoger merkbewustzijn, meer dan eerdere merkboodschappen. Voor de Android-versie waren slechts enkele tientallen betalenden, ondanks een zelfde marketingcampagne. De oorzaak van het veel mindere resultaat wordt gezocht in de complexiteit van beveiliging, verschillende types van toestellen en een lagere bereidheid tot betalen bij Android-gebruikers.

Belangrijk was dat de digitalisering tot marktverbreding leidde, tot ontdekken (kinderen) én herontdekken (ouders). De digitale editie van de strip had een dubbele functie: animatie (gezin en samen) en lezen (me-time en individueel).

En nu? Het bovenstaande was zeer kostbaar, een leuke marketingstunt, maar niet toebasbaar op alle albums. Positieve marketing, maar niet rendabel. Er werd gezocht naar een alternatieve aanpak, die leidde tot de Suske en Wiske Kiosk in samenwerking met Adobe. Hierbij ligt de focus op één toestel (iPad) en één functionaliteit (lezen, alleen horizontaal "want van verticaal lezen worden kinderen ziek"). Nieuwe albums verschijnen eerst digitaal. 

Inmiddels zijn meer dan 17.000 albums verkocht. Het digital first-principe werkt. Er is geen kannibalisatie op de verkoop van fysieke albums geconstateerd; consumenten bevinden zich in groeitraject, zij willen meer. Dat is een signaal naar andere spelers in de markt; meerdere retailers willen ook e-strips gaan aanbieden in de kiosk. Het advies: werk vanuit het hart van je merk, luister en experimenteer en geef antwoord.

Kinderen vanaf een jaar of 8 zijn de doelgroep voor de 'gewone' Suske & Wiske. Daarnaast is Suske en Wiske Junior op de markt gebracht voor kinderen vanaf 5 jaar. En dit is nieuws: in oktober 2013 wordt De wereld van Schanulleke gelanceerd, voor 1-4-jarigen. En er komt nóg een introductie. Voor de ouderen wordt een papieren en digitale versie van Amoras gelanceerd op 8 mei a.s.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 12.35u >

"Het thema verantwoorde kidsmarketing had tien jaar geleden niet op het programma van dit congres kunnen staan." [Moniek Buijzen]

Prof. dr. MONIEK BUIJZEN (Radboud Universiteit Nijmegen, Bitescience) schreef een SWOCC-publicatie over de jonge consument, waarin ze haar kennis verzameld heeft. Ze is er trots op om als 'moraalridder' de vijf+ gouden regels handvaten voor verantwoorde kidsmarketing te mogen delen.

  1. Vermijd materialisme-idealisatie. Kinderen moeten niet denken dat je geluk kan kopen, daar krijgen we geen gelukkige volwassenen mee.
  2. Laat ze niet zeuren.
  3. Maak het herkenbaar. Kinderen kunnen minder goed dan volwassenen zien wat reclame is.
  4. Vermijd misleiding. Wat is aannemelijk voor de doelgroep?
  5. Pas op met suiker, zout en vet. Het kan beter.

+Bonus: Doe alsof het je eigen kinderen zijn. De makkelijkste regel, waarmee je de vorige vijf kan vergeten. Moniek benadrukte nog even dat ze niet voor afschermen is, maar voor weerbaar maken.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 12.50u >

In een drietal korte pitches zagen we vervolgens best-practices van een verantwoorde aanpak in de praktijk.

CHARLES VAN RENESSE (Natuurmonumenten) zegt dat het initiatief Oerrr aansluit bij het verhaal van Steven Pont ('laat kinderen los'). We weten allemaal wat het 'oer-gevoel' is, dat moeten wij overdragen aan onze kinderen. Alles laten gebeuren, dat is het oer-gevoel. Naast schuldgevoel (leidde dat tot die 70.000 aanmeldingen in drie maanden?) zijn er nog veel betere redenen om de natuur in te gaan.

JOYCE AKKERMANS (FrieslandCampina) wil van een gezinsuitje een nog leukere belevenis te maken. FrieslandCampina helpt om ondernemers meer uit de doelgroep gezinnen met kinderen te halen. Een uitstapje is weg van thuis (ander soort vermaak, andere regels), een gevoel van vrijheid (teugels bewust laten vieren). De meeste moeders zeggen hun kind de vrije keuze voor een drankje te bieden, wat iets anders betekent voor elke leeftijdsgroep. In de beslissing wat dan gedronken wordt is zichtbaarheid de belangrijkste factor, maar ook bekendheid, persoonlijke smaakvoorkeur, invloed van de ouders en aspiratieverpakkingen spelen een rol. Speciaal voor buitenshuis is het 'ONTDEK'-platform ontwikkeld voor 4-12-jarigen. Er worden verschillende activaties op kinderrijke locaties ontwikkeld de komende tijd.

ELLIS RAMAKERS (Rabobank) benadrukt het leren omgaan met geld. Door financiële zelfredzaamheid zijn jonge klanten succesvoller in hun latere leven. De gedachte achter de marketingstrategie is dat Rabobank een basis wil leggen voor de toekomst en wil bijdragen aan de financiële opvoeding. Dat wordt gedaan met bijvoorbeeld het lespakket Groen & Geld, 'moneycoach' Yvette, B.O.E.G. (Baas Over Eigen Geld) en de iPad-app KidsGeldWijs. Jong geleerd is oud gedaan ("het is echt waar!").

