Overheid geeft de voedingsindustrie opdracht maatregelen te treffen in kindermarketing

Goed nieuws: er is steeds meer aandacht voor het onderwerp kindermarketing van (ongezonde) voedingsmiddelen. Onlangs pleitte ik samen met mijn partners van de Alliantie Stop kindermarketing ongezonde voeding bij de politiek voor strengere maatregelen, en met succes: De Tweede Kamer en staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid hebben zich weer (31 maart jl.) actief gemengd in de discussie wat wel of niet acceptabel is.

Zo deed staatssecretaris Van Rijn een oproep aan de voedingsindustrie om met de volgende maatregelen te komen:

  1. Verpakkingsmaatregelen rondom de inzet van kinderidolen
  2. De jaarlijkse monitoring naar kindermarketing van voedingsmiddelen door de Federatie Nederlandse Levensmiddelenindustrie (FNLI) moet meer mediakanalen omvatten.

Kinderidolen: ieders kind beste vriend

Zoals iedereen weet zijn kinderen makkelijk te verleiden met verpakkingen voorzien van hun grote idool. Bijvoorbeeld, K3. Vaak worden kinderen op jonge leeftijd al beïnvloed, terwijl van alle productverpakkingen met een verkoopstrategie gericht op kinderen zo’n 90% voor ongezond eten en drinken is (Van Assema, 2011). Ik ben dan ook blij te horen dat Van Rijn de voedingsindustrie vraagt om met concrete maatregelen te komen om deze vorm van verleiding voor ongezonde voedingsmiddelen te beperken. Ik weet er wel raad mee: zet kinderidolen (dan wel getekende- en/of animatiefiguren) uitsluitend in voor gezonde voedingsmiddelen, zoals groente en fruit.

20160422-Blog-(2)-Foto_foodwatch-overgewicht-bij-kinderen-verpakkingen

Foto: foodwatch

Scope monitoring kindermarketing moet breder en onafhankelijker worden gedaan

Het idee dat we willen weten in welke mate de voedingsindustrie zich houdt aan de regels voor kindermarketing van (ongezonde) voedingsmiddelen juich ik van harte toe. Er zijn wel 35 vormen van marketing. Bijvoorbeeld: tv, radio, bioscoop, print, online (vloggers, websites, viral, online chat, filmpjes, sociale netwerken, (video/adver) games), mobiele telefoon (sms, games), apps, sponsorship, productplaatsing, peer-to-peer, sales promotie, email, direct marketing, kidsclubs, films, verpakking, point-of-sale-materiaal etc. Uitsluitend over een 3-tal verantwoording afleggen is dan erg summier.

Erg fijn dat de scope van de monitoring dus (enigszins, want nog niet alle vormen worden meegenomen) wordt verbreed, maar eigenlijk zou het onafhankelijk moeten zijn, want:

  • Monitoring wordt op dit moment gedaan door de Afdeling Compliance van de Stichting Reclamecode, dit in opdracht van de voedingsmiddelenindustrie. Doordat de FNLI bepaalt wanneer de monitoring plaatsvindt, kan de situatie zich voordoen dat haar leden op voorhand worden gewaarschuwd over de aankomende monitoring. In welke mate worden dan de resultaten beïnvloed?
  • Ander punt is welk deel van het monitoringsrapport uiteindelijk openbaar wordt gemaakt. Zo heeft de FNLI bijvoorbeeld ervoor gekozen het rapport over 2014 in zijn geheel niet te openbaren.

 

Voorstel volgende oproep Van Rijn aan voedingsindustrie

Mijn suggestie voor de volgende oproep van Van Rijn aan de voedingsindustrie is het volgende: aanscherping van de voedingscriteria zodat kindermarketing van bijvoorbeeld frisdrank, chips, koekjes en ijs niet meer mogelijk is.

 

Carolien-Martens-hartstichtingAuteur: Carolien Martens, Relatiemanager Public Affairs, Hartstichting

De Hartstichting is initiatiefnemer en partner van de Alliantie Stop kindermarketing ongezonde voeding; een actief samenwerkingsverband dat de strijd aangaat tegen op kinderen gerichte marketing van ongezonde voedingsmiddelen. Lees ons volledige standpunt op: www.stopkindermarketing.nl.

 

Van Netflix tot de Gierige Gasten

Nieuwe cijfers over bewegend beeld & jongeren

Fascinerend, om te zien en te horen hoe allerlei deskundigen in de afgelopen maanden los gingen op de ondergang van V&D. Hoe verouderd de winkelformule wel niet was, hoe weinig lijn er in de strategie had gezeten, hoe het warenhuis zichzelf in de loop der jaren overbodig had gemaakt.

 

Maar toch had de V&D ook wel oog voor nieuwe ontwikkelingen. Vorig jaar liep ik bijvoorbeeld over de Schoolcampus en struikelde over de kartonnen borden van Teske de Schepper. Bijna full-size, lachend en met kaftpapier in haar armen moedigde ze scholieren aan om toch vooral hun schoolspullen bij de V&D te kopen. Er stond nog net niet onder: “Ze hebben het nodig!”

 

Ik had haar vlog over dit onderwerp natuurlijk gemist. Dat zou trouwens ook zo zijn geweest als ik nog een middelbare scholier was, want ik neig toch wat meer naar een ander soort content. Maar goed, anders had ik geweten dat Teske het helemáál niet leuk vond op de middelbare school, maar er wel altijd heel erg naar uit keek om schoolspullen te gaan kopen.

 

Het fenomeen ‘vloggers’ en ‘YouTubers’ neemt inmiddels een enorme vlucht. Een beetje middelbare scholier wil tegenwoordig YouTuber worden en is ook al vol optimisme begonnen. En ook adverteerders die jongeren willen bereiken hebben het over bijna niets anders. Iedereen lijkt het erover eens dat tv “dood” is onder jongeren. En dat Facebook er tegenwoordig alleen nog maar voor ouders is, “en wie wil er nou op hetzelfde netwerk zitten als zijn moeder.” Je moet toch wat als je jongeren wil bereiken: deze jonge influencers vormen een uitkomst.

 

Het is absoluut zo dat bewegend beeld steeds belangrijker wordt voor jongeren. In hun vrije tijd, op school, onderweg … Daarom besteden we in de nieuwe editie van ons Jongerenonderzoek, Jongeren 2015/2016, uitgebreid aandacht aan bewegend beeld.

 

Wat blijkt onder meer uit dit onderzoek? Ik beperk me even tot middelbare scholieren en studenten. Op de eerste plaats dat televisie nog niet zo dood is als vaak beweerd wordt. Meer dan 70% van alle scholieren en studenten kijkt nog steeds iedere dag ‘live’ televisie. Denk aan programma’s die ze meteen willen zien, zoals voetbalwedstrijden of Widm. Of aan het meekijken op verloren momenten met (delen van) programma’s die door andere gezinsleden bekeken worden.
Ook zien we dat het kijken naar betaalde zenders steeds belangrijker wordt. 35% van de scholieren en studenten kijkt iedere dag naar één of meer betaalde zenders. Netflix neemt op dit terrein een sterke positie in en zou nog veel meer bekeken worden als de zender gratis zou zijn.

Verder kijkt 56% iedere dag ook nog ‘uitgesteld’ televisie. Bijvoorbeeld naar GTST.
In het medium televisie zit dus nog steeds beweging.

Maar het wordt wel minder belangrijk. Het percentage jongeren dat iedere dag naar video’s op YouTube kijkt is inmiddels groter dan het % kijkers naar televisie: 85%. En daar draagt die steeds groter worden groep YouTubers natuurlijk actief aan bij.

