Columnvriendje

Wat voor weer het ook is, mijn dochtertje krijgt iedere ochtend ‘zonnige ontbijtpap’. Daarna veeg ik haar mondje af met een ‘snoetenpoetser’. Sinds ik mama ben, staat ons huis vol producten met infantiele benamingen. Laatst kreeg ze een doosje ‘rozijnenvriendjes’ mee van het kinderdagverblijf. Ik moest de neiging onderdrukken om alle ‘vriendjes’ direct in onze dagdagtroepjesbak te smijten.

Ik ga er vanuit dat bedrijven die kinderachtige namen niet voor mij bedenken, maar voor mijn kind. Ons 1-jarige hummeltje kijkt nu gelukkig nog glazig naar alle verpakkingen in de supermarkt. Maar er komt een tijd dat ze die wél interessant gaat vinden. En dat baart me zorgen. Ik vind het geen fijn idee dat bedrijven geld uit mijn portemonnee proberen te kloppen door mijn dochtertje met listige marketingtrucs te verleiden.

Kindermarketinggeweld

Kindermarketing heeft een bedenkelijk imago. Tegen de kleurrijke chips- en snoepverpakkingen met Dora of Spongebob is een hele anti-lobby ontstaan. Maar kindermarketing reikt zoveel verder dan ongezonde voeding. Denk aan de poppetjes-, plaatjes- en plantjesterreur van supermarkten. Ook zij zien kinderen vooral als de sleutel tot de portemonnee van hun ouders. En met succes. De Nederlandse ouder laat zich massaal in de luren leggen door dit kindermarketinggeweld. Mama rijdt nog wel eventjes om naar de Appie voor een pakje van Freeks dierenplaatjes. En met een beetje geluk spaart de hele familie mee.

Welke boodschap geven we hiermee af aan onze kroost? Volgens mij laten we zo zien dat we ons slaafs laten inpakken door de commercie. Als ons supermarktvriendje een leuk speeltje geeft, dan springen we allemaal in de houding. We stappen een keer extra in de auto of doen de boodschappen in een duurdere supermarkt en dat voor een ‘gratis’ stukje papier met een panda erop. Als je je kinderen wil leren dat ze niet moeten laten inpalmen door reclames, lijkt mij dat een slecht voorbeeld.

Ouders die nee zeggen

Consumentenorganisaties willen dat de politiek optreedt tegen kindermarketing en schreeuwerige kinderreclames voor snoep en chips verbiedt. Tot nu toe is die boodschap aan dovemansoren gericht. Maar ik vraag me af ook of overheidsbemoeienis veel zin heeft. Mag Snoopy niet meer op de chipszakken, dan bedenkt Unilever wel een ander leuk hondje. Of ze maken chipszakken die je kind tegemoet blaffen.

Het enige wat écht helpt tegen kindermarketing, zijn ouders die nee zeggen. Nee tegen vanillekoekjes van Dora maar ook nee tegen dierenplaatjes van Freek en nee tegen producten met infantiele benamingen. Dat laatste is trouwens nog niet zo gemakkelijk. Want heeft iemand een idee waar ze gewone ‘gezichtsdoekjes voor kinderen’ verkopen, in plaats van knoeidoeidoekjes, smeerpoetsers of toetenvegers?


Eerder verschenen in Metro, met toestemming ook hier geplaatst

CBS vat doorsnee dag samen in video van 1,5 minuut: ‘414 huwelijken, 92 scheidingen en 478 geboortes’

Leuk en interessant: het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vat in een video een gemiddelde dag in Nederland samen. De ‘explanimation’ geeft in 1,5 minuut weer hoeveel kinderen er worden geboren, hoeveel mensen er overlijden, trouwen en scheiden, en hoeveel verhuizingen er plaatsvinden. Handig om even op een rijtje te krijgen dat de bevolkingsteller nu op zo’n 16,9 miljoen mensen staat, rond 2040 waarschijnlijk op 18 miljoen. “Elke dag is vol van demografische bedrijvigheid“, aldus de leverancier van  statistische informatie.

