[Infographic] InSites: ‘7 van de 10 jongeren lezen, reageren op of posten zelf informatie op sociale media over merken’

Twee maanden geleden las je hier dat communicatie en tijdverdrijf voor millennials de belangrijkste redenen om sociale media te gebruiken. Dit resultaat staat niet op zich. Meer bewijsmateriaal op basis van onderzoek over de kracht van conversaties is gevat in een tweede deel van de ‘InSites Consulting infographic reeks: Millennials & Social Media’. Zo blijkt bijvoorbeeld dat zeven van de tien millennials informatie op sociale media over producten, merken en bedrijven lezen, erop reageren of er zelf posten, en dat reclame nog altijd een belangrijke conversatiestarter is.

Millennials weten meer over marketing en staan kritischer tegenover reclame dan om het even welke andere generatie ooit tevoren. Sociale media zijn onmisbaar voor deze generatie. Ze aanschouwen sociale media zelfs als hun belangrijkste kanaal, vermits deze kanalen het meest up-to-date en het meest aangepast zijn aan hun behoeften, vermits ze zelf kiezen wie ze volgen en bijgevolg ook welke informatie ze willen ontvangen.

Scrol en zie welke informatie ze lezen en delen, welke online bronnen ze het meest vertrouwen en welke conversaties hun aankoopgedrag beïnvloedt.

infographic insites millennials 2

PS  Ook Meredith’s Parents Network deed onderzoek naar deze doelgroep, met wat meer PR-gerichte stellingen: 30% van de millennial-moeders texten vaker met hun partner dan dat ze met elkaar praten.

Week van de Mediawijsheid 2013: tienduizenden kinderen aan de slag met mediawijsheid

Vanochtend is de Week van de Mediawijsheid officieel afgetrapt, de jaarlijkse publiekscampagne van Mediawijzer.net. Een recordaantal van 70.000 kinderen gaat van 22 t/m 29 november 2013 in de klas, thuis en in de bibliotheek met mediawijsheid aan de slag. Zij spelen het mediawijsheidservaringsspel MediaMasters in de klas, er is nieuw onderzoek gepresenteerd (het blijkt dat acht op de tien ouders hun kind volgen op sociale media) en er worden op bijna 200 plaatsen door heel Nederland activiteiten georganiseerd voor kinderen en ouders.

Mediaontwikkelingen vragen om nieuwe kennis en vaardigheden van kinderen en hun omgeving. Tegelijk bieden al die media ook veel kansen om hun persoonlijke doelen te bereiken. Daarom is het thema van de Week van de Mediawijsheid 2013: ‘Media verrijken je leven!’

Onderzoek: ouders zijn heel positief over sociale media
Ouders zijn positief over het gebruik van sociale media door hun kinderen en zien nauwelijks negatieve effecten. Ze vinden dat het een positief effect kan hebben op de Engelse taalvaardigheid (56%) en op de communicatievaardigheden (48%) van hun kinderen. Ook zien ouders kansen in het delen van informatie (71%) en in het maken en delen van huiswerk (62%). Ondanks deze positieve waardering houdt 80% van de ouders het gedrag van hun kinderen op sociale media wel nauwlettend in de gaten. Ouders willen zien waar hun kind mee bezig is (74%) en met wie hij/zij omgaat (49%). De meeste kinderen weten dat hun ouders hen volgen op sociale media (71%).  Dat blijkt uit kwantitatief online onderzoek (pdf) uitgevoerd door Direct Research in opdracht van Mediawijzer.net bij een representatieve steekproef van 600 Nederlandse ouders met kinderen in de leeftijd van 10-14 jaar

Kinderen vinden vooral het plezier dat ze aan sociale media hebben belangrijk. Ze spelen spelletjes (71%) en delen grappige berichten (66%). Vooral YouTube (72%) wordt gebruikt, op de voet gevolgd door WhatsApp (67%). Kinderen gebruiken WhatsApp vooral omdat ze het belangrijk vinden voortdurend in contact te staan met hun vrienden en familie. Een op de vier kinderen besteedt hier minimaal 2 uur per dag aan. Opvallend is wel dat ze persoonlijk contact met hun ouders en vrienden veel belangrijker blijven vinden dan het contact via sociale media.

MediaMasters 2013: ‘Mediawijs? Bewijs het maar!’
Vandaag zijn meer dan 70.000 leerlingen van groep 7 & 8 begonnen aan MediaMasters 2013. Deze game wordt een week lang, een uur per dag op het digibord in de klas gespeeld. In MediaMasters gaan de kinderen aan de slag met media. Ze kijken kritisch naar nieuwsberichten, gaan online op zoek naar informatie en denken na over hoe ze overkomen op sociale media. Daarnaast ervaren ze hoe reclame werkt en maken ze zelf een webpagina. Voor scholen is dit een mooie manier om een start te maken met mediawijsheid in de klas. Onderstaande trailer geeft een beeld.

Dit jaar meldde een recordaantal van 2.850 basisschoolklassen zich aan. Alle deelnemers aan MediaMasters krijgen op 29 november een diploma uitgereikt en de drie beste klassen en provinciale winnaars winnen bovendien een prijs.

Wat er verder gebeurt in de Week van de Mediawijsheid?
Vodafone, Stichting Mijn Kind Online, Digibewust en Mediawijzer.net brengen het magazine WIJS! De online wereld in uit. Gratis te verkrijgen bij alle Vodafone- en Belcompanywinkels en te downloaden via mediawijsheid.nl/ouders. Daarnaast krijgen kinderen een kijkje achter de schermen bij de media door middel van een mediastage en gaan ouders met hun kinderen in gesprek over media tijdens een ‘Keukentafelgesprek’. Zie weekvandemediawijsheid.nl voor meer info.

