Cartoon Network lanceert applicatie voor fotobewerking: ‘Adventure Time Fotobox’

Cartoon Network heeft de Adventure Time Fotob0x gelanceerd, een interactieve web-based applicatie. Gebruikers kunnen afbeeldingen uploaden of foto’s van zichzelf maken met een webcam en hun favoriete personages uit de tekenfilmserie Tijd voor Avontuur* en elementen uit het magische Land van Ooo toevoegen. Daarna kunnen zij de foto’s opslaan op de computer of delen met vrienden via sociale media. De Fotobox-applicatie bouwt voort op het succes van Instagram en andere eenvoudig te gebruiken apps voor fotobewerking en is de eerste toepassing in deze soort voor Cartoon Network.

De applicatie combineert echte foto’s met cartoon-elementen in een polaroid formaat en is te gebruiken op verschillende apparaten, zoals desktop computers, tablets en mobiele telefoons.

De website van Cartoon Network heeft reeds een sterke reputatie op het gebied van interactieve gebruikerservaringen, met meer dan 18.500 Tijd voor Avontuur– en 25.000 Gumball-creaties die met de toepassing Personage Automaat zijn ontworpen. Ook zijn er bijna 10.000 animaties gemaakt sinds de lancering van GIF Mash Up. Met Adventure Time Fotobox wordt de online ervaring verder uitgebreid en kunnen sitebezoekers een van de belangrijkste shows van Cartoon Network op een nieuwe manier beleven en zo deel worden van de fantasierijke wereld.

*Tijd voor Avontuur (oorspronkelijke titel: Adventure Time), Cartoon Network’s komische animatieserie, is bekroond met een Emmy Award en momenteel worden gloednieuwe afleveringen van het vijfde seizoen uitgezonden. De populaire serie gaat over de avonturen van de onwaarschijnlijke helden Finn en Jake, vrienden die dwars door het mysterische Land van Ooo reizen en overal kleurrijke inwoners ontmoeten. De beste vrienden belanden altijd in bloedstollende avonturen. Finn, een rare jongen met een geweldige muts en Jake, een hond met een groot hart, steunen elkaar door dik en dun.

Onderzoek Iene Miene Media 2014: ‘45% 0-jarigen en 59% 1-jarigen gebruikt al geregeld een tablet’

Nóg een onderzoek in het kader van de Media Ukkie Dagen: kleine kinderen (0 t/m 3 jaar) maken thuis steeds intensiever gebruik van digitale media zoals computers, tablets, televisie, radio, cd’s en dvd’s. Deze trend zet snel door, mede veroorzaakt door het toegenomen bezit van deze media in gezinnen met kinderen t/m 7 jaar. Vooral de populariteit van tablets stijgt snel (in 2012 nog in 33% van de huishoudens aanwezig, nu al in 77%). Gemiddeld wordt hier 22 minuten per dag aan besteed. Bijna de helft van de kinderen is hier zelfs al mee bezig voordat ze één jaar worden.

Dit zijn de belangrijkste conclusies uit het onderzoek Iene Miene Media 2014 (pdf), naar het gebruik van media door kinderen van 0 t/m 7 jaar, in opdracht van Mediawijzer.net. De studie is dit jaar voor de derde keer* uitgevoerd in kader van de campagne Media Ukkie Dagen 2014 en is afgelopen dinsdag besproken tijdens het symposium Ukkies: hun brein en mediaopvoeding (klik hier voor een terugblik).

Kinderen maken gebruik van alles wat er in huis is, vaak al vanaf hele jonge leeftijd. Het begint met voorleesboekjes. Daar komen kinderen het eerst mee in contact en ze besteden er gemiddeld bijna een half uur per dag aan. Maar ook televisie blijft een geliefd medium. Baby’s kijken vaak al een paar minuten televisie per dag en vanaf het tweede jaar zit bijna 90% regelmatig voor de televisie. Ook naar dvd’s of blu-ray kijken gebeurt al op jonge leeftijd. Bijna 80% kijkt vanaf het tweede jaar wel eens naar een dvd of blu-ray.