De Nederlandse bevolking groeit met 136 mensen per dag; er worden 245 jongens en 233 meisjes geboren. Gemiddeld trouwen 414 mensen per dag en lopen 92 huwelijken na een echtscheiding op de klippen. Van de 7,6 miljoen huishoudens hebben er 1,1 miljoen 1 kind, een even groot aantal heeft 2 kinderen. 407 duizend huishoudens hebben 3 kinderen of meer, 224 gezinnen bestaan uit 10 kinderen of meer. Al jaren sterven er in Nederland minder mensen dan er worden geboren, maar vanaf 2037 is dat omgekeerd en overlijden er meer mensen dan er ter wereld komen. In 2040 is ruim een kwart van de bevolking ouder dan 65 jaar. 

Maja, het is natuurlijk veel aantrekkelijker om onderstaand filmpje te bekijken dan om bovenstaande tekst te lezen!

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=WoW9n262DqQ]

“CBS, voor wat er feitelijk gebeurt.”

Klik hier hier voor een postertje (pdf) met de kerncijfers van een doorsnee dag.

Save the Children verstopt kindarbeiders in glossy mode-advertenties

Fijn artikel in de krant afgelopen zaterdag: journalist Wietse Pottjewijd ging voor de Volkskrant op zoek naar eerlijk geproduceerde zomerkleding. Na een rondje winkels die met eerlijkheid adverteren, kon hij niet anders dan concluderen dat de verkopers niet precies weten hoe het zit en dat het eigenlijk ondoenlijk is om een echt eerlijke outfit te vinden. Als we de website Rank a Brand mogen geloven, zijn onze favoriete merken niet zo duurzaam als we denken/hopen, hoewel Elsevier onlangs al duidelijk maakte dat nuance gepast is.

Wat niet gepast is, is kinderarbeid. De Braziliaanse afdeling van Save the Children maakt dat op subtiele wijze duidelijk. Foto’s van ‘gevangen genomen’ kinderen zijn verwerkt in afbeeldingen die eruitzien als printadvertenties voor luxe modemerken. De boodschap: kleding zou geen kinderlevens mogen kosten. En zo is het. Hieronder enkele uitingen uit de campagne. Dat strepen als tralies dienst doen is niet nieuw, maar de manier waarop is deze keer wel heel fraai gephotoshopt.

stc3

stc2

stc4

stc1

Naar verluidt is de campagne niet zozeer bedoeld als een aanval op de mode-industrie, meer om bewustzijn te wekken voor het gegeven dat kinderarbeid dichterbij consumenten is dan zij denken. Het publiek wordt uitgenodigd om vooruitstrevende modebeelden te delen op Instagram met de hashtag #Dress4Good. En zo doen we hopelijk weer een klein stapje in de richting van duidelijkheid over het productieproces van kleding. 

[Creatie door Lew’LaraTBWA — foto’s door modefotograaf Jacques Dequeker; via Creativity]

Cola en pindakaas in de rekentoets, mag dat?

Voor wie zich enigszins bevindt in de buurt van de driehoek Kinderen – Voeding – Marketing is er geen ontkomen aan Doris Voss van de stichting Tijd voor Eten. Ze constateert dat op scholen niet zelfgemaakte soepjes maar vooral snacks en frisdrank verkrijgbaar zijn, wat het gevolg zou zijn van de publiek-private samenwerking — eigenhandig maakt de overactieve lobbyist de hashtag #ppsdrama trending. Daarom moet vooral de JOGG-aanpak (Jongeren op Gezond Gewicht) het ontgelden, want de deelname van bedrijven in deze organisatie is per definitie verdacht.

Nu ben ik het daar niet mee eens (misschien ben ik te goedgelovig of naïef?) en bovendien is de obesitasproblematiek imho een stuk complexer dan bovenstaande samenvatting doet vermoeden, maar een belangrijk en boeiend onderwerp is het zeker. Zo raakte ik een paar dagen geleden met Doris Voss en enkele andere ‘kritische twitteraars’ in discussie over de vondst dat in de rekentoets, die toch al zo onder vuur ligt, sommen met etenswaren opgenomen zijn. In de Conceptsyllabus Rekenen (pdf), deze maand door het College voor Toetsen en Examens gepubliceerd, zijn ijs, pindakaas en cola te zien.