DDMM: Google, YouTube en Facebook populairste websites bij kinderen en jongeren in Nederland

VINEX* en PMA* hebben de eerste meetresultaten gepresenteerd van het nieuwe digitale bereiksonderzoek DDMM*, representatief voor de Nederlandse bevolking van zes jaar en ouder. In het bestaande GfK-consumentenpanel wordt continu het internetgebruik geregistreerd met behulp van geavanceerde meettechnieken. De gegevens betreffen nu nog alleen het web-only bereik**, maar zijn interessant genoeg om hier te delen, zeker omdat het onderzoek inzicht geeft in de websites die onze jeugd bezoekt en we dit in de tijd kunnen gaan volgen.

In september 2013 was Google onbetwist de grootste website. Zowel van de 6-12-jarigen als van de 13-19-jarigen bezocht driekwart op de computer thuis de zoekmachine. Daarna zijn YouTube en Facebook het meest populair, zo blijkt uit onderstaande lijstjes. Goed om te beseffen dat in deze cijfers het mobiele bezoek nog buiten beschouwing is, dus het werkelijke bereik zal voor de meeste websites nog flink hoger zijn.

De top 10 van de leeftijdsgroep 6 t/m 12 jaar op basis van bereik:

  • Google.nl/Google.com (76%)
  • YouTube (54%)
  • Facebook (40%)
  • Live.com (19%)
  • Marktplaats (18%)
  • Spele.nl (17%)
  • Spel.nl (17%)
  • Wikipedia (15%)
  • Speeleiland.nl (12%)
  • Hyves (11%)

En de top 10 van de leeftijdsgroep 13 t/m 19 jaar:

  • Google.nl/Google.com (75%)
  • Facebook (52%)
  • YouTube (51%)
  • Live.com (35%)
  • Wikipedia (22%)
  • SWP.nl (21%)
  • Marktplaats (19%)
  • Bol.com (18%)
  • Twitter (16%)
  • Buitenradar (15%)

Net buiten de top 10 is NU.nl de grootste nieuwssite. Wellicht nog aardig om te vermelden, is dat de toplijstjes van jongens en meisjes nauwelijks verschillen vertonen. En eh… aangezien ál het internetverkeer van de panelleden geregistreerd wordt, weten we nu ook dat 9,7% van de 13-19-jarigen in september pornosites bezocht, iets meer jongens (10,4%) dan meisjes (9,0%). Het mannelijk geslacht besteedde hier ook iets meer tijd aan.

We kunnen overigens niet alleen kijken naar de sites die de meeste jonge bezoekers trekken, maar ook naar de sites die het meest selectief voor deze doelgroepen zijn. Het aandeel kinderen van 6-12 jaar is het grootst bij Kizi.com, Speeleiland.nl, A10.com, Moviestarplanet.nl en Spel.nl. Voor wat betreft de jongeren van 13-19 jaar zijn dat WRTS.nl, Minecraft.net, EA.com, PU.nl en SWP.nl.

De 6-12-jarigen besteden de meeste tijd aan YouTube (15,1% van hun totale tijd online), daarna aan Facebook (10,6%), Google (6,9% en Spele.nl (2,3%). Bij de 13-19-jarigen staat Facebook bovenaan voor wat betreft de tijdsbesteding (13,4%, gevolgd door YouTube (13,0%), Google (9,9%), Live.com (2,1%) en Twitter (1,8%). Wie een simpele optelsom maakt, ziet dat er nog behoorlijk wat tijd overblijft, die versnippert wordt over heel veel andere sites.

——————————————————————————————————————————————-

VINEX-leden en mediabureaus hebben de beschikking over alle data, waardoor ze via de tool GfK-Probe nog veel meer analyses kunnen draaien.

*DDMM staat voor Dutch Digital Media Measurement. VINEX is de vereniging van internet exploitanten, PMA het platform media adviesbureaus. **Het bereik buitenshuis en via Mac-computers of mobiele apparaten is (nog) niet gemeten. Later dit jaar volgen de eerste testen met het meten van mobiel bereik en in februari 2014 komt data van het geïntegreerde web-mobiel onderzoek beschikbaar. Het door onderzoeksbureau GfK ingezette panel wordt geworven en gewogen op basis van de Gouden Standaard en de Media Standaard Survey.

[Disclaimer: bovenstaande cijfers heb ik kunnen uitdraaien dankzij mijn werk bij Sanoma, een van de afnemers van het onderzoek]

Updates:

  • (23/11/2013): De vermeende uittocht van jongeren bij Facebook is (nog?) niet in de cijfers terug te zien. In de oktober-data blijft het percentage 13-19-jarigen dat Facebook bezocht gelijk op 52%. Bij de kinderen  van 6-12 jaar daalde het aandeel bezoekers licht, van 40% naar 38%.
  • (09/07/2014): Inmiddels is het (continue) DDMM-onderzoek uitgebreid met het bereik van sites en apps op tablets en smartphones.

50.000 klanten is niet genoeg, dus mobiele provider *bliep vernieuwt: ‘Bellen voor 50 cent per dag’

Anderhalf jaar geleden zetten enkele jongeren de mobiele provider *bliep in de markt, vanuit het geloof dat zij het verschil kunnen maken. Veel mensen waren sceptisch en niemand geloofde dat er ruimte was binnen het overvolle landschap van providers. Geen enkele krant besteedde aandacht aan de lancering van het jongerenmerk. Onterecht, blijkt nu. Eerder in 2013 werd *bliep winnaar van de prestigieuze prijs ‘Startup of the year’ van The Next Web en wonnen ze de PIRA Award voor de eerlijkste campagne.