Op een gemiddelde dag kijkt:
85% naar video’s op YouTube. Bijna 10% doet dit 2 uur of langer per dag.
71% ‘live’ televisie. Het grootste deel hiervan kijkt minder dan een uur.
56% ‘uitgesteld’ televisie. Ook in dit geval kijkt het grootste deel minder dan een uur.
35% naar een betaalde zender. Bijvoorbeeld naar Netflix.

Bron: Qrius; Jongeren 2015/2016; april 2016. De cijfers hebben betrekking op middelbare scholieren en studenten.

 

 

Het onderzoek laat ook zien hoe enorm de diversiteit aan influencers is die door jongeren gevolgd worden. Het zijn er duizenden, met vaak aansprekende namen, van Croco Jill tot Danisnotonfire en van Gekke Markie tot Gierige Gasten. Dat maakt het lastig voor een adverteerder om te bepalen wie hij het beste uit kan kiezen en welke ‘mix’ aan vloggers en/of YouTubers de meeste kans biedt op succes.

 

Tot slot nog even terug naar Teske. Helaas heeft haar sympathieke steun de V&D en de Schoolcampus niet kunnen redden, evenmin als de steun van Mert en Lifesplash. Nu ben ik benieuwd welke leveranciers van schoolspullen, vloggers en YouTubers gaan proberen om dit gat succesvol op te vullen. Ik heb al wel een vermoeden …

Paul Sikkema is directeur van Qrius (van het Engelse ‘curious’; gespecialiseerd in onderzoek onder kinderen en jongeren) en medeoprichter van Nowsy (communicatie gericht op jonge doelgroepen).

De gegevens zijn afkomstig uit de nieuwe editie van ons Jongerenonderzoek, Jongeren 2015/2016, die in april verschijnt.

 

Paul Sikkema1

 

 

 

 

 

Paul Sikkema2

Het loopt weer storm(trooper). De kracht van een gevestigd merk.

Afgelopen maanden hebben we allemaal mogen (na)genieten van de zevende epsiode van
Star Wars: The Force Awakens. Maar eerlijk is eerlijk: “you hate it, or you love it.” Iedere foodretailorganisatie, of supermarkt in gewoon Nederlands, is op zoek naar gezinnen met kinderen. En die zijn onder meer aan te trekken middels (kortlopende) spaarprogramma’s, gericht op kinderen. Het succes van spaarprogramma’s hangt van vele factoren af, maar één van de belangrijkste is de kracht van een licentie.

Merkambassadeurs

Starwars

Hoewel Star Wars een ongekend groot merk is (totale opbrengst wordt geschat op 38 miljard euro), is het niet voor iedere retailer een open deur. Sommige retailers kunnen geen goede match vinden tussen het merk en hun bedrijfsactiviteiten en andere retailers voelen simpelweg geen emotionele aantrekkingskracht tot het merk.

Wat niet iedereen beseft is dat Star Wars, in tegenstelling tot elke andere film, legioenen aan aan merkambassadeurs heeft opgebouwd. En al die merkambasseurs zorgen voor een dagelijkse stroom aan Star Wars PR, die een positief effect heeft op de must have factor in spaarprogramma’s.

 

De kracht van een gevestigd merk

Dus ondanks het feit dat de link niet altijd direct zichtbaar en voelbaar is, kan de kracht van een gevestigd merk als Star Wars daadwerkelijk bijdragen aan de werving van nieuwe klanten.
Dit is aangetoond door BrandLoyalty verkochte promoties in Frankrijk, Spanje, Duitsland, Italië en Roemenië. Miljoenen kinderen en ongetwijfeld vele volwassenen hebben een collectie van Star Wars Cosmic Shells gespaard en zijn hiermee weer een klein beetje meer fan geworden van de retailer waar ze hun boodschappen doen. De retailers trokken nieuwe klanten aan en de gemiddelde besteding per klant gingen omhoog. Tenslotte blijft na afloop van de promotie het “Star Wars effect” ook nog voelbaar.

In 2017 is de volgende Star Wars film (Episode VIII). Bent u klaar voor de volgende storm?

 

Thijs-Driessen_EQ9T8916Door: Thijs Driessen, Concept Development Manager, BrandLoyalty Special Promotions B.V.
Als Concept Development Manager bij BrandLoyalty Special Promotions B.V. houd ik mij bezig met de ontwikkeling van (kinder)spaaracties bij internationaal opererende foodretail organisaties. Dit kunnen vraaggestuurde concepten zijn welke aansluiten bij de marketingcampagne van een retailer, maar ook door ons zelf bedachte acties rondom bijvoorbeeld het EK voetbal.

[Branded content] Winnende pizza uit ‘Coen en Sander PizzaLab’ op menu Domino’s

Dankzij een uitdagende logistieke operatie staat de winnende Nicky’s Nacho Speciaal-pizza van het Coen en Sander PizzaLab vanaf vandaag op het menu bij alle 171 vestigingen van Domino’s. De creatie van Nicky van Meir uit Breda werd donderdagmiddag door de dj’s van Radio 538 tot winnaar uitgeroepen van de in totaal 10.000 inzendingen. Afgelopen weken kwamen de meeste bijzondere creaties binnen, zoals een Fastfood538-pizza met patat en mexicano, Pizza Holland met haring, drop, stroopwafel en speculaas en de Pizza Doesn’t Bug Me met sprinkhanen en meelwormen.

Om een nieuwe smaak op de menukaart te krijgen ging Domino’s de afgelopen vier weken samen met de verse 538-dj’s Coen en Sander op zoek naar de meest originele, verrassende en lekkerste nieuwe pizzasmaak. Van de duizenden ingezonden ideeën die wekelijks binnenkwamen, werden elke donderdag de meest interessantst drie pizza’s daadwerkelijk door Domino’s handgemaakt en door de dj’s geproefd tijdens het Coen en Sander PizzaLab. Uiteindelijk beoordeelde een jury deze week de vijf finalisten. In de finale moest Nicky’s Nacho Speciaal het opnemen tegen Karlijns Sudderpizza, Daniels Currywurstpizza, Roels Paellapizza en Leyla’s Peace-Za Anna Maria.

nacho speciaal

“Het leek soms wel of iedereen in Nederland bezig was zijn eigen nieuwe pizza te maken. We zagen de meest exotische creaties binnenkomen. Als Domino’s konden we op die manier goed zien wat Nederland wil. Wij zijn een grote keten, maar wel een keten van mensen. Met deze actie laten we zien dat dit werkelijk zo is en dat we rekening houden met de wensen van onze klanten. (…) We hebben deze samenwerking opgezocht omdat we geloven in branded content en hiermee de consument aan het woord kunnen laten. Het is voor ons de eerste campagne binnen onze nieuwe merkpositionering.” [Nicky Claeys, Domino’s]

De actie met Radio 538 en de populaire dj’s komt voor uit de strategische keuze van Domino’s. De grote uitdaging voor de restaurantketen zelf was om de winnende pizza zo snel mogelijk in heel Nederland op het menu te krijgen. Normaal duurt de introductie van een nieuwe pizza tien tot twaalf weken, nu moest dat binnen drie dagen gebeuren. In dat korte tijdsbestek moesten de nieuwe ingrediënten aan alle vestigingen geleverd worden, moesten alle pizzabakkers geïnstrueerd worden hoe ze de pizza moeten maken en moesten alle vestigingen de menukaart aanpassen.