Dit zijn enkele andere resultaten uit het onderzoek:

  • Nog voor kinderen een jaar oud zijn, gebruikt 45% al een tablet als die in huis is (onder 1-jarigen is dat opgelopen tot 59%);
  • Van de 0-7-jarigen maakt 70% van de kinderen vaak gebruik van een tablet;
  • Gemiddeld wordt er door kinderen per dag 53 minuten televisie gekeken, de tablet is goed voor een gebruik van 22 minuten per dag;
  • Wat moeders vaker doen dan vaders samen met hun kind zijn bellen en sms’en, voorlezen en educatieve spelletjes;
  • Driekwart van de kinderen weet al snel wat ze moeten doen om geluid of beweging op het scherm te krijgen;
  • Ouders zeggen dat ze hun smartphone of tablet vaker aanbieden aan kinderen om ze iets te leren of om te voorkomen dat hun kind achterloopt in ontwikkeling, dan om ze zoet te houden bij verveling of om zelf even de handen vrij te hebben voor huishoudelijke taken;
  • Regels voor het gebruik van digitale media zijn volgens ouders erg belangrijk, die zijn er dan ook in de meeste huishoudens over de maximale tijd dat kinderen gebruik mogen maken van de media;
  • Driekwart van de ouders vindt dat zij over voldoende informatie beschikken om een juiste koers te bepalen in de mediaopvoeding van hun kind.

In onderstaande tabel zie je hoe geregeld of (heel) vaak kinderen gebruik maken van verschillende media wanneer deze in huis zijn:

tabel iene miene media 2014

Driekwart van de ouders geeft te kennen dat hun kinderen vooral veel plezier beleven aan digitale media. Ze zien het vooral als iets dat goed is voor later op school, voor de algemene ontwikkeling later en om alvast bekend te worden met de Engelse taal. Daarnaast zien ouders wel het risico dat kinderen dingen zien of doen die niet geschikt zijn voor ze, of dat ze in contact komen met de verkeerde mensen. Iets meer dan de helft van de ouders is dan ook van mening dat gewoon speelgoed beter is dan digitale media. Moeders lijken iets huiveriger voor het gebruik van digitale media dan vaders. Maar ‘parental control’ instellen of achteraf controleren wat een kind heeft gedaan, gebeurt nauwelijks. Dit kan zijn omdat ouders dus al eerder volgen wat hun kind doet of al veel samen met hun kind doen.

Vanuit Mediawijzer.net wordt een appèl gedaan op mediamakers om bij ontwikkeling van nieuwe digitale media en apps het kind en zijn breinontwikkeling als uitgangspunt te nemen.

“Veel ouders menen dat digitale media een positieve invloed hebben op de ontwikkeling van hun kind en dat ze er iets van leren. Experts geven echter aan dat een te intensief gebruik ten koste kan gaan van hun breinontwikkeling, simpelweg omdat kinderen minder tijd kunnen besteden aan het ontdekken en ervaren van de echte wereld om hen heen. Wel kunnen nieuwe media zoals apps de fantasie van kinderen prikkelen, ze nieuwsgierig maken en aanzetten tot spel en naspelen en zo weer ‘echte’ ervaringen creëren voor het kind. Bij voorkeur samen met de ouders. Digitale media zijn op dit moment dus een aanvulling en geen vervanging.” [Mary Berkhout van Mediawijzer.net]

*De dataverzameling van het onderzoek was in handen van Direct Research. In totaal deden 1.021 ouders mee aan een online enquête, waarvan ongeveer evenveel moeders (513) als vaders (508). Het onderzoek is het vervolg op de gelijknamige onderzoeken uit 2012 en 2013.

Eerder deze week publiceerde Mediawijzer.net (samen met NJi en Sardes) ook al het onderzoek Media in de kinderopvang.

Onderzoek Media Ukkie Dagen: ‘Digitale media geen structureel onderdeel van de kinderopvang’

Vier  van de tien Nederlandse kinderopvanginstellingen gebruiken geen digitale media (zoals radio, televisie, tablets of spelcomputers) bij de opvang van kinderen van 2 t/m 4 jaar. Zij doen dit of omdat zij deze media niet geschikt vinden voor kinderen (47%) of omdat zij daar de financiële middelen niet voor hebben (40%). Het merendeel van deze instellingen (80%) is ook niet van plan om digitale media in de nabije toekomst te gaan inzetten. Dat blijkt uit vandaag gepresenteerd onderzoek Media in de kinderopvang (pdf) onder 238 kinderopvanginstellingen.