Tot op heden werd er nogal geheimzinnig gedaan over het aantal gebruikers van de dienst (tijdens een presenatatie op het KJ13-congres werden vragen daarover niet beantwoord), maar in een persbericht meldt *bliep nu inmiddels gegroeid te zijn naar meer dan 50.000 klanten en nog veel meer fans. In plaats van stilzitten en genieten van het succes doen deze jonge rebels van de telecomwereld juist het tegenovergestelde: het helemaal opnieuw uitvinden van *bliep.

“De wereld verandert zo snel dat je jezelf constant opnieuw uit moet vinden”, aldus Freek Gille, 17 jaar en verantwoordelijk voor de productontwikkeling van *bliep. Daarom is gisteren een geheel nieuwe app, website en vormgeving live gegaan. Ook het product zelf is vernieuwd. “Elke *blieper heeft nu de keuze: voor 50 cent per dag kun je de hele dag internetten, sms’en en bellen met *bliep-gebruikers. Voor 50 cent extra bel je de hele dag naar alle vaste en mobiele nummers in Nederland. Wil je sneller mobiel internet? Dan zet je dit aan, ook voor 50 cent extra. Op de website en via de app kun je elke dag van tarief wisselen.”

Als je dan een bedrijf bent dat gerund wordt door jongeren, hoe leuk is het dan om naast allemaal super talentvolle jonge DJ’s de hipste oma van de dance scene uit te nodigen? Dus kwam de 73-jarige DJ Mamy Rock speciaal voor de relaunchparty van *bliep voor het eerst naar Nederland. De kaartjes die *bliep weggaf aan haar trouwste fans waren zo gewild dat er grof geld voor werd geboden op het internet.

Onderzoek Common Sense bewijst: kinderen groeien op met mobiel scherm in hun hand

In twee jaar tijd is het bezit van tablets in huishoudens met 0-8-jarige kinderen vervijfvoudigd, van 8% in 2011 tot 40% in 2013. Driekwart van de kinderen in de VS van deze leeftijd heeft thuis toegang tot een ‘smart mobile device’ als een smartphone of tablet-computer. Dat blijkt uit het onderzoek Zero to Eight: Children’s Media Use in America 2013 (pdf), de tweede editie* van deze grootschalige studie van Common Sense Media. De non-profit organisatie wil hiermee de mediaomgeving en het mediagedrag van de Amerikaanse jeugd in kaart brengen.

Omdat dezelfde vragen twee jaar geleden (pdf) ook gesteld zijn, wordt duidelijk hoe snel de wereld verandert. In vergelijking met 2011 hebben nu twee keer zoveel 0-8-jarigen mobiele media gebruikt. De tijd die ze aan mobiele apparaten besteden is verdrievoudigd. Dat heeft als gevolg dat jonge kinderen minder naar de ’traditionele’ schermen (televisie, dvd’s, videospellen, computers) kijken, hoewel de tv nog steeds domineert.

Kinderen spenderen gemiddeld een uur en 55 minuten per dag aan schermmedia (waarvan een kwartier op mobiele apparaten). Bij 0-/1-jarigen is dat iets minder dan een uur, bij 2-4-jarigen bijna twee uur en bij 5-8-jarigen al 2 uur en 21 minuten. Van alle kinderen onder de twee jaar heeft meer dan een derde (38%) al eens met een mobiel apparaat gespeeld. Overigens is niet alles digitaal: 60% leest zelf dagelijks of wordt voorgelezen, een hoger percentage dan twee jaar geleden.

De belangrijkste resultaten uit de studie zijn weergegeven in onderstaande infographic.

0-8 infographic

“This is the true sign that the digital generation has arrived. We’re seeing a fundamental change in the way kids consume media. Kids that can’t even talk will walk up to a TV screen and try to swipe it like an iPad or an iPhone.” [Jim Steyer van Common Sense Media op Mashable.com]

*In mei/juni 2013 zijn 1.463 ouders met kinderen in de leeftijd van 0 t/m 8 jaar online ondervraagd door GfK. Klik hier voor een pdf van de rapportage. In 2011 werd een vergelijkbaar rapport gepubliceerd.

‘Sexting kan je beroemd maken’, waarschuwt Zwitserse bewustwordingscampagne

In Zwitserland is de  non-profit organisatie Pro Juventute een campagne gestart om jongeren en hun omgeving er bewust van te maken dat misbruik van ‘intieme foto’s’ ernstige gevolgen kan hebben, zowel voor de getroffenen als voor de verantwoordelijken. In folders vinden jongeren, ouders en leerkrachten informatie over hoe ze zich kunnen wapenen tegen cyberpesten en desgewenst wordt er voorlichting op scholen gegeven. Ook is er een ‘alarmnummer’ waar betrokkenen kunnen aankloppen voor hulp.

Onderstaande posters en tv-spot tonen de mogelijke gevolgen en met een Facebook-app kan de jeugd testen hoe risicovol hun mediagedrag is. Voor de meesten onder ons zal naakt-te-bewonderen-zijn-op-het-internet niet de gewenste manier zijn om beroemd te worden, waardoor dat schrikbeeld een aardige insteek is om over te brengen dat het niet zo verstandig is om al te blote selfies te versturen. Zes van de tien tieners worden daarom gevraagd, dus een waarschuwing is op z’n plaats. Zie de campagnewebsite voor meer info.

projuventute

“Sexting kann dich berühmt machen’. Auch wenn du es gar nicht willst.”

[Creatie door TBWA Switserland; via Osocio]

Met de ‘Los in het Bos’-app gaan kinderen gamen in de natuur

Vandaag is de applicatie ‘Los in ’t Bos’ gelanceerd op het Cinekid-festival in Amsterdam: een game die buiten gespeeld wordt op een smartphone of een tablet-computer. Innovatief volgens de makers, omdat gebruik wordt gemaakt van de leefomgeving. Het gaat namelijk om een educatieve app die basisschoolkinderen van groep 6 t/m 8 stimuleert om te gamen én naar buiten te gaan. Een bijzondere combinatie van nieuwe media en bewegen in de natuur, iets dat tot nu toe meer dan tegenstrijdig leek.