Libresse lanceert Instagram-campagne ‘Play Fearless’

Libresse liet Panelwizard onderzoek uitvoeren onder 1.105 Nederlandse vrouwen tussen de 16 en de 24 jaar. Vriendinnengroepen blijken hecht en intiem te zijn; driekwart verkiest haar vriendinnen boven een liefde en zegt geen geheimen te hebben voor elkaar (52%). De helft van de meiden deelt details over haar seksleven onderling en 15% heeft zelfs wel eens gezoend met haar BFF. Echter, een derde voelt zich ook wel eens buitengesloten of ervaart soms groepsdruk. In deze gevallen maken meiden zich schuldig aan het overdrijven van verhalen (36%) of een leugentje om bestwil (20%). Volgens een derde van de ondervraagden zorgt ruzie nadat het is goedgemaakt overigens voor een hechtere vriendschap.

Maar liefst driekwart van de jonge vrouwen heeft een vaste vriendinnengroep. En bijna 90% geeft aan helemaal zichzelf te kunnen zijn in het bijzijn van haar vriendinnen. De meerderheid (68%) voelt zich onder haar vriendinnen zo comfortabel, dat zij meer dingen durft te doen die normaal gesproken buiten haar comfort zone liggen. Om een nieuwe uitdaging aan te gaan zijn het dus vooral vriendinnen (73%) die voor een extra duwtje in de rug zorgen, eerder dan ouders (62%) of een liefde (59%). En Nederlandse meiden dromen groots. De top-5 bucketlist:

  • Een (wereld)reis maken (42%)
  • Bungeejumpen of parachutespringen (39%)
  • Zingen in het openbaar (23%)
  • Presenteren/spreken voor een groot publiek (18%)
  • Een extreme sport beoefenen (17%)

Eén op de vijf besteedt haar tijd liever met vriendinnen dan met haar geliefde. Winkelen (59%) en uit eten gaan of een terrasje pakken (56%) horen dan met stip thuis in een perfecte meidendag. Ook samen stappen of naar een festival gaan zijn populair (31%), gevolgd door vakantie; bijvoorbeeld een weekendje weg of een citytrip naar het buitenland. Andere favoriete activiteiten zijn spelletjes spelen (14%), samen sporten (11%) en een beautymiddagje houden (10%).

En daar komt de aap uit de mouw: Libresse vindt dat meiden alle uitdagingen aan moeten gaan, ook al zijn ze ongesteld. Het merk introduceerde daarom de game Play Fearless, dat vrouwen samen met hun vriendinnen via Instagram en andere social media kunnen spelen. De nieuwe wereldwijde social mediacampagne stimuleert jonge vrouwen om ‘fearless’ in het leven te staan. De campagne speelt in op de populariteit van spelletjes en is geïnspireerd op het bekende ‘truth or dare’-mechanisme.

Het Play Fearless-spel vindt plaats op het Instagram-kanaal @LibresseNL, waar vriendinnen elkaar in speelkaarten kunnen taggen om uitdagende opdrachten uit te voeren of bekentenissen te doen. De campagne wordt omarmd door diverse social media-bekendheden, zoals Teske de Schepper, Veronica van Hoogdalem en DisforDazzle. Zij dagen om de week hun volgers uit met truths en dares of delen videocontent waarin zij gekke opdrachten moeten uitvoeren. 

play fearless

NS organiseert opnieuw ‘Tienertoer Challenges’, nu met vloggers Furtjuh & Jiami

De campagne met Nick & Simon vorig jaar was een succes, en dus krijgt deze nu een vervolg. Voor 12- t/m 18-jarigen organiseert de NS deze zomer opnieuw drie weken lang #NSTienertoer Challenges op Twitter. Tijdens de campagne kunnen jongeren dagelijks NS Tienertoer-tickets winnen door mee te doen aan diverse opdrachten. Voor de 2015-editie zijn de populaire vloggers Furtjuh en Jiami (van Lifesplash.nl) gestrikt. Zij gaan op pad naar populaire NS Tienertoer-bestemmingen, hosten drie weken lang verschillende uitdagingen en delen die vervolgens via hun sociale kanalen.

Bij de NS ziet men Furtjuh en Jiami als ideale ambassadeurs van de NS Tienertoer. Hun bereik en populariteit binnen deze jonge doelgroep is groot; ze kunnen zo aan een heleboel jongeren laten zien hoe leuk het is om samen drie dagen op pad te gaan met de trein door Nederland.

De campagne is vandaag van start gegaan, met onderstaand emoji-raadsel. In totaal zijn er drie actieweken; twee in juli en eentje in augustus. Een Challenge bestaat uit een opdracht of een vraag via @NS_online op Twitter, meedoen kan door een reply met het goede antwoord. De Challenges vinden dagelijks plaats tussen 11.00 en 12.00 uur in de ochtend. Medewerkers van het NS Webcare-team begeleiden de Challenges en delen tips met twitteraars over de beste bestemmingen voor een NS Tienertoer.

eerste challenge 2015

Mede dankzij de Tienertoer Challenges vorig jaar werden in 2014 bijna twee keer zoveel Tienertoer-tickets verkocht als in 2013. Met een NS Tienertoerkaart (€ 33 per kaart) kunnen jongeren – van 12 tot en met 18 jaar – drie dagen lang gedurende 2 weken heel Nederland door met de trein.

[Creatie door Johnny Wonder]

Onderzoek Hartstichting: ‘Ouders hebben geen probleem met kidsmarketing voor gezonde voeding’

Net zoals ieder ander vinden de mensen bij de Hartstichting dat kinderen het recht hebben om op te groeien in een gezonde omgeving. Een gezonde omgeving leidt immers tot gezondere kinderen met een gezond voedingspatroon, een gezond gewicht en op latere leeftijd minder risico op hart- en vaatziekten. Bij de Hartstichting zijn ze van mening dat kidsmarketing van ongezonde voedingsmiddelen een belangrijke factor is voor het ontstaan van een ongezond voedingspatroon en overgewicht, vandaar hun rol in de Alliantie Stop kindermarketing ongezonde voeding.

Met dat uitgangspunt in de briefing heeft de Hartstichting in 2014 onderzoeksbureau GfK opdracht gegeven onderzoek te doen naar wat ouders vinden van kidsmarketing (marketing van voedingsmiddelen gericht op kinderen onder de 13 jaar). De steekproef uit het online consumentenpanel van GfK bestond uit 1.000 ouders/verzorgers van kinderen van 3 tot en met 12 jaar. De conclusies kan/mag/wil ik je niet onthouden.

Ouders merken dat kidsmarketing effect heeft op hun kinderen
Kinderen worden volgens ouders blootgesteld aan kidsmarketing van voedingsmiddelen. Driekwart van de ouders merkt dat marketing effect heeft op hun kinderen. Bijna de helft van de ouders (48%) geeft aan dat hun kinderen producten herkennen en 36% merkt dat hun kinderen merken herkennen. Eén op de vijf ouders (19%) merkt dat hun kinderen (meer) vragen of zeuren om het product.

Meerderheid ouders vindt dat kidsmarketing voor gezonde voedingsmiddelen mag
De meeste ouders vinden dat marketing mag worden ingezet voor de promotie van gezonde voedingsmiddelen richting kinderen. Tussen de 9% en 26% van de ouders vindt dat verschillende marketingactiviteiten richting kinderen niet mogen worden ingezet voor gezonde voedingsmiddelen. Zie onderstaande grafiek.

kidsmarketing mag

Meerderheid ouders vindt dat kidsmarketing voor ongezonde voedingsmiddelen niet mag
Een groot deel van de ouders vindt dat marketing niet mag worden ingezet voor de promotie van ongezonde voedingsmiddelen richting kinderen: 48% is tegen reclame voor ongezonde voedingsmiddelen op tv, radio, bioscoop of tijdschriften, en 61% is van mening dat kinderidolen/tekenfilmfiguren niet op de verpakking mogen staan en 71% van de ouders geeft aan tegen reclame bij sportverenigingen te zijn.

kidsmarketing mag niet

Scherpere regelgeving nodig
Driekwart van de ouders (77%) vindt dat er regels moeten zijn voor reclame voor en promotie van voedingsmiddelen gericht op kinderen. Een derde (35%) van de ouders verwacht een positief effect op het eetgedrag van kinderen wanneer er geen reclames meer zijn voor ongezonde voedingsmiddelen. De helft (51%) ziet graag dat reclameuitingen richting kinderen altijd een gezonde manier van leven laten zien. Bijna tweederde (63%) geeft aan dat reclamemakers zich niet op kinderen moeten richten, maar op hun ouders.

ze willen regels

Gevraagd welke regelgeving ingevoerd moet worden, zegt 57% van de ondervraagde ouders het eens te zijn met de stelling dat er geen reclame gemaakt mag worden voor ongezonde voedingsmiddelen richting kinderen. Voor wat betreft reclame op verpakkingen of in de supermarkt zijn deze percentages respectievelijk 50% en 45%.