Dit onderzoek, uitgevoerd in opdracht van Mediawijzer.net, Nederlands Jeugdinstituut en Sardes, is vandaag tijdens het symposium Ukkies, hun brein en media-opvoeding gepresenteerd. Dit symposium over de rol van digitale media bij de opvoeding van kinderen t/m 6 jaar, is gehouden in het kader van Media Ukkie Dagen die dit jaar lopen van 9 t/m 18 april.

Uit de studie komt naar voren dat zes op de tien kinderopvanginstellingen wel digitale media inzetten. Het merendeel daarvan (54%) heeft echter geen specifieke richtlijnen opgenomen in haar pedagogisch beleidsplan.  Dit percentage ligt bij voorleesboeken fors hoger: ruim 92% van de instellingen besteedt hier aandacht aan in het pedagogisch beleidsplan.

Als er in het pedagogisch beleidsplan aandacht aan digitale media wordt besteed, betreft dat vooral afspraken over de tijd die kinderen met media doorbrengen en criteria voor welke media wel of juist niet geschikt zijn voor kinderen. Bij ongeveer de helft van de pedagogische beleidsplannen hebben de ouders inspraak in hoe media door kinderen gebruikt mogen worden.

Luistermedia, zoals radio of cd-spelers zijn de meest gebruikte digitale media (94%), gevolgd door kijkmedia, zoals televisie en dvd (69%). Een derde (32%) van de locaties beschikt over interactiemedia, zoals computers, tablet of smartphone; 11% heeft speelmedia, zoals een spelcomputer of spelconsole. Eén op de vijf (18%) van de kinderopvanginstellingen geeft aan dat ze beschikken over alle typen media.

Televisie, tablets en spelcomputers worden vooral ingezet voor educatieve doeleinden, radio of cd’s daarnaast ook voor ontspanning. Van de kinderopvanginstellingen die digitale media hebben en gebruiken, geeft 68% aan dat zij geen ondersteuning nodig hebben bij het gebruik van deze media. Als er wel behoefte bestaat aan ondersteuning, betreft dat vooral aan advies over mediabeleid, de keuze van geschikte media-apparaten en mediaproducties en ondersteuning bij het inpassen van media in het dagritme.

[Media:Tijd] Geen enkele leeftijdsgroep besteedt zoveel tijd aan communiceren en gamen als jongeren

Nederlanders besteden meer dan de helft van de tijd die zij wakker zijn aan media: dagelijks 8 uur en 40 minuten (voor de duidelijkheid: daarvan wordt 5 uur en 15 minuten gecombineerd met andere activiteiten — multitasking). Jongeren zijn oververtegenwoordigd bij het gamen en communiceren, en ouderen besteden relatief veel tijd aan lezen, luisteren en kijken. Dit blijkt uit het onderzoek Media:Tijd*, dat de organisaties voor mediabereiksonderzoek (NLO, NOM en SKO) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) vanmiddag presenteerden.

Een kleine drieduizend Nederlanders van 13 jaar en ouder hielden in het najaar van 2013 gedurende een week minutieus bij wat ze met hun tijd doen. Het grootste aandeel van de mediatijd bestaat uit kijken (tv, films, online video, foto’s, etc.; circa 3 uur), gevolgd door luisteren (radio, eigen muziek/audio, concert, etc.; 2 uur en 49 minuten) en communicatie (bellen, sms’en, e-mailen, sociale media, etc.; 1 uur en 6 minuten). Hierbij springen grote verschillen tussen jongeren en ouderen in het oog.