De app is bedacht door Stichting Nationale Boomfeestdag, Staatsbosbeheer, Stichting NatuurWijs en Aglia, en ontwikkeld door PixelPixies, dankzij een fonds van Mediawijzer.net. De app maakt gebruik van augmented reality en zet een virtuele laag bovenop de werkelijkheid. Gebruikers zien op hun scherm waar ze buiten zijn en tegelijkertijd verschijnt ook een spannend spel met als doel Nederland bomenrijker te maken door het planten van virtuele bomen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van alle zintuigen.

boomfeestdag

De game kan overal buiten gespeeld worden: in het bos, het park, de tuin of op een schoolplein. Kinderen gaan dus van in-huis-spelen naar buiten gamen. Ze worden aangezet tot bewegen en ze leren op een speelse manier over het belang van bomen en dieren. Met deze app zorgen de initiatiefnemers er naar eigen zeggen voor om nieuwe media op een positieve wijze in te zetten, door de kinderen mediawijzer te maken en ze een platform te bieden om op een goede manier in deze behoeftes te voorzien.

Nu al gratis te downloaden in de Google Play Store. De App Store volgt later.

Onderzoek (en campagne) van Hi: ‘TV is passé, jongeren kijken liever naar online crap’

Dubbel liggen om de Lucky TV-filmpjes, plaatjes van Kakhiel of de video van een kat in haaienpak op een automatische stofzuiger. Het bekijken van ‘online crap’ – films, foto’s of gifjes met een humoristisch of onzinnig karakter – is razend populair onder jongeren. De helft van de Nederlandse 16-25-jarigen checkt dagelijks online crap, één op de vijf spendeert hier zelfs meer dan 30 minuten per dag aan. Dat blijkt uit onderzoek uitgevoerd in opdracht van Hi door Direct Research in oktober 2013 onder 1.014 jongeren in de leeftijd van 16-25 jaar.

Vooral video’s, foto’s en plaatjes die maatschappijkritisch, sarcastisch en nieuwsgerelateerd zijn, worden graag bekeken. Hoewel veel crap zijn weg vindt via sociale media, bekijkt zo’n 46% doelgericht via vaste sites hun dagelijkse portie ‘online onzinnigheid’. YouTube (74%), 9GAG (55%), Dumpert (41%),  GeenStijl (24%)  en De Speld (21%) zijn daarvoor de populairste kanalen.

Online crap is een ideaal middel tegen verveling en om te ontspannen, maar bovenal biedt het jongeren hun dagelijkse portie lachen (65%). Jongens kijken vaker – 60% kijkt dagelijks – en langer dan 5 minuten naar online crap dan meisjes (40% kijkt, en gemiddeld korter dan 5 minuten per dag). Bijna een kwart van de jongens laat zich tegenwoordig zelfs liever vermaken door online crap dan door de ‘good old’ televisie. Van de keerzijde van online crap zijn jongeren zich ook bewust; het is verslavend en kost ze veel tijd. ‘Ik zou beter een boek kunnen lezen’, geeft 33% aan.

Ruim de helft van de jongeren deelt online crap via sociale media. Favoriete kanalen daarvoor zijn Facebook (36%) en WhatsApp (35%). Maar veel crap wordt juist ook ‘in real life’ gedeeld: 23% van de jongeren kijkt de meeste crap als ze samen met vrienden zijn. Het overgrote deel van de online crap (79%) – vooral video’s en muziek – wordt bekeken op de computer, gevolgd door de smartphone (67%). Zo’n 40% van de jongeren stelt het kijken van crap uit tot ze achter een PC zitten, dit uit angst dat het mobiel kijken naar crap teveel MB’s uit hun abonnement kost.

Dat is natuurlijk een inzicht waar ze bij Hi wel raad mee weten: “De Hi-abonnementen bieden giga veel data en geen buitenbundelkosten op internet. Wachten op wifi om je favoriete online crap te bekijken of delen is dus niet nodig.”

#morecrap from the web
Om jongeren te bewegen om zo’n abonnement af te sluiten, is Hi gestart met de #morecrap-videobannercampagne, met Uriah Arnhem (bekend uit eerdere Hi-reclame) in de hoofdrol. Gezien de insteek is het niet gek dat het grootste deel van het budget aan online wordt besteed. Marketing Online verklaart: “De strategie van Hi is immers altijd mee te bewegen met het mediagedrag van jongeren. En die bevinden zich online.” In samenwerking met Dumpert wordt de online serie Dumpert CRap TV gemaakt en met YouTube zijn pre-rolls ontwikkeld die kijkers niet willen skippen.

De campagne is begonnen met het verspreiden van unbranded content op sites als Reddit, 9GAG en Vine. Binnen een uur haalde Hi de nummer 2 positie van populairste GIF-jes bij Reddit, en werd op 9GAG meer dan 250.000 views behaald, aldus MarketingTribune. En zo overspoelt Hi het web met zelfgemaakte crap. Zie onderstaande campagnefilm.

Voor wie zin heeft in ‘more crap from the web’ verzamelt Hi een en ander op www.hi.nl/morecrap.