Naschrift
Ik vermoed dat sociale wenselijkheid en enigszins suggestieve vraagstelling de resultaten beïnvloeden in de richting van de uitgangspunten van de opdrachtgever. Bovendien is dit complexe problematiek — zoals ik eerder schreef: ‘Kidsmarketing onethisch en dikmakend? Was het maar zo simpel’ — die niet zo zwart-wit te benaderen is.

[Foto: Hartstichting]

Columnvriendje

Wat voor weer het ook is, mijn dochtertje krijgt iedere ochtend ‘zonnige ontbijtpap’. Daarna veeg ik haar mondje af met een ‘snoetenpoetser’. Sinds ik mama ben, staat ons huis vol producten met infantiele benamingen. Laatst kreeg ze een doosje ‘rozijnenvriendjes’ mee van het kinderdagverblijf. Ik moest de neiging onderdrukken om alle ‘vriendjes’ direct in onze dagdagtroepjesbak te smijten.

Ik ga er vanuit dat bedrijven die kinderachtige namen niet voor mij bedenken, maar voor mijn kind. Ons 1-jarige hummeltje kijkt nu gelukkig nog glazig naar alle verpakkingen in de supermarkt. Maar er komt een tijd dat ze die wél interessant gaat vinden. En dat baart me zorgen. Ik vind het geen fijn idee dat bedrijven geld uit mijn portemonnee proberen te kloppen door mijn dochtertje met listige marketingtrucs te verleiden.

Kindermarketinggeweld

Kindermarketing heeft een bedenkelijk imago. Tegen de kleurrijke chips- en snoepverpakkingen met Dora of Spongebob is een hele anti-lobby ontstaan. Maar kindermarketing reikt zoveel verder dan ongezonde voeding. Denk aan de poppetjes-, plaatjes- en plantjesterreur van supermarkten. Ook zij zien kinderen vooral als de sleutel tot de portemonnee van hun ouders. En met succes. De Nederlandse ouder laat zich massaal in de luren leggen door dit kindermarketinggeweld. Mama rijdt nog wel eventjes om naar de Appie voor een pakje van Freeks dierenplaatjes. En met een beetje geluk spaart de hele familie mee.

Welke boodschap geven we hiermee af aan onze kroost? Volgens mij laten we zo zien dat we ons slaafs laten inpakken door de commercie. Als ons supermarktvriendje een leuk speeltje geeft, dan springen we allemaal in de houding. We stappen een keer extra in de auto of doen de boodschappen in een duurdere supermarkt en dat voor een ‘gratis’ stukje papier met een panda erop. Als je je kinderen wil leren dat ze niet moeten laten inpalmen door reclames, lijkt mij dat een slecht voorbeeld.

Ouders die nee zeggen

Consumentenorganisaties willen dat de politiek optreedt tegen kindermarketing en schreeuwerige kinderreclames voor snoep en chips verbiedt. Tot nu toe is die boodschap aan dovemansoren gericht. Maar ik vraag me af ook of overheidsbemoeienis veel zin heeft. Mag Snoopy niet meer op de chipszakken, dan bedenkt Unilever wel een ander leuk hondje. Of ze maken chipszakken die je kind tegemoet blaffen.

Het enige wat écht helpt tegen kindermarketing, zijn ouders die nee zeggen. Nee tegen vanillekoekjes van Dora maar ook nee tegen dierenplaatjes van Freek en nee tegen producten met infantiele benamingen. Dat laatste is trouwens nog niet zo gemakkelijk. Want heeft iemand een idee waar ze gewone ‘gezichtsdoekjes voor kinderen’ verkopen, in plaats van knoeidoeidoekjes, smeerpoetsers of toetenvegers?


Eerder verschenen in Metro, met toestemming ook hier geplaatst

De 6 mooiste filmpjes uit de NXTGen-presentatie van Joeri Van den Bergh: ‘Who’s up NXT?’

Onder de noemer Who’s up NXT? organiseerde InSites Consulting vanmiddag een interessante bijeenkomst met vier presentaties waarin een ‘cross-generational view on NextGen marketing’ centraal stond. Met name de presentatie van Joeri Van den Bergh was zeer de moeite waard. Heel knap bevatte zijn verhaal zowel interessante onderzoeksfeiten als vermakelijke video’s en inspirerende ontwikkelingen uit de praktijk, opgehangen onder een aantal trends. Je had erbij moeten zijn, want een samenvatting doet het informatieve en entertainende karakter van de presentatie tekort.

De auteur van How Cool Brands Stay Hot schetste een beeld van ‘NXTgen’, het etiket voor de combinatie van generatie Y (19-35 jaar) en generatie Z (4-18 jaar). Geen onbelangrijke groep, want ze hébben niet alleen geld, maar 80% daarvan geven ze ook uit. Daarnaast hebben ze een behoorlijke invloed op onder andere de voeding, vakanties en technologieën binnen het gezin. Het DNA van NXTGen is in vier karaktereigenschappen te omschrijven, die je als trends kan zien.

NXTGen DNA

Hieronder noem ik enkele termen die tot deze trends behoren, met ter illustratie de zes meest boeiende filmpjes die Joeri vandaag aan de volle zaal in Beeld en Geluid liet zien.

‘I am snappy’ — We zijn zeer visueel ingesteld, met een kortere aandachtsspanne dan een goudvis. Een slimme zet dus van Geico om de boodschap in prerolls te vertellen vóórdat deze geskipt kunnen worden, maar dan op zo’n manier dat miljoenen mensen alsnog een minuut blijven kijken. Emoji’s worden door kinderen en jongeren, de ‘emoji-onal’-generatie, gebruikt in communicatie, en bedrijven spelen daar gretig op in. Een mooi voorbeeld is de ‘ementicons’-commercial van Mentos (‘A fresh way to express yourself’). Maar ook door het delen van exclusieve evenementen of locaties via Snapchat of via Meerkat/Periscope passen in de ephemeral-trend. Net zoals het doorkijken van series en allerlei Uber-varianten passen bij deze age of impatience (‘I want it all, and I want it NOW’): ervaringen op commando.

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=pvcj9xptNOQ]

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=Jkq6MTp-3uY]

‘I am dreaming of a better world’ — Gendergelijkheid krijgt veel aandacht in de media, maar voor generatie Z spelen verschillen tussen mannen en vrouwen niet zo. In de modewereld wordt gespeeld met dit gegeven en merken als Selfridges bieden al genderneutrale collecties aan. Op veel gebieden krijgen sterke meisjes de hoofdrol, bijvoorbeeld in de films van Disney (Frozen) of bij het speelgoed van Mattel (DC Super Hero Girls). GoldieBlox speelt al wat langer met dit gegeven, met een verrassende twist in de Pasen-commercial van vorig jaar, en Always is reeds enige tijd bezig om de uitdrukking ‘like a girl’ een positieve wending te geven. Ook elders is een mentaliteitsverandering gaande, bijvoorbeeld als het gaat om milieu en duurzaamheid. Blijkbaar zit er een grens aan binge behavior (Joeri noemt dat ‘enoughism’), wat dan wel weer leidt tot uitdagingen in de vorm van onder andere breakfast raves of feesten en clubs waar drank & drugs uit den boze zijn. 