rekentoets pindakaas

rekentoets cola

Best leuk voor de gemiddelde mbo’er, maar de reacties van hun opvoeders zijn niet van de lucht: sluikreclamemerkindoctrinatiekwalijk en debiliserend! dikmakendsubliminaal! failbrainwashing!. Maar is dit betaalde reclame? (ervan uitgaande dat dit niet het geval is: ik kan me voorstellen dat merken zelf helemaal niet blij zijn met dit Umfeld, want rekenen is niet meteen een associatie die op het waardenlijstje staat). Of is het simpelweg op een aansprekende manier van aansluiten bij de praktijk, bij de leefwereld van de leerlingen? (waarbij sommigen uitspreken dat een rekentoets niet leuk maar zakelijk en helder moet zijn). Is het tonen van een product per definitie fout? (in het dagelijkse leven heeft een ieder daar immers ook mee te maken). Ik weet het niet. Maar om alle schijn tegen te gaan, moeten de bedenkers van de vragen zich misschien beperken tot appels en peren vergelijken…

Update (18/3): Vrij Nederland komt tot een vergelijkbare conclusie.

‘Aanmodderfakker’ genomineerd voor Woord van het Jaarverkiezing in categorie jongerentaal

Van Dale nomineerde tien nieuwe woorden uit 2014 die strijden om de titel ‘Woord van het Jaar’. De verkiezing, sinds 2007 georganiseerd door woordenboekenuitgeverij, kent ook publieksnominaties. De afgelopen weken hebben Nederlanders door het insturen van nieuwe woorden in vijf categorieën nieuwe woorden genomineerd. Het woord ‘aanmodderfakker’ is genomineerd in de categorie jongerentaal. Het is is een samenvoeging van de woorden aanmodderen en motherfucker, en staat synoniem voor ‘lamzak’.

Aanmodderfakker is de titel van de film van regisseur Michiel ten Horn, onlangs met drie Gouden Kalveren bekroond tijdens het Nederlands Film Festival. Actrice Juliette van Ardenne bedacht het woord naar aanleiding van haar aanmodderende vriend. De film gaat over de eeuwige student Thijs, die op relaxed tempo door zijn leven vol bier, chicks en een occasional shift in een mediagigant sloft. Als hij weer eens een wasje wil draaien bij zijn zus treft hij daar de oppas aan: Lisa, een zestienjarig meisje met torenhoge ambities. Deze ontmoeting boort bij Thijs een diep weggestopte onvrede over zijn eigen passieve leven aan.

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=-qx_1yRLPho]

Dit zijn de vijf nominaties in de categorie jongerentaal:

  • Aanmodderfakker (iemand zonder ambities die niet verder komt in het leven, lapzwans);
  • Churchie (in de kerk, tijdens een dienst of mis gemaakte selfie);
  • Facebookvoyeur (iemand die zelf geen of nauwelijks postings plaatst op Facebook maar wel geregeld de statusupdates van zijn Facebookvrienden raadpleegt);
  • Fotobommen (een foto of selfie van een ander verpesten door (in een vreemde pose) op de achtergrond in beeld zichtbaar te zijn);
  • Onesie (ruimzittend, uit één deel bestaand huis- of pyjamapak dat alleen hoofd, handen en voeten vrijlaat, gewoonlijk met een ritssluiting aan de voorkant, soms met een capuchon).

Stemmen kan hier tot 15 december 2014, 12.00 uur. De volgende dag worden de winnaars bekendgemaakt.

Update (16/12): Met 17,8% van de stemmen is ‘dagobertducktaks’ winnaar van deze verkiezing en gaat het woord de geschiedenis in als het officiële Van Dale Woord van het Jaar 2014. In de categorie jongerentaal werd het meest gestemd op ‘aanmodderfakker’ (28%), net voor ‘onesie’ (27%), dat in België wel won in deze categorie. In de categorie sport & amusement won selfiestick, gevolgd door ‘loomen’. In België was er dit jaar ook weer de verkiezing van het Kinderwoord van het Jaar, een samenwerking van Ketnet met de Jommekeskrant; de winnaar is ‘OMG’ (Oh My God).

Vooroordelen over millennials weerlegd in video vol goede daden

De vooroordelen over generatie Y (de ‘selfie-generatie’) die Anjuly de Geus in haar boek #GeenFilter probeert te nuanceren zijn hardnekkig. Er zijn echter genoeg voorbeelden dat jongeren en jongvolwassenen niet alleen maar hedonistisch en narcistisch zijn, maar zich wel degelijk druk maken om een betere wereld en zich daar ook voor inzetten. In onderstaande video zetten Welzoo (een community voor ‘passieve actie’ fondsenwerving) en creatief bureau Column Five een aantal fraaie initiatieven achterelkaar.