[Creatie door FHV BBDO]

Kruidnotenbakker Koopmans trotse sponsor van ‘Sinterklaas en de Pepernoten Chaos’

De makers van de Sinterklaasfilms Sinterklaas en het Pakjes Mysterie en Sinterklaas en het Raadsel van 5 December zijn terug met een nieuw bioscoopavontuur, dat dit jaar in het teken van de crisis staat. Sinds 2 oktober draait de nieuwe film Sinterklaas en de Pepernoten Chaos in de bioscopen, waarin naast Tony Neef, Willeke Alberti (als Hare Majesteit), Gerard Joling en Patty Brard nog veel meer bekende Nederlanders opdraven. Zoveel sterren als er in de nieuwe film meespelen, zo weinig sterren krijgt deze van recencenten.

Toch wekte de recensie in de Volkskrant de nieuwsgierigheid met de volgende omschrijving: “(…) als dieptepunt de schandalig opzichtige product placement van merken als Koopmans en Mattel. Dat Sinterklaas pepernoten bakt uit een pakje en alleen speelgoed van een bepaald merk koopt, zou eigenlijk als commerciële bezoedeling van cultureel erfgoed bestraft moeten worden.”

Inderdaad voert Koopmans momenteel een Sinterklaasactie, gelinkt aan de Sinterklaasfilm. Bij aankoop van een actieverpakking Koopmans Kruidnoten maken consumenten kans op een set van vier gratis kaarten voor een speciale Koopmans voorstelling van de familiefilm Sinterklaas en de Pepernoten Chaos op zaterdag 30 november 2013 in meerdere steden. Er worden ruim 1.700 kaartjes weggegeven.

actiepak

Laten we eens kijken naar de motivatie voor de sponsoring, zoals deze op de website van de film omschreven staat: “Als oer-Hollands merk koestert Koopmans de Nederlandse Sinterklaastraditie: kruidnoten, speculaas, cadeautjes en natuurlijk de jaarlijkse Sinterklaasfilm. Daarom is Koopmans een samenwerking aangegaan met de nieuwe bioscoopfilm Sinterklaas en de Pepernoten Chaos. Koopmans is de trotse sponsor van deze familiefilm die garant staat voor een heerlijk bioscoopavondje. (…) Zoals de titel van de film al doet vermoeden spelen – naast heel veel BN’ers – ook pepernoten een belangrijke rol in de nieuwe Sinterklaasfilm. Om alle miljoenmiljard pepernoten op tijd klaar te hebben, moeten Piet Pollepel en Kokspiet stevig aan de bak. Koopmans helpt hen daarbij graag een handje met complete mix voor Kruidnoten, waaraan je alleen nog water hoeft toe te voegen.” Het onderscheid tussen kruidnoten en pepernoten wordt er zo niet duidelijker op, maar dat terzijde.

Branded content werkt voor de adverteerder, is financieel gezien noodzakelijk voor de filmproducent en wordt geaccepteerd door kijkers. Als het commerciële karakter er echter te dik bovenop ligt of als het merk te opvallend aanwezig is, kan het zomaar tot een nare nasmaak leiden. Kinderen zullen de verstopte reclame waarschijnlijk niet als zodanig herkennen, wat op zich al voer voor discussie is.

Hieronder de trailer van de film. Zeg het maar: slimme marketing of onacceptabele commercie?

Andere ‘partners’ in de film zijn onder andere Mattel (Barbie, Hot Wheels), Albert Heijn, Juliana Toren en Rijkswaterstaat.

Update (18/11): Er is nu ook een ‘Zet Je Schoentje’-app. Android-, iPhone- en iPad-bezitters kunnen tot 5 december iedere dag digitaal hun schoentje zetten. Wie dat voor 21:00 uur doet, kan de volgende ochtend een cadeautje uitpakken.

Ofcom-onderzoek toont mediatrends: kinderen verruilen smartphones voor tablets

Voor het eerst is het aantal 5-15-jarigen met een mobiele telefoon gedaald. Dat komt vooral doordat minder jongere kinderen van 8-11 jaar een eenvoudig mobieltje bezitten, dat was vorig jaar 28% en 15% in 2013. Binnen deze leeftijdsgroep heeft 18% nu zelf een smartphone, een percentage dat redelijk stabiel is. Hetzelfde aandeel bezit nu een eigen tablet, maar dat is een verviervoudiging ten opzichte van 2012. Dat blijkt uit periodiek onderzoek van de Engelse toezichthouder Ofcom maar mediagebruik- en attitudes van kinderen en ouders.

De studie toont aan dat jongere en oudere kinderen andere prioriteiten hebben als het gaat om  apparaten waarmee ze online kunnen zijn. Bij de 12-15-jarigen blijven smartphones meer gebruikt dan tablets; drie van de vijf jonge tieners (62%) zijn eigenaar van een smartphone (onveranderd sinds vorig jaar), 26% heeft nu zelf een tablet (dat was vorig jaar slechts 7%, dus het stijgt wel flink).

Tabletcomputers groeien snel in populariteit en worden een must-have device voor kinderen van alle leeftijden. Het gebruik van tablets door 5-15-jarigen is verdrievoudigd sinds 2012 (van 14% naar 42%). Ruim een kwart (28%) van de jonkies van 3-4 jaar maakt er thuis al gebruik van. Het tabletgebruik stijgt ook snel onder 5-7-jarigen (39% in 2013, 11% in 2012) en 8-11-jarigen (nu 44%, vorig jaar 13%).

ofcom tabletbezit

De meer traditionele apparaten (desktop, laptop) worden minder gebruikt voor internettoegang (een daling van 85% naar 68%); voor 13% van de kinderen is een tablet de populairste keuze, voor 11% een mobiele telefoon. Er zijn duidelijke verschillen in leeftijdscategorieën: jongere kinderen kiezen voor de tablet voor entertainment, met name voor het kijken naar audiovisuele content en het spelen van games, terwijl oudere kinderen voor smartphones kiezen om te communiceren. De 12-15-jarigen met een smartphone verzenden gemiddeld 255 tekstberichtjes per week.