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=ArNAB9GFDog]

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=wtk3JTHfWm8]

‘I am making it’ en ‘I am ready to make it’ — Generatie Z is more individueel (‘I’ve made it’) dan generatie Y (‘We’ve made it’): persoonlijke vaardigheden – beter zijn dan anderen – is belangrijker. Een voorbeeld van de ‘ME-conomy’ is de actie van Lay’s-chips die liefhebbers kunnen personaliseren met hun eigen foto. Veel meer dan oudere generaties vind NXTGen het belangrijk om plezier en een avontuurlijk leven te hebben, creatief, succesvol en rijk te zijn. Dat doen ze voor het eerst liever in sportieve kleding dan in een spijkerbroek. Zoals Joeri in zijn trendvoorspelling voor 2015 al benoemde, is veel van onze marketing te perfect om aan te sluiten bij de komende generatie. Dat bij Getty Images vaker amateuristische en minder fraaie beelden worden besteld, is een aardig bewijs van de perfectly imperfect-trend. Zelfs Nike Women verbeeldt nu ook de onzekere kant van de doelgroep in een sterke commercial, en de campagne van D.EFECT gebruikt de hashtag #TheBeautyOfImperfection (er worden immers alleen producten met een foutje verkocht). Falen is niet erg, wat een fijne afsluitende boodschap. ;-)

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=zzbjEMaDjrk]

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=Fi14xQ6VOfA]

En voor de volledigheid nog even de slides van de presentatie.

Weet wat er speelt bij jongeren: ‘Voor ons werkt een Jongerenraad van Advies’

25% van de inwoners van Nederland behoort tot de doelgroep jongeren (9 tot 29 jaar). We komen ze dagelijks tegen. Tijdens het boodschappen doen, aan de ontbijttafel, in de klas, als je wat bestelt op een terras, in het verkeer. En niet te vergeten in de media. Er valt elke dag wel iets te lezen over deze doelgroep. En toch weten we niet altijd wat er echt speelt bij jongeren en lijken ze soms in een andere wereld te leven.

Niet alleen als ouders, andere opvoeders maar ook als professionals in Marketing & Communicatie moeten we een ‘lifeline’ met jongeren aanleggen en onderhouden. Waardoor we het contact houden en weten wat er speelt. Die lifeline moet aan twee kanten stromen. Zij moeten jou uitnodigen in hun wereld en jij hen in die van jou. Alleen dan krijg je inzicht in jongeren. Daarom zijn wij bij Move Jongerenmarketing Consultancy gestart met een Jongerenraad van Advies.

De Jongerenraad van Advies heeft een adviserende rol als sparringpartner van de eigenaren van Move. Zij denken mee met onze opdrachten en dragen zelf onderwerpen en organisaties aan waar zij verbeteringen zouden willen zien. Hun grootste motivatie? Ze ergeren zich aan de vooroordelen die sommige organisaties hebben als ze hun boodschap, dienst of product aan jongeren willen overbrengen. Het bewijst voor hen dat organisaties jongeren vaak echt niet snappen.

De Jongerenraad van Advies gaf ons in onze laatste bijeenkomst een aantal interessante voorbeelden van vooroordelen:

  • Vooroordeel 1: Jongeren zijn met internet opgegroeid dus weten ze beter dan volwassenen hoe ze het internet op een formele manier moeten gebruiken.
    “Ik vind dat bedrijven meer naar jongeren moeten luisteren. Men gaat er al snel vanuit dat jongeren iets wel zelf kunnen regelen en uitzoeken op internet terwijl dat niet altijd zo is.”
  • Vooroordeel 2: Jongeren willen alles in beeld en filmpjes.
    “Het is niet zo dat omdat het een filmpje is of een foto via Instragram het ons goed informeert. Sommige zaken moeten uitgelegd worden. Bijvoorbeeld in een persoonlijk gesprek.”
  • Vooroordeel 3: Jongeren zetten zich altijd af tegen thuis en hun ouders.
    “Ik koop vooral producten die we vroeger thuis ook hadden, zoals Robijntje.”
  • Vooroordeel 4: Jongeren zijn alleen maar bezig zijn met feesten, muziek en sociale media.
    “Bedrijven denken dat wij alleen maar van feesten houden. Veel reclames zijn gericht op het thema ‘feesten’. Hele drukke reclames, waarin ze hip lopen te doen, veel met sex of sexy types.”
  • Vooroordeel 5: Jongeren hebben erg veel interesse in later en morgen.
    “Banken bijvoorbeeld, die plannen graag vooruit en willen het steeds over later hebben. Jongeren plannen niet vooruit. Die zijn heel erg in het hier en nu bezig.”

In onze Jongerenraad zitten jongeren van 13 tot 29 jaar. Geen hipsters of ‘politieke beestjes’ maar gewone jonge mensen die het leuk vinden om hun mening te geven zonder een duidelijk podium. Krijgen ze er dan niks voor terug? Jawel, ervaring die ze op hun CV kunnen zetten, een kleine vergoeding, een plek om in contact te komen met leeftijdsgenoten en inzicht in hoe marketing werkt. Er wordt niet alleen gepraat, al onze jongeren hebben een talent waarmee ze ons kunnen helpen. Zoals vormgeven, sociale media, schrijven oid. Onze huisstijl werd door een lid voor ons ontworpen.

Wij van Move vinden jongerenmarketing serious business. Zij verdienen het om serieus genomen te worden. Ook al is het ons dagelijks werk, ook wij moeten moeite doen om in contact met de jongeren te blijven. Voor ons werkt een Jongerenraad van Advies dan ook goed. Hoe zorgt ú dat u uw ‘lifeline’ met uw doelgroep krijgt en behoudt?

Calvé Pindakaas geeft gratis sportactiviteiten weg: ‘Ontdek welk talent je kind heeft’

Calvé Pindakaas is een campagne gestart waarbij verschillende sportactiviteiten voor kinderen van 6-18 jaar worden weggegeven. Wie momenteel een grote actiepot (650 gram of 1 kilo) van het bekende Unilever-merk koopt, kan een gratis kids-activiteit uitkiezen. Het aanbod bestaat uit meer dan 200 sportactiviteiten waar kinderen en jongeren aan kunnen deelnemen. Klimmen, karten, dansen, judo, tennissen, zwemmen, enzovoort — allemaal activiteiten die de jeugd een keer kan proberen dankzij deze actie.

Met de unieke actiecode, tussen 1 mei en 31 juli 2015 aan de binnenkant van het etiket van de pot pindakaas te vinden, kan een cadeaucode worden aangevraagd, waarmee vervolgens een e-voucher aan te maken is voor de gewenste sportactiviteit, die tot 31 maart 2016 in te wisselen is. 

gratis potactiviteit

Voor de actie werkt Unilever samen met TLC Marketing. Het internationale marketingbureau doet er in de actievoorwaarden niet geheimzinnig over: persoonsgegevens kunnen aan partners van het bureau worden verstrekt. Dus.