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 13.30u >

Tijdens de lunchpauze organiseerde Small een 'praatjesmakers'-sessie. Altijd leuk om de doelgroep vragen te kunnen stellen. Of kinderen hun ouders helpen met koken? Het antwoord van een 9-jarige jongen: "Ik maak zelf sushi. Pannekoeken vind ik ook lekker, maar het is zo lastig om ze om te draaien."

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 14.15u >

"Belangrijk is de promotionele ondersteuning met tv-commercials." [Angela Weghorst]

ANGELA WEGHORST (TwinQ) deelt het geheim van het succes van spaaracties. Sparen zit in ons bloed. En als we iets gratis krijgen, is het dubbel leuk. Het eerste succesverhaal was de Flippo-actie in 1995, zó succesvol dat het eigenlijk tegen foodfabrikanten is gaan werken. Daarnaast bieden in het verleden behaalde resultaten geen garantie voor de toekomst; kinderen zijn kritisch en verwachten steeds iets nieuws/beters.

Ouders zijn net zo blij met spaaracties als kinderen; het creëert verbondenheid. En voor grootouders is dit dé manier om met hun kleinkinderen in contact te komen. Ook collega's ruilen onderling. Toch zijn er veel ouders die zeggen 'die troep' niet in huis te willen. Rationele negatieve argumenten om niet mee te doen, winnen het echter niet van de emotie. Voor ouders is het belangrijk om hun kind gelukkig te zien, en dat kan makkelijk door naar een bepaalde supermarkt te gaan.

Angela heeft de succesfactoren van spaaracties voor kinderen in onderstaand model gevat. Om succesvol te zijn dient de combinatie 'item', 'character' en 'completer' (op z'n Engels uit te spreken) van een spaaractie positief te scoren op de diverse elementen uit het schema. Belangrijk is dat de actie sterk is op minimaal twee elementen. 

Het character bepaalt voor een groot deel uitstraling en sfeer van de spaaractie. En de te sparen items bepalen in grote mate de speel-, spaar- en show off-waarde van de spaaractie. De ‘completer’ heeft een stimulerend effect op op de spaarwaarde. Een stickerboek bijvoorbeeld waarin te zien is wat gespaard kan worden vergroot de behoefte om de set compleet te maken.

In de promotionele ondersteuning kan het medium tv enorm helpen om een hype te creëren (het helpt natuurlijk ook om in te spelen op een hype zoals het EK of WK voetbal). Kinderen moeten zich herkennen in de commercial en duidelijk krijgen waar het om gaat. Wat kinderen graag willen, is volwassen zijn. Het spotje van Albert Heijn over de Keukenmini's speelt daar slim op in (vlak de speelwaarde niet uit). Naast de zichtbaarheid op televisie is ondersteuning online en in de winkel belangrijk.

Het is van belang om rekening te houden met leeftijd en geslacht; 4-6-jarigen zitten nog in de magische fase, 7-9-jarigen in de realistische fase en 10-12-jarigen zijn geen kind meer. Daarnaast zijn er verschillende kindtypes. De nagellakactie van PLUS richt zich bijvoorbeeld op 'the princess'. Voor wat betreft de show off-waarde moet je denken aan de gouden wikkel uit Sjakie en de chocoladefabriek; wie wil niet iets speciaals?

Humor is heel erg belangrijk voor het neerzetten van een spaaractie. Ook met educatie valt te scoren; anders dan gedacht vinden kinderen het leuk om te leren. En natuurlijk spelen identificatie en aspiratie een rol. En door in te spelen op nostalgie zullen (groot)ouders nog enthousiaster worden. Enzovoort. Over spaaracties valt een dik boek te schrijven.

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 15.25u >

"Groothouders hebben tijd en rijden graag om voor gadgets voor hun kleinkinderen." [Krista Kleinveld]

KRISTA KLEINVELD en MAARTJE VAN OSCH van FamilyFactor beginnen hun verhaal met een leuk stukje geschiedenis. Vroege voorbeelden van gezinsmarketing zijn de Verkade-plaatjes (1903) en het character Flipje (1935), en daarna onder andere Venz-hagelslag, LEGO en Donald Duck. De eerste kinderzender startte in 1988 (Kindernet) en het eerste boek over kindermarketing werd in 1992 gepubliceerd (Kids as Customers: A Handbook of Marketing to Children van James U. McNeal). Tot aan meer recente cases als de AH Superdieren.

Inmiddels is het aantal en type producten en communicatie op kinderen 'gestabiliseerd'. De focus op het gezin betreft het inspelen op het verbinden van emoties, waarden en behoeften die relevant zijn voor het gezin als geheel.

Grootouders hebben een positieve familieconnectie (in 2020 zijn er meer grootouders per kleinkind dan andersom) en tijd, geld en aandacht voor kleinkinderen. Ze passen regelmatig op, zijn een vitale doelgroep en hebben een goede band met (klein)kinderen. Ze hebben invloed op normen en waarden (51%), voeding (22%) en verzorging (18%). Ze vermijden liever conflictthema's als bedtijd en opleiding. Opa en oma spelen een belangrijke rol in het geluk van kinderen.

Generaties vervagen, er is geen generatie-afstand meer op basis van autoriteit. Technologie verbindt. Waarden uit de kidswereld zijn aspiratief voor volwassenen (denk aan de Olli-knuffel waarvoor volwassen Feyenoord-fans lang in de rij staan en aan het Nijntje-verkeerslicht in Utrecht die bij jong en oud een glimlach oproept).