Het is wellicht niet altijd even zichtbaar, maar veel jongeren zijn goed bezig, aldus de makers van het filmpje. Waarvan akte.

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=dZP-owj7flQ]

“They say we don’t care, but our actions say otherwise. Maybe they just aren’t looking in the right places, like our social media, crowdfunding sites, and good deeds online. Millennials mobilize for change in new, high-tech ways, and data continually show that we prefer social good over personal profit.”

[Via Mashable]

Nieuwe stationsposters Bond tegen vloeken: ‘Grove taal maakt kapot, dus weet wat je zegt’

Omdat Nederland zoveel mooier is zonder vloeken en schelden, presenteert de Bond tegen vloeken een nieuwe reclamecampagne. Naar eigen zeggen is met een team communicatiemensen lang nagedacht over deze posters. Het inzicht: vloe­ken en schelden veroorzaakt een barst, het maakt iets kapot. Door de manier van fotograferen en een gebarsten glas wordt de impact van grove taal verbeeld. En bij wijze van uitleg zijn er korte, met onderzoek onderbouwde, teksten naast gezet. Posters waar niemand omheen kan, verwachten de makers.

“De missie van de Bond tegen vloeken is Nederland mooier maken. Goede taal doet mensen goed, grove taal breekt af en maakt kapot.”

Jarenlang krijgt de Bond veel reacties op de postercampagnes. Dat zal nu niet anders zijn. Hieronder de nieuwe posters (met extra aandacht voor de doelgroep jongeren), vanaf vandaag op stations in Nederland te zien. De boodschap die moet volgen op de bewustmaking: ‘Weet wat je zegt’.

barst5

“96% van de jongeren vindt grof taalgebruik regelmatig storend.”

barst4

“Gelukkig biedt 70% van de jongeren excuses aan als ze worden aangesproken op grof taalgebruik.”

barst3

“73% van de Nederlanders vindt schelden en vloeken door collega’s in functie niet kunnen.”

barst2

“70% van de Nederlanders ervaart vloeken als hinderlijk.”

barst1

“Voor 61% van de Nederlanders is schelden met ‘kanker’ pijnlijk.”

PS   Met het oog op de jeugd heeft de Bond tegen Vloeken KlasseTaal in het leven geroepen, een onderwijs ondersteunende organisatie die zich bezighoudt met het bewustmaken van taalgebruik bij kinderen en jongeren — geleid door christelijke normen en waarden.

Nieuwe anti-pestcampagne spreekt ‘omstanders’ aan #sharegeenshit

Eén op de tien basisschoolleerlingen wordt structureel gepest. Het goede nieuws: het onderwerp staat hoog op de agenda; aan alle kanten worden initiatieven ontplooid om iets aan het probleem te doen. Op het 2de Nationaal Congres Pesten, komende donderdag, staan de jongeren op het podium. Zij presenteren de nieuwe campagne #sharegeenshit en bieden deze aan de Kinderombudsman aan. De campagne richt zich op ‘omstanders’; hen wordt opgeroepen om niet mee te werken aan pesten, door geen pestberichten of nare foto’s en filmpjes te retweeten, te liken en te sharen.

De campagne #sharegeenshit, van de hand van de Nationale Academie voor Media en Maatschappij, bestaat uit:

  • Brochure met vele tips tegen pesten, voor ouders, leerlingen en scholen (beschikbaar via www.mediaenmaatschappij.nl);
  • PestThermometer, waar scholen kunnen nagaan met welke woorden hun leerlingen worden gepest (het gaat over seksualiteit, afkomst, religie en sekse; de meest gebruikte scheldwoorden zijn homo, hoer, slet en Marokkaan);
  • Campagnefilmpje gemaakt door Media College Amsterdam;
  • Nationaal Congres Digitaal Pesten, 30 oktober 2014 in Nieuwspoort in Den Haag, met als thema ‘Pesten? Jongeren lossen het zelf wel op’.

Uiteindelijk moeten kinderen en jongeren zelf als ‘peer educators’ pesten corrigeren en terugdringen, zo is de gedachte. Hieronder de poster uit de campagne.

sharegeenshit

“Ik wil dat scholen op een positieve wijze worden gedwongen het probleem te erkennen en geholpen worden pesten aan te pakken. Pesten is een meerkoppige draak, maar ik ben blij als we kunnen beginnen met het trainen van leerkrachten en dat scholen bewezen effectieve methodes gaan gebruiken.” [Kinderombudsman Marc Dullaert]

Update (30/10): Inmiddels is ook de campagnefilm beschikbaar.