Update (12 mei): Om de campagne aan te jagen, plakte scholier Sam al abseilend een actie-etiket op een 15 meter hoge pindakaaspot aan de Maas in Rotterdam. “Wij zien kinderen in Nederland graag lekker bewegen, actief bezig zijn en vooral plezier hebben in sport,’ licht Karin Koornneef van Calvé Pindakaas toe tegen MarketingTribune. “Met deze actie krijgen tienduizenden kinderen binnen een bepaalde periode de mogelijkheid om een sport uit te proberen die ze leuk vinden. Hopelijk zet ze dit ook aan om meer te gaan bewegen en er lol in te hebben.”

[Evolutie] Kidsmarketing onethisch en dikmakend? Was het maar zo simpel…

Vorige maand verscheen het boek Overgewicht en obesitas bij kinderen van Edgar van Mil en Arianne Struik. Belangrijk leesvoer, omdat de discussie rond de schuldvraag van dit complexe probleem hoog oploopt en feiten en meningen met elkaar verward worden. Uit deze wetenschappelijk onderbouwde literatuur blijkt dat overgewicht evolutionair te verklaren is; te veel eten levert extra voorraden op in de vorm van vetweefsel, wat in lang vervlogen tijden de mens heeft geholpen om te overleven. Inmiddels wordt het voortbestaan van onze soort niet meer door hongersnood bedreigd, maar blijkbaar is dat nog niet tot de diepste lagen van ons brein doorgedrongen, want als het kán, kauwen we gewoon door. Onze omgeving is dikmakend — niet zozeer omdat advertenties en verpakkingen boodschappers zo vrolijk toelachen, maar omdat calorieën in elke koelkast en op elke straathoek voor het oppakken liggen. We hoeven niet meer honderden kilometers met een speer in de hand af te leggen om op een maaltijd te jagen.

In de consumptiemaatschappij waarin we leven, zijn producten in alle soorten, maten, smaken en prijzen verkrijgbaar. In veel gevallen maken die onze dagen leuker of lekkerder, hoewel we — na een blik op de weegschaal — beseffen dat het best wat minder zou kunnen. Bedrijven willen de verkoop van hun waren echter bevorderen, en dus doen ze aan marketing. Dat vermarkten gebeurt ook richting kinderen, een belangrijke doelgroep dankzij het zakgeld dat ze te besteden hebben en de cadeautjes waar ze om vragen, maar meer nog door hun invloed op gezinsaankopen of met het oog op de toekomst.

De gangbare definitie van kidsmarketing is die van de Voedsel en Waren Autoriteit: ‘Op kinderen/de kindermarkt afgestemde zichtbare promotie van producten, teneinde transacties te creëren waarmee consument en producent wederzijdse doelstellingen verwezenlijken’ (VWA, 2006 (pdf)). Dit betreft niet alleen reclame, maar ook verpakkingen, characters, premiums, et cetera. En het gaat niet uitsluitend om voedingsmiddelen, maar ook om speelgoed, kleding, schoolspullen, enzovoort. Zonder marketing zouden populaire merken als LEGO, Disney, Nintendo, McDonald’s en YouTube waarschijnlijk niet bestaan; we zouden het qua speelgoed moeten doen met de aloude blokkendoos en eten wat de pot schaft uit anonieme zakken van kringlooppapier.

Laten we er niet omheen draaien: het containerbegrip ‘kidsmarketing’ is een rotwoord, reclame werkt (effecten zijn keer op keer aangetoond; we — kinderen én volwassenen — worden bewust of onbewust verleid om bepaalde aankopen te doen), merken zijn onontkoombaar en de chipsfabrikant heeft een groter marcombudget dan de groenteboer. Maar reclame is veelal ook relevant, omdat het ons vertelt wat er waar voor hoeveel te koop is, en daarnaast nemen we maar wat graag deel aan marketingacties als er iets te halen valt. Toch gaan er stemmen op dat het aanspreken van kinderen als consumenten onjuist of zelfs onethisch is. Vreemd eigenlijk: kinderen zíjn consumenten, die eten en spelen en opgroeien met logo’s om zich heen (de billboards van McDonald’s, de felgekleurde wikkels van de Tony’s Chocolonely-repen of de spectaculaire evenementen van Red Bull zijn niet specifiek op hen gericht, maar spreken hen wel aan) en moeten leren om daarmee om te gaan.

Sinds 1 januari 2015 is het niet langer toegestaan om reclame voor voedingsmiddelen te maken gericht op kinderen jonger dan 13 jaar, tenzij ze aan specifieke criteria voldoen. Deze zelfregulering gaat vooral ten koste van het traditionele mediabudget (reclame die duidelijk als reclame herkenbaar is, bijvoorbeeld tv-commercials of printadvertenties), maar meer subtiele beïnvloedingstechnieken worden in de praktijk niet geraakt.

De P van ‘promotie’ ligt onder vuur en zou volgens een aantal organisaties verboden moeten worden voor wat betreft minder gezonde voeding, terwijl imho de focus veel meer op de P van ‘product’ zou moeten liggen. Overgewicht ontstaat immers als kinderen meer energie tot zich nemen dan dat ze gebruiken, als ze er meer gewicht bij eten dan dat ze er af bewegen. De kilo’s zullen er niet afvliegen als fabrikanten stoppen met animatiefiguren of spaaracties, zoals voorgesteld wordt. Maar als hun porties kleiner worden gemaakt in plaats van steeds groter, er minder suikerklontjes in hun voedsel verwerkt worden en ze een actievere levensstijl gaan aanhangen, zet dat meer zoden aan de dijk.

Om overgewicht van kinderen tegen te gaan, moeten ‘verwennende’ (groot)ouders hun gedrag veranderen en scholen hun regels aanpassen. Veel opvoeders herkennen het probleem echter niet (hun kind kan écht niet te dik zijn), vinden het moeilijk om het goede voorbeeld te geven (ze kunnen ook tegen zichzelf geen ‘nee’ zeggen), verwennen hun kroost graag (zonder dat erom gezeurd wordt, kopen ze het lekkers dat blije gezichten oplevert), weten niet goed wat al dan niet gezond is, of zijn niet gewend om grenzen te stellen en te handhaven. Aan de andere kant zijn er meer ‘autoritaire’ ouders die doorslaan in het continu tellen van calorieën, waardoor peuters al obsessief met hun uiterlijk (de norm om dun te zijn) omgaan. Opvoeders kunnen dus wel wat hulp gebruiken.

Ik ben een voorstander van een positieve aanpak: niet verbieden, maar de gezonde keuze de makkelijke keuze maken. Zo moeilijk kan het toch niet zijn om water leuker te maken? Een mooi voorbeeld komt uit de VS, waar een samenwerkingsverband van bedrijven, beroemdheden, atleten en stichtingen het nieuwe groente- en fruitmerk FNV (‘Fruits ‘n’ Veggies’) in de markt zet om de consumptie van groenten en fruit door tieners en moeders te verhogen. De marketingtechnieken die al veel langer door de grootste merken worden omarmd, worden daarbij ingezet, maar nu om gezonde producten te promoten. In Nederland hebben we al gezien dat je met ‘verantwoord’ kan scoren: de Moestuintjes-actie van Albert Heijn was enorm succesvol, de schooltuinpakketten van Spar worden steeds populairder en de Kids-lijn van Chiquita Kids maakt gezond snoepen leuk. Maar ook op andere terreinen is een tegenbeweging zichtbaar, met de snackbar die voor duurzaam gaat en het festival waar sapjes aan plezier gelinkt worden.

Het overgewichtsprobleem is niet op korte termijn op te lossen, maar laten we wel aan de slag gaan om de wereld beter te maken voor later. Daarom moeten we verdergaan met het aantrekkelijker maken van de verantwoorde keuze, in campagnes niet misleiden of aanzetten tot overmatige consumptie (‘geniet maar met mate‘ moet ook hier opgaan), de jeugd helpen om dagelijks meer te bewegen en ons ook op (groot)ouders en scholen richten. Het vergt een lange adem, maar op die manier kunnen we de evolutie een beetje bijsturen.