Een behoorlijk aantal 'serieuze' merken past reeds kinderwaarden en bijbehorende beeldtaal toe. Er zijn vier redenen om waarden uit de kinderwereld in je merk te integreren:

  • Relevantie voor kids als consument van nu en toekomst;
  • Vverbindende rol binnen gezinnen;
  • Aspiratief voor volwassenen;
  • Sterke emoties (bijvoorbeeld puurheid, onschuld).

> > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > 16.20u >

"Wie hier is kind geweest vroeger?" [Bamber Delver]

Als een ware cabaretier sluit jeugd- en mediatrendwatcher BAMBER DELVER van onder meer stichtingen KinderConsument, MediaRakkers en de Nationale Academie voor Media & Maatschappij) de dag af. Hij stelt dat de 'Wifi-generatie' een feit is. De passiviteit uit zijn eigen jeugd (achter de tv afwachten wat de Fabeltjeskrant voorschotelt) is voorbij. Alles is oproepbaar. Niets gaat weg, zeker geen content. Er is geen huiskamercultuur meer als het gaat om media, het is veel individueler geworden. Kinderen en jongeren zijn wereldburgers geworden, maar reclecteren niet.

Het gaat nu alleen nog maar over toegang tot kennis en informatie, interactief. Vroeger zei de bibliothecaresse dat je te jong was om Jan Wolkers te lezen (die 7-jarige Bamber toch!). Nu is alle content beschikbaar voor alle leeftijden. Ouders hebben nauwelijks in de gaten dat met de aanschaf van een tablet en wifi ze hun kroost overal toegang toe geven.

We leven in Nederland in een botoxcultuur, we mogen niet ouder worden. Bamber noemt dit het 'Era-trauma', naar een niet meer bestaand margarinemerk dat de slogan 'net zo slank als je dochter' hanteerde. Onze kinderen hebben recht op oude ouders; wij moeten niet naar Sensation White willen of andere dingen doen die bij de jeugd horen.

Er worden vijf trends benoemd, dat was immers beloofd in het programma:

  • Mobiel internet (altijd en overal online, onafhankelijk);
  • 'Acces for all';
  • 'Access-soires' (wat gaan toepassingen als Google Glasses of smartwatches betekenen?);
  • 'It's a jungle out there' (een reputatie kan flink beschadigd worden, niet alles en iedereen is even echt, er wordt gepest – het noemen van Tim Ribberink kreeg de zaal stil);
  • Ikbenoffline.nl (er zijn teveel momenten dat we online zijn).

Wat te doen? De poortwachterfunctie is gestopt, maar dat betekent niet dat opvoeders uitgeschakeld zijn:

  • Neem jongeren bloedserieus;
  • Word en blijf nieuwsgierig;
  • Wees ouder;
  • Ondersteun waar mogelijk;
  • Blijf kalm en ga door.

< < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < < 16.45u <

PS  Het middagprogramma bestond uit parallelsessies, waardoor ik niet alle sessies live kon bijwonen. In de hand-outs (voor zover beschikbaar) van die bijeenkomsten vond ik onderstaande learnings ter aanvulling op bovenstaande:

"Jong geleerd is oud gedaan." [Peet van de Wiel]

PEET VAN DE WIEL (Podium) over de basisschool als marketing- en communicatiekanaal om kinderen te bereiken:

  • Het bereik is groot, want alle kinderen gaan naar school en één klas zit vol leerlingen van dezelfde leeftijd en met dezelfde interesses en docenten zijn goed in het overdragen van kennis waardoor de boodschap beter blijft hangen.
  • Docenten gebruiken regelmatig aanvullend lesmateriaal, onder andere om in te spelen op actualiteit, digitalisering of speciale behoeften van kinderen (of om een les leuker te maken).
  • Succesfactoren hebben te maken met onderzoek (o.a. leerlingen- en docentenpanels), vorm (o.a. aantrekkelijk, flexibel inzetbaar, betrouwbare afzender), inhoud (differentiatie, didactisch, co-creatie, thema/actualiteit), marketingcommunicatie (o.a. opvallende mailing, (online) promotie, vindbaarheid, relatiemanagement).
  • Voorbeelden zijn Leren met Dora en Diego, De Gelfkoffer, Wecycle en About You!.

"Leerkrachten zijn pro- en reactieve ambassadeurs." [Suzanne Ekel]

SUZANNE EKEL (Squla) over het ontwikkelen van een innovatief online kinderconcept:

  • Uitgangspunt is dat alle kinderen leren leuk vinden, als de manier waarop de lesstof wordt aangeboden maar aansluit bij hun belevingswereld. Dat betekent kinderen actief betrekken bij de lesstof en inspireren om steeds 'verder te gaan’, bijvoorbeeld door hen te motiveren met beloningen en uitdagen, met wedstrijdjes en samenspelen.
  • Er moet met verschillende doelgroepen rekening worden voor marketing (ouders kopen/volgen/stimuleren, kinderen spelen/oefenen) en communicatie (leerkrachten begrijpen/ontdekken/aanbevelen, schooldirecteuren begrijpen/waarderen/doorzetten). Kinderen willen spelen (en leren!), leerkrachten hebben hulp nodig en ouders willen invloed en resultaat.
  • 'Education + gamification = keep learning by playing'.