Tieners besteden minder tijd dan het gemiddelde aan luisteren (2:19 uur per dag), kijken (2:35) en lezen (boek, tijdschrift, krant, websites, etc.; 0:26). Aan communicatie (2:11) en gamen (online of offline games of spelletjes spelen (elektronisch); 0:46) gaat bij 13-19-jarigen echter véél meer tijd op dan bij alle andere leeftijdsgroepen. Op doordeweekse dagen besteden jongeren 25 minuten meer aan communiceren dan op zaterdag of zondag, terwijl de gametijd in het weekend verdubbelt ten opzichte van een gemiddelde doordeweekse dag.

weekend vs doordeweek

Ook voor wat betreft de mediadrager zijn er flinke verschillen tussen doelgroepen. Jongeren gebruiken naar verhouding meer mobiele apparaten en minder papieren media. Bij ouderen is dat beeld precies andersom.

Van alle kijktijd gemeten gaat 84% naar een tv-toestel, maar onder 13-19 jarigen is het aandeel lineair-tv een stuk lager: 72%. Een PC en laptop wordt door jongeren relatief meer gebruikt voor het bekijken van AV-content dan een tablet of smartphone.

*Media:Tijd betreft een samenwerking tussen het Nationaal Luister Onderzoek (NLO), het Nationaal Onderzoek Multimedia (NOM), Stichting KijkOnderzoek (SKO) en het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP). De vier partijen sloegen de handen ineen om twee projecten te realiseren: een tijdsbestedingsonderzoek en een fusie van mediabereikscijfers. Het tijdbestedingsonderzoek is gedurende vijf weken door onderzoeksbureau GfK uitgevoerd in de periode van 9 september t/m 13 oktober 2013. Maar liefst 2.989 respondenten van 13 jaar en ouder hebben vier of meer dagen nauwkeurig een dagboek over hun tijdbesteding ingevuld. De belangrijkste resultaten zijn in een boekje (pdf) gevat. Eind 2014 zal het SCP met een eigen, uitgebreider rapport komen over de uitkomsten.

Gedeelde selfie is meer dan een spiegelbeeld

En nóg een mediawijsheidscampagne om jongeren te waarschuwen voor al te blote selfies. Zag je hier eerder deze maand al hoe een digitaal zelfportretje een nachtmerrie kan worden, in onderstaande advertentie wordt verbeeld hoe snel zo’n foto zich kan verspreiden. Smartphones nemen ook de functie van de spiegel over, met als bijkomend voordeel/nadeel dat het spiegelbeeld desgewenst ook aan anderen getoond kan worden. Het betreft een uiting van SaferNet Brasil, met het advies om wat privé moet blijven niet online te delen.

Iets om ter harte te nemen, tenzij je Heleen van Royen heet of iets teveel zelfvertrouwen hebt, want dan zie je dit juist als aanmoediging.

selfie

“The internet can’t keep a secret. Keep your privacy offline.”

[Creatie door Propeg, Brazilië; via Ads of the World]

Tablet-app Snugger helpt ouders in jungle van kindermedia

Met de komst van tablets en het vele gebruik door kinderen hiervan, vragen veel ouders zich af hoe ze kunnen bepalen of de verschillende apps, spelletjes, films en boeken geschikt zijn voor hun kind. Inmiddels zijn miljoenen apps, spelletjes en films te downloaden. Om ouders te helpen de juiste media te vinden, heeft NBD Biblion de tablet-applicatie Snugger ontwikkeld. Deze gratis app geeft snel en makkelijk inzicht in media die veilig door kinderen gebruikt kunnen worden.

De app is bedoeld voor ouders en grootouders en hun (klein)kinderen tussen de twee en twaalf jaar, maar ook geschikt voor medewerkers van bibliotheken en docenten in het basisonderwijs.  Door in het profiel de leeftijd van het kind en andere voorkeuren aan te geven, selecteert de app de meest relevante media. Uiteraard kan in het aanbod ook handmatig gezocht worden.

Snugger_iPad2

“Snugger is een soort TomTom in de app-wereld. Wij willen ouders helpen in hun zoektocht. Onze app is een wegwijzer die de gebruikers door de jungle van de kindermedia loodst.” [Mireille Boetje, NBD Biblion]

In feite doet NBD Biblion hiermee voor ouders en kinderen, wat het al jarenlang doet voor de Nederlandse openbare bibliotheken. Het levert jaarlijks miljoenen boeken, films, spelletjes en andere uitleenbare media aan bibliotheken en schoolmediatheken. De redactie beoordeelt deze media jaarlijks in 20.000 onafhankelijke recensies. Vanaf nu doen ze dat ook voor kindermedia in de winkels van Google en Apple.