Ook het mediagedrag in de kinderkamers veranderd. Minder 5-15-jarigen hebben een tv in hun slaapkamer (nog altijd 52%) en daarnaast is de kans kleiner dat er een game console staat (47%). Televisie blijft het medium dat deze groep het meest zou missen, maar er wordt steeds vaker via een ander apparaat dan het tv-toestel gekeken.

Tot slot nog een andere opmerkelijke bevinding uit het grootschalige onderzoek: voor het eerst is er een daling van het aantal kinderen met socialnetwerkprofielen, en er ontstaat een grotere diversiteit in de soorten van sociale media die gebruikt worden.

Lees voor heel veel meer informatie -221 pagina’s!- het ‘Children and Parents: Media Use and Attitudes Report’ (pdf), interessante kost. Cijfers uit de UK, maar de trend zal hier niet heel anders zijn. Het veronderstelde fenomeen ‘wifi-generatie’ wordt steeds meer bewaarheid…

Jongeren willen vooral lotgevallen van leeftijdsgenoten zien, blijkt uit grootschalig Nederlands filmonderzoek

Bijna iedereen (94%) kijkt Nederlandse films. De grootste groep (81%) doet dit via de gratis tv-zenders en meer dan de helft (53%) van de Nederlanders betaalt ook voor Nederlandse films in de bioscoop, het filmtheater of om die thuis te zien. In vergelijking met tien jaar geleden spreekt de Nederlandse filmproductie tegenwoordig bredere groepen aan, zo wordt geconcludeerd op basis van het grootschalige onderzoek ‘Het publiek en de Nederlandse speelfilm – een verkenning van de Nationale markt’ (pdf)*.

Drie van de vijf landgenoten (60%) vinden Nederlandse films beter geworden. Vooral onder jongeren (16-23 jaar) is de waardering in tien jaar sterk toegenomen. De concurrentiekracht van Nederlandse films ten opzichte van het Amerikaanse aanbod is eveneens in de afgelopen tien jaar geleden groter geworden. Als het publiek blindelings zou moeten kiezen geeft 21% van de Nederlanders de voorkeur aan een Nederlandse film en 38% aan een Amerikaanse. De rest van het publiek heeft geen specifieke voorkeur. Tien jaar geleden zou nog maar 15% kiezen voor een Nederlandse film.

De taal en herkenbaarheid zijn belangrijk voor de uitgesproken voorkeur voor Nederlandse films. Dat is vooral de reden voor de populariteit van Nederlandse films bij jongeren, ouderen (55+), ouders met jonge kinderen, lager opgeleiden en het publiek dat niet in de grote steden woont. Ouderen geven om die reden zelfs eerder de voorkeur aan Nederlandse films dan aan Amerikaanse.

Jongeren van 10-15 jaar willen films met leeftijdsgenoten
Van de jongeren van 10 t/m 15 jaar kijkt 91% naar Nederlandse films; 34% kijkt alleen thuis naar Nederlandse films en 56% ziet ook Nederlandse films in de bioscoop. Een duidelijke voorkeur voor films van eigen bodem heeft deze groep niet: 43% kijkt graag naar Nederlandse films, maar 41% maakt het niets uit en 17% kijkt zelfs liever niet naar Nederlandse films. In de leeftijdsgroep 10 t/m 15 jaar lijken Nederlandse films alleen voor meisjes te worden gemaakt; jongens beginnen af te haken als ze 10 of 11 jaar zijn, want het huidige aanbod spreekt ze weinig aan — het is te kinderachtig en te meisjesachtig.

Ze kijken vooral graag naar Nederlandse films vanwege de taal. Ook herkenbaarheid (lotgevallen van leeftijdgenoten), bekende en leuke Nederlandse acteurs, en de humor spelen een belangrijke rol om Nederlandse films graag te zien. Als redenen om niet graag naar Nederlandse films te kijken noemen ze vooral dat de films slecht geacteerd zijn, langdradig of saai, met te weinig actie en niet spannend genoeg. Amerikaanse films worden meer gewaardeerd.

waardering nederlandse films

De voorkeurgenres van jonge tieners zijn komedies, familiefilms, spannende films, films met veel avonturen en actie, en films over jongeren van hun eigen leeftijd. Ze worden vooral gemotiveerd om een film te zien als ze weten dat het een spannende film is, dat er veel gelachen kan worden, dat er veel actie en spektakel in zit en omdat het een film is voor iemand van hun leeftijd. Hun ideale film gaat over alledaagse dingen, zoals het leven op school en wat leeftijdgenoten meemaken.  Daarnaast noemen ze als onderwerpen: spanning, fantasy en superhelden, verliefdheid, sport en dans, avonturen zoals schat zoeken, en ook pesten.

Hun favoriete Nederlandse films zijn Achtste-Groepers Huilen Niet, Mees Kees, Verliefd Op Ibiza en New Kids. De favoriete buitenlandse films zijn Skyfall, Harry Potter, Ice Age en The Twilight Saga. Nederlandse films die ze stom of niet leuk vinden zijn Flodder, Gooische Vrouwen en Alles Is Liefde.

Televisie en school en vrienden zijn de voornaamste informatiebronnen van tieners. Daarnaast zijn ook reclame in de bioscopen en spotjes en clips op internet, zoals op YouTube, belangrijke bronnen over film voor de jongeren. Wat betreft film spelen sociale media alleen een rol bij de meisjes vanaf 12 jaar en jongens van 14 en 15 jaar. Meisjes zijn veel meer bezig met sociale contacten en uitwisseling van informatie over film met hun vriendinnen, dan de jongens.