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=eYgft5PGVoI]

Mediastunt Plan België: ‘Te jong om naar deze film te kijken, maar oud genoeg om te trouwen’

Met een spraakmakende campagne wil Plan België de publieke opinie en de ontwikkelingsgemeenschap wakker schudden en bewust maken over het feit dat er elk jaar miljoenen meisjes wereldwijd uitgehuwelijkt worden terwijl ze daar noch lichamelijk noch psychologisch klaar voor zijn. Het onconventionele mediaplan bestaat uit onontkoombare uitingen op TV, in de Belgische bioscopen en via prerolls op YouTube. Het idee is eenvoudig maar impactvol. Net voor de film begint is er een leeftijdswaarschuwing ‘deze film is geschikt voor kinderen vanaf 12 jaar.’

Meteen na zo’n leeftijdswaarschuwing komt een meisje uit één van de problematische landen vertellen dat ze ’te jong is om naar deze film te kijken, maar wel oud genoeg is te trouwen.’ Op die manier wordt de kijkende Vlaming in zijn huiskamer verrast en gestimuleerd om het gesprek hierover aan te gaan, en worden mensen actief aangezet om Plan-ouder te worden.

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=kwkfICDMMeE]

Elke minuut worden wereldwijd 27 meisjes – kinderen nog – gedwongen om te huwen. Wereldwijd is dat naar verluidt één op de drie meisjes. De meeste onder hen wonen in West- en Sub-Sahara Afrika en in Zuid-Azië. Doorgaans hebben ze een laag scholingsniveau en komen ze uit zeer arme gezinnen in rurale gebieden. Tal van studies bewijzen dat kindhuwelijken een enorme impact hebben op het individu en de maatschappij. Toch bleef de internationale ontwikkelingssamenwerking decennialang zwijgen over dit probleem. Het spreekt voor zich dat dit fenomeen een fundamentele schending van de mensenrechten is en een vorm van gendergeweld, zo stelt Plan. Maar het beperkt zich niet tot het psychologische effect. Een meisje dat trouwt terwijl ze nog een kind of een adolescent is kan ook met ernstige medische risico’s geconfronteerd worden. Ze worden tot geslachtsverkeer en zelfs tot zwangerschap gedwongen met een lichaam dat daar nog niet klaar voor is.

Volgens Plan België is onderwijs de meest effectieve methode om hier iets aan te doen. Er is namelijk een overduidelijk verband tussen kindhuwelijken en onderwijsniveau. Het aantal kindhuwelijken daalt dan van gemiddeld 1 op 3 naar gemiddeld 2 op 10 als de meisjes naar school kunnen. Als er meer Planouders zijn, worden die meisjes geholpen, want via Plan worden zijn naar de lagere en de middelbare school gestuurd. Door hun recht op onderwijs te realiseren is de kans dat ze als kind trouwen quasi nihil.

[Creatie door Duval Guillaume, mediaplan door Initiative]

Alles blijft bewaard. Ook experimenten en misstappen

Privacy online en offline voelt heel anders. Vraag iemand op straat of je foto’s van zijn kinderen mag zien en ze kijken je verschrikt aan. Wat wil die engerd van me? Tegelijkertijd is het zo gemakkelijk en gewoon om foto’s van je kinderen in alle denkbare variaties op Facebook te plaatsen. ‘De baby voor het eerst op het potje. Schattig!’ En: ‘Hoera verkeersexamen gehaald!’ Wat vinden die kinderen daar later eigenlijk van? En hoe ga je als ouder vertellen dat je puber een beetje moet opletten met wat hij allemaal online zet? Foto’s en lollige teksten kunnen eindeloos op internet blijven rondzwerven. Ook toekomstige werkgevers en geliefden kunnen dat zien. Vraag maar eens hoe leuk de meeste jongeren het vinden om een foto van zichzelf van een paar jaar geleden terug te zien. Gelukkig weet iedereen tegenwoordig hoe je een Facebookprofiel moet instellen op zo veel mogelijk privacy. Alleen doet niet iedereen dat.