De app is geschikt voor iOS- en Android-tablets en is gratis te downloaden via de App Store of Google Play. Daarnaast is het mogelijk om een abonnement af te sluiten voor maandelijkse updates.

Stichting Kikid wint Young Positive Media Award 2014

De Nationale Academie voor Media en Maatschappij reikt vandaag – tijdens het jaarlijkse Nationaal Mediawijsheid Congres – de ‘Young Positive Media Award’ uit. De prijs beloont creatieve initiatieven die zorgen voor nieuwe positieve, mediagenieke rolmodellen voor jeugd, ter bevordering van hun mediawijsheid. Dit jaar is de prijs toegekend aan stichting Kikid. Liesbeth Hop en Bamber Delver van de Academie hebben met eigen ogen gezien dat bij Kikid de jongeren centraal staan; het gaat om hen – en dus wordt er naar jongeren daadwerkelijk geluisterd en gehandeld.

De Academie waardeert deze professionele en inspirerende theatergroep die actuele en gevoelige thema’s, zoals digitaal pesten, seksualiteit en weerbaarheid binnen social media, letterlijk over het voetlicht brengt.

Uit het juryrapport: “Kikid is bijzonder in haar soort. De voorlichtingsprojecten zijn voor en door jongeren. Bij Kikid doen de jongeren niet voor spek en bonen mee. Nee, dit is peergroup-educatie bij uitstek. De jonge acteurs en actrices zijn dé rolmodellen voor de scholieren voor wie zij optreden. Het is zoals een van de vele scholieren die Kikid bereikt het onder woorden brengt. Talitha van 13 vertelt: ‘Ik durf nu voor mezelf op te komen.’ De Academie wenst Kikid vele Talitha’s toe, en de Talitha’s van Nederland allemaal een voorstelling namens stichting Kikid.”

Eerder las je hier over het lesprogramma Benzies & Batchies, dat Kikid ontwikkeled ter vergroting van het bewustzijn, zelfvertrouwen en de seksuele weerbaarheid van jongeren. Onderstaand de trailer van het meest recente project; de theatervoorstelling Like Me over internet en sociale media. Daarbij komen cyberpesten, seksualiteit en weerbaarheid nadrukkelijk aan bod.

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=FvzWFsVfwE4]

‘Student heeft genoeg aan 700 MB dataverkeer per maand’

De Nederlandse student verbruikt via het mobiele netwerk (3G of 4G) gemiddeld 693 MB dataverkeer per maand. Dit blijkt uit een onderzoek* van SimOnlyRadar.nl, waar studenten gevraagd werden een MB-verbruikstool in te vullen. De grootste MB-consumptie betreft het versturen van foto’s en het bezoeken van webpagina’s. Verdere gegevens gaven aan dat berichtdiensten zoals Whatsapp en Facebook-chat het populairst waren onder de doelgroep. Zo stuurt en ontvangt de gemiddelde Nederlandse student zo’n 236 berichten per dag via deze diensten.

Uit de gegeven cijfers wordt onder meer duidelijk dat studenten per maand 42% meer mobiele data consumeren dan de gemiddelde Nederlander. Zo bleek uit een in augustus 2013 gepubliceerd onderzoek dat de gemiddelde Nederlander 488 MB per maand verbruikt.

In vergelijking met het gemiddelde in Nederland stuurt en ontvangt de doorsnede student meer dan twee keer zoveel Whatsapp- of Facebook-chatberichten: 80 tot 391 van deze berichten per dag. In aansluiting met de hoge populariteit van instant messaging scoort ook het aantal foto-uploads en -downloads erg hoog. Verder sturen en ontvangen studenten via mobiel internet gemiddeld 7 tot 15 e-mails per dag en worden er dagelijks rond de 26 webpagina’s opgevraagd.