"Elk merk heeft een verhaal." [Jeannine Lafebre]

JEANNINE LAFEBRE (Nickelodeon) over characters en storytelling:

  • Storytelling is van vroeger, van nu en van de toekomst. Verhalen onthoud je beter en worden makkelijker gedeeld dan feiten. Sociale media spelen een cruciale rol.
  • Koopintentie neemt toe zodra een merk verhalend communiceert; emotie leidt eerder tot gedrag dan ratio, verhalende merken worden als veel relevanter beoordeeld dan functionele merken en door verhalen te vertellen wint een boodschap aan toegevoegde waarde.
  • Nickelodeon gebruikt storytelling als element van de marketingstrategie. Denk aan Dora The Explorer (herkenbare opbouw per aflevering: 'we did it') of Teenage Mutant Ninja Turtles (klassiek thema goed tegen kwaad). Character worden daarbij als merk behandeld, en het gaat om een langetermijnstrategie.
  • Er zijn acht regels om succesvol te zijn: 1. zoek het centrale thema ("Een verhaal is een centraal thema met vertakkingen"), 2. blijf dicht bij de basis, 3. creëer initiatieven die het thema onderbouwen, 4. richt je op verschillende subdoelgroepen om een breder draagvlak te creëren (ouders/verzorgers, retailers, licentienemers, etc.), 5. vertel je verhaal op meerdere platformen, 6. link het character aan celebrities of een goed doel, 7. blijf vernieuwen en 8. koppel een (bestaand) character aan je merk ("Characters zijn ideaal voor commercieel succes").

"Sophisticates weten dat ze gebrek aan wilskracht hebben en anticiperen hier op, naïevelingen willen ook stoppen maar denken dat dat ze morgen lukt." [Floor Volker]

FLOOR VOLKER (Panteia KidWise, HHS Lectoraat Leefstijlverandering) over kindermarketing in het obesitastijdperk:

  • Overgewicht bij kinderen neemt toe. Daar moet je vroeg bij zijn; eetgedrag in de zwangerschap voorspelt later overgewicht van het kind en overgewicht in de eerste levensjaren is later overgewicht.
  • Als de industrie het niet doet, komt er regulatie vanuit de overheid. Er zijn steeds meer tegengeluiden in de media die de argwaan vergroten en (dus?) neemt de transparantie toe.
  • Marketing beïnvloedt de sociale en fysieke omgeving; de supermarkt (Nutella op ooghoogte), de commercial (Nutella als verantwoord ontbijt), etc.
  • Daarnaast zijn zelfbeersing en wilskracht het probleem; er is een radicale omgevingsverandering nodig. Een nieuw begin: een kind kan alle smaken aanleren.
  • Ouders staan zelf veraf van een gezond eetpatroon en weten daardoor niet zo goed meer wat dat is. Ze weten niet hoe ze kind gezond leren eten, hoe ze 'nee' moeten zeggen.
  • Ligt er een kans in maatschappelijk verantwoord ondernemen, zoals Just Nuts? Door praten ontstaat de (nieuwe) sociale norm, is de gedachte. Merken zouden bijvoorbeeld niet moeten pretenderen gezond te zijn als ze dat niet zijn.

PS  Dank aan Angela en Mariel voor jullie aanvullingen! Voor de liefhebbers: lees ook het verslag van de 'jongerendag'.

Congresupdate: boekpresenatie Love Youth Marketing van Jeroen Boschma

Primeur tijdens de Jongerendag: presentatie over het nieuwe boek Love Youth Marketing 

Tijdens het congres komt het nieuwe boek van Jeroen Boschma en Inez Groen uit over Love Youth Marketing.  Auteur jeroen Boschma zal de highlights uit dit kersverse nieuwe boek presenteren tijdens 1 van de sessie tijdens de jongerendag. 

Alle bezoekers van de jongerendag dit boek gratis mee naar huis.


PERSBERICHT

Je bent ze vast wel eens tegengekomen als communicatieprofessional: de reasons to believe. De belofte aan jou, als consument, dat wij met onze producten en diensten al je wensen en je behoeften vervullen. Maar ergens ging het mis. We stopten met geloven. 
 
Welkom in de nieuwe wereld, waarin niemand zomaar gelooft wat je zegt en jongeren al helemaal niet. Want wat hebben we een hoop bullshit verkocht vanuit ons vakgebied. Alles om dat product en dienst maar verkocht te krijgen. Het is nu tijd om het om te draaien en te communiceren met jongeren vanuit liefde, vanuit de juiste intenties, vanuit respect.
 
Dit boek gaat over communiceren met jongeren vanuit die liefde. Vanuit liefde voor het vak en liefde voor onze doelgroep: jeugd. Een inspiratieboek, waarin we niet vertellen hoe het moet, maar over hoe het ook zou kunnen. Geen theorieën, geen modellen, geen cijfers, maar recht uit het hart. Met inzichten van internationale jongerenmarketeers, geschreven door twee jongerenspecialisten met het hart op de juiste plek.
 
Jeroen Boschma staat als de grand old daddy aan de wieg van jongerenmarketing as we know it, maar geeft toe het ook niet altijd meer te weten. Hij richtte daarom een netwerk op van echt jong talent, Young Creatives (www.youngcreatives.eu). Inez Groen was het praten over jongeren beu en nam de sprong in het diepe door tegen en met jongeren te praten als docent jongerencommunicatie bij Fontys Tilburg. Vraag is nog steeds wie daar het meeste van leert. Samen schreven ze Generatie Einstein en Ik ook van jullie!.