Een verzekeraar bood mensen onlangs een korting aan als zij via een app toegang verschaften tot hun Facebookprofiel. Daaruit moest dan wel een gezonde levensstijl blijken. Ongeveer 2000 mensen berekenden hun voordeel. Het bleek gelukkig een éénaprilgrap. Wie De Cirkel van Dave Eggers heeft gelezen, kijkt niet meer op van zo’n voorstel. In het boek wordt een toekomst geschetst waarin we steeds meer weten en zien van elkaar. Slogans als ‘privacy is diefstal’ en ‘geheimen zijn leugens’ worden bewaarheid.

Zo erg als in De Cirkel is het niet, maar geleidelijk komen socialemedia- en appbedrijven wel steeds meer van ons te weten. Wat we posten en chatten op Facebook wordt bewaard, apps die we installeren op onze telefoon nemen meteen even het adressenbestand over. Gegevens worden doorverkocht waardoor wij bestookt worden met op maat gemaakte reclames. Handig. Maar hoe die bedrijven dat precies doen en met welke gegevens weten we niet. Bijna eenderde van de Nederlandse websites plaatst bij het eerste bezoek zogeheten tracking cookies van advertentiebedrijven op onze computer en telefoon. Daarmee kunnen ze ons surfgedrag op internet volgen (bron: nrc.next 17-3-2014).

Het is voor jongeren jammer dat alle fouten die ze maken en alle experimenten meedogenloos worden vastgelegd. Ook pesterijen. Zowel voor de dader als het slachtoffer is het vervelend om dat keer op keer terug te lezen. Hoe gaat deze generatie straks solliciteren? Of is het dan al zo normaal dat iedereen wel een bezopen half kotsende vriendenfoto ergens online heeft staan? Daar kijken werkgevers straks misschien niet meer van op.

In gesprek over Socialbesitas

Je vervelen hoeft met sociale media nooit meer. Heerlijk om jezelf te verliezen in berichten op Twitter en grappige filmpjes op Facebook. Wachten op treinen en bussen én daarin vervoerd worden is minder vervelend geworden. Verdiept in hun telefoon, houden medereizigers eindelijk hun mond. Deze trouwe vriend is tenminste altijd bij ons. Toch raken we geïrriteerd als hij niet doet wat wij willen of als de verbinding wordt verbroken in een weiland of tunnel. En dringt hij zich soms hinderlijk op als we net even met iets anders bezig zijn.

Ons brein vindt sociale media fijn. Iedere keer dat we bevestigd worden door leuke reacties op onze spitsvondigheden in 140 tekens maken onze hersenen dopamine aan. Dan voelen we ons prettig. Dus laten we ons keer op keer verleiden om toch even te kijken, terwijl we bezig zijn met iets anders. Vooral jongeren kunnen daar last van hebben. Het zijn immers vrienden die staan te dringen op de groepswhatsapp. Vrienden waar ze graag bij willen horen. Dat is van levensbelang voor pubers, die nog moeten uitvinden wie ze zelf zijn en waar ze bij willen horen. De norm is reageren en wel onmiddellijk. ‘Tien minuten niks horen vind ik lang’, zegt een 15-jarig meisje.

De druk om overal op te reageren, altijd bereikbaar te zijn en alles te volgen noemen we socialbesitas. Het moet omdat iedereen het zo doet. Als ouders of docenten het gedrag niet begrenzen gaat het maar door. ‘Ze moeten er toch mee leren omgaan’, zeggen de ouders. Of: ‘Zijn smartphone gaat mee naar bed als wekker’. Zestig procent van de jongeren neemt zijn telefoon ’s avonds mee naar de slaapkamer en kijkt er voor het slapen gaan nog op (bron: Jongerenpanel Eén Vandaag, 25-3-2014). Vroeger had je ’s avonds af en toe één vriendje over de vloer, nu heb je iedere avond de hele klas thuis en de hockeyclub erbij. Docenten klagen dat veel leerlingen overdag moe zijn en dat hun resultaten achteruit gaan. Ach, ze moeten er gewoon mee leren omgaan.