Breder aanbod kan zorgen voor meer betalend publiek
De Nederlandse filmproductie kan zijn marktpositie op afzienbare termijn uitbreiden met 1,5 miljoen filmconsumenten die nu nog niet betalen voor Nederlandse films, maar die dat wel zouden willen. Een belangrijke voorwaarde voor het bereiken van dat nieuwe publiek is de productie van een breder aanbod van genres en type films – voor een groot publiek, crossover en arthouse – en een groter productievolume dan nu het geval is. Daarmee zou de Nederlandse filmproductie beter kunnen inspelen op de wensen van de verschillende publieksgroepen. Ook de frequentie van het bioscoop- en filmtheaterbezoek aan Nederlandse films kan worden verhoogd. Dat kan onder meer worden gestimuleerd door een betere spreiding door het jaar van de uitbreng van nieuwe Nederlandse films. Het publiek krijgt dan de gelegenheid het hele jaar door uit een breed scala van Nederlandse films te kiezen.

Voor het verhogen van het bereik bi j10-15-jarigen zouden er meer films gemaakt moeten worden met een ‘volwassen’ karakter. Dat wil zeggen écht spannend, met veel actie en spektakel, en met scherpe humor. Films die in hun ogen een flinke afstand nemen van de kinderwereld wat betreft verhaal, toonzetting en personages. Voor de jongens geen romantische komedies, maar films als New Kids, Oorlogswinter en Sint, en voor de oudere meisjes films als Verliefd Op Ibiza en Alles Is Liefde.

*Het onderzoek is uitgevoerd door de Stichting Filmonderzoek en Paul Verstraeten/Filmtest, in opdracht van EYE Film Instituut Nederland, de Nederlandse Vereniging van Bioscoopexploitanten (NVB) en de Nederlandse Vereniging van Filmdistributeurs (NVF). Het onderzoek bestaat uit deskresearch, een enquête onder filmmarketeers en een kwantitatief onderzoek (door Ruigrok-NetPanel); ruim 4.000 Nederlanders van 16 jaar en ouder beantwoordden vragen over hun voorkeuren en behoeften ten opzichte van Nederlandse speelfilms en daarnaast is een aanvullend onderzoek uitgezet onder ruim 600 10-15-jarigen.

Als jongeren carte blanche krijgen om televisie opnieuw uit te vinden…

“De VRT geeft jongeren de kans om televisie heruit te vinden” — met die uitdagende slogan kondigde de Vlaamse publieke omroep afgelopen zomer het nieuwe jongereninitiatief Carte Blanche aan. Geselecteerden krijgen hiermee de kans om -onder begeleiding van coaches en mediaspecialisten- televisie te maken die afgestemd is op het mediagebruik van de eigen YouTube-generatie. Bedoeling is dat jongeren een nieuw participatief en interactief jongerenaanbod gaan maken, dat zowel online als via kanaal OP12 zal lopen.

De VRT geeft letterlijk carte blanche aan de jongeren, om hun ideeën en hun visie op de media van morgen te leren kennen. Inmiddels is een zestal 18-24-jarigen aan een ‘bootcamp’ begonnen; ze moeten verschillende opdrachten tot een goed einde brengen, van marktonderzoek naar jongeren verrichten tot het maken van een live-uitzending. Hoe ze het er vanaf brengen, is vanaf september (tot december 2013) te volgen; twaalf afleveringen lang zullen ze experimenteren met alle vormen van media. Begin 2014 volgt dan een nieuw concept dat door de geselecteerde jongeren zelf ontwikkeld is.

Hieronder zie je de eerste drie afleveringen (van de ‘zoektocht’). Zien we hier de toekomst van tv of oude wijn in nieuwe zakken?

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=_S-P4vcrpq8]

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=bRlvSrbyW-s]

[youtube http://www.youtube.com/watch?v=pJG9UsgCHe8]

Volg Carte Blanche op de sociale media: Facebook, Instagram, Twitter, YouTube.

Update (14/03/2014]: Klik hier voor het resultaat.

UM kraakt de sociale code: ‘Vijf fundamentele menselijke behoeften vormen de basis voor al het social media-gedrag’

UM’s bekende Wave-onderzoek* is inmiddels in de zevende editie. Het grootste onderzoek naar sociale media ter wereld (48.495 ondervraagden in 65 landen) komt met een opvallende boodschap: het is niet langer genoeg om de trends op social media gebied te volgen met je merk aangezien veel van deze juist afleiden van de daadwerkelijk motivatie van de consument. We moeten de motieven achter social media trends doorgronden aangezien zelfs de meest oppervlakkige interactie wordt veroorzaakt door een diepere behoefte.

Zeven jaar Wave-analyses van sociaal gedrag online heeft het mediabureau tot de conclusie gebracht dat de kernvraag niet is WAT mensen doen maar WAAROM zij dit doen. Daar heb je geen onderzoek voor nodig, zal je denken. Wel om te achterhalen welke vijf fundamentele menselijke behoeften de basis vormen voor al het sociale gedrag: ‘Verbinding’, ‘Verstrooiing’, ‘Vooruitgang’, ‘Erkenning’ en ‘Leren’.

5 behoeften

Uit het Wave-onderzoek blijkt ook dat als merken voorzien in de behoeften van consumenten dit een belangrijke bijdrage levert aan merkdoelstellingen:

  • Verstrooiing is de behoefte aan vermaak; 40% van alle mensen die aangeven vermaakt te willen worden door merken zeggen dat deze ervaringen merken meer begeerlijk maken.
  • Erkenning is de behoefte aan zelfexpressie en respect; 65% van de mensen die persoonlijk antwoord willen krijgen van merken en dat dan ook krijgen, geven aan dat dit hen gewaardeerd laat voelen.
  • Vooruitgang is de behoefte aan ontwikkelen en carrière maken; 37% van de mensen die aangeven geholpen te willen worden bij de ontwikkeling van hun vaardigheden en capaciteiten, geven aan als resultaat meer tijd met het merk te willen doorbrengen.
  • Verbinding is de behoefte om verbonden te zijn en ervaringen te delen met anderen; als een merk iemand faciliteert in het helpen van anderen, is men geneigd dit merk aan te bevelen.
  • Leren is de behoefte om nieuwe dingen te ontdekken en onderzoeken; merken die mensen meer leren over hun producten en/of diensten en tegelijkertijd goed luisteren en inspelen op hun behoeften, zorgen ervoor dat consumenten eerder kopen.