Congresupdate: Win een co-creatie sessie met jongeren

Op 18 april 2013 tijdens de jongerendag van het congres Trends in Kids- & Jongerenmarketing maak je kans op een gratis intensieve co-creatie workshop met jongeren onder leiding van strategen van YoungWorks. Tijdens het congres lopen jonge trendspotters rond om te vragen naar jouw communicatie-uitdagingen. De meest interessante vraag wint de co-creatie sessie.

 

 

Het geheim van co-creatie
Door Huub Nelis, Directeur Youngworks

Hoe kun je in samenwerking met je doelgroep producten, dienstverlening en communicatie naar een hoger niveau brengen? Het lijkt inmiddels wel een modewoord, een rage, maar soms ook een hol begrip: ‘co-creatie’. Iedereen doet het, iedereen wil het. Bedrijven regelen eigen pizzagroepen, ministeries brengen ongeruste burgers bijeen in inspirerende zaaltjes en veel onderzoeksbureaus hebben het op de menukaart staan. Ook YoungWorks. Toch is het heel belangrijk om van tevoren goed te bepalen waarom je kiest voor deze vorm. Want wat is co-creatie eigenlijk? Een vorm van onderzoek of een goedkope manier van campagnes bedenken?

Co-creatie biedt ongekende kansen voor vernieuwing en om tot nieuwe inzichten te komen. Wie kunnen u het beste vertellen welke kant u op moet? Dat zijn uw klanten, jonge gebruikers, de doelgroep. We onderscheiden twee vormen van co-creatie als het gaat om jongeren betrekken bij het probleem (of de vragen) van een bedrijf of organisatie:

A. Onderzoekende en inventariserende co-creatie (inhoud, strategie)

Hierbij gaan we samen met een klant en jongeren op zoek naar antwoorden op vragen zoals:

  • Waarom doet een organisatie of een bedrijf wat ze doet? Sluit dat aan op wat jongeren willen of nodig hebben? Wat kan beter?
  • Hoe definiëren gebruikers een merk, een product of een dienst? Wat vinden zij onderscheidend of kenmerkend?
  • Hoe vinden jongeren het verhaal van een organisatie, een merk of een bedrijf?

Om die antwoorden te kunnen krijgen werken onze onderzoekers met verschillende creatieve technieken. Zo vinden we niet alleen de bewuste kennis en opvattingen terug, maar juist ook de onbewuste. Bij deze vorm van co-creatie zitten mensen van het bedrijf of de organisatie samen met jongeren aan tafel. Vaak dienen de uitkomsten als vorm van input/onderzoek aan het begin van een traject. Dat kan zijn om een nieuwe campagne te beginnen, maar ook om de dienstverlening of een product veranderen.

Voorbeelden van dergelijke sessies die we hebben gedaan:

  • Hoe denken jonge starters over pensioenen?
  • Hoe denken studenten over het huren en kopen van woningen?
  • Wat vinden middelbare scholieren een aantrekkelijk aanbod voor een bankrekening?
  • Wanneer kiezen jongeren voor een bepaalde telecomprovider?
  • Hoe kun je jongeren het beste bewust maken van gezonde en ongezonde eetpatronen?

B. Creërende co-creatie (vorm, concept)

Deze vorm van co-creatie is bedoeld om met creatieve jongeren te zoeken naar grensdoorbrekende of vernieuwende vormen van communicatie. De doelgroep is in gesprek met creatieve professionals (gamebouwers, creatief team) om samen iets te bedenken. De creatieven gebruiken de sessie als input in het creatieproces. Deze vorm kan met goede begeleiding bijzondere creatieve resultaten opleveren. De voorwaarde is dan wel dat je voor zo’n sessie leading-edge jongeren kiest: conceptuele denkers, creatieve jongeren, jonge ontwerpers/professionals, e.d.

Onze creatieve teams begeleiden een dergelijke sessie en gaan naderhand met de output aan de slag. Ze gebruiken de ideeën van jongeren als input. Soms blijven jonge creatieven betrokken in delen van de uitvoering (denk aan gamebouwers, jonge DJ’s of illustratoren).

Voorbeelden dergelijke sessies:

  • In welke vorm communiceren we onderwerpen rondom verkeersveiligheid?
  • Hoe maken we een bepaald merk aantrekkelijk binnen social media?
  • Hoe activeren we een bepaald jongerenmerk op een groot festival (bijvoorbeeld Lowlands)?

Kansen van co-creatie:

  • Als er een probleem is wat je echt wilt oplossen, dan is het een grote meerwaarde de doelgroep waar het probleem ligt, erbij te betrekken. Dan begin je niet vanuit het volwassenen perspectief.
  • Jongeren hoeven het niet allemaal zelf te bedenken. Soms leggen we in de eerste stap samen met de opdrachtgever al een aantal ideeën op tafel zodat we sneller de diepte ingaan, op zoek naar de wensen en behoeften van de doelgroep.
  • Er zit heel veel kennis bij opdrachtgever (over hun merk, hun product, hun beleidsprobleem). De doelgroep en de opdrachtgever samen aan tafel brengen levert daarom veel op.
  • Co-creatie geeft de opdrachtgever veel kennis en inzicht in hun doelgroep. Betrokken marketeers of communicatieprofessionals die er niet helemaal uitkomen, maar wel zelf ideeën hebben, kunnen in een co-creatiesessie toetsen wat de doelgroep vindt. Je krijgt ook voor de langere termijn diepgaander inzicht in de doelgroep. Dat is iets anders dan meekijken in de meekijkruimte bij een onderzoek.
  • Co-creatie biedt vaak een eerste aanzet voor een propositie.