Ouders en docenten vinden het moeilijk om jongeren te begrenzen op sociale media omdat ze er zelf vaak te weinig van weten of omdat ze het zelf ook veel te leuk vinden. Toch geven jongeren aan dat ze graag door ouders begrensd willen worden (bron: Calis & Kisjes Socialbesitas, 2013). Maar wel met kennis van zaken. Jongeren willen graag praten over conflicten op de groepswhatsapp, over scheldpartijen op Twitter en over die ene kennis van wie de naaktfoto eindeloos is doorgestuurd. Maar dan wel met ouders die het verschil weten tussen Tinder en Snapchat.

Dus leg die telefoon af en toe weg. Ook ouders, die vaak te pas en te onpas op hun telefoon of iPad zitten te turen. Nee, maar dat is werk. ‘Dit is even écht belangrijk, jongens’. Nee echt belangrijk is een goed gesprek met je kinderen over wat die telefoon teweegbrengt in hun jonge levens.

Online game ‘De Hokjestest’ tegen discriminatie, want Amsterdam is er klaar mee

In het kader van de campagne ‘Discriminatie; Amsterdam is er klaar mee’ en de Internationale Dag tegen Racisme en Discriminatie is Hokjestest.nl live gegaan. In deze online game worden jongeren geconfronteerd met hun eigen vooroordelen. De website laat zien hoe je mensen soms totaal verkeerd kunt inschatten. Een eigen foto uploaden kan ook, je wordt dan onderdeel van het spel en komt te weten in welk hokje mensen jou plaatsen. De Hokjestest is ontwikkeld door Critical Mass en financieel mogelijk gemaakt door de Gemeente Amsterdam.

“Iedere dag gebruiken we hokjes om mensen in te plaatsen. Dat doen we allemaal. Soms kloppen deze, maar soms ook niet. De Hokjestest is een mooie manier om jongeren daarmee te confronteren.” [Jacco van Mersbergen, Critical Mass]

Deelnemers aan de Hokjestest moeten tien simpele ja/nee-vragen beantwoorden over tien willekeurige Nederlanders, om te testen wat zij over hen denken te weten op basis van één foto. Ook kunnen zij een eigen foto uploaden en daarmee zelf onderdeel worden van het spel. Doordat anderen vragen over hen beantwoorden, komen zij erachter welke vooroordelen mensen over hen hebben. En dat kan soms best confronterend zijn…

[vimeo 89627793 w=560 h=315]

Onbewust denk je te weten in welk ’hokje’ iemand past. Soms klopt dat, maar soms zit je er helemaal naast. De hamvraag is: gun jij mensen een tweede indruk?

Discriminatie is nog aan de orde van de dag, zo bleek weer deze week toen Geert Wilders tijdens de uitslagenavond van de gemeenteraadsverkiezingen zijn publiek “Minder Marokkanen” liet scanderen. Critical Mass laat jongeren voelen hoe het is om buitengesloten te worden of confronteren hen met hun eigen vooroordelen. In een veilige omgeving ontdekken ze zo hun manier om met ‘de ander’ om te gaan.

“Wat Geert Wilders deed, hebben we een woord voor: haatzaaien. Hij intimideert een hele bevolkingsgroep en zet aan tot intimidatie. Dit werkt omdat te veel mensen te stil zijn als het gaat om discriminatie en ook om deze actie van Geert Wilders. Als wij allen waarborgen dat onze buren, onze collega’s, onze vrienden en landgenoten zich veilig voelen, dat er voor hen opgekomen wordt, dan krijgt intimidatie geen kans. We zijn allemaal Amsterdammers en iedereen hoort daar evenveel bij. Dus vraag ik ieder: kom in actie nu dat zo nodig is. En ook: de burgemeesters van Den Haag en Almere, de minister president, justitie en politie, het is nu de tijd om in actie komen.” [Andrée van Es, wethouder Amsterdam]

Jongeren pakken stereotypen aan met videoblogs in wedstrijd ‘Weetewa… Ge zijt mijn stereotype niet’

Sensoa en Mediaraven dagen alle Vlaamse jongeren (14-21 jaar) uit om te vloggen tegen stereotypen die de ronde doen over klassieke man-/vrouw-verhoudingen of holebi’s (voor wie het niet weet: een vlog is een ‘video-blog’, een populaire manier bij jongeren om hun mening te geven via een filmpje op YouTube). De wedstrijd ‘Weetewa’ moet jongeren doen nadenken over stereotypen, hokjes doorbreken en homohaat aanpakken. Zij worden opgeroepen om  een filmpje te maken over het thema gender of homofobie.