Streamingdiensten als YouTube en Spotify worden weinig gebruikt volgens de MB-verbruikstool, aangezien deze applicaties veel dataverkeer kosten en dus vaker gebruikt zullen worden wanneer er een verbinding is met een WiFi-signaal.

De MB-verbruikstool geeft een aardige indicatie van het verwachte gemiddelde dataverbruik per maand. Tijdens het invullen kan er voor iedere categorie (internet, Whatsapp, e-mails etc.) aangegeven worden hoeveel het verwachte dagelijkse gebruik zal zijn. Er kan zowel een minimale als een maximale verbruiksschatting per dag gegeven worden. Uit de ingevulde data bleek dat de gemiddelde student per maand dus rond de 693 MB mobiel dataverkeer verbruikt.

*Voor het onderzoek zijn er in totaal 654 studenten ondervraagd in de periode januari tot aan half maart 2014. De ingevoerde gegevens hebben enkel betrekking op de gebruikte data via het mobiel netwerk (3G of 4G). Het gebruik van WiFi is dus bewust buiten het onderzoek gelaten. De respondenten van het onderzoek betreffen enkel mensen die een hbo- of universitaire studie volgen. Van de ondervraagden is 31% in het bezit van een smartphone jonger dan één jaar, 54% heeft een smartphone die tussen de één en de twee jaar oud is.

Nieuwe social media-app voor kinderen: Red Chocolate lanceert Momio

Online jongerencommunicatiebureau Red Chocolate heeft Momio gelanceerd in de Benelux, een social media-app voor kinderen van 7 tot 12 jaar. Deze is ontwikkeld door watAgame, een internationaal interactief media bedrijf uit Kopenhagen. Op Momio kunnen de gebruikers berichten plaatsen, foto’s en video’s uploaden en reageren op elkaars activiteiten. Vergelijkbaar met Facebook, maar dan in een zeer veilige en gecontroleerde omgeving. Momio is gratis en vanaf nu beschikbaar voor de iPad, iPhone, iPod Touch en geselecteerde Android-toestellen.

Momio is menselijk gemodereerd én het wordt gescand met vooruitstrevende veiligheidssystemen. Deze systemen zijn verder ontwikkeld op basis van de systemen die zijn gemaakt voor watAgame’s succesvolle en Noord-Europa’s grootste meidencommunity goSupermodel. Alle inhoud kan gerapporteerd worden en verdachte inhoud wordt automatisch verwijderd voor evaluatie. Daarnaast is de persoonlijke informatie van een gebruiker privé en niet zichtbaar voor andere gebruikers.

Ipad_one2one_nl

Direct na de lancering van Momio in de Deense markt stond de app in de top 5 meest gedownloade apps. Het bereik en het gebruik van de app neemt iedere dag toe. Op basis van deze eerste resultaten in Denemarken verwacht Joost Bazelmans van Red Chocolate dat Momio in 2015 de grootste social media-app wordt voor kinderen in de Benelux.

Hieronder zie je de Nederlanse tv-commercial.

“Kinderen willen graag sociale media gebruiken, maar hebben op dit moment geen eigen plek waar zij naartoe kunnen. Momio is speciaal ontwikkeld voor kinderen en biedt daarmee een social media-omgeving waar zij altijd in contact kunnen staan met hun leeftijdsgenoten.”

Momio’s businessmodel is voornamelijk gebaseerd op inkomsten van geselecteerde adverteerders. Adverteerders kunnen zich wenden tot Red Chocolate voor maatwerkcampagnes.

[TV] Carte Blanche-concept ‘Boost’ moet jongeren aanzetten om het beste uit hun jeugd te halen

Najaar 2013 schreef ik hier over Carte Blanche, een project waarbij de VRT zes jongeren de kans gaf om een eigen televisieprogramma te maken. In juni vorig jaar schreven 800 jongeren zich in met een idee, waaruit zes onervaren, jonge tv-talenten – Bert De Clercq, Thomas Verbruggen, Samir Korbi, Kevser Marasligil, Mourad Baaiz en Barbara Dzikanowice – werden geselecteerd, die vervolgens een bootcamp kregen in televisie maken. Daaruit moest een nieuw concept ontstaan, op maat geschreven voor de eigen YouTube-generatie.