Creatie = probleem oplossen

We moeten wel reëel blijven: de oplossing komt niet alleen uit een co-creatie-sessie. Je moet er vervolgens nog een werkbare propositie van maken. Zo’n sessie geeft inzicht en inspiratie aan de betrokken mensen van een organisatie of bedrijf. Veel opdrachtgevers willen daarna ook zelf nog hun input geven.

PIRA Award wordt uitgereikt tijdens het congres Trends in Kids- & Jongerenmarketing

 

Dit jaar wordt voor het eerst de PIRA Award uitgereikt, dit is de Positieve Invloed door Reclame Award. De PIRA Award  is een initiatief van de Stichting Weet Wat je Besteed (WWJB). Met deze  award wil WWJB bedrijven uitdagen eerlijke communicatie-uitingen te produceren voor jongeren, zodat zij weloverwogen financiële beslissingen kunnen nemen.

Wilt u horen welke bedrijven voorop lopen in eerlijke communicatie naar jongeren? En wilt u weten wie de winnaar wordt van deze eervolle award?  Kom dan naar het congres Trends in Kids- & Jongerenmarketing. Op 18 april, tijdens de jongerendag, zal om 16.30uur de uitreiking van de award plaatsvinden.

Voor meer informatie over de Award zie de eerdere blogpost Jongeren stemmen op meest eerlijke reclame; nominaties voor PIRA’s 2013 bekend

 

Children’s media: Top ten international trends

I am investigating international trends in children and youth’s media consumption.

There are new insights emerging and the implications are important for content producers, marketeers, parents and educators. 

The transnational media landscape offers technological advances based on acquiring new skills which have generated opposing themes: immense opportunity and questionable risk.

So, what do researchers know about how children and youth use electronic media and about how that use influences their lives? And, how can children and youth marketing strategies best manage this influence with integrity?

For example, one emerging trend: children are still viewing television (not replacing it) but are supplementing it by media multi-tasking.

So, what about the gatekeepers – the parents? 

The most effective marketing is one that establishes a partnership between the brands and parents (“Marketing to kids,” 2012).

Recent research on branding with parents has found that a brand must demonstrate its value, showing parents it nurtures, educates, elicits their kids’ creativity, feeds their imaginations, reinforces positives or helps them to grow (Fishman, 2012).

And, bearing in mind that 83% of consumers are actively willing to change their buying habits if doing so would help “make the world a better place (Blackdog 2012), then how might that translate into real plans for your marketing strategy?

 

Eerste (internationale) congressprekers van #KJ13 zijn bekend…

De afgelopen weken zijn we vol enthousiasme gestart met de nieuwe website van Kidsenjongeren.nl
En onder leiding van een energieke hoofdredacteur verspreidde dit nieuws zich razendsnel
Met dagelijks leuke blogs, interessante weetjes en trends vanuit binnen- en buitenland
Komen de echt belangrijke actualiteiten toch net iets sneller bij jou terecht dan via de krant
 
 
Tevens zijn we achter de schermen druk bezig met het programma van het congres
Een periode die niet altijd gepaard gaat zonder stress…
Jaar in jaar uit brainstormt het team van Kids en Jongeren zich dan ook suf
Want het opstellen van een inspirerend congresprogramma is alles behalve Haagse bluf
 
Maar dit jaar vallen alle puzzelstukjes opvallend snel in elkaar
En waren alle beoogde kids- en jongerenexperts allemaal beschikbaar
We verklappen daarom graag nu al een aantal nationale én internationale sprekers die jou op 17 & 18 april gaan inspireren
En jouw kennis, inspiratie en nieuwe ideeën willen actualiseren!
 
Lars Silberbauer, head of Social Media van Lego Denemarken in het dagelijkse leven
Zal één van de inspirerende keynote speeches geven
Een bekende van tv & radio met veel kennis van psychologie en kinderen is Steven Pont
De quote “Laat kinderen niet alleen consument zijn, maar ook producent” komt dan ook uit zijn mond 
 
En Jacqueline Brown, een van dé topsprekers uit 2012, niet te vergeten,
Zij komt op veler verzoek terug voor 2 masterclasses en om met jou te speeddaten
We noemen daarnaast nog Graham Brown, René Herremans (Ahold Europa), Hans Koeleman  (ex-Nike marketeer), Maurits van Beek (Albert Heijn), Jeroen Boschma en Ellen van Schaik (Suske&Wiske) in 1 zin
Echte trendsetters op het gebied van trends in kids- en jongerenmarketing met een gaaf verhaal niettemin
 
We hopen dat je nieuwsgierigheid is gewekt 
En dat je snel onze congrespagina checkt,
Hier kun je o.a. de best of presentaties van 2012 rustig terugkijken
Of zien met welke marketing- en communicatieprofessionals je je netwerk kunt verrijken! 
 