De 20 jongeren met de meeste likes op hun vlogs, krijgen online coaching en mogen mee op bootcamp om hun vlogtechniek en kennis van het onderwerp te verbeteren onder begeleiding van binnen- en buitenlandse experts. Na afloop van dat traject wikt en weegt een professionele jury van jongeren en televisiemensen  de vlogs en kiest er de beste uit. De zender OP12 brengt in september de beste vlogs uit op televisie. De winnaar krijgt daarbovenop ook nog een GoPro-camera cadeau én een geldprijs van 100 euro. En mag bovendien een filmpje opnemen met Vlaanderens populairste vlogger Zaka.

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=4FCX461YlQE]

Ook jongeren uit Nederland en +21-jarigen kunnen winnen in de ‘buitencategorie’. En er zijn ook prijzen weggelegd voor de beste inhoud en de beste techniek.

De wedstrijd past in een breder traject. De organisatoren willen de stem van de jongeren ook na de wedstrijd laten horen en bouwen een Weetewa-lespakket rond fragmenten uit de vlogs. Dit lespakket zal leraren en andere begeleiders van jongeren een waardevol instrument in handen geven om met hun groep het thema gender en homohaat te bespreken.

De wedstrijd is een initiatief van Sensoa en Mediaraven, met steun van de Vlaamse Minister van Jeugd Pascal Smet, RoSa vzw en de VRT (OP12). Vlogs insturen kan tot 1 mei 2014 voor wie meedoet met het bootcamptraject en tot 7 juli 2014 voor de buitencategorie. Alle inzendingen worden geplaatst in kijkerslijsten op YouTube op het ‘Weetewa’ YouTube-kanaal.

[Via X, Y of Einstein]

Van Dale kiest ‘Woord van het Jaar 2013’: jongerentaal verengelst (als het om hypes gaat)

Er kan weer gestemd worden op het Van Dale Woord van het Jaar. Uitgever Van Dale nomineerde tien nieuwe woorden uit 2013 die strijden om die titel: boekface, comakijken, knikkebolziekte, koningslied, kopschopper, kweekburger, selfie, sletvrees, socialbesitas en voedselsjoemel. De verkiezing kent ook publieksnominaties; de afgelopen weken heeft het Nederlandse publiek door het insturen van nieuwe woorden in vijf categorieën (jongerentaal, lifestyle, sport/amusement, economie en politiek) kanshebbers aangedragen.

In de categorie jongerentaal staan de volgende vijf nieuwe woorden in het lijstje:

  • Catbearding (tijdelijke internethype waarbij mensen foto’s van zichzelf publiceren, waarbij ze een kat op zo’n manier voor hun gezicht houden dat het lijkt alsof ze een kattenbaard hebben);
  • Gameboyrug (kromgebogen, vergroeide rug van iemand die vaak voorovergebogen zit te spelen met zijn draagbare spelcomputer);
  • Phubben (het onbeschoft behandelen van anderen door in gezelschap, met name tijdens een gesprek, geregeld op de smartphone te kijken, berichten te versturen e.d.);
  • Shishapen (elektronische sigaret waarmee gearomatiseerde waterdamp kan worden geïnhaleerd);
  • Twerken (op seksueel suggestieve manier dansen, vooral op hiphopmuziek, waarbij vrouwen hun heupen schudden terwijl ze tevens hun billen een op en neer gaande beweging laten maken).

Niet echt typisch-Hollandsche taal, zo valt op. Nee, de tijdsgeest wordt gevat in Engelstalige hypes, grotendeels online bekend geworden. En da’s al tijden een trend op zich, hoewel veel van dit soort woorden net zo snel weer verdwijnen als dat ze opkomen. Of komt dat simpelweg omdat dergelijke kortstondige oprispingen uit het buitenland zijn komen overwaaien?

Ook in de categorieën lifestyle en economie komen trouwens opvallende, aan de digitale wereld gerelateerde, begrippen voor, zoals hashtagspel, technitis, wraakporno, bitcoinmiljonair, cookiemuur en digimunt.

Update (17/12): Tot hét officiële Van Dale Woord van het Jaar 2013 is ‘selfie’ gekozen (32% van de stemmen). In de categorie jongerentaal won ’twerken’.

Kids en Jongeren Marketing blog website is van Euroforum BV. Privacy statement | Cookie statement | Copyright © 2021