[Dit artikel is ook verschenen in MarketingTribune nummer 8, 2015; afbeelding via Brilliant Ads]

—————————————————————————————————————————————————-

Naschrift:
Over dit enorm complexe onderwerp zijn boeken vol te schrijven. In één pagina in een vakblad is het onmogelijk om die broodnodige nuance in de discussie aan te brengen. Hieronder nog enkele losse meningen en gedachten die ik hierboven niet kwijt kon, maar die wel laten zien waarom het debat alle kanten op kan schieten:

  • Af en toe wordt gepleit voor een vettax of suikerbelasting (die zou kunnen worden gebruikt voor gezondheidsbevordering); een aantal mensen zal calorierijk voedsel eerder laten staan als ze daar extra voor moeten betalen. In Denemarken is dit geprobeerd, maar na een jaar al weer afgeschaft.
  • Mogelijk is de parallel met roken te trekken; het verbod op tabaksreclame of afschrikwekkende plaatjes op verpakkingen hadden naar verluidt geen positieve gevolgen, maar accijnsverhogingen, het aanspreken op sociaal gedrag en maatregelen in openbare ruimten wel.
  • Zou anders een checklist ingevoerd kunnen/moeten worden? Dan zou het voor ouders makkelijker worden om producten te kiezen die kindvriendelijk, eerlijk én duurzaam zijn.
  • Staatssecretaris Van Rijn (VWS) beantwoordde een aantal Kamervragen over ‘sluikreclame’ op scholen: “De huidige Reclamecode voor Voedingsmiddelen beschrijft wat de voedingsmiddelenindustrie wel en niet mag richting het onderwijs en de kinderopvang.”
  • Stichting Media Rakkers stelt in een visiedocument (pdf) over jeugd en reclame dat kinderen recht op educatie hebben over de reële wereld om hen heen: “Het is steeds moeilijker om kinderen af te schermen van reclame, zeker voor de nieuwere vormen in sociale media en in de virtuele werelden, waar zij zich in bewegen zonder toezicht van opvoeders.”
  • Als nieuwsmedia schrijven over kidsmarketing ligt de nadruk altijd op misleiding/zeurterreur/obesitas in plaats van op verleiding/vermaak; een positieve insteek is geen nieuws.
  • Een veel gehoord geluid is dat het ouders te moeilijk wordt gemaakt om ‘nee’ te zeggen omdat er te veel verleidingen zijn, dat ze wel heel sterk in hun schoenen moeten staan om niet overstag te gaan. Daarnaast is er nog de groepsdruk: andere kinderen mogen meer of bepaald gedrag is gangbaar op school of bij verjaardagen, en ouders willen hun kind niet te kort doen.
  • Wijzen naar anderen is de makkelijkste manier om zelf niet verantwoordelijk te zijn, dus laten we het de overheid opknappen in plaats van dat we ons kroost zelf wat minder suiker en vet toestoppen?
  • Columnist/culinair journalist Sylvia Witteman op Twitter: “Voedselfabrikanten de schuld geven van overgewicht is hetzelfde als korte rokjes de schuld geven van verkrachting. (…) Als mensen gaan geloven dat ze in feite nooit ergens iets aan kunnen doen is alles verloren. Dan verworden we tot dieren.”
  • Angela Weghorst van Marketingonderzoek en –adviesbureau TwinQ wil gezonde voeding uit het verdomhoekje van ‘moeten’ halen: “Want ja zeg nou zelf, kinderen leren al op heel vroege leeftijd dat gezond gelijk staat aan ‘moeten’ en ongezond aan ‘feest en beloning’.” Het is wetenschappelijk aangetoond dat het beter werkt als ‘gezond’ als ‘lekker’ wordt gepresenteerd.
  • Teun ‘De Monitor’ van de Keuken‏ was niet enthousiast over de onconventionele aanpak van het nieuwe groente- en fruitmerk FNV: “Pak eerst de marketing van ongezonde rommel maar eens aan.” Maar wat is rommel? Juist veel A-merkfabrikanten leveren een betere kwaliteit én een bijdrage aan een meer duurzame maatschappij, terwijl dit bij de goedkopere merklozen en discounters minder speelt en zij onder de radar blijven.
  • Is een lespakket of een spreekbeurt van een snoepfabrikant educatief of onethisch? Is het tonen van een product op school of in een rekentoets per definitie fout of is het juist een aansprekende manier van aansluiten bij de praktijk, bij de leefwereld van de leerlingen?
  • Tieners blijken zelf nauwelijks na te denken over voeding; gezond en duurzaam hebben nauwelijks hun aandacht; ze krijgen pas belangstelling voor gezonde voeding als ze zelf het gevoel krijgen dat ze te dik worden.
  • Niet alleen fabrikanten, ook retailers spelen een rol. De plaatselijke bakker bijvoorbeeld snijdt tegenwoordig ongevraagd dikkere sneeën brood (als je gewone sneetjes wil, moet je niet om ‘gewoon’ vragen maar om ‘dun’ (lees: dik is gewoon geworden), waardoor je bij een zelfde hoeveelheid boterhammen toch zo’n 20% meer binnen krijgt, en je sneller terug moet voor een nieuw brood.
  • De ‘opvoedrol’ van scholen wordt steeds groter, omdat lang niet alle kinderen bepaalde basisvaardigheden van huis uit meekrijgen (knippen, veters strikken, luisteren, etc.). Zou aandacht voor (eigenlijk: bijdragen aan) een gezond eetpatroon/lunchmoment daar niet ook onderdeel van moeten uitmaken? dat scholen niet alleen een veilige omgeving bieden (bijvoorbeeld door een anti-pestbeleid), maar ook een gezonden omgeving?
  • Steeds meer leerlingen op basisscholen moeten het doen met brood en water. Dat klinkt als een stap terug naar de tijd dat er nog geen ander aanbod was, maar wellicht is dit een noodzakelijke stap?
  • Af en toe genieten van een snoepje of een glaasje fris moet kunnen, zou je denken. Slaan we met een ‘zero tolerance’-beleid in dezen niet te ver door? Dat zou kunnen leiden tot een tegenreactie, waarin de zoektocht naar zoetigheid juist groter wordt (wat verboden is, kan aantrekkelijk zijn) en de focus op uiterlijk (je móet dun zijn) komt te liggen.
  • Al meer dan 75 gemeenten gebruiken de JOGG-aanpak (‘jongeren op gezond gewicht’), waarmee private en publieke partijen zich gezamenlijk inzetten voor een gezonder gewicht onder jongeren. Een mooi initiatief, maar critici vinden dat je het voedselbeleid voor kinderen daarmee uitlevert aan de markt; als het bedrijfsleven er betrokken bij is kan het nooit goed gaan, omdat zij juist door deze groep verantwoordelijk wordt gehouden voor het overgewicht.
  • Meerdere voedingsfabrikanten doen aan ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’ en ondersteunen activiteiten op het gebied van sport of gezondheid. Is het zo verkeerd dat een frisdrankmerk een sportevenement sponsort, of moeten we álle initiatieven die hier een bijdrage aan leveren, ongeacht de afzender, juist toejuichen?
  • Enzovoort, enzovoort, enzovoort. Aanvullingen zijn welkom!