Veel kijk- en leesplezier
Het gehele team van het congres 'Trends in Kids- en Jongerenmarketing 2013'

 

Young Marketing is dood, leve Kidsenjongeren.nl

In april 2006 startte ik met Young Marketing, een weblog waar ik schreef over jongerenmarketing. Vijf jaar later stonden 3.000 berichten online en kwamen er maandelijks zo'n 20.000 bezoekers langs. Op 23 augustus 2011 kwam daar ineens een einde aan, toen Murphy's law genadeloos toesloeg bij een migratie van Weblog.nl. Veel content bleek niet meer te redden, zonder dat ik daar zelf iets aan kon doen; het zou nooit meer goed komen met mijn zorgvuldig opgebouwde archief vol prachtige cases.

Inmiddels ben ik boosheid, frustratie, teleurstelling en verdriet te boven, vol goede moed om een nieuwe start te maken. Niet langer getreurd om het verleden, laten we vooruitkijken. Want hoe leuk is dit?

De organisatie van het congres Trends in Kids- en Jongerenmarketing, waar ik sinds 2000 als bezoeker kwam, wel eens gepresenteerd heb en sinds enige tijd mocht meedenken over het programma, wil meer doen dan jaarlijks een aantal sprekers bijeen brengen. Waarom niet continu informeren en inspireren? Je begrijpt: 1 + 1 = 2 (of misschien wel 3), en dus zijn we deze samenwerking gestart. Hét congres over jeugd- en jongerenmarketing is vanaf heden óók een blog over dit onderwerp, en ik ben er trots op om daar hoofdredacteur van te zijn (NB onafhankelijk, met redactionele vrijheid, op persoonlijke titel).

Wil je zelf artikelen schrijven? Heb je een persbericht of andere input? Heb je opmerkingen over de inhoud, functionaliteit of lay-out? Laat het weten! (Hieronder lees je hoe). We beginnen nu bij 0, er valt nog veel te bouwen en te verbeteren, maar laten we er met elkaar(!!!1!1) een mooi platform van maken.

Fijn om weer terug te zijn! :)

‘Trends in Kids- en Jongerenmarketing’, dag 2

Een lange dag met opnieuw haperende techniek en te krappe zitruimte, maar het hogere niveau in vergelijking tot gisteren maakte veel goed. Esther Langerhorst van MTV begon de dag met de constateringen dat jong zijn niet hetzelfde is als jong doen, dat het dragen van dezelfde kleding niet dezelfde mening betekent en dat merken uitdrukking geven aan de individualiteit binnen de groepscontext. Vervolgens mocht Diane Steinhaus van MTV's onderzoeksbureau Qrius de jongerentrends van 2006 opsommen, waaronder witte kleding, multiculturele muziek, muntthee, gezond eten en vooral: jezelf zijn.

Prof. Cor Molenaar las voor uit de Donald Duck, gaf aan dat jongeren ("jongelui") van nu vooral zekerheid willen (in plaats van voor zichzelf beginnen) en dat zinnen steeds korter worden (de gemiddelde zinslengte is nu zes woorden, terwijl Vestdijk nog zinnen van driekwart pagina schreef). Emoticons zouden wel eens de toekomst van communicatie kunnen zijn, wat de cirkel rond zou maken want dan zijn we weer terug in de tijd van grottekeningen waar gedachten ook met beelden werden overgebracht.

Voordat Marleen Klijn haar bekroonde site Long Legged Lucy op vermakelijke wijze toelichtte, liet Sandra van Wersch van "portal" msn enkele commerciële toepassingen van msn Messenger (binnenkort Windows Live Messenger) zien. Op vragen over de segmentatiemogelijkheden kwam helaas geen bevredigend antwoord.

Dennis Hoogervorst van Sanoma Uitgevers Young ging in sneltreinvaart door het YoungMentality-model heen en liet tevens nieuwe onderzoeksresultaten zien. Uit YoungMentality-vervolgonderzoek onder 600 jongeren (8-18 jaar) blijkt dat jongeren hun tijd online vooral besteden aan chatten, gamen en downloaden, activiteiten waar veel adverteerders beperkt terecht kunnen, die te ver van hun bed zijn of waarmee ze niet geassocieerd willen worden. In hoeverre is ‘internet’ als (advertentie)medium te zien? Pas op plaats vier komt surfen, een activiteit waar sites wel een ‘veilige omgeving’ kunnen bieden en die meer vergelijkbaar is met de ‘traditionele’ media. Opvallend is overigens ook dat lang niet zoveel jongeren actief zijn als vaak gedacht wordt.

 

Jongeren vinden het fijn om af en toe helemaal niets te doen (81%), willen heel burgerlijk trouwen (81%) / kinderen krijgen (84%) en kijken liever naar soaps dan naar het nieuws (51%). Waarbij aangetekend moet worden dat jongeren geen heterogene groep vormen en dat rekening gehouden moet worden met de leefwerelden van de verschillende mentaliteitsgroepen. Opvallend was overigens dat 87% vindt dat er alleen filmpjes/foto's van mensen op internet geplaatst mogen worden als zij dat goed vinden.

Hoewel Willem Stegeman van FunX zich vastpraatte over het uitzenden van commercials op plekken waar de doelgroep niet komt ("pure waste"), had hij enkele intrigerende oneliners: nieuwe truttigheid is dé trend, Turkse muziek wordt gedraaid omdat het erbij hoort en niet omdat het goed is, en reggae wordt héél groot deze zomer. Hij vertelde dat de zender niet té gelikt mag zijn, dat de FunX-krant ontstaan is vanuit marketingbehoefte en niet vanuit behoefte van de doelgroep, en dat de zender commercieel (nog) niet te dragen is.