Wanneer we dus willen dat consumenten een verbintenis aangaan met merken dan zullen we van deze behoeften en hetgeen ze leveren moeten uitgaan. De uitdaging ligt in het vinden van de plaats waar de consumentenbehoefte en de doelstelling van het merk bij elkaar komen. Alleen op deze manier kunnen merken een langdurige relatie met consumenten aangaan.

De sociale platforms zijn constant in ontwikkeling en de manier waarop mensen toegang hebben tot die platforms verandert. Wave 7 onthult volgens de onderzoekers waar de sweet spot zit voor de verschillende productcategorieën in combinatie met de gewenste devices, doelgroepen en merkdoelstellingen.

Naast bovenstaand kader voor merkstrategieën via sociale media biedt Wave 7 biedt tevens een update van alle laatste gebruikscijfers en ontwikkelingen omtrent sociale media. In de vorige Wave-studie werd het bezit en gebruik van devices toegevoegd aan het onderzoek. Ook in 2013 levert dat weer interessante inzichten op:

  • Inmiddels bezit 74% van de internettende Nederlanders een smart phone, versus 37% twee jaar geleden (Wave6). Ook tabletbezit is stormachtig toegenomen: van 12% naar 47%.

devices

  • Het aantal mensen met een smartphone is niet alleen toegenomen, men is ook veel actiever.

actiever

  • Mede door de toename van smartphonegebruik zijn simpele (Twitter) en contextuele social platforms (foto’s delen; Instagram, Pinterest) snel gegroeid. Daar zit de meeste potentie.

devicesFilms, muziek, reizen, voeding, restaurants, consumententechnologie, huishoudelijke producten en sport zijn de onderwerpen waar de social influencers het meest over praten. Het minst populair zijn onderwerpen over auto-onderhoud, kinderopvang, betaalkaarten, huishoudelijke schoonmaakproducten, verzekeringen, goede doelen en banken.

*In 2006 is UM begonnen met een project om de schaal en impact van social media wereldwijd te kunnen meten en de verandering in communicatie technologie te kunnen onderzoeken. Tot nu toe zijn meer dan 136.000 internetgebruikers (16-54 jaar) in 64 landen online ondervraagd. Steekproefomvang in Nederland: 1.008 respondenten.

  • Wave 1 (2006): liet zien dat social media de verwachtingen waarmaakte , er was een grote en actieve groep mensen online aan het communiceren.
  • Wave 2 (2007): liet zien hoe social media verschoof van een tekstueel medium van bloggers en posters naar een compleet audio-visueel medium vol met content makers en delers.
  • Wave 3 (2008): bracht de democratisering van beïnvloeding in beeld; hoe social media consumenten de mogelijkheid gaf om andere mensen te beïnvloeden.
  • Wave 4 (2009): onderzocht de redenen achter de enorme groei van social media door te begrijpen wat de motivaties zijn bij het gebruik van de verschillende platformen. Het liet zien dat consumenten zich verbinden met een platform omdat het specifieke behoeften goed invult.
  • Wave 5 (2010): heeft geleerd dat er een grote vraag was naar sociale interactie met merken. De vorm en de mate van interactie varieert van persoon tot persoon en van productcategorie tot productcategorie. Die merken die de juiste ervaring konden leveren hadden een enorm voordeel, in termen van merktrouw, aanbevelingen en sales.
  • Wave 6 (2012): heeft geholpen om te begrijpen welke rol social media kan spelen in het helpen van bedrijven om hun marketingdoelstellingen te behalen. Door de waarde van social media in kaart te brengen konden we ervaringen creëren die vanaf het begin al ontworpen waren om die doelstellingen te kunnen behalen. Het liet ook zien welke middelen en technieken consumenten het liefst gebruikten bij interacties met merken.

Het rapport met de global insights van Wave 7, ‘Cracking the Social Code’ getiteld, is hieronder te lezen of daar te downloaden.

[Infographic] InSites: ‘Communicatie en tijdverdrijf belangrijkste redenen voor gebruik sociale media door Millennials’

Millennials weten meer over marketing en staan kritischer tegenover reclame dan om het even welke andere generatie ooit tevoren. Sociale media zijn onmisbaar voor deze generatie. Wist je dat een doorsnee GenYer een profiel aanmaakt bij 2,5 sociale netwerken of dat zo’n 80% van de GenYers echt elke dag inloggen op sociale media? Dat soort feitjes over Millennials en hun gebruik van sociale media zijn door InSites Consulting gevat in onderstaande, nieuwe infographic.

Recent onderzoek heeft aangetoond dat Millennials sociale media zelfs aanschouwen als hun belangrijkste kanaal, vermits deze kanalen het meest up-to-date en het meest aangepast zijn aan hun behoeften, vermits ze zelf kiezen wie ze zullen volgen en bijgevolg ook welke informatie ze willen ontvangen.

Scrol en lees over hun belangrijkste redenen om sociale media te gebruiken en over de locaties waar ze dat het meest doen.

Millennials en Social Media

Kids en Jongeren Marketing blog website is van Euroforum BV. Privacy statement | Cookie statement | Copyright © 2021