Hoe geweldig: dat is gelukt! Op 30 januari 2014 startten ze met hun eigen programma: Boost. Hiermee willen ze jongeren aanzetten om het beste uit hun jeugd te halen (ongetwijfeld is het begrip YOLO wel eens genoemd). De makers beseffen maar al te goed dat ‘jong zijn’ maar even duurt, en ze willen zelf ten volle van die periode genieten. En daarom hoppen ze van ‘boost’ naar ‘boost’, altijd met een gretige camera op zich gericht. Het gaat bijvoorbeeld om uitdagingen die de kijker ook bedacht en uitgevoerd (en meteen gedeeld) zou kunnen hebben. Niet baanbrekend, maar wel van deze tijd, ook omdat digitaal centraal staat in de aanpak.

Alle filmpjes zijn eerst online te bekijken, en pas later worden ze in een programma verzameld en via het kanaal OP12 uitgezonden op de Vlaamse televisie. Het platform boostnu.be is dus de motor van het hele gebeuren, waar naast de filmpjes ook extra content gedeeld wordt: liefhebbers kunnen zich inschrijven voor de community, meedoen aan wedstrijden, bepalen welke vraag Kevser de volgende keer stelt, Thomas uitdagen om andere mensen blij te maken, enzovoort.

Inmiddels staan er al enkele tientallen video’s op de website, verdeeld over verschillende thema’s. Zo trekt Bert naar inspirerende jongeren die volop bezig zijn om het maximum uit hun jeugd te halen, daagt Thomas andere jongeren uit om 1 minuut televisie te maken en doet Thomas de dingen die je al altijd eens wou doen maar nooit durfde. De filmpjes trekken een paar honderd tot een paar duizend kijkers, maar het zou me niet verbazen als er binnenkort eentje viraal gaat. Best bekeken tot nu toe is ‘Chatroulette met je oma’ (ruim 5.000 views).

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=IZSxLD88F5g]

Check boostnu.be voor meer.

IAB UK legt internetreclame uit aan kinderen in animatievideo: ‘What does the ad say?’

In het kader van Safer Internet Day vorige maand, heeft het Internet Advertising Bureau in Engeland (IAB UK) in samenwerking met Media Smart onderstaande animatievideo laten maken. Doel is om 8-13-jarigen en hun ouders/verzorgers meer duidelijkheid te geven op het gebied van digitale reclame, maar eigenlijk is het vooral een waarschuwing aangevuld met wat tips. Gehoopt wordt dat de vraag uit de titel van het filmpje – what does the ad say? – tot conversaties binnen gezinnen leidt. Voor meer mediawijsheid is een ‘Digital Adwise Parent Pack’ (pdf) beschikbaar.

Een goede vorm om de wondere wereld van het www uit te leggen. Wie maakt een Nederlandstalige versie?

[vimeo 87748773 w=570 h=321]

“When you do spot an ad, think about what you’re seeing, why you’re seeing it, and if it’s true.”

[Creatie door Dominic Owen en Will Samuel; via Fast Company]

PS  Check ook het vergelijkbare initiatief ‘de digitale wereld van uw kinderen’ in een handleiding en video van Telenet, Liberty Global en Insafe.

Van selfie naar nachtmerrie?

Je zag hier en hier eerder al creepy advertenties van de non-profit organisatie Innocence in Danger, waarschuwend voor kinderlokkers op het www, en nu is er een nieuwe video uit Duitsland die inhaakt op de selfie-rage. Uit nieuw onderzoek is net gebleken dat vooral millennials hun digitale zelfportretjes delen. Volgens Innocence in Danger heeft een kwart van de jongeren al naaktfoto’s van zichzelf verzonden. Helaas zijn er veel criminelen online die wel raad weten met sexy selfies (en met veel ergere zaken, als je kijkt naar het YouTube-kanaal van de organisatie).

Het filmpje hieronder, ‘a look back’ getiteld, laat zien dat een vergissing makkelijk gemaakt is. Het advies (pdf) is om op te passen: ‘Eén klik kan je imago ruïneren.’