Hyves-oprichter Raymond Spanjar gaf aan dat 30 tot 40 procent van de populairste Hyves merkengerelateerd zijn (de buiten H&M opgezette H&M-Hyve is nummer 1 met 21.000 'vrienden'). Merken zouden daar veel meer mee moeten doen en er ook in moeten springen; gebruikers stellen het op prijs als merken de dialoog aangaan. Ook ging Raymond in op de '10 geboden': de meeste pagina's hebben geen reclame, maar de uitingen díe geplaatst worden zijn wel relevant. Bovendien kan op campagnes gereageerd worden en worden campagnes die niet bevallen stopgezet.

Jonas de Groot van GoGo Tours tracht jongeren ambassadeur te laten worden, ze moeten zelf doorvertellen hoe geweldig de GoGo-vakanties zijn. Jonas liet vol enthousiasme nog eens de communicatie rond de 'dump je schatje'-campagne van vorig jaar zien, die weliswaar op het randje was maar kamervragen en aandacht van CNN opleverde. Daar stak het verhaal van "academisch trendwatcher" Carl Rohde mager tegen af. De met Engelstalige termen doorspekte omschrijvingen van de hot spots 'feeling connected' en 'give me interactive kicks' waren een paar jaar leuk, maar dat geloven we nu wel. Tijd voor vernieuwing.

De conclusie na twee dagen? Weinig nieuws gehoord, maar ja, je moet erbij zijn.

‘Trends in Kids- en Jongerenmarketing’, dag 1

Vandaag en morgen brengen jongerenmarketeers hun dag door in Madurodam, waar het jaarlijkse congres 'Trends in Kids- en Jongerenmarketing' plaatsvindt. Foodfabrikanten waren massaal afwezig en Campina haakte zelfs af als spreker; de obesitasdiscussie ligt blijkbaar te gevoelig. Hieronder een impressie van enkele sprekers die het wel aandurfden.

Volgens dagvoorzitter Paul Sikkema is wat 'in' is vluchtig en variabel. Stefanie Jansen van IPM Kidwise laat zien dat het spelen van een 'design game' met kinderen focus en richting kan aangeven bij het ontwikkelen van nieuwe producten, zodat deze meer aansluiten bij behoeften. Dat is nodig, want naar verluidt mislukt 90% tot 99% van de producten die voor kinderen op de markt worden gebracht! Later op de dag mocht Stefanie met een collega ook nog de trends in 'character licensing' opsommen: een revival van nostalgische characters, nog meer en nog sneller achter elkaar en een professionalisering van eigen characters. Opnieuw werd opgemerkt dat het soms beter is om je op jongens óf meisjes te richten in plaats van op beiden.

Elena Enthoven van Wanadoo vertelde dat tweederde van de ouders zich geen zorgen maakt over het internetgebruik van hun kinderen, die 'always connected' zijn. Ze kunnen op eigen houtje het internet verkennen (weinig toezicht, geen privacy); volwassenen missen 'understanding' van wat kinderen online doen. Opvallend is dat veel adverteerders op kindersites kinderen niet aanspreken, dus niet gericht bezig zijn.

Nadat Mariëlle Slenders van Jetix de kans had gegrepen om HotNews.nl te promoten, stond Ronald Laureijsen van IRI Nederland op het podium met een aantal interessante constateringen: verjaardagspartijtjes zijn een enorme markt (deze worden bijna niet meer thuisgevierd). Ouders die hun kinderen meenemen naar de supermarkt rekenen meer af bij de kassa. Communicatie richting kinderen is vooral op 'fun' gericht (eenzijdige aanpak). Characters zijn geen garantie voor succes, maar kúnnen bijdragen tot een enorme omzetgroei. Wat gebeurt er met een product als het character over de top heen is? In de top 10 van character-producten komt SpongeBob zes keer voor; Kabouter Plop, Pokémon en K3 zijn uit de top 15 verdwenen. Volgens Laureijsen is de visie op kids nog onvoldoende ontwikkeld in Nederland, er gebeurt nog een heleboel niet. In Groot Brittannië heeft elke retailer een eigen merk voor kinderen; we kunnen nog veel leren van ASDA en Sainsbury.

In de pauze mocht meidenband Kus zichzelf onder de aandacht brengen met twee liedjes en een folder met de mogelijkheden tot merkexploitatie.

Qrius en zusterbureau Combat hebben gezamenlijk 'De 10 geboden van de Kindermarketing' opgesteld: I Kruip in de huid van een kind II Gebruik meerdere media III Ga niet door de knieën (gebruik geen kindertaal) IV Houd het visueel V Houd rekening met sekseverschillen VI Scheer 6-12-jarigen niet over één kam VII Eert de moeders en vaders ('gezinspraak': kinderen en ouders overleggen en discussiëren samen over aankopen, een succesvol product verbindt ouders en kinderen met elkaar) VIII Eert het gezin (zorg dat alle gezinsleden aan hun trekken komen) IX Gij zult ze niet dik maken X Gij zult het ethisch verantwoord houden.

Tot zover de kidsdag, morgen de jongerendag.

Kids en Jongeren Marketing blog website is van Euroforum BV. Privacy statement | Cookie statement | Copyright © 2021