Updates:

  • (22/4): Toevoeging van Tim Smits (KU Leuven) op Twitter: “Je mag ongelijkheid tussen voedingssoorten niet negeren. Er zit meer marge op geproduceerde (ongezonde) voeding, dus meer marketing. De brand equity van basisproducten zoals appels of groente is te laag om een marketingbudget te hebben; voor gezond voedsel is het gewoon onhaalbaar om met gelijke ‘wapens’ (=marketingbudgetten) te werken.”
  • (26/4): En dit is dus niet de bedoeling: ondanks beloftes van producenten om hun producten minder zout te maken, zijn veel zoute levensmiddelen de afgelopen jaren even zout gebleven of zelfs zouter geworden, blijkt uit onderzoek van de Consumentenbond.
  • (28/4): Uit een recent onderzoek op Amerikaanse scholen blijkt dat de ‘McDonald’s-methode’ ervoor zorgt dat de gezonde maaltijden op school met maar liefst 300% meer gekozen worden dan voorheen, schrijft HLNdoor kleine hebbedingen weg te geven, wordt zo’n maaltijd een stuk populairder bij kinderen.

Playmobil cadeau bij Smoeltjes-koekjesmix

Da’s dan toch wel weer een noemenswaardige en verleidelijke samenwerking die koekjesfabrikant Hellema voor elkaar heeft gekregen: in een actieverpakking Smoeltjes-koekjesmix (met 10 uitdeelzakjes Smoeltjes) vinden boodschappers momenteel een leuk setje Playmobil. Er zijn in deze promotie drie verschillende poppetjes-met-toebehoren van het populaire speelgoedmerk verkrijgbaar, die willekeurig in de verpakking worden gedaan. En wie kan tellen, maakt via de actiepagina op Smoeltjes.nl ook nog eens kans op een grotere Playmobil-set van 100 euro.

De Smoeltjesmix met Playmobil is een actie-artikel dat tijdelijk voor zo’n vier euro verkrijgbaar is bij verschillende winkelformules.

smoeltjes playmobil

“De ultieme kindertraktatie”

[Interview] Move Jongerenmarketing Consultancy: ‘Jongeren kunnen een organisatie maken of breken’

Kijk, een nieuw bureau aan het front: marketeer Mylène Samuels en onderzoeker Paulien Kreutzer richten zich met Move Jongerenmarketing Consultancy op organisaties die de doelgroep 9 tot 29 jaar serieus willen nemen. Dat vraagt om een interview om het hoe, wat en waarom uit te zoeken. Leg deze move (sorry, kon het niet laten ;-)) eens uit! “Door onze ervaring snappen we dat veel marketeers door de ‘waan van de dag’ geen tijd hebben om een lange termijn strategie te ontwikkelen voor jongeren. We zien ook dat er zeker geen gebrek is aan goede ideeën, maar dat het lastig is om te bepalen welk idee nu echt gaat bijdragen aan de doelstelling. Wij willen marketeers helpen om –samen met hen– effectieve strategieën te ontwikkelen en uit te voeren gericht op jongeren. Zodat ze hun doelstellingen met deze doelgroep behalen. Dat kunnen wij, omdat we meer dan 20 jaar ervaring hebben in effectieve marketing gericht op de doelgroep 9 tot 29 jaar.”

Wat gaan jullie anders doen dan andere bureaus die richting jongeren communiceren? “Wij zijn geen communicatie- of reclamebureau maar de enige marketing consultancy voor organisaties die zich richten op de doelgroep variërend van 9 tot 29 jaar. We werken onafhankelijk en middelenvrij. Wij werken samen met de marketeers en zijn vaak op de werkvloer. Zo zien we ‘hoe de hazen lopen’ en welke bedrijfscultuur er is.”

“Wij helpen organisaties om hun langetermijndoelstellingen met jongeren te behalen. We kijken scherp naar de doelstellingen en de doelgroep. We analyseren de sterke en zwakke kanten van de eigen organisatie en de kansen en bedreigingen van hun omgeving. Uiteraard doen we onderzoek naar de doelgroep, in welk vorm dan ook. Daarmee ontwikkelen we een realistische strategie: de weg naar het behalen van de langere termijn doelstellingen. We stellen een concreet marktbewerkingsplan op en begeleiden de implementatie. Wat de oplossing voor het behalen van de doelstelling ook is. Ook meten we de resultaten.”

move2

Jullie visie luidt: ‘jongerenmarketing is serious business’. Wat bedoelen jullie daarmee? “Wij snappen dat er door de ‘waan van de dag’ vaak geen tijd is om eens rustig na te denken over een langere termijn strategie om de doelstellingen met de doelgroep jongeren te behalen. Maar deze doelgroep van 9-29 jaar (25% van de totale bevolking!) zijn niet alleen de klanten en werknemers van nu maar ook die van de toekomst. Zij kunnen een merk of organisatie –overnight– maken of breken. Dat willen wij helpen voorkomen.”

Hoe moeten we met jongeren communiceren? Is een commercial niet nog steeds de makkelijkste manier om deze doelgroep te bereiken? “Je moet je eerst afvragen of een commercial wel de oplossing is om je doelstelling te behalen. De oplossing volgt namelijk feilloos uit de sterke en zwakke kanten van de organisatie, de kansen en bedreigingen extern en uiteraard uit de inzichten vanuit onderzoek met de doelgroep. Het kan zijn dat er hele andere dingen aan de hand zijn waarom de doelstellingen eerder niet behaald werden. Misschien ligt het aan het product zelf of aan de cultuur in de organisatie. Dat een commercial in de uitvoerende fase een van de oplossingen is, dat kan, maar dan moet je eerst wel je huiswerk maken voordat je geld uitgeeft aan een commercial.”

Wat is volgens jullie kenmerkend voor de huidige generatie jongeren? Welke rol kunnen merken in hun leven spelen? “Jongeren hebben andere verwachtingen en gaan heel anders om dan volwassenen met organisaties, merken en werkgevers. Ze kunnen –door social media– een organisatie maken of breken. Merken die hele goede service bieden, mooie producten ontwikkelen en daarbij goed weten aan te sluiten bij de huidige generatie jongeren kunnen het leven van jongeren makkelijker, aangenamer, interessanter en zeker ook leuker maken! Relevantie en authenticiteit zijn de key voor jongeren.”

Wat willen jullie voor elkaar krijgen, wanneer zijn jullie tevreden? “Wanneer we van waarde zijn voor onze opdrachtgevers. Dat zij zich echt geholpen voelen en dat doelstellingen behaald zijn. En dat er bij hen een structurele verandering is in de manier van denken over jongeren. Bij Spotta hebben wij recent zo’n resultaat behaald en daar zijn we erg trots op.” (Even gecheckt — Marije Boogaard, Manager Werving & Behoud van Spotta beaamt dit: “Onze samenwerking was zeer inspirerend. Move komt tot de kern van het probleem en weet dit te vertalen naar een heldere strategie. Daarbij zijn zij goed in staat alle stakeholders te betrekken, zodat de oplossing door de hele organisatie gedragen wordt.”)

Wat is jullie advies aan jongerenmarketeers, behalve dat ze bij jullie aan moeten kloppen voor hulp? “Kom uit de ‘waan van de dag’. Maak tijd vrij en zet even alle ad hoc zaken on hold. Stel je doelstelling op voor de jongerendoelgroep. De grote vraag die je moet beantwoorden is: waarom heb ik die doelstelling tot nu toe nog niet behaald? Ligt dat aan de eigen organisatie, je product, je marketingacties? Ligt het aan de externe omgeving, aan je concurrent misschien? Onderzoek dan hoe jongeren jouw product of dienst gebruiken en ervaren. De tijd die je hiervoor vrij maakt, gaat niet over maanden, hooguit een paar weken. Maar deze investering loont gegarandeerd, want jij weet nu welke richting je op moet om je doelstellingen te behalen.”

Veel succes! Ik hoop hier snel succesverhalen te kunnen delen.

Kids en Jongeren Marketing blog website is van Euroforum BV. Privacy statement | Cookie statement | Copyright © 2021