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=qYogVqOiPsI]

“750.000 Pädokriminelle sind in jeder Sekunde online.”

[Creatie door glow, Berlijn; via Ads of the World]

MSS 2013: 77% tieners surft op smartphone, 41% op tablet

De organisaties voor de Nederlandse mediabereiksonderzoeken (NLO, NOM en SKO) hebben voor de derde keer een rapportage (pdf) over mediagebruik en -gedrag uit de Media Standaard Survey (MSS)* uitgebracht. Niet zomaar een onderzoek, want veel hoger kan de lat om tot betrouwbare basiscijfers te komen niet liggen. Van alle Nederlanders van 13 jaar of ouder blijkt 93% thuis toegang tot internet te hebben. De internettoegang onderweg is de afgelopen drie jaar fors gestegen, van 20% in 2011 naar 37% in 2013.

Het aantal mensen dat daadwerkelijk gebruik maakt van internet nam in vergelijking met 2011 significant toe met 3% naar 12,7 miljoen. Deze stijging komt vooral voor rekening van vrouwen, ouderen en laag opgeleiden, die duidelijk met een inhaalslag bezig zijn. De penetratie onder jongeren is nagenoeg 100%. Van alle leeftijdsgroepen brengen jong-volwassenen van 18-24 jaar de meeste tijd surfend door (21,2 uren per week), gevolgd door tieners van 13-17 jaar (18,2 uren).

mss13 internettoegang

Het gebruik van mobiele apparaten om te internetten steeg verder in 2013. Van alle personen van 13 jaar of ouder gaf 49% aan weleens een smartphone te gebruiken om op te internetten en 35% gebruikt hiervoor een tablet (dit gaat onder meer ten koste van het gebruik van de personal computer en van spelcomputers). Onder jongeren liggen deze percentages flink hoger (77% van de 13-19-jarigen gebruikt internet op de smartphone, 41% op de tablet). Daarnaast zijn er relatief veel jongeren die hun smartphone gebruiken om naar de radio te luisteren (37%), om TV te kijken (24%) en om een tijdschrift te lezen (14%).

mss13 apparaten

TV kijken doen jongeren sowieso bovengemiddeld digitaal: 35% op hun laptop, 26% op de desktop, 24% dus op de smartphone en 20% op de tablet.

Wellicht vallen bovenstaande percentages een stuk lager uit dan verwacht? Goed om weer even met beide benen op de grond te gaan staan!

*De Media Standaard Survey (MSS) wordt sinds 2011 uitgevoerd door TNS NIPO, in opdracht van de Nederlandse JIC’s. Deze gezamenlijke ‘Establishment Survey’ levert normcijfers op die in de afzonderlijke bereiksonderzoeken worden gebruikt voor weging en werving. Het levert ook de definities van doelgroepen, zodat iedereen dezelfde uitgangspunten hanteert. Verder werpt de MSS een blik op nieuwe trends in mediagebruik. De uitkomsten zijn representatief voor alle huishoudens in Nederland en alle individuen van 13 jaar en ouder. In 2013 zijn 6.326 huishoudens en 5.422 personen van 13 jaar en ouder ondervraagd.

[Infographic] InSites: ‘Apps voor gaming, weer en muziek favoriet op smartphones millennials’

Onderzoeksbureau InSites Consulting heeft een nieuwe ‘Millennials & Social Media Infographic’ gepubliceerd, de vierde in een serie: na sociale netwerken, conversaties en merken, staat nu het gebruik van mobiele telefoons centraal. Wereldwijd blijken drie van de vijf GenYers een smartphone te bezitten. De andere 40% zegt vooral dat hun huidige telefoon het nog prima doet, dat een smartphone kopen te duur is of dat ze er eenvoudigweg geen nodig hebben. De populairste mobiele diensten zijn gerelateerd aan gemak, contact en entertainment.

Zie hieronder. Scrol en ontdek in welke landen dagelijks het meest gesurft wordt op het internet via een smartphone of welke de favoriete mobiele diensten en apps zijn van de millennials.

deel 4
Kids en Jongeren Marketing blog website is van Euroforum BV. Privacy statement | Cookie statement | Copyright